Jongen wil meisje zijn

Onze zoon (6 jaar) heeft al een paar jaar een hekel aan stoere jongensbroeken en loopt het liefst in de (verkleed-) kleren van zijn oudere zus. Hij zegt regelmatig dat hij liever een meisje wil zijn. Met zijn lange haren in een staart en een legging aan gaat hij naar school. Mijn vriendin en ik hebben er geen probleem mee en laten hem gaan. We waren eerst bang dat hij daar gepest zou worden. Maar gelukkig kijken zijn klasgenootjes er niet vreemd van op. Dankzij de begripvolle houding van de juf vinden de meeste kinderen hem heel gewoon. We hebben dus geen probleem maar wel een vraag. Kan het zijn dat onze zoon in het ‘verkeerde lijf’ zit?

Antwoord

In de peuterfase ontdekken kinderen de biologische sekseverschillen. Ook ontwikkelen zij een genderidentiteit. Dit is het gevoel zelf een jongen of meisje te zijn. Bij de twee seksen horen ook sociale sekserollen en speelgoed: jongens zijn ‘stoer’ en spelen met auto’s terwijl meisjes roze prinsessenjurken dragen. Kinderen zijn hierin soms vrij stellig. Zelfs als een kind thuis ziet dat vader luiers verschoont en de was opvouwt en moeder ’s ochtends naar haar werk rijdt, identificeren kleuters zich met meer traditionele seksespecifieke rolpatronen. Een klein deel van de peuters en kleuters is nieuwsgierig naar bijvoorbeeld kleding en gedrag dat past bij de andere sekse. Hoewel onderzoek naar de seksuele ontwikkeling nog relatief in de kinderschoenen staat, schat men dit percentage momenteel op ongeveer 10 procent. Een bekend fenomeen is bijvoorbeeld den jongen die -net als meisjes in zijn klas- een mooie prinsessenjurk aan wil. Dit ‘experimenteren’ gaat meestal binnen enkele maanden tot een jaar of twee weer voorbij. Met een grote zus in huis als ‘voorbeeld’, kan het goed zijn dat jullie zoon in die fase zit.

Vanaf zes jaar blijven sommige kinderen deze gevoelens houden en wordt dit een dringende wens. We spreken in dit geval van een stoornis in de genderidentiteit. Een genderdysforie houdt in dat iemand zich onbehaaglijk voelt over zijn of haar biologische geslacht. Dit komt op alle leeftijden voor.

Jullie reageren heel ontspannen op de gevoelens van jullie zoon. Dat is heel belangrijk. Zelfs al neemt dit gevoel af, dan is het belangrijk om hem als ouder te accepteren zoals hij is. Hem tegenwerken of dwingen toch jongenskleding te dragen werkt averechts. Praten over zijn gevoelens en twijfels hierover helpt wel. Gebruik hierbij de woorden die jullie zoon aandraagt, zonder er zelf een label aan te hangen. De juf op school is ook te prijzen om haar respectvolle houding. Dit heeft een grote invloed op de acceptatie in de klas door andere kinderen. Kinderen vinden immers ‘gewoon’ wat wij volwassenen als ‘normaal’ presenteren.

Als binnen twee of drie jaar de gevoelens (en het gedrag) van jullie zoon niet veranderen, kun je samen met hem verder kijken. Er zijn diverse organisaties die zich met deze problematiek bezighouden:

Er zijn verschillende boeken voor kinderen over genderdysforie:

  • Olivier Van Gierdeghom. Mijn iks-ij doet koekoek!. Brugge: Jong & HIB, 2008.
  • Katrien Vandewoude. De jurk van Jan. Amsterdam: Clavis, 2003.
  • David Walliams. De jongen in de jurk. Haarlem: Gottmer/Becht, 2009.

Voor opvoeders:

  • Els Schijf. Hoera, het is een mensje! Leidraad voor ouders van genderdysfore kinderen. Transvisie, 2010.
  • Sarah Wong en Ellen de Visser. Genderkinderen. Geboren in het verkeerde lichaam. 2012.