20110310. VERSLAG EXPERTMEETING ‘FOCUS OP VADERS’ Een andere kijk op de rol van biculturele vaders in gezinnen (Stadsdeel Amsterdam-Zuidoost)

VERSLAG EXPERTMEETING ‘FOCUS OP VADERS’
Een andere kijk op de rol van biculturele vaders in gezinnen

Jongerencultuurhuis No Limit, 10 maart 2011

Voorzitter: Mavis Carrilho (De Galan en Voigt)
Stadsdeel Zuidoost: Muriel Dalgliesh (portefeuillehouder jeugdbeleid)
Verder aanwezig: prof. dr. Louis Tavecchio (UvA), dr. Glenn Helberg (kinder- en jeugdpsychiater), dr. S.L. Ketner (Verwey-Jonker Instituut) Jacqueline de Heij,
Wensly Francisco, Orville Breeveld, Eddy Adusei, Urmy Macnack, Vivian Lion Sjin Tjoe, Waldy Neijhorst, Richard Knel, Clay Toppenberg, Joyce Kwidama (Ethica Training en Advies), Steffy Burgos en ongeveer vijftig deelnemers
Verslag: Jeannetta van Baarsen en Ria Muiser, Vi.a.Vi Office Management, Amsterdam, Nolda Vrielink, De Galan en Voigt

Opening

Mavis Carrilho opent de bijeenkomst om 13.00 uur en heet de gasten en deelnemers van harte welkom. Zij licht het programma toe en stelt daarna Owen Venloo voor, die een lied ten gehore brengt getiteld Where are all the fathers now. Hij wordt begeleid door Romeo Kotzebue op gitaar. Vervolgens geeft zij het woord aan portefeuillehouder jeugdbeleid mevrouw Dalgliesh.

Welkomstwoord van de portefeuillehouder jeugdbeleid

Mevrouw Dalgliesh is verheugd met de grote opkomst. Het thema ‘ieder kind heeft een vader en een moeder nodig’ zou heel vanzelfsprekend moeten zijn, maar niet elk kind wordt door een vader en een moeder opgevoed. Amsterdam Zuidoost telt ongeveer 45% alleenstaande ouders. Het merendeel daarvan is vrouw van Afro-culturele afkomst. Daarbij gaat het om 8.000 gezinnen, grotendeels in een sociaaleconomisch zwakke positie. Kinderen die in aanraking komen met politie, die voortijdig de school verlaten en tienermoe¬ders en –vaders komen veelal uit eenoudergezinnen.

Alleenstaand ouderschap hoeft geen probleem te zijn. Ook alleenstaande ouders kunnen kun kinderen opvoeden tot zelfstandige en zelfbewuste mannen en vrouwen, al is dat niet makkelijk. Er is echter een grote groep waarbij dat niet lukt. Een vader en moeder in één huis die de verantwoorde¬lijkheid voor de opvoeding samen delen is het meest ideaal, naar niet altijd realistisch. Maar ook als vader en moeder op een ander adres wonen, dienen zij de eerstverantwoordelijken te zijn voor de opvoeding van hun kinderen. Voor kinderen die geen vader of moeder hebben, is het noodzakelijk dat zij een rolmodel hebben. Dat kan een familielid of de buurvrouw zijn. Het stadsdeel wil stimuleren dat men dit met elkaar organiseert. De expertmeeting gaat over wat de gevolgen zijn als de vaderfiguur structureel ontbreekt in een gezin. Met name jongens hebben daar moeite mee. Maar ook meisjes kampen hiermee. Veel tienermoeders weten niet hoe zij een relatie goed kunnen houden. Zij hebben dat voorbeeld niet gehad. Soms laten zij ook geen vaderfiguur toe. Dit gegeven is van generatie op generatie overdraagbaar. Vanuit het stadsdeel en door de professionals moet worden geprobeerd om dit te doorbreken. Er zijn diverse initiatieven van mannen en vrouwen die het onderwerp vaderschap door middel van trainingen, workshops, “round tables” en lezingen behandelen. Onlangs zijn certificaten uitgereikt aan Antilliaanse vaders die deelgenomen hadden aan een training. Een aantal heeft aangegeven betrokken te willen zijn bij het leven van hun kinderen, maar dat wordt door de moeders niet toegestaan. Ook die discussie moet, in het belang van de kinderen, worden gevoerd. Als men de handen ineenslaat om dit grote probleem in Amsterdam Zuidoost aan te pakken, dan zal de komende jaren een beter resultaat worden gehaald. Zowel als het gaat om onderwijs, op een goede manier met elkaar samenleven en het creëren van een gemeenschap waarin iedereen zijn of haar rol pakt om ervoor te zorgen dat kinderen op een volwaardige manier opgroeien. Zoals een Afrikaans spreekwoord zegt: “It takes a village to raise a child”.

Een nieuwe blik op vaderschap
Inleiding prof. dr. Louis Tavecchio

Louis Tavecchio, hoogleraar pedagogiek aan de UvA, geeft een inleiding over de betekenis van vaderschap. Daarin zal hij vanuit de wetenschap proberen aan te tonen hoe belangrijk vaders zijn.

Vijftien jaar geleden is bij 1.300 (witte) gezinnen onderzoek uitgevoerd naar de betekenis van vaders en de invloed daarvan op de ontwikkeling van kinderen. Daaruit bleek dat de opvoeding door de vader even sterk samenhangt met de ontwikkeling van het kind als de opvoeding door de moeder. Voordien werd de betekenis van ouders vooral gegeneraliseerd naar moeders. De frequentie waarin een ouder met een kind omgaat, is niet het meest doorslaggevende voor het effect dat men op een kind heeft. Juist doordat de vader meer aan de zijlijn staat, krijgt zijn inbreng een prominente betekenis. Derhalve moet men de rol van vaders niet onderschatten. Ook de talige omgang van vaders met hun kinderen heeft veel invloed op de ontwikkeling van een kind. Een omvangrijk Engels onderzoek heeft aangetoond dat een betrokken vader een positieve invloed heeft op de intelligentie en sociale status van kinderen. Het verschil hierin met kinderen die niet veel tijd hebben doorgebracht met hun vader is erg groot. Een Amerikaans onderzoek heeft aangetoond dat een vroege betekenisvolle interactie tussen vaders en kinderen, ook prenataal, gunstige effecten heeft op de betrokkenheid bij het kind na de geboorte. Dat verlaagt de kans op een scheiding.

Sekse-rolidentificatie en het verwerven van sekse-rolidentiteit komen in belangrijke mate tot stand door observatie en imitatie van het gedrag van anderen, met name het gedrag van volwassenen van de eigen sekse in allerlei variaties en rollen. Meisjes hebben vaak rolmodellen van vrouwen te over, zoals in het gezin, in de kinderopvang en in het basisonderwijs. De nabije interactie met mannen ontbreekt vaak. Vaders kunnen een unieke bijdrage leveren als het gaat om spel en sport, waarin vaak veel meer gebeurt dan alleen een spelletje. Daar leren jongens de grenzen kennen van hun fysieke kracht en hun impulsen controleren. De vader is de aangewezen opvoeder voor jongens als het gaat om het reguleren van emoties en het ontwikkelen van competitie, waarbij het gaat om affectie en controle.

In Australië is onderzoek gedaan naar het gegeven dat vaders vaak wegblijven bij oudercursussen. Daaruit bleek dat het contact dat wordt gelegd vanuit de hulpverlening zich vaak uitsluitend en nadrukkelijk op de moeders richt. Dergelijke fouten worden vanuit de hulpverlening aan de lopende band gemaakt. De man wordt vaak volstrekt genegeerd en haakt daarom af. Het advies dat daaruit kan worden afgeleid luidt: maak gebruik van de sterke en unieke punten van vaders en gebruik recreatie- en sportactiviteiten in het kader van een behandeling, een training of een oudercursus. De vrouwelijke partner van de man speelt hierin ook een belangrijke rol. Door hem erbij te betrekken, kan zij ervoor zorgen dat de man de kans krijgt te participeren.

In Canada, aan de Universiteit van Guelph, is de FIRA (Father Involvement Research Alliance) opgericht, een onderzoeksorganisatie die wereldwijd bewijsmateriaal voor de positieve effecten van betrokken vaderschap inventariseert. Door de vader vanaf het begin serieus te betrekken bij de opvoeding en ontwikkeling van zijn kinderen zal men op korte termijn verbetering kunnen zien. Tavecchio verwijst naar de uitgave ‘Principles of Father Inclusive Practice’. De hulpverlening wordt opgeroepen hiermee aan de slag te gaan.

Op de vraag of er recent Nederlands onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de multiculturele samenleving, wordt verwezen naar de uitgaven van bijzonder hoogleraar Trees Pels (VU), die onderzoek heeft gedaan naar etnische minderheidsgroepen, waarin de vader veelal een passant is. Zij schrijft veel problemen van kinderen, met name jongens, toe aan vage rolmodellen. Ook is vaak sprake van een rolmodel met een lage status in de nieuwe cultuur waarin de kinderen opgroeien. In veel etnische minderheidsgroepen is de vader het meest prominent geworden omdat hij er niet is. De ontbrekende vader is niet alleen een ontbrekende opvoeder, hij is ook een ontbrekende kostwinner en daaraan zijn vervolgens sociaaleconomische factoren verbonden.

Op de vraag of onderzoek is gedaan naar de invloed van de beeldvorming van de omgeving op de ontwikkeling van jongens, wordt verwezen naar berichtgeving in kranten. Er zijn veel minder positieve krantenkoppen over jongens en mannen dan over meisjes en vrouwen. In de pers wordt vaak gemeld dat allochtone meisjes het veel beter doen dan allochtone jongens. De beeldvorming over jongens is vaak heel negatief en wordt hierdoor in stand gehouden. Dit heeft effect op de jongens, maar ook op het gedrag waarmee mensen hen tegemoet treden, namelijk met argwaan. De media nemen hierin helaas geen verantwoordelijkheid.

Hoe kan historisch worden verklaard dat de beeldvorming nu zoveel slechter is? Hierop wordt gesteld dat er sprake is van een feminisering van de samenleving. Nederland behoort in dat kader tot de top vijf van de westerse samenlevingen. Vrouwen bereiken hun doelen echter op heel andere wijze dan mannen. Mannen doen dat door recht op het doel af te gaan en voorheen als positief beschouwde eigenschappen botsen nu met de gefeminiseerde kijk op zaken. De tolerantie voor jongensgedrag is afgenomen. Leerkrachten op basisscholen zijn vrijwel allemaal vrouw en die zijn vaak niet handig in het omgaan met jongensgedrag.

Is er in navolging van de Verenigde Staten in Nederland onderzoek gedaan naar hoe ontwikkelingen in de maatschappij van invloed zijn op de wijze waarop zwarte mannen zich ontwikkelen en hun gedrag? Geantwoord wordt dat 11% van de Afro-Amerikaanse mannen tussen 21 en 33 jaar in de gevangenis zitten. Van die 11% komt 80% uit gezinnen zonder vader. Daaruit mag niet de conclusie worden getrokken dat de ontbrekende vader hiervan de oorzaak is, maar er is wel een verband.

Op de vraag of onderzoek is gedaan naar waarom de vaders niet in de gezinnen zijn en welke factoren in de samenleving daarin een rol spelen, zegt Louis Tavecchio dat niet te weten. Wel weet hij dat onderzoek wordt gedaan naar de poortwachter¬functie van vrouwen. De mate waarin vrouwen de man toelaten als serieuze opvoeder is een heel belangrijke factor. Veel vrouwen geven de mannen geen kans om een serieuze partner te zijn in de opvoeding.

Op de vraag hoe men mannen weer meer welkom kan heten in de zorg voor kinderen, kinderopvang of onderwijs antwoordt Louis Tavecchio dat het goed zou zijn als er meer mannen zouden werken in de hulpverlening, omdat zij meer de nadruk kunnen leggen op waarom de vaders er niet zijn en hoe die erbij te betrekken. Mannen moeten zich in de hulpverlening en ondersteuningsorganisaties laten zien en daar een prominente rol opeisen. Het tegenovergestelde gebeurt echter. In allerlei functies van rechterlijke macht, gezondheidszorg tot onderwijs is er een leegloop te zien als het gaat om mannen. Dat is een groot verlies, ook voor de herkenbaarheid van mannen met problemen. Zij komen nu alleen maar met vrouwen in aanraking.

Inleiding dr. Glenn Helberg

Glenn Helberg is kinder- en jeugdpsychiater en merkte tijdens zijn werkzaamheden met kinderen in Curaçao dat kinderen enorm behoefte hadden aan een vaderfiguur. Kinderen waren verdrietig door het ontbreken van de vaderfiguur. Dit verdriet sloeg op 12-jarige leeftijd om in boosheid. Kinderen worden agressief, mede door het feit dat zij worden uitgesloten van een vader. Dit gegeven heeft ertoe geleid dat hij zich is gaan bezighouden met het belang van vaderschap.

Glenn Helberg begint met te stellen dat mensen continu om bewijzen vragen. De natuur heeft echter geen bewijs nodig. Kinderen krijgen vaak de naam van de vader omdat het belangrijk is om de vader erbij te betrekken. Maar de natuur zorgt zelf voor die betrokkenheid. Als kinderen worden geboren, zeggen mensen negen van de tien keer dat het kind zo op de vader lijkt. Op die manier betrekt de natuur de vader vanaf het begin bij het kind. Ook het betrokken zijn van vaders bij de zwangerschap is van groot belang. Als vrouwen geen stress ervaren tijdens de zwangerschap, is dat veel beter voor de ontwikkeling van het kind.

Het recht van kinderen op een vader of moeder staat uiteraard los van de Afro-Caraïbische cultuur. In het Europees parlement gaan stemmen op om kinderrechten uniform te maken in heel Europa. Rondom de rechten van het kind hebben organisaties en personen zich aaneengesloten in de actie ‘Met papa en mama mee’.

De feminisering van de maatschappij is een feit en vaders worden daarin niet beschermd. Op de vraag wie van beide ouders het meest verantwoordelijk is voor internationale kinderontvoering, is het antwoord moeders, terwijl men vaak denkt dat het de vaders zijn. In tweederde van de gevallen gaat het om de moeder, maar de beeldvorming is anders.

Na de geboorte van een kind heeft een vader niet evenveel recht op ouderschap als de moeder. De moeder moet daarvoor toestemming geven. Bij de geboorte wordt dus al gediscrimineerd in die zin dat een kind geen recht heeft op zowel een moeder als een vader. Aan die ongelijk¬heid moet een eind komen. Als men in de samenleving werkelijk vindt dat mannen belangrijk zijn, dan zou het beleid zowel op mannen als vrouwen gericht moeten zijn in het belang van de kinderen. De actiegroep ‘Met papa en mama mee’ strijdt voor gelijkheid van rechten voor vaders en moeders. Zij willen dat ieder kind het recht heeft te worden erkend door zowel de vader als de moeder, dat ieder kind onder gezamenlijk gezag het recht heeft om evenveel tijd met iedere ouder door te brengen en dat ieder kind het recht heeft om volwaardig contact met beide takken van de familie te onderhouden.

Uit de statistiek blijkt dat 10.000 kinderen in Nederland opgroeien zonder vader. Over tien jaar is dat vertienvoudigd. Als gevolg daarvan is de politiek bereid gevonden hierover na te denken; de ChristenUnie heeft in het vorige kabinet hierover een motie ingediend die is aangenomen. Als kinderen niet het recht hebben op beide ouders, betekent dit dat altijd één deel van de familie wordt uitgesloten. In Europa groeien 1 miljoen kinderen op met gemarginaliseerde vaders of zonder vaders.

Vanuit de zaal wordt aangevuld dat het om 1,1 miljoen scheidings¬kinderen gaat, waarvan de helft één jaar na de scheiding de andere ouder niet meer ziet. Dat zijn met name vaders.

Glenn Helberg vervolgt dat de actiegroep ‘Met papa en mama mee’ wil dat ieder kind dat door beide ouders is erkend recht heeft op gezamenlijk gezag van de ouders. Ieder kind onder gezamenlijk gezag heeft het recht op gelijke – ongelimiteerde – uitoefening van het gezamenlijk gezag door beide ouders. Daarbij gaat het onder andere om medische zorg, schoolkeuze, contacten met leraren en besluiten ten aanzien van de woonplaats. Ieder kind heeft recht op twee woonadressen als de ouders van elkaar gescheiden leven. Ieder kind heeft recht op een bankrekening die door beide ouders wordt beheerd en waarop beide ouders hun bijdrage storten. De actiegroep denkt ook over sancties naar ouders als zij dit niet nakomen. Uit ervaring blijkt echter dat deze zaken vaak een probleem opleveren.

Ongelijkwaardig ouderschap heeft invloed op de kinderen, maar ook op de familie daaromheen. Daarbij gaat het om familie van beide kanten. Binnen de familie heeft iedereen een bepaalde plek en iedereen moet zijn of haar plek weten. Het kind heeft het recht om zowel van de vader als van de moeder het beste te krijgen. De diverse instituten in de samenleving zorgen er echter voor dat de ongelijkheid in stand blijft. Kinderen hebben rechten, maar in Nederland zijn met name de rechten van de moeder gewaarborgd, niet die van het kind of van de vader.

Op de vraag of er een wet zou moeten komen die vaders, die een kind verwekken en er niet meer naar omkijken, verplicht om verantwoordelijkheid te nemen, antwoordt Glenn Helberg dat dit in essentie hetgeen is waar ‘Met papa en mama mee’ over gaat. Als een moeder een kind aangeeft bij de Burgerlijke Stand, moet zij een vader of verzorger opnemen. Als de door haar opgegeven vader zegt dat hij de vader niet is, moet hij dat bewijzen. Als hij wel de vader blijkt te zijn, volgen sancties. De gedachte is vaak dat het de vaders zijn die weglopen, maar in de praktijk blijkt dat met name jonge Surinaamse vrouwen de mannen al voor de geboorte wegsturen. Natuurlijk zijn er ook vaders die hun kinderen in de steek laten. Hij propageert ook niet dat mensen in een relatie moeten blijven die niet goed voor hen is. Er moet echter iets gebeuren in het bewustzijn van mannen en vrouwen. Mannen en vrouwen die onbeschermd vrijen, moeten zich afvragen of zij de man of vrouw met wie zij vrijen als vader of moeder voor hun kind willen.

Inleiding dr. Suzan Ketner

Suzan Ketner is onderzoekster bij het Verwey-Jonker Instituut binnen het team Jeugd, Opvoeding en Onderwijs. Dit instituut heeft veel onderzoek gedaan onder Caraïbische vaders en neemt deel aan de Kenniswerkplaats Tienplus. Kenniswerkplaats Tienplus is een samenwerkingsverband van verschillende partijen: de stad Amsterdam, de stadsdelen (waaronder Zuidoost), het Verwey-Jonker Instituut, Hogeschool InHolland, Vrije Universiteit, GGD Amsterdam en het AMC. Er wordt onderzoek gedaan met en voor professionals en met en voor ouders. Haar inleiding gaat over haar onderzoek naar de resultaten van projecten rondom vaderschap in Zuidoost in vergelijking met andere stadsdelen.

Gebleken is dat opvoedhulp bij allochtone gezinnen de ouders pas in een laat stadium bereikt en weinig laagdrempelig is. De kenniswerkplaats wil de opvoedhulp toegankelijk en laagdrempelig maken. Ze is gericht op een divers publiek, met name op de ouders van tieners. Voor deze leeftijdsgroep is er weinig aanbod, terwijl er juist dan problemen zijn bij de overgang naar de middelbare school. Er wordt onderzoek gedaan naar de aansluiting van basis- op voortgezet onderwijs en de resultaten worden veelvuldig teruggekoppeld. Stadsdeel Zuidoost wil duurzame netwerken tussen partijen bevorderen (zelforganisaties, stadsdeel en het reguliere aanbod), zodat er een beter aanbod van en voor ouders komt. Het project Vaderschap versterken, is een van de projecten van de kenniswerkplaats. Stadsdeel Zuidoost heeft in zijn beleid steeds meer aandacht voor de rol van de al dan niet aanwezige vaders. Ook komen er veel initiatieven vanuit de vaders om te laten zien dat een afwezige vader betrokken kan zijn bij de opvoeding van zijn kind(eren), om de vaderrol in de opvoeding te claimen en om de negatieve beeldvorming te doorbreken.

In haar onderzoek zijn de projecten in de stad geïnventariseerd en er is onderzocht wat vaders en moeders zelf willen. Daarnaast zijn verschillende projectleiders geïnterviewd. Daarbij gaat het om vragen als: wat zijn de successen en wat werkt wel of niet in dit soort projecten? Het gaat vaak om de tijdstippen (niet overdag), thema’s en bereikbaarheid van de locaties.

In Zuidoost draaien verschillende projecten, drie zijn gefinancierd door het stadsdeel onder de naam: Vader zijn, man worden. Zij beschrijft vier projecten:

Vitamine V is een inspirerend voorbeeld voor andere projecten. De doelgroep bestaat uit vaders en zonen. Het brengt verschillende generaties bij elkaar. Het doel is om het vaderschap en de afwezige vader bespreekbaar te maken, ervaringen uit te wisselen, te reflecteren op de eigen rol als vader, bewustwording te stimuleren, te leren wat vaderschap betekent en de negatieve beeldvorming rond zwarte vaders te doorbreken. Voor dit doel worden “round tables” of ronde tafelgesprekken, discussieavonden en thema-avonden georganiseerd en er worden rolmodellen ingezet. Er is veel media-aandacht en er is een website www.vitaminevader.nl.

MetaPower is een project waarin, verdeeld in drie groepen, dertig jongens van verschillende afkomst uit de derde klas van het Augustinus College zijn getraind. De jongens worden toegerust om hun problemen het hoofd te bieden en worden gesteund in hun schoolloopbaan. Daarbij worden hun vader of ouders betrokken. De jongens leren in te zien dat ze een inspanningsverplichting naar hun vader hebben. Er zijn op school vijf bijeenkomsten van 1,5 uur. Er wordt gebruik gemaakt van een vorm van spelend leren. De deelnemers wordt een spiegel voorgehouden over leiderschap, communicatie en hoe men zich in het spel gedraagt, om zo te kunnen nadenken over de eigen rol als man en toekomstig vader.

Domestic Harmony is een activiteit voor vrouwen en mannen samen. Er zijn inmiddels vier weekendbijeenkomsten geweest met groepen van ongeveer twintig deelnemers. De doelen zijn: bewustwording van de rol en verantwoording naar de kinderen, bevorderen van communicatie tussen de partners, reflectie over de rol van de afwezige vader, reflectie bij de moeders en vaders op het gemis van hun vader en de invloed daarvan op de opvoeding van de kinderen, het trainen van vaardigheden en het aanreiken van handvatten voor de communicatie. Er is ruimte voor discussie en het inbrengen van persoonlijke ervaringen en de trainers geven inleidingen. Er wordt gewerkt met lichaamsoefeningen en rollenspellen en het therapeutisch reflecteren op de eigen rol.

Di tata ku tata, van vader tot vader, is een training gericht op Antilliaanse mannen. Inmiddels is de derde groep van start gegaan. Het doel is het doorbreken van negatieve beeldvorming, de bewustwording van het vaderschap en de rechten en plichten van de vaders en het geven van tools om het vaderschap vorm te geven. Er zijn zes thema-avonden, waarbij steeds een ander thema centraal staat, zoals vader zijn, man zijn en discriminatie. Afsluitend wordt een weekend georganiseerd en krijgen de vaders een certificaat.

Het thema vaderschap is diep geworteld en leeft in de gemeenschap in Zuidoost. De verschillende projectleiders zijn zeer betrokken en enthousiast over het verloop van de projecten. De deelnemers hebben dit enthousiasme overgenomen en beseffen hoe belangrijk de rol van de vader is. Sommige deelnemers hebben meteen contact gezocht met hun eigen vader en gingen met het geleerde aan de gang. Door de projectleiders is veel tijd geïnvesteerd in de projecten, los van het budget en de tijd die er voor de projecten staan. Ook door de deelnemers is veel werk verzet. In de projecten is toekomstgericht gewerkt. Zonen leren om een rolmodel te zijn en leren na te denken over hun rol als vader later.

Suzan Ketner leest ten slotte twee citaten voor, die illustreren wat haar in de projecten is opgevallen: “vaderschap is geen Playstation” uit een groepsgesprek van vitamine V en “de niet-aanwezige vader moet geen tintje krijgen.” Hiermee wordt geïllustreerd dat vaders die in het gezin wonen, net zo afwezig kunnen zijn als de vaders die daar niet wonen en dat ook in witte gezinnen scheidingen voorkomen.

De succesfactoren in Zuidoost zijn: er wordt veel publiciteit gegeven aan de activiteiten, sommige activiteiten worden afgesloten met een certificaatuitreiking, deelnemers worden actief geworven, er worden verschillende werkvormen gecombineerd en er is grote betrokkenheid op het thema. Suzan Ketner noemt drie aandachtspunten om vaders erbij te betrekken: blijvende aandacht voor werving, continuering van activiteiten en samenwerking tussen verschillende instanties. Zij eindigt met de tegeltjeswijsheid: “Vader worden is een gunst, vader zijn een hele kunst”.

Documentaire “Afwezige vaders”
Jacqueline de Heij en Wensly Francisco

Jacqueline de Heij is de producent van de documentaire Afwezige vaders. Haar team maakt televisieprogramma’s die een cultureel en maatschappelijk onderwerp belichten. Er zijn inmiddels een paar honderd programma’s gemaakt. De documentaires gaan over mensen en bevatten persoonlijke portretten. Ze verwonderen, zitten dicht op de huid en zetten aan tot denken. Ze gaan over drijfveren, inspiratie, angst, pijn en liefde.

De documentaires over afwezige vaders zijn gebaseerd op het plan Tula van Wensly Francisco over een afwezige vader. Zijn verhaal gaat terug naar de slavernij. Hij verklaart het gedrag van zijn vader en van vele andere vaders op de Caraïben uit het feit dat ze decennia lang niets anders hebben geleerd, omdat ze op elk moment konden worden opgehaald en dan niet meer voor hun kinderen zouden kunnen zorgen. De documentaires gaan over vaders met verschillende culturele achtergrond. Naast Antilliaanse vaders komen ook Surinaamse, Marokkaans, Turkse en autochtone vaders aan bod.

Er komt een zesdelige televisieserie bij de NTR, waarin in elke aflevering een andere man met een andere afkomst een hoofdrol speelt.Er wordt gewerkt met vier regisseurs van allochtone afkomst, ieder uit een andere cultuur. Wensly is de hoofdpersoon in de aflevering over de Antillen. Jacqueline de Heij heeft contact gelegd met landelijke multiculturele organisaties die het materiaal willen gebruiken voor voorlichtingsbijeenkomsten. Er komt ook een educatief traject voor middelbaar scholieren.

Wensly Francisco vertelt dat hij journalist is voor het ministerie van Defensie en dat hij voor de NTR kleine documentaires maakt voor Vals Plat. In de impressie van de documentaire Afwezige vaders is te zien hoe hij zijn vader vragen stelt over wie hij is, wat het vaderschap voor hem betekent en of hij ooit nieuwsgierig is geweest naar zijn zoon. Hieruit wordt duidelijk dat de zoon in het leven van zijn vader geen enkele rol heeft gespeeld. De vader heeft nooit tegen zijn zusje gezegd dat zij een broertje heeft. Drie jaar geleden heeft Wensly zijn zusje voor het eerst leren kennen. Hij heeft zijn vader nooit eerder een langere tijd meegemaakt.
Wensly bedankt de organisatie van deze middag, omdat die iedereen bewust probeert te maken van wat het vaderschap betekent en hij bedankt Jacqueline en Frank dat ze in hem zijn blijven geloven en dat ze van zijn plan zo’n mooie documentaireserie willen maken. Hij citeert Erasmus: “Mensen worden niet geboren, maar gevormd door hun omgeving.” Dat zijn vader, moeder, vrienden, familie en school. Als er een element ontbreekt, kan die vorming schade oplopen. Hij miste zijn vader vooral in zijn puberjaren, toen hij hem sterk nodig had.

Zijn ouders hebben elkaar ontmoet in de jaren 70 en werden verliefd op al die feestjes die er waren. Op seksueel gebied heerste er een groot taboe en ze waren slecht voorgelicht. Zijn vader was niet aanwezig bij zijn geboorte. Zijn opa wist pas na acht maanden dat zijn moeder zwanger was. Hij heeft haar toen het huis uitgezet vanwege de schande. Voor zijn geboorte was Wensly’s leven dus al ontregeld. Zijn vader wilde niets met hem te maken hebben. Hij is gedeeltelijk opgevoed door zijn opa en oma. Toen zijn moeder het niet meer aankon, is hij met haar naar Nederland vertrokken. Zijn moeder moest hier werken in een fabriek en was er vaak niet. Hij werd niet begeleid op school en had een achterstand opgelopen. Hij kon zichzelf niet redden. Zijn moeder wist niet waar ze met hem en zijn ambities naartoe moest, want ze kende het schoolsysteem niet. Hij kwam op straat terecht. De vrienden met wie hij omging, hadden allemaal hetzelfde probleem: geen vaders en moeders die altijd moesten werken. Op die manier kwam hij in contact met drugs. Toen hij dit allemaal achter zich liet, is hij het leger ingegaan. Bij de infanterie kwam hij veel vaders tegen. Zijn sergeant-majoor was een vaderfiguur voor hem. Die zei wat hij moest doen en als hij dat niet deed, kreeg hij op zijn kop. In het peloton, met jongens van verschillende afkomst, moest men voor elkaar en zichzelf zorgen. Zo leerde hij dit ook. Defensie heeft zijn hbo Journalistiek betaald. Uiteindelijk kwam hij bij BNN terecht en zo verder.

Hij hoopt de mensen/ jongeren met zijn verhaal te inspireren en eindigt met: “Treinen ontsporen, mensen verdwalen.” Hij heeft de weg teruggevonden.

Vader zijn, man worden
paneldiscussie met Orville Breeveld, Richard Knel en Eddy Adusei

De panelleden stellen zich voor.

Orville Breeveld is vader van twee kinderen. Zijn kinderen zijn in feite de basis voor wat hij doet met Vitamine V. Hij beschouwt het vaderschap als een voorrecht. Zelf is hij nauwelijks met een vader opgevoed. Hij zag bij zijn broer hoe leuk het vaderschap is en wilde dat plezier met anderen delen.

Zuidoost kent een probleemspiraal. Vitamine V gaat ervan uit dat succes, succes aantrekt. Dat brengen de vaders in beeld. Ze discussiëren niet, maar organiseren gesprekken. Ze willen vooral de verhalen horen. Het verhaal van Francisco is een voorbeeld van waar Vitamine V voor staat. Mavis Carrilho voegt hieraan toe dat Orville de initiatiefnemer van Vitamine V is en de winnaar is van de vaderschapstrofee.

Richard Knel is met twee anderen initiatiefnemer van het project Di tata ku tata in Amsterdam. Hij is zoon van een vader die constant aanwezig was. Hij vond dit soms lastig, maar zal nooit meer klagen dat zijn vader constant thuis was, nu hij de verhalen heeft gehoord van zonen met niet-aanwezige vaders.

Eddy Adusei is geboren en getogen in Ghana en heeft drie kinderen. Hij heeft vijf zusjes en geen vader. Zijn vader verliet hen toen hij 5½ maand oud was. Daarna zag hij hem stiekem, toen hij 9 en 22 jaar was. Hij is nu 47 jaar. Zijn moeder heeft zijn vader verteld: “You’ll never see my son again.” Hij mocht zijn vader niet meer zien van zijn moeder.

Mavis Carrilho is er even stil van. Zij komt terug op het idee van de heer Helberg om iets aan de wetgeving te doen, zodat kinderen het recht krijgen op aandacht van hun vader en moeder en beiden een deel van de voogdij krijgen. Wat vindt het panel daarvan?

Orville Breeveld houdt zich niet bezig met de rechten en plichten, maar met het voorrecht. Voor mannen wordt het makkelijker als ze in aanmerking komen voor de voogdij. Vaders die in de clinch raken met hun partner, zijn vaak te laat om dergelijke zaken te regelen. Zijn boodschap aan de ouders is om hun relatie met het kind niet te verbinden met die van de partner. Alles wat er op dit vlak wordt gedaan, zal enorm helpen. Organisaties, zoals Ik Vader, zijn ermee bezig om het voor vader juridisch gezien makkelijker te maken.

Richard Knel vindt het een kwestie van de vaders zelf om iets te veranderen aan de situatie. Hij vindt het jammer als vaders buiten zichzelf motieven zoeken waarom de situatie is zoals die is. Hij zegt op trainingen dat als een vader door een muur moet om zijn kinderen te zien, hij dat moet doen. Niemand heeft het recht om hem zijn kinderen te ontnemen, ook niet de wet, los van een aantal uitzonderlijke situaties. De vader is er medeverantwoordelijk voor het kind dat op de wereld is gezet.

Er ontspint zich een discussie met een deelnemer, die zijn kinderen sinds 1992 niet meer heeft gezien en zich sindsdien inspant om ze te zien. In Nederland is de vader volgens hem rechteloos. Als dat niet verandert, is het voor vaders heel moeilijk om invulling aan het vaderschap te geven. Door rotzooi te trappen, bevestigt men de negatieve beeldvorming rond de vader. In Nederland wordt de vader dan alleen maar strafrechtelijk aangepakt. Richard Knel blijft er bij dat vaders alles in het werk moeten stellen om te bereiken dat ze hun kinderen te zien krijgen, maar volgens de deelnemer is een intentie niet genoeg, er is meer nodig.

Op de vraag van Mavis Carrilho of het voor Wensly Francisco veel had uitgemaakt als hij het gevoel had gekregen dat zijn vader alles op alles had gezet om een band met hem te onderhouden, antwoordt hij: “zeker weten.” Hij wilde toen hij naar hem toeging alleen maar horen dat zijn vader heel veel moeite voor hem had gedaan. Hij werd pas echt kwaad toen hij merkte dat hij niet in het hart en het hoofd van zijn vader zat.

Mavis Carrilho vraagt wat de panelleden met dit soort vaders doen.

Orville Breeveld is in het dagelijks leven docent aan de hogeschool en musicus, maar geen expert op gebied van vaderschap. De V van Vitamine V staat voor vrijheid om te delen. Iedereen moet praten, want de verhalen zijn niet bekend. Jonge kinderen zijn gevoelig voor goede voorbeelden, die moeten worden verzameld. Energie vermenigvuldigt zich, dus positieve energie ook. Hij hoopt dat de goede vaders positief denken over het vaderschap en dat uitdragen, ook al zijn er knelpunten. Bij de ‘round tables’ gaat het gesprek over hoe men het vaderschap ervaart en hoe men als kind de vader of het vaderschap heeft ervaren. Dit zijn de twee belangrijkste vragen. Vaders van verschillende afkomst kunnen elkaar veel leren.
De media en jeugdcultuur dragen volgens hem bij aan een negatief beeld van mannen en vaders. Mannen en vaders moeten er zelf iets aan doen om dat te veranderen, bijvoorbeeld bij sportclubs. Jongens vinden het leuk als er een man voor de klas staat die iets deelt met de jongens. Vitamine V gaat mannen vragen om voor de camera iets aan jongens te vertellen. Het verhaal moet heel eenvoudig zijn, want de jongens hebben een korte spanningsboog. Vaderschap is eenvoudig. Hij hoopt met vaders te delen dat veel mannen hun best doen om een goede vader te zijn. Mavis Carrilho ziet veel overeenkomst met wat Louis Tavecchio zei over aanwezig zijn.

Eddy Adusei is heel blij dat dit onderwerp vandaag wordt besproken. Hij heeft gehoord dat zijn vader zou zijn overleden, maar twee jaar geleden bleek dit niet waar te zijn. Hij heeft geprobeerd zijn vader te bereiken, maar hij wilde dat niet zonder toestemming van zijn moeder. Zij wil niet dat hij zijn vader ziet en zijn moeder is voor hem het belangrijkst. Hij wil niets doen tegen de zin van zijn moeder. Hij zegt dat drie zaken belangrijk zijn voor de vorming van het kind: geld, betrokkenheid en liefde. De wet kan worden veranderd, maar liefde voor het kind is niet af te dwingen als de moeder dat niet toelaat.

Een deelneemster geeft aan dat zij in de jeugdbescherming heeft gemerkt dat de rechter een omgangsregeling kan opleggen, maar dat als moeder niet meewerkt, er niets van terechtkomt. Een belangrijk punt is hoe met deze moeders moet worden omgegaan. Het kan namelijk ook anders. Zij kent een vrouw met drie kinderen van verschillende mannen, die altijd de vaders toegang heeft gegeven tot haar kinderen. Daar heeft zij veel respect voor.

Volgens een deelnemer wordt met de uitspraak “mijn moeder is mijn alles” ook vertelt dat degene die dit zegt zijn vader mist. Zelf probeert hij in zijn werk aan de jongens duidelijk te maken dat zij een eigen verantwoordelijkheid hebben om contact op te nemen met hun vader, als zij die missen. De moeder heeft hun namelijk iets geleerd waar ze last van hebben, daar kunnen ze iets aan doen. Veel vaders denken aan hun kinderen.

Anthony Dongen (Dordrecht) vraagt wat de groep Van vader tot vader doet om mannen of jonge vaders binnen te krijgen. Zijn ervaring is dat als ze horen dat de bijeenkomsten voor vaders zijn, ze niet komen. Als het voor mannen is, maakt het niet uit of ze vader zijn, komen ze wel want dan horen ze erbij. Voor jonge vaders en mannen is het volgens hem essentieel om ze op een andere manier binnen te lokken. Hij vertelt dat het project in Dordrecht is gestart door een uitnodiging van een damesgroep om iets over vaderschap te vertellen.

Richard Knel reageert dat dit het discussiepunt raakt over mannenemancipatie aan de ene kant en vaderschap aan de andere kant. Hij denkt dat het mogelijk is om met vaders te beginnen. Zijn ervaring is dat vaders te bereiken zijn en als vader komen. De werving gaat moeizaam, maar er zijn ingangen te vinden op plekken waar mannen komen. Er moet veel tijd in gestoken worden.

Er wordt ook gesproken over het erbij betrekken van de moeders en het bevorderen van een dialoog tussen vaders en moeders. Het gaat om het doorbreken van het patroon dat kinderen zonder vader opgroeien. Er worden kleine stappen gezet door inzicht te geven en informatie te verstrekken over plekken waar men hulp kan krijgen. Mensen willen aan de gang met hun vaderschap, zijn nieuwsgierig en hechten veel belang aan informatie.

Orville Breeveld legt het marketingmodel VIA uit: Value, Intention and Action. Zodra mensen de indruk hebben dat iets waardevol is, gaan ze zich ernaar gedragen. In die zin is de zwarte president, Obama, heel belangrijk die zegt: “Jongens, let op jullie kinderen.” Hij roept de mannen op om als vader over hun kinderen te praten. Dat spreekt de mensen aan en stimuleert hen om er ook over te praten.

Workshops


Domestic Harmony met Urmy Macnack en Vivian Lion Sjin Tjoe

De workshop duurt normaal twee dagen. Daarom heeft Urmy met Vivian een opzetje gemaakt om met de deelnemers interactief te werken. De binnenkomst roept al vragen op. Dat is ook de bedoeling en dit wordt gebruikt in de discussie. In het midden van de ruimte is namelijk een soort altaar opgesteld. Dit altaar dient om een verbinding te maken met jezelf, licht te branden voor jezelf of iemand anders of een wens te uiten. Het is een focuspunt. In de workshop krijgt iedereen de ruimte om aan een onderdeel niet mee te doen. Het is namelijk belangrijk dat elk individu zich in de workshop thuis voelt.

De workshop heeft een kaarsenritueel. Huiselijke harmonie wordt vertaald in “ons huis”. Iedereen is een huiselijke harmonie. Hoe is het om met jezelf in harmonie te zijn? Bij de opening mag iedereen een kaars opsteken en geeft iedereen aan wat hij of zij voelt. Huiselijke harmonie is voor Vivian dicht bij jezelf zijn en innerlijke rust ervaren. Zij vraagt wat het voor de zes deelnemers (vier vrouwen en twee mannen) is. Er worden verschillende dingen genoemd: rust en vrede, de naaste in de betekenis dat je ziel rust ervaart bij de andere ziel, jezelf kunnen zijn, vrede met jezelf en je omgeving hebben en aards zijn.

Je moet eerst harmonie in jezelf vinden, voordat je die in een relatie kunt vinden. Je begint bij jezelf en vraagt je af hoe jij iets kunt verbeteren in je leven. De ander kan daar iets aan toevoegen. In de praktijk zoeken mensen vaak vervulling van hun leven in de ander. In het begin van de workshop wordt hier bij stilgestaan.
In de workshop wordt gewerkt met jezelf als instrument. De eerste opdracht is om naar iemand toe te lopen met wie je nog niet hebt gesproken, te vertellen waar je blij van wordt en een schouderklop te geven. Op deze manier maak je direct verbinding met elkaar. Je dient met iedereen contact te maken. Het ijs is nu gebroken en de verbinding is gemaakt. Dit is een succesvol moment, omdat je met elkaar veel gaat delen. Het is fijn om te spreken over zaken die blij maken. Daarmee stelt iedereen zich open, de narigheid komt vanzelf.

In de workshop is het belangrijk dat mensen op zichzelf focussen. Zo komen ze ook bij hun pijn. Met het eerste onderdeel wordt veiligheid bij elkaar gecreëerd. Het is belangrijk om stil te staan bij jezelf en bij wat voor jou belangrijk is, en daarvoor aandacht te krijgen. Wat hier met elkaar wordt gedeeld, wordt achtergelaten als je de deur uitgaat. Buiten de deur wordt niet gesproken over wat de anderen hebben gezegd.

Met de gebruikte methodiek kan de focus op verschillende dingen worden gelegd, bijvoorbeeld op vaders of moeders. In de workshop waaraan mannen en vrouwen meededen, lag de focus op de vraag hoe de relatie met de vader was. In de methodiek is er aandacht voor veiligheid, vertrouwelijkheid en harmonie, en aandacht voor spiritualiteit als betekenis, niet als geloof. Het gaat erom het individu in zijn waarde en in zijn context te zien. In het eerste deel zit ook het stellen van gezamenlijke doelen, gemarkeerd door rituelen. Er wordt gekeken naar iemands achtergrond. Er zijn veel overeenkomsten tussen mensen. Mensen mogen verschillen, iedereen heeft zijn eigen waarheid.

Een belangrijk onderdeel is communicatie: lichaamstaal en non-verbale communicatie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van sketches. De trainers doen er actief in mee en delen hun eigen verhaal met de deelnemers. De deelnemers kunnen observeren en meedoen. Dat maakt het speels en niet gefocust op alleen het hoofd. Ook wordt er aandacht besteed aan quality time. Mannen die niet in het gezin zijn, kunnen toch aandacht en liefde geven. Quality time wordt geoefend met opdrachten (bijvoorbeeld massageoefeningen), waarin de thema’s grenzen leren stellen en aandacht durven vragen aan de orde komen. De sfeer en de zorg voor de deelnemers is tijdens de workshop belangrijk.

De training is ontwikkeld vanuit activiteiten op het gebied van huiselijk geweld. Huiselijk geweld is een te negatieve insteek, want het geweld komt vaak voort uit problemen met de relaties in het gezin. De methodiek is door een zelforganisatie ontwikkeld. Nu wordt de training vanuit twee zelforganisaties gegeven: SKC, Stichting voor Kennis en sociale Cohesie in Zuidoost en vanuit Stichting SAN. De samenwerking met de zelforganisaties is belangrijk. De focus ligt op de doorsnee man. Daarvoor is contact met sleutelfiguren die zelf naar de workshop willen komen belangrijk.

Een van de deelnemers merkt op dat het belangrijk is om als man, vrouw, kind een inbedding te hebben en daarvandaan te groeien, te leren wat te doen als je angst of verdriet hebt. Hij merkt dat men daar tegenwoordig sterk van vervreemd is. Klopt dit, probeert de workshop mensen die kracht bij te brengen? Urmy Macnack bevestigt dat. Door de manier waarop men met elkaar werkt, ziet men in hoe de patronen in de familie zich steeds herhalen. Dit levert een heling van de pijn op, waardoor men weer contact kan gaan leggen. Dat kun je inbedding noemen. Er zijn voorbeelden van mensen die door de workshop weer contact hebben gezocht met hun familie.

De workshop bestaat niet alleen uit praten. Als je weet wie je bent, ben je in relatie tot je partner beter in staat om aan te geven waar je behoeften liggen. De deelnemers wordt gevraagd een ballon op te blazen, koppels te vormen en in de ruimte te gaan staan. Er worden twee oefeningen gedaan. In de eerste geeft een van de partners van het koppel de ballon een behoorlijke knal en de ander geeft een zacht tikje terug. Iedereen wordt gevraagd te vertellen hoe het voelt om een harde of zachte knal te geven. De tweede oefening is om met elkaar afspraken maken, de ballon aan de ander te geven en te zeggen wat die ermee mag doen, kapotmaken uitgezonderd.

Verantwoordelijkheid nemen en grenzen aangeven, is het doel van dit spel. Achter het ballonnenspel zit een theorie over hoe je met elkaar communiceert. De patronen worden gevisualiseerd. De ballon gaat zijn eigen weg als die een harde knal krijgt, dus als je kwaad bent. Met een zachte tik komt de ballon, de boodschap, beter aan. In relaties wordt vaak de basis vergeten, het maken van de verbinding met elkaar. Als je samen bent en je spreekt niet uit wat je pijn is, kan de ander dat niet weten. Je moet dus beseffen, dat je zorgvuldig met elkaar moet omgaan. Zonder woorden, door te spelen kunnen partners de chemie voelen en kan iedereen zijn verantwoordelijkheid nemen.

De workshop eindigt met een geleide fantasie, waarin Urmy Macnack een paar vragen meegeeft. Iedereen zit op de stoel, voelt de grond onder de voeten en richt zich helemaal op zichzelf. Ze voert de deelnemers terug naar hun opvoeding en wat ze hebben meegenomen over de rol en plaats van mannen in het gezin waar ze vandaan komen en hoe dit hun leven heeft beïnvloed. Ten slotte wordt iedereen uitgenodigd iets over de workshop te zeggen.

De reacties zijn positief, men heeft een indruk gekregen van de workshop en duidelijk is geworden dat men zelf aan de gang moet met wat wordt aangereikt. Je bent zelf het instrument. De workshop zet iets in beweging. De workshop is een kleine oase geweest om uit het hoofd en de emotie te stappen. Mensen voelen de ruimte om met emoties te komen. Het gaat immers om belangrijke ankerpunten in het leven. De nazorg is belangrijk, los van de vraag of daar geld voor is. De trainers zijn alle drie therapeut en werken vanuit hun hart. Soms bestaat de nazorg uit een huisbezoek of worden mensen verwezen naar een instantie.

Als slotregel wordt meegegeven: “Vandaag is de eerste dag van de rest van je leven. Ga dingen doen waar je blij van wordt.”

MetaPower met Waldi Neijhorst

Waldi Neijhorst is psychomotorisch therapeut en gespecialiseerd in het werken met mannen en jongens. Hij geeft door middel van concrete voorbeelden een impressie van de Metapowertraining die hij heeft verzorgd op het Augustinuscollege. Drie groepen van elk 10 à 12 jongens van 14 tot 15 jaar hebben de training tijdens de reguliere schooltijd gevolgd. De training bestond uit vijf bijeenkomsten van elk anderhalf uur. De training vond plaats in de gymzaal. Er werd veel gebruik gemaakt van sport en spel en het bijbehorende materiaal zoals ballen, stokken. De school ondersteunde de training voor de volle 100%. Zij was o.a. verantwoordelijk voor de aanwezigheid van de jongens. Er waren geen docenten aanwezig bij de training. De trainer had daardoor de gelegenheid om een eigen sfeer te creëren. Doel van de training was: jongens vaardigheden aan leren die ze ontberen maar die ze nodig hebben op hun weg naar volwassenheid. Uitgangspunt van de training is: Leren is voelen; het lichaam is het belangrijkste instrument; het lichaam liegt nooit.

De training begon met het samen met de jongens maken van kaders en afspraken. De jongens hadden bepaald dat de trainer “meester Waldi” genoemd werd. De jongens bewaakten de regels zelf. Dat betekent o.a. dat ze elkaar corrigeerden en dat zij ook de fysiek ‘zwakkere’ jongens ruimte gaven om volwaardig mee te doen met het spel. Er was veel gelegenheid tot stoeien, zoals jongens dat graag doen. Gaandeweg de training kwam er meer discipline.

Tijdens de training kwamen o.a. de volgende onderwerpen aan de orde:

  • Focussen: waar wil je voor gaan en wat moet je doen om dat te bereiken;
  • Gevoel: ontladen en kanaliseren;
  • Respect: aanraking afstand en nabijheid;
  • Leiding nemen en volgen;
  • Organiseren: nadenken wat heb ik nodig;
  • Steun vragen;
  • Samenspel: inzicht, acceptatie en zelfreflectie;
  • Anticiperen.

Bij het onderwerp ‘Steun vragen’ kwam o.a. aan de orde: wat vind je moeder ervan dat je t-shirt tijdens de les gescheurd is; wie is je voorbeeld; wat betekent je vader voor je. Meerdere jongens gaven aan zichzelf op te voeden, geen voorbeeld te hebben. Eén jongen gaf aan, nadat hij eerder verteld had dat hij een goede band met zijn vader had, dat hij zijn vader haatte omdat die zijn moeder sloeg. Deze jongen ging later zelf in de fout door een medeleerlinge te slaan. Hij dreigde geschorst te worden. De jongen wachtte een aantal uren op de trainer om dit met hem te bespreken. Tijdens het gesprek kwam de jongen tot het inzicht dat zijn machteloosheid was omgeslagen in boosheid, misschien net zoals zijn vader. De jongen koos ervoor dit voorval tijdens de training met de groep te bespreken.

Leiding nemen en volgen / samenwerken / afstand – nabijheid. Dit onderwerp werd besproken aan de hand van het spel pa-nora-ma. Tweetallen staan tegenover elkaar (buik aan buik) met een bal ertussen. Ze moeten samen door de zaal lopen zonder dat de bal valt.

Focussen. Balanceren met een stok op je handpalm. Door te focussen op het bovenste puntje van de stok hou je controle over wat de stok doet. Verlies je het punt uit het oog, dan verlies je de macht over de stok: dus concentreer je op je doel en laat je door niets en niemand afleiden.

Samenwerken in tweetallen. Elke deelnemer heeft in elke hand een stok. Ieder moet tegelijk één stok naar de andere gooien; daarna telkens twee stokken tegelijk naar de andere gooien. Doel is: samen een prestatie leveren zonder hulp te vragen aan derden. De prestaties die de jongens leverden werden uitgedrukt in de gevoelsfactor: wat doet deze oefening met je?

Wat wil je worden? Eén van de jongens vertelde dat hij vuilnisman wilde worden. Zijn vader was het ook en het is een goed betaalde baan. Normaal gesproken zou je verwachten dat hij door andere jongens uitgelachen zou worden maar dat gebeurde niet. De sfeer was veilig en iedereen werd serieus genomen. Een onderdeel van de training was de ouderdag. Ouders waren nieuwsgierig naar wat hun zonen leerden.

De training werd afgesloten met een certificaatuitreiking. Naast het certificaat ontvingen de jongens een T-shirt waarop stond ‘Van jongen tot man’. De jongens waren daar zeer trots op. Eén gaf aan dat hij het T-shirt zou aandoen als hij ging slapen. De andere zou hem zelf wassen zodat het T-shirt er lang netjes uit zou blijven zien.

Vragen van de deelnemers:

  • Hoe oud waren de jongens? 14 en 15 jaar.
  • Waarom deze training niet met meisjes, meisjes hebben ook last van afwezigheid van de vader. De trainer is gespecialiseerd in werken met jongens maar erkent dat meisjes ook behoeften hebben op dit gebied.
  • Deden de jongens altijd wat de trainer wilde? Nee, maar ze kregen wel de gelegenheid om op een ander moment tijdens de training hun ideeën uit te voeren. Voor de rest corrigeerden de jongens elkaar.
  • De training is afgerond. Hoe gaat het nu verder? Het geleerde moet toch onderhouden worden? Het traject was een pilot en is nu afgerond. Samen met de school moet bekeken worden of en zo ja hoe men verder gaat. Deelnemers aan de expertmeeting deden de suggestie om eventueel terugkombijeenkomsten te organiseren.
  • Waarom was de training succesvol? Eén van de redenen was dat de training appelleerde aan behoeften van jongens waarin niet op een andere manier wordt voorzien bijvoorbeeld gezien worden, erkend worden, serieus genomen worden, begeleiding op het sociaal-emotionele vlak, ondersteuning bij het man worden.
  • De aanwezige leden van het team van het Augustinuscollege gaven aan dat een aantoonbaar resultaat is dat de jongens die aan de training hebben deelgenomen bewuster en doelgerichter aan hun toekomst werken.
  • Bij de training werden geen docenten toegelaten. Hoe kan de school verder? Er zou overwogen kunnen worden om een aantal docenten te trainen in deze methodiek.

Van vader tot vader door Joyce Kwidama, Etica Training & Advies

Joyce Kwidama heet de zes vrouwen en zes mannen die deelnemen aan haar workshop van harte welkom. Zij stelt Anthony Dongen voor. Hij maakt deel uit van de groep Di Hòmber Pa Hòmber (Van man tot man) uit Dordrecht, die vijf jaar geleden is begonnen en inmiddels iedere woensdag zelfstandig bijeenkomt. Vervolgens stelt zij Cedric Martina voor. Hij maakt deel uit van de groep uit Amsterdam Zuidoost (Di tata ku tata – Van vader tot vader) waarvoor Etica Training & Advies is aangetrokken om de groep een ‘boost’ te geven. Joyce Kwidama is tien jaar geleden begonnen met Etica Training & Advies. Corebusiness van het bureau is ‘empowerment’.

Nadat alle deelnemers zich hebben voorgesteld, wordt er geluisterd naar een lied van John Mayer met de tekst “Fathers, be good to your daughters, daughters will love like you do, girls become lovers who turn into mothers, so mothers, be good to your daughters”. Het is een cirkel. Als iemand geen liefde van zijn of haar vader heeft gehad, zal diegene dat merken in zijn of haar relaties. Het lied is vertaald in Papiamento en daar kwamen veel emoties op. Herkenbaar is dat de relatie met de vader invloed heeft op een leven en dat dit zich voortzet in volgende relaties. Zelfs tijdens de zwangerschap voelt een kind al het vaderschap. Vaders zijn zich daar niet bewust van.

Er worden foto’s verspreid en de deelnemers wordt gevraagd daarnaar te kijken en aan te geven wat zij daarbij denken en wat hen in de foto aanspreekt.

Een foto met een vader met twee kinderen voor de tv: het mooie van deze foto is dat de vader met de kinderen meekijkt, juist omdat kinderen vaak bij de tv worden gezet, zodat de ouders wat anders kunnen doen. In dat geval zien zij echter alles, zowel goed als verkeerd, zonder dat iemand iets kan uitleggen. Daarnaast doen programma’s, ook al zijn die heel normaal en leuk, iets met kinderen of roepen zij iets op. Als ouders erbij zijn kunnen zij hun kind geruststellen of ergens over lachen. De aanwezigheid van de ouder biedt veiligheid. Ouders hoeven niet met hun kind naar een pretpark om leuke dingen te doen. Met het kind voor de tv met popcorn voelt het kind zich het gelukkigste kind ter wereld.

Een foto van een Antilliaanse vader die zijn dochter in bad doet: de aanwezigen hebben hier geen problemen mee. Zou het kind van een andere man zijn, dan kan wellicht een probleem ontstaan. De moeder van het kind zal anders reageren als er iets gebeurt tussen de man en het kind, dan wanneer het gaat om de vader van het kind. Het blijft lastig om als vader een kind op te voeden dat niet van hemzelf is. Dat is echter ook een kwestie van vertrouwen tussen de man en zijn partner. Als het vertrouwen goed is, zou er geen reden moeten zijn voor een probleem. Veel jonge ouders hebben nooit geleerd om te praten over wat de relatie inhoudt of over hoe zij kijken naar het leven en wat zij de kinderen wel of niet willen meegeven. Dat gemis ligt aan de basis waarom zoveel relaties mislukken. Men leert niet om daarover na te denken: wie zijn wij als individu en hoe gaan we de relatie, met het kind dat daarbij komt, samen vorm geven? Aan die bewustwording en dat inzicht moet men nog werken.

Wat kan het gesprek zijn tussen vader en kind in de situatie op de foto? De vader kan lichaamsdelen benoemen of praten over hoe het water aanvoelt. Joyce Kwidama vraagt of het geoorloofd is dat de vader zegt “nu ga ik je poesje wassen”. Hierop wordt geschetst wat kan gebeuren als op dat moment de buurvrouw binnenkomt. Dit zijn dingen die makkelijk uit de context kunnen worden getrokken.

Een foto van een vader die voetbalt met zijn zoon: dit symboliseert betrokkenheid van een vader die op zijn manier onderdeel is van de opvoeding. Het feit dat de vader niet uit beeld is, maar onderdeel uitmaakt van de opvoeding, is een belangrijke basis. Helaas gebeurt dat bij veel gezinnen niet. Waarom niet? Waarom gaan vaders andere dingen doen dan voetballen met hun kind? Omdat ze het niet geleerd hebben. Echter, ook andere momenten die gedeeld worden met de vader moet men koesteren. Veel vaders in Zuidoost hebben geen goede relatie met de moeder en krijgen niet de gelegenheid om het kind mee te nemen naar een voetbalwedstrijd of de bioscoop.

Een van de deelnemers vertelt te zijn opgegroeid met beide ouders in huis. De vader richtte zich op geld verdienen en thuiskomen. Hij was aanwezig, maar er was een sterke scheiding tussen het opvoeden en het kostwinnerschap, door de vader respectievelijk ministeries van Binnenlandse en Buitenlandse Zaken genoemd. De vader was aanwezig en betrokken, maar spelen met de kinderen kwam niet in hem op. Op het moment wist zij niet beter en pas later begreep zij dat het anders kon. Naar voren wordt gebracht dat ook autochtone ouders nog maar heel recent bewust zijn gaan opvoeden. Dat is iets van de laatste tijd. Het is een proces dat men moet doormaken en dat is mede afhankelijk van waar iemand vandaan komt, van het gezin waaruit men komt en de situatie waarin men zich bevindt. De nu ontplooide initiatieven zijn aanjagers van het proces van nadenken over de rol die iemand heeft in het opvoeden.

Het onderwijs is de aangewezen plek om bepaalde projecten in dit kader van de grond te tillen. Hoe eerder men hiermee begint, hoe eerder het proces in gang kan worden gezet en zich kan gaan voltooien. Dat kan heel veel trauma’s voorkomen. Het zou dan ook nog beter zijn om al te beginnen bij de opvoedingsondersteuning. Het blijkt echter moeilijk om mannen te bereiken. Daarom is het aan te bevelen samen te werken met organisaties die zich al met deze doelgroep bezighouden. Een tip om mannen te bereiken is om leuke dingen met te ze te gaan doen, bijvoorbeeld op een plek waar zij hun krachten kunnen meten. Het is nodig om ze vanuit hun veilige omgeving te halen en naar een andere omgeving te brengen.

Op de vraag hoe het verder gaat met een groep, hoe vaders uit de groep andere vaders bereiken, antwoordt Anthony Dongen dat de deelnemers na vijf jaar empowerment allemaal coaches zijn geworden. De meeste mannen die niet getrouwd waren, zijn nu getrouwd. Zij hebben een baan gekregen. Zij hebben ook nieuwe mannen geworven, jonge mannen, die bijvoorbeeld wegwijs worden gemaakt op het gebied van instellingen die hen kunnen helpen. Ook worden ze geholpen als er problemen zijn in de relatie. Een vrouw kan zich niet verplaatsen in een man, maar een man kan zich ook niet verplaatsen in een vrouw. “Wij mannen denken dat we alles beter weten, maar we weten niks”.

Joyce Kwidama vult aan dat vijf jaar gelden vijftien mannen zijn begonnen. Die mannen zijn getraind en ingezet voor nieuwe groepen. Daarnaast is er een groep van vijftien jonge mannen, geen vaders, die iedere woensdag bijeenkomt.
Gewezen wordt op het belang aandacht te besteden aan de steeds groter wordende groep tienermoeders die bewust de mannen tegenhouden. Hierop wordt aangevuld dat het goed is als ook de diverse groepen of instanties onderling in een zekere frequentie bijeenkomen. Dan kan veel worden opgelost. Joyce Kwidama dankt iedereen voor de aandacht.

Plenaire afsluiting

Mavis Carrilho dankt de workshopleiders.

Zij geeft vervolgens het woord aan Lucas de Man, artistiek leider van de Stichting Nieuwe Helden. Het Bijlmerparktheater heeft hem gevraagd een project te starten over de buurt en uit gesprekken met bewoners kwam het thema vaderschap prominent naar voren. De stichting is gestart met een project met foto’s van vaders met kinderen. Deze foto’s hangen vanaf half mei in de metrostations met het doel een positieve beeldvorming rond dit thema te bewerkstelligen. De zeven belangrijkste foto’s komen op kaarten en op de achterkant daarvan komen metaforen voor het vaderschap, gemaakt door scholieren. Van 26 juni tot 3 juli vindt een zesdaagse plaats in het Bijlmerparktheater rond het thema familie. Daar komen voorstellingen en workshops. Het programma wordt momenteel samengesteld. Organisaties die daar iets willen doen, kunnen zich bij hem aanmelden.

Mavis Carrilho verzoekt de aanwezigen vervolgens om het uitgereikte formulier in te vullen. Daarin wordt gevraagd wat men van de expertmeeting heeft meegenomen en wat men daarmee gaat doen. De resultaten hiervan zijn opgenomen in de bijlagen.
Daarna geeft zij het woord aan Steffy Burgos, beleidsadviseur bij Stadsdeel Zuidoost en drijvende kracht achter de expertmeeting.

Steffy Burgos kijkt terug op een heel mooie middag. Doel van de dag was het delen van kennis en ervaringen met alle mensen die dit onderwerp belangrijk vinden en vooral met mensen die met jongeren en ouders werken. Men wil graag bereiken dat zij dit onderwerp extra gaan benadrukken in hun werk. Dat betekent dat jongerenwerkers in de begeleiding en activiteiten met jongeren aandacht geven aan het vaderschap. Dat scholen het belang van het thema beter beseffen. Dat pedagogisch adviseurs, opvoedondersteuners en maatschappelijk werkers beseffen dat dit thema misschien onderliggend is aan bepaalde problemen. Niet alleen voor jongens, maar ook voor meisjes. Men heeft willen laten zien dat er mensen zijn in de samenleving die heel veel ervaring hebben met het onderwerp. Zij roept een ieder op met elkaar kennis en ervaring uit te wisselen, gebruik te maken van de aanwezige kennis en ervaring en er aan mee te werken dat de kennis en ervaring wordt ingezet om de ontwikkeling van kinderen te stimuleren en het vaderschap en het moederschap te versterken.

Tot slot geeft zij de aanwezigen de gelegenheid te delen wat zij op het formulier hebben ingevuld. Naar voren wordt gebracht dat de aandacht voor vaderschap of de vaderrol centraal moet komen te staan in de gehele hulpverleningsketen. Betrokkene wil dit realiseren door in gesprekken met organisaties continu het belang daarvan te benadrukken. De vraag is hoe het neer te zetten bij die hulpverleningsorganisatie waar het hoort en hoe te zorgen dat er daadwerkelijk iets aan gedaan wordt. In zijn trainingen wil hij meer aandacht gaan schenken aan vaderschap en dochters. De wijze waarop vaders het houden van overbrengen, nemen dochters mee.

Een deelnemer geeft aan dat hij door de meeting meer expertise mee terug neemt. De organisatie Spirit werkt al jaren met de methodiek dat verder moet worden gekeken in het netwerk van jongeren dan alleen wat men ziet als men in een gezin stapt. Is er geen vader? Ga er naar op zoek. Blijf de vaderrol zoeken. De expertmeeting heeft duidelijk gemaakt dat het zoeken, vinden en motiveren van vaders prioriteit één moet blijven om de ontwikkeling van jongeren beter te laten verlopen. Binnen Spirit zal hij eraan werken dat men anders gaat kijken naar het feit dat moeders of organisaties vaak niet willen dat de vader betrokken wordt.

Een medewerkster van de Ketenunit brengt naar voren dat uit de proces-verbalen die zij ontvangt vaak blijkt dat de vader ontbreekt, onbekend is of dat er verschillende vaders zijn. Zij is van mening dat het stadsdeel meer moet inzetten op de beeldvorming die daardoor ontstaat en moet kijken naar wat er werkelijk te halen valt. Als jongeren in beeld komen, is dat het moment om preventief in te zetten. Zij zet zich al lange tijd in om de beeldvorming op de Ketenunits zelf te veranderen, maar dat is moeilijk, mede door de media, de omgeving, de dingen die gebeuren en de continue negatieve aandacht. Er gebeuren echter ook veel positieve dingen. Zij is op zoek naar wat men kan doen of betekenen voor de jongeren en probeert ze door te verwijzen. Het gaat om een positief signaal: hoe kan de vader erbij betrokken worden en kijk naar jongeren in de juiste context zonder negatieve beeldvorming.

Joyce Kwidama zegt dat in de gezinscoaching die door Etica Training en Advies wordt verzorgd een sociaalpsychiatrisch verpleegkundige wordt ingezet omdat vaak sprake is van een heel systeem met trauma’s dat men in dezelfde patronen ziet terugkomen. Dat moet doorbroken worden. Is men zich bewust van het feit dat het een systeem is, dan gaat men bewuster handelen en meer de nadruk leggen op het positieve. Zij dankt Amsterdam voor het binnenhalen van Etica Training en Advies. Zij is blij dat zij een bijdrage kan leveren aan de training van de Antilliaanse mannen en vraagt een applaus voor de twee mannen die bereid zijn gevonden hun ervaringen in de workshop te delen.

Naar voren wordt gebracht dat het project op het Augustinus College wordt doorgezet, zodat het beklijft. Een van de speerpunten binnen de school is ouderbetrokkenheid. Tijdens de ouderavonden zal aandacht worden besteed aan de rol van de moeder en de rol van de vader. Meegegeven wordt de suggestie om het verhaal van Waldy Neijhorst en de resultaten daarvan in de media te brengen. Daarmee wordt een positief beeld neergezet. Zoek de pers op! Mannenemancipatie en zwarte vaders zijn actuele onderwerpen waar veel belangstelling voor is. Vaak beginnen artikelen echter met een negatief beeld. Van belang is te helpen de beeldvorming te veranderen. Vertel de verhalen en leg ze bij het Parool, AT5 en landelijke media.
Steffy Burgos acht dit een prachtige afsluiting en onderschrijft dat dit een aandachtspunt is om mee verder te gaan. Dit is niet de laatste bijeenkomst. Zij hoopt dat men een volgende keer opnieuw aanwezig is en dat men dan de ervaringen kan delen en kan laten zien en horen wat men heeft gedaan sinds deze expertmeeting.
Mavis Carrilho sluit de bijeenkomst.

Bijlage 1: Wat maakt iemand tot een goede vader?

  • Hij leert zijn kind(eren) te begrijpen
  • Hij weet wat zijn verantwoordelijkheden zijn en draagt deze ook
  • Hij heeft blijvend contact over de kids, ook op afstand
  • Hij heeft dienend luisterend oor, een hart en een ruggengraat
  • Hij mag kwetsbaar zijn
  • Hij vertoont consequent goed gedrag
  • Hij neemt zijn kind(eren), vrouw en zichzelf serieus
  • Hij houdt van zichzelf en van zijn gezin
  • Hij is eerlijk, consequent, bereikbaar, begripvol en… zegt sorry als hij fout zit
  • Hij geeft goed antwoord op de vragen van zijn kind(eren)
  • Hij kan kind zijn met zijn kind(eren)
  • Hij deelt taken met de moeder, hij heeft tijd voor zijn kind(eren)
  • Hij is betrokken (ook bij school)
  • Hij is trots op zijn kind(eren)
  • Hij weet veel van zijn kind(eren), hij kent zijn kind(eren) goed
  • Hij is slim
  • Hij maakt de juiste balans tussen werk en privé
  • Hij geeft het juiste voorbeeld
  • Hij accepteert zijn kind(eren) zoals hij/zij is/zijn
  • Hij laat zijn kind(eren) zijn/haar/hun eigen pad zoeken in het leven en geeft gevraagd én ongevraagd advies
  • Hij geeft onvoorwaardelijke liefde
  • Hij kent de sterke en minder sterke kanten van zijn kind(eren)
  • Hij laat zien dat je het leven en jezelf serieus moet nemen
  • Hij is een steunpilaar
  • Om een goede vader te zijn moet je eerst een goede man zijn
  • Partners voor ‘even’, vader voor het leven!

Bijlage 2: Evaluatie

Wat neem ik mee van deze expertmeeting

  • (Hernieuwde) contacten (4x)
  • Inspiratie (4x)
  • Mooie verhalen
  • De methodiek en resultaten van de pilot van Waldi Neijhorst op het Augustinus (4x)
  • Ik vind dat dit vaker moet, het was te kort
  • Aandacht voor de rol van de vader met daarbij de rol van de moeder
  • Verhaal van Wensley
  • Veel persoonlijke verhalen en ervaringen gehoord, veel van geleerd (3x)
  • Beter beeld gekregen van bestaande workshops en projecten
  • Kwalitatief vaderschap in plaats van kwantitatief; als hij maar een rol mag spelen in het leven van zijn kind(eren)
  • Training van Waldi: prima en inspirerend
  • Gemengde gevoelens: deugen de meeste vaders niet of maken vrouwen geen goede keuzes?
  • Inzicht en kennis die tot verandering kunnen leiden mits er mogelijkheden zijn om aan de slag te gaan, beginnen op kleine schaal
  • Aandacht voor vaders
  • Enthousiasme (2x)
  • Heb geleerd hoe je jongeren kunt motiveren om hun studie op een goede manier te doen en af te maken
  • Focus
  • Slotpleidooi van de heer Helberg: verantwoording vanaf conceptie, juridisch zwakke positie van vaders
  • Eyeopener: benadering van vaders in de hulpverlening
  • Eyeopener: hoe relatie vader-dochter relatie moeder-dochter later beïnvloedt
  • Vaderschap in mijn organisatie op de kaart zetten
  • Moeder heeft heel belangrijke rol ten aanzien van het contact van kind(eren) met vader
  • Aandacht voor vaderschap in hele hulpverlening. Meer mannen werven in hulpverlening > mentaliteitsverandering
  • Videoportretten vaderschap – kinderen
  • Meisjes hebben hun vader ook nodig
  • Verrast door positieve aandacht en belangstelling voor vaderschap
  • Inspirerende tips en informatie van mevrouw Kwidama en haar ‘mannen’
  • Nieuwe ideeën (2x)
  • Bevestiging
  • Advies van Orville over ‘Value’, werk aan overbrengen van waarde van het vaderschap (2x)
  • Prachtige verhalen, ervaring gehoord om gezinnen bij elkaar te brengen
  • Er is nog veel werk te verzetten, we zijn op de goede weg
  • Vader en moeder zijn is een voorrecht en onmisbaar
  • We hebben veel initiatieven, organisaties, projecten > laten we net als bij verantwoordelijk ouderschap werkelijk samenwerken en met elkaar delen
  • Meer expertise en dat ik als werker vaders zal blijven motiveren
  • Je moet jongens op een andere manier aan het denken zetten
  • Wat gaat de overheid doen om de natuur gewoon te laten zijn? Toekomstgericht werken aan rechten voor vader

Wat ga ik of mijn organisatie anders, minder of meer doen?

  • Projecten en verhalen onder aandacht van organisatie in Zuidoost brengen
  • Meer aandacht voor man/ vader
  • Organisaties moeten meer samenwerken (4x)
  • De rol van vaders meer benadrukken
  • Op basisscholen ‘Waldi-methodiek’ implementeren
  • Meer vaders en moeder bereiken
  • Vanuit OKC’s de mannenrol aanscherpen
  • Doorpakken met pilot op Augustinus College zodat het niet wegzakt bij de leerlingen
  • Uitnodigen als rolmodel voor leerlingen op Augustinus College
  • Op ouderavonden aandacht voor rol vader en moeder
  • Meer praktijkgericht onderzoek, dicht bij belevingswereld
  • Resultaten onderzoek op dit soort bijeenkomsten presenteren en feedback vragen
  • Vaderschap op de agenda zetten
  • Thema man-vrouw organiseren
  • Ons dienstverlenend pakket afstemmen op vaders en jongens, nadruk leggen op doen en interactie door vaderschap en jongens zijn als thema’s uit te werken
  • Meer aandacht voor deze thema’s (2x)
  • Ook aandacht voor meisjes, zodat ook zij aan zo’n project als die van Waldy meedoen
  • Minder afwachten, meer doen wat er gedaan moet worden
  • Meer oog voor mijn benadering van vaders
  • Vaders op hun kracht aanspreken en aansluiten bij hun beleving
  • Zoeken, vinden en motiveren van vaders in hun vaderrol (2x)
  • Nadenken hoe we meer vaders kunnen bereiken binnen opvoedondersteuning
  • Vaderschap op de agenda blijven zetten van MTNL
  • We gaan meer aandacht geven aan dochters
  • Verbinden meisjes, jongens, vaders in een vaderinclusieve benadering voor het mannencentrum Utrecht
  • Contact houden, netwerk bouwen
  • Mannenemancipatieproject voor podium Kwakoe, zodat dit voor de zomer van start kan gaan
  • Onze producten hierop afstemmen
  • Deze boodschap verspreiden
  • Verbinding maken tussen partijen
  • Informatie verspreiden onder partijen die er wat mee kunnen
  • Thuis in mijn gezin over vaderrol spreken
  • Hulpverleningsorganisaties blijven prikkelen het hele systeem erbij te betrekken
  • Ik ga in mijn begeleiding proberen jongens nu al klaar te stomen voor vaderschap
  • Veel reclame maken voor training huiselijke harmonie

Bijlage 3: Aanwezigen

Deelnemers (Organisatie)

  • Raoul Galarraga (DMORoosenbrand Protestantse Diaconie)
  • Karine Klappe (Protestantse Diaconie)
  • Shanta Bhikharie (SAVO (Samen vooruit))
  • Peter Tromp: (Vaderkenniscentrum.nl)
  • Jere Zanddijk (Verwey-Jonker Instituut)
  • Alida Landbrug (Stichting Esthon)
  • Daniëlle Olivieira (Stichting Esthon)
  • Zakery Beacher (ADTJ Spirit)
  • Marian Munshi (Spirit)
  • dhr. M. Soussi (Spirit)
  • Diewer Cools (Spirit)
  • Deborah Chan A Hung (Spirit)
  • Dorothy Blackman (Spirit)
  • Chantal Rose (Trainingshuis fase 2 Altra)
  • Raoul Bruyndert (Trainingshuis fase 2 Altra)
  • Naomi Brom (Spirit)
  • Jennie Post (Altra)
  • Chandra Bhairosing (Augustinus College)
  • Irish Verweij
  • Allal Sallou (De Bascule)
  • Paulien Oldenburger (Stadsdeel Zuidoost)
  • Eden Berhane (Stadsdeel Zuidoost)
  • Peggy ’t Zand (P.Zand2@kpnplanet.nl)
  • R. Felter (Spirit)
  • Wendy Hoost (Ketenunit)
  • Lucia Martis (Profor)
  • Raoul White (Spirit)
  • Wil van Ziel (Makandra BV)
  • Collin Schovet (St. Alma)
  • Irma Accord (Training, Advies en Projectmanagement)
  • Jules Rijssen (Podium Kwakoe)
  • Masha Enthoven (SO&T)
  • Margo van Oosterhout (Swazoom)
  • Evelyne Melief-Sillé (Swazoom)
  • Marlon Reina (Simpla)
  • Paul Ugochukuru (Ministerie van BKZ)
  • Eric Dasburg (Augustinus College)
  • Clay Toppenberg (Profor)
  • Babette Niemel (Van Osch Producties)
  • Carmen Rampersad (Stichting SaVo)
  • K.Oumkarve (Stichting SaVo)
  • Sjaak Tuahatu (Stichting WMO Adviesraad ZO)
  • Winston Straker (Stichting Sabana)
  • Eric Kensdell (Spirit)
  • Rossana Jong Loy (r_jongloy@hotmail.com)
  • Wilma King van de Heuvel (Profor)
  • Hajar Cherrat (Spirit)
  • Hesdy Olieberg (Altra)
  • C.P. Martina (Di tata ku tata)
  • Tania Oostwoud (Swazoom)
  • Ini Kock (Profor)
  • Sheela Vyas (Lotus and Tulip)
  • Luc Noteboer (Spirit)

Inleiders

  • Muriel Dalgliesh portefeuillehouder jeugdbeleid Stadsdeel Zuidoost
  • Louis Tavecchio hoogleraar Pedagogiek UvA
  • Glenn Helberg kinder- en jeugdpsychiater
  • Susan Ketner Verwey Jonker Instituut
  • Jacqueline de Heij producent documentaire

Panelleden

  • Eddy Adusei Kansrijk Zuidoost
  • Wensly Francisco hoofdrolspeler documentaire
  • Richard Knel Nos Por, Tata ku tata
  • Orville Breeveld Vitamine V

Workshopleiders

  • Urmy Macnack Domestic Harmony
  • Vivian Lion Sjin Tjoe Domestic Harmony
  • Waldy Neijhorst Metapower
  • Joyce Kwidama Etica Advies en Training

Optreden

  • Owen Venloo
  • Romeo Kotzebue Podium Kwakoe

Organisatie

  • Mavis Carrilho De Galan en Voigt
  • Steffy Burgos Stadsdeel Zuidoost
  • Naima El Jilali Stadsdeel Zuidoost
  • Souad Habyby (niet aanwezig) Stadsdeel Zuidoost