49. Mv. Quik-Schuit als SP-justitiewoordvoerder in de Eerste Kamer bij het voorbereidend schriftelijk onderzoek naar Wetsvoorstel 30145

Inleiding

Een klein groepje machtige, als “moedermaffia” (*) bekend staande feministische juristen en doctorandussen uit het Ministerie van Justitie, rechterlijke macht, kinderbescherming en universitaire wereld houdt het Nederlandse familie- en scheidingsrecht nu al decennia lang in een ijzeren wurggreep gevangen en blokkeert elke ontwikkeling naar een meer gelijkwaardig en gedeeld ouderschap na de scheiding. Men deinst er daarbij niet voor terug om de Tweede Kamer als wetgever openlijk de les te leren en haar wetgevingsinitiatieven te frustreren en tegen te werken. Steeds dezelfde namen duiken daarbij op en het groepje blijkt over een uitstekend georganiseerde politieke en juridische lobby te beschikken.


Hieronder volgt de kind- en vadervijandige bijdrage van mevrouw mr. Nanneke Quik-Schuit als SP-woordvoerder voor justitie in de Eerste Kamer aan het voorbereidend schriftelijk onderzoek naar Wetsvoorstel 30145 op de “Bevordering van het voortgezet ouderschap na scheiding” in en door de Vaste Commissie voor Justitie van de Eerste Kamer.

Bij het voorbereidend schriftelijk onderzoek naar Wetsvoorstel 30145 door de Vaste Cie van Justitie van de Eerste Kamer blijkt na enige eerste zuinige plichtplegingen – uit de hieronder samengebrachte schriftelijke opmerkingen en vragen van de zijde van mv. Quik namens de SP-fractie over Wetsvoorstel 30145 aan de Minister van Justitie – haar negatieve inzet en intentie t.a.v. zowel:

  • het wetsvoorstel 30145,
  • het gelijkwaardig ouderschap uit het in de Tweede Kamer aangenomen SP-amendement 26 en
  • het betrokken houden van vaders in het leven van hun kinderen na de scheiding en het beschermen van de relatie tussen kinderen en hun vaders na een scheiding in het algemeen.

De kind- en vadervijandige bijdrage van mv. Quik namens de SP samengevat:

a. Met haar bijdrage onder het kopje “ouderlijke verantwoordelijkheid” wil mv. Quik-Schuit de werking van het in het wetsvoorstel 30145 opgenomen “gelijkwaardig ouderschap” uit het in de Tweede Kamer aangenomen Amendement 26 van haar eigen partij de SP bij voorbaat onderuit halen en teniet doen.
Zie in dit verband ook haar eigen toelichting op deze strategie in een radio-interview op 20 november 2007 – ter ere van de Internationale Dag van de Rechten van het Kind (sic) – voor het NCRV-radioprogramma Casa Luna.

b. Onder het kopje “ouderschapsplan”, het plan waarin de regeling van de ouderschapsverdeling na de scheiding wordt vastgesteld, blijkt mv. Quik liever niets te regelen en de regeling liever te willen overlaten aan de ouders zelf na de scheiding, waarover zij in haar radio-interview op 20 november bij Casa Luna heeft verklaart dat vaders daarbij altijd de zwakkere positie hebben en het onderspit moeten delven. Het ouderschapsplan is zij ondanks deze wetenschap of vaststelling – of moet men concluderen juist dankzij deze wetenschap en vaststelling – liever kwijt dan rijk zo blijkt uit haar bijdrage.

c. Onder het kopje Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind, wil mv. Quik-Schuit – God beter het – juist het ontzeggen van omgang aan vaders vergemakkelijken door de ontzeggingsgronden weer sterk te vergemakkelijken. Voor mv. Quik-Schuit doen kinderen en vaders er immers niet toe, alleen moeders.

d. Onder het kopje “omgangshuizen” wil mv. Quik de positie van vaders en kinderen nog verder uithollen en ze met een kluit in het riet naar de omgangshuizen voor omgang onder toezicht sturen.

e. En in haar bijdrage inzake Artikel 1:251a lid 1 tot slot, wil mv. Quik ook het gezamenlijk gezag nog weer verder uithollen, zodat “de ouder die in hoofdzaak met de verzorging en opvoeding is belast” (een eufemisme van mv Quik voor moeders) het weer geheel alleen voor het zeggen krijgt.


(*) De term Moedermaffia is in Nederland een geliefde en veelgebruikte term door Henk Hanssen van de populaire vadersite IkVader om te beschrijven welke weerstand hij tegenkomt tegen betrokken vaderschap van de zijde van Nederlandse moeders en vrouwen. De aanduiding “Moedermaffia” is afkomstig van de Britse schrijfster Adrienne Burgess. Daarmee wordt geduid op het ongebreidelde en egocentrische poortgedrag en machtsdenken van een groep vrouwen en moeders die vaders en mannen koste wat het koste uit het leven van hun kinderen willen buitensluiten. Zij beroepen zich bij het vooropstellen van het eigen moederbelang naar willekeur op “het belang van hun kinderen”, dat daarbij volstrekt met hun eigenbelang vereenzelvigd wordt. De Nederlandse hoogleraar Dorien Pessers heeft in dit verband gesproken van een volstrekt “doorgeschoten familierecht” in Nederland waarin de machtsverhoudingen tussen de sexen eenzijdig ten gunste van moeders zijn doorgeslagen.


De schriftelijke opmerkingen en vragen van mv. Quik-Schuit namens de SP-fractie in de Eerste Kamer aan de Minister van Justitie bij het voorbereidend schriftelijk onderzoek naar Wetsvoorstel 30145 *):

Bron: Verslag van het voorbereidend onderzoek van de Vaste Commissie voor Justitie van de Eerste Kamer **) – Vergaderjaar 2007-2008 – Vastgesteld op 9 oktober 2007

Zie ook deze link voor een weergave op deze website van het volledige verslag van het voorbereidend schriftelijk onderzoek naar Wetsvoorstel 30145 door de Vaste Cie van Justitie van de Eerste Kamer vastgesteld op 9 oktober j.l.


Algemeen
Dit wetsvoorstel wijkt inhoudelijk niet zoveel af van het eerder door de Tweede Kamer aangenomen, maar door de Eerste Kamer verworpen voorstel-Luchtenveld (met uitzondering van de administratieve echtscheiding die daarin voor mensen zonder kinderen mogelijk werd gemaakt). Het onderhavige wetsvoorstel is met overgrote meerderheid in de Tweede Kamer aangenomen en zal, naar verwachting van de leden van de SP-fractie, ook in deze Kamer op steun mogen rekenen. Desalniettemin blijft er wel een aantal vragen over met betrekking tot de praktische betekenis en de uitvoerbaarheid van het voorstel.

Ouderlijke verantwoordelijkheid
De leden van de SP-fractie vragen zich af wat wordt verstaan onder het in artikel 247 lid 4 genoemde recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding? Het gevaar bestaat dat deze bepaling in de rechtspraktijk uitgelegd zal worden als een recht van de ouders op co-ouderschap, een 50%/50%- of 60%/40%-regeling. Letterlijk staat er: “het kind behoudt (…) recht op een gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders”. Is de minister het er mee eens dat het recht van het kind op zoveel mogelijk continuïteit in de verzorging en opvoeding het wenselijk maakt dat na scheiding zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de tijdens de samenwoning bestaande situatie? De verwijzing naar het zorgmodel van C.A.R.M. van Leuven (memorie van toelichting, pagina 4) lijkt hierop te duiden.

Ouderschapsplan
In artikel 815 Rv wordt het overleggen van een ouderschapsplan verplicht gesteld. De indruk bestaat bij de leden van de SP-fractie dat de meeste ouders bij scheiding de zaken met betrekking tot hun kinderen uit zichzelf, al dan niet met behulp van een mediator of advocaat goed regelen. Is dit juist? Zijn hierover cijfers bekend?
Als het juist is dat de meeste mensen bij scheiding het belang van hun kinderen goed behartigen, bestaat dan niet het gevaar dat de verplichting tot het opstellen van een ouderschapsplan juist een extra bron van spanning oplevert? Immers op het moment dat de ouders een scheiding wensen, verkeren zij vaak in onzekerheid over zaken als bijvoorbeeld huisvesting, daarmee samenhangend de financiële situatie, scholen en hobbies voor de kinderen, etc. Is het niet vaak onverstandig om dan zaken met betrekking tot de kinderen in dat stadium reeds te willen vastleggen?
Acht de minister de vrees van de SP-fractie gerechtvaardigd dat, zolang onvoldoende hulp beschikbaar is voor het komen tot een goede ouderschapsreorganisatie het verplichte ouderschapsplan zal verworden tot een standaard tekstblok in de computer van de advocaat? De leden van de SP-fractie verwijzen in dit verband tevens naar het eerdergenoemde artikel van mr. F. Schonewille in WPNR.

Belang van het kind
Hierbij geen bijdrage van mv. Quik-Schuit namens de SP-fractie.

Relatie tot het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind
Acht de minister de ontzeggingsgronden geformuleerd in artikel 377a lid 3 onder a en d in overeenstemming met artikel 3 IVRK? Indien de rechter het recht op omgang slechts mag ontzeggen als dit ernstig nadeel voor het kind oplevert of in strijd is met diens zwaarwegende belangen is het belang van het kind dan nog zijn eerste overweging? Zou het niet juist zijn, zo vragen de leden van de SP-fractie, om deze grond te heroverwegen nu voorgesteld wordt de werking van artikel 377a uit te breiden tot eenieder die tot het kind in een nauwe persoonlijke betrekking staat?

Flitsscheiding
Hierbij geen bijdrage van mv. Quik-Schuit namens de SP-fractie.

Zorgvuldige scheiding
Hierbij geen bijdrage van mv. Quik-Schuit namens de SP-fractie.

Mediation en jeugdzorg
Hierbij geen bijdrage van mv. Quik-Schuit namens de SP-fractie.

Komen er meer omgangshuizen en kan de rechter de Raad voor de Kinderbescherming verplichten om mee te werken aan het opstarten c.q. begeleiden van het noodzakelijke contact?
Het voorschrijven van het overleggen van een ouderschapsplan is ingegeven door de wens minder kinderen in echtscheidingssituaties met ouderlijke conflicten te confronteren. Er is gekozen voor een juridische oplossing voor alle scheidende ouders, zo constateren de leden van de SP-fractie. Waarom wordt niet gekozen voor de praktische en meer probleemoplossende keuze van investeren in omgangshuizen en verplichte mediation (deskundigenadvies met gebruikmaking van mediation, ook forensische mediation genoemd) voor die ouders die zonder hulp niet in staat zijn de belangen van hun kinderen voldoende voorop te stellen? In de memorie van toelichting stelt de minister dat het aanbieden van mediation en jeugdzorg niet los kunnen worden gezien van het wetsvoorstel (pagina 3). Voor scheidende ouders die hulp nodig hebben bij het reorganiseren van hun ouderschap zal in het algemeen geïndiceerde zorg nodig zijn. Daarvoor is nog geen uitzicht op de oplossing van de wachtlijstproblematiek. Wat denkt de minister hieraan te doen? Op welke termijn zal dit probleem opgelost worden?

Administratieve lasten
Hierbij geen bijdrage van mv. Quik-Schuit namens de SP-fractie.

Artikelsgewijs

Artikel 1:251a lid 1
Verwacht de minister dat overname in de wet van het door de Hoge Raad ontwikkelde, zogenoemde klemcriterium in de praktijk kan geschieden zonder toename van problemen van praktische aard? Een regeling met betrekking tot zaken waarin de ouder die in hoofdzaak met de verzorging en opvoeding is belast, bevoegd is om zonder toestemming van de andere ouder beslissingen te nemen (bijvoorbeeld haren knippen, buisjes in de oren) wordt voorbereid door de werkgroep Kinderen Eerst, in het kader van Beter Beschermd. Is het niet verstandig, zo vragen de leden van de SP-fractie, om op deze nieuwe wetgeving te wachten, alvorens het klemcriterium tot wet te verheffen?

Artikel 1:253a lid 2
Hierbij geen bijdrage van mv. Quik-Schuit namens de SP-fractie.


De leden van de commissie zien de reactie van de minister met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de commissie,
Van de Beeten

De griffier van de commissie,
Kim van Dooren


*) 30145 – Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met het bevorderen van voortgezet ouderschap na scheiding en het afschaffen van de mogelijkheid tot het omzetten van een huwelijk in een geregistreerd partnerschap (Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding)

**) Samenstelling Vaste Commissie voor Justitie van de Eerste Kamer:
Holdijk (SGP); Dölle (CDA); Tan (PvdA); Van de Beeten (CDA) (voorzitter); Broekers-Knol (VVD); De Graaf (VVD); Kneppers-Heijnert (VVD); Kox (SP); Westerveld (PvdA) (vice-voorzitter); Russell (CDA); Engels (D66); Franken (CDA); Peters (SP); Quik-Schuijt (SP); Haubrich-Gooskens (PvdA); Ten Horn (SP); Janse de Jonge (CDA); Koffeman (PvdD); Böhler (GL); Van Bijsterveld (CDA); Strik (GL); Lagerwerf-Vergunst (CU); Rehwinkel (PvdA); Duthler (VVD)