Peter
Hogere zorgkosten eenoudergezinnen en gescheiden mensen
De ziekte en zorgkosten na een scheiding zijn gemiddeld 48% hoger dan voor de gemiddelde Nederlander
Ziek door/van gebroken gezins- en scheidingsbeleid van Nederlandse overheid
In hun gezamenlijk rapport over de zorgkosten over het jaar 2003 concluderen RIVM en de Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus Medisch Centrum (EMC) dat gescheiden mensen en eenoudergezinnen in Nederland de hoogste zorgkosten veroorzaken en dat de gemiddelde zorgkosten voor zowel gescheiden mensen als eenoudergezinnen naar schatting 48% boven het nationale gemiddelde liggen van de kosten voor zorg per inwoner.
Gescheiden mensen (vaders) en mensen in eenoudergezinnen (moeders) veroorzaken na scheiding door ziekte 5x hogere zorgkosten bij het RIAGG en het maatschappelijk werk, ca. 3x hogere zorgkosten bij de overige GGZ, de wijkverpleging en de gezinszorg en ca. 1,5x tot 2x hogere zorgkosten bij de huisarts, het ziekenhuis (ziekenhuisopnamen), de fysiotherapeut, de specialist en alternatieve geneeswijzen.
Men kan daaruit concluderen dat gescheiden burgers letterlijk ziek gemaakt worden door het scheidings- en gebroken gezinnenbeleid van de Nederlandse overheid in het familierecht en bij de kinderbescherming.
—
Inleiding
Gebroken gezinnenbeleid en buitensluiting
Door de eenouderschapspraktijken van familierechtbanken en kinderbescherming groeien in Nederland nu ruim 1 miljoen scheidingskinderen (640.000 scheidingskinderen in eenoudergezinnen en 400.000 scheidingskinderen in stiefgezinnen) goeddeels buitengesloten op van hun vaders en hun familie van vaderskant. Dat betreft 32% van alle Nederlandse kinderen t.e.m. 18 jaar.
De gevolgen daarvan zijn desastreus, zoals inmiddels al ruimschoots aangetoond is in een vloed aan buitenlands wetenschappelijk onderzoek. In Nederland is dat echter decennia lang verzwegen of verloochend door de lobbygroepen die binnen de Nederlandse overheid de dienst uitmaken en met de vette overheidsbuidel zgn. “advocacy”-onderzoek inkochten dat de werkelijkheid moedwillig vertekende.
Na 35 jaar ontwrichting als gevolg van het “gebroken gezinnenbeleid en de scheidingspromotie” van de Nederlandse overheid, met de erbijbehorende massale buitensluiting van scheidingskinderen van hun vaders en hun familie van vaderskant in het familierecht en door de kinderbescherming, komt deze overheidswanbeleids-aap nu echter stukje bij beetje ook in Nederland uit de lange overheidsmouw, nu er eindelijk ook onderzoek door onafhankelijke onderzoeksinstituten verricht wordt.
Scheidingskinderen op zoek naar hun vaders
Eind vorige week rapporteerde Margreet Vermeulen in de Volkskrant al over scheidingskinderen, die – als ze eenmaal volwassen worden en eindelijk kunnen ontsnappen aan de kindermishandelende wurggreep van familierechtbanken en kinderbescherming – in toenemende mate op zoek zijn en gaan naar hun vaders en hun families van vaderskant.
Hogere zorgkosten eenoudergezinnen en gescheiden mensen
En vandaag komen RIVM en de Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg van het Erasmus Medisch Centrum met hun gezamenlijk rapport over de zorgkosten over het jaar 2003.
Daarin concluderen zij dat gescheiden mensen en eenoudergezinnen in Nederland de hoogste zorgkosten veroorzaken en dat de gemiddelde zorgkosten voor zowel gescheiden mensen als eenoudergezinnen naar schatting 48% boven het nationale gemiddelde liggen van de kosten voor zorg per inwoner.
Ziek gemaakt door de Nederlandse overheid
Gescheiden mensen (vaders) en mensen in eenoudergezinnen (moeders) veroorzaken na scheiding door ziekte 5x hogere zorgkosten bij het RIAGG en het maatschappelijk werk, ca. 3x hogere zorgkosten bij de overige GGZ, de wijkverpleging en de gezinszorg en ca. 1,5x tot 2x hogere zorgkosten bij de huisarts, het ziekenhuis (ziekenhuisopnamen), de fysiotherapeut, de specialist en alternatieve geneeswijzen. Zij worden en zijn letterlijk ziek gemaakt door het gebroken gezinnenbeleid, het familierecht en de kinderbescherming van de Nederlandse overheid.
Lees hieronder meer over het rapport over de hogere zorgkosten van gescheiden mensen en eenoudergezinnen van RIVM en Erasmus Medisch Centrum.
Peter Tromp, Vader Kennis Centrum
Gescheiden mensen hoogste zorgkosten in Nederland, hoger opgeleiden laagste kosten
Persbericht Medisch Centrum Erasmus Universiteit i.s.m. het RIVM – 19 december 2007
Solidariteit in ziektekostenstelsel blijft van belang
Rotterdam, 19 december 2007 – De gemiddelde zorgkosten voor gescheiden mensen liggen naar schatting 48% boven het nationale gemiddelde van kosten voor zorg per inwoner. Die van mensen met een hbo- of universitaire opleiding liggen zo’n 11% onder het nationale gemiddelde. Deze schatting maken het Erasmus MC en RIVM op basis van hun onderzoek ‘Sociale verschillen in zorggebruik en zorgkosten in Nederland 2003’, waarmee zij vandaag naar buiten komen.
Voor mensen met alleen basisonderwijs liggen de zorgkosten naar schatting 21% boven het landelijke niveau (gemiddeld € 3.545 per inwoner per jaar). Voor weduwen en weduwnaren zijn die kosten 31% hoger. De kosten voor zowel westerse als niet-westerse allochtonen bedragen 15% meer dan het nationale gemiddelde.
Het Erasmus MC deed onderzoek in opdracht van het RIVM naar het effect van de sociaal-economische positie (SEP), samenlevingsvorm en land van herkomst op het verschil in zorggebruik in Nederland. De SEP en samenlevingsvorm waren vooral van invloed op het gebruik van geestelijke gezondheidszorg, maatschappelijk werk, wijkverpleging en gezinszorg. In mindere mate bleken deze factoren ook effect te hebben op huisartsbezoek, ziekenhuisovernachtingen en gebruik van medicijnen op recept. Verder blijken mensen van niet-westerse afkomst vaker op bezoek te gaan bij de huisarts, de maatschappelijk werker of de ambulante geestelijke gezondheidszorg.
Grote verschillen
De grote sociale verschillen in zorggebruik konden vrijwel geheel worden toegeschreven aan het vaker vóórkomen van gezondheidsproblemen onder mensen met een lagere sociaal-economische positie. De onderzoekers komen daarom tot de conclusie dat de zorgeuro in grote lijnen op de juiste plek terechtkomt, namelijk bij hen die de zorg het hardst nodig hebben. De grote verschillen in zorgkosten onderstrepen volgens de onderzoekers het belang van risicosolidariteit in de Nederlandse gezondheidszorg. Bovendien tonen de resultaten aan dat de bestrijding van gezondheidsachterstanden kan bijdragen aan het terugdringen van de kosten in de Nederlandse gezondheidszorg.
Downloaden
Het rapport ‘Sociale verschillen in zorggebruik en zorgkosten in Nederland 2003’ kunt u hier downloaden (pdf). Zie ook: www.rivm.nl.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ceciel van Hemel, Pers- en wetenschapsvoorlichter Erasmus MC, telefoon 010 703 52 85.
Hoogste zorgkosten voor gescheiden mensen
RIVM, RIVM en Erasmus MC, Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg, 19 december 2007
De gemiddelde zorgkosten voor gescheiden mensen liggen naar schatting 48% boven het nationale gemiddelde >> naar het rapport “Sociale verschillen in zorggebruik en zorgkosten in Nederland 2003. Zorg voor euro’s 5.”
RIVM, Rapport 270751017 – Zorg voor Euro’s – 5 – download pdf (657Kb) – Kunst AE, Meerding WJ, Varenik N, Polder JJ, Mackenbach JP – 76 p in Dutch, 2007 – ISBN: 978-90-6960-173-1 RIVM Rapportenbibliotheek
Rapport in het kort
Ieder jaar wordt in Nederland veel geld uitgegeven aan de gezondheidszorg. In 2003 ging het om een bedrag van 57,5 miljard euro. De serie Zorg voor euro’s beschrijft waaraan dit geld werd uitgegeven, hoeveel gezondheid we ervoor hebben teruggekregen en ook hoe de zorguitgaven zich in de toekomst zullen ontwikkelen.
Dit rapport laat in detail zien hoe gebruik en kosten van zorg in Nederland samenhangen met de sociaal-economische positie, de samenlevingsvorm en het land van herkomst van mensen. Zo blijkt dat mensen uit lagere sociaal-economische groepen aanzienlijk meer zorg gebruiken dan mensen uit andere groepen. Dit verschil komt vooral doordat mensen in lagere sociaal-economische groepen meer gezondheidsproblemen hebben. Tegelijkertijd blijken mensen uit deze groepen bij ziekte ook langer beroep te doen op zorgvoorzieningen. Dit betekent dat de bestrijding van gezondheidsachterstanden een bijdrage kan leveren aan de beheersing van de zorguitgaven.
Rapport “Sociale verschillen in zorggebruik en zorgkosten in Nederland 2003” – Zorg voor euro’s – 5
RIVM rapport 270751017 – Kunst AE, Meerding WJ, Varenik N, Polder JJ, Mackenbach JP – 76 p in Dutch, 2007 – ISBN: 978-90-6960-173-1
Samenvatting
Studies naar kosten van ziekten hebben onderscheid gemaakt naar leeftijd en geslacht, maar niet naar andere kenmerken van inwoners van Nederland. Grote verschillen kunnen worden verwacht in zorgvraag en zorgkosten gezien het feit dat er grote gezondheidsverschillen tussen deelgroepen van de Nederlandse bevolking bestaan.
De huidige studie beoogde een eerste schatting te maken van de verschillen die in Nederland bestaan ten aanzien van kosten van zorg. Deze schattingen werden gebaseerd op een gedetailleerde analyse van sociale verschillen in het zorggebruik in Nederland in de jaren 2001-2003.
Het gebruik van zorgvoorzieningen bleek sterk te variëren in relatie tot zowel sociaaleconomische positie (SEP), samenlevingsvorm als land van herkomst. Vergelijkbare variaties in zorggebruik waren weliswaar aangetoond in eerdere studies, maar zij bleken in de huidige studie vaak nog markanter te zijn dan bestaande publicaties suggereren.
Verschillen in zorggebruik bleken in veel gevallen groter te zijn doordat wij niet alleen keken naar de kansen op zorggebruik, maar ook naar de hoeveelheid zorg die door de gebruikers werd genoten. Zo bleek bijvoorbeeld dat sociale groepen met een hogere kans op ziekenhuisopname gemiddeld genomen ook een langere opnameduur hadden. Sociale verschillen werden gevonden in het gebruik van vrijwel alle typen zorgvoorzieningen.
De SEP en samenlevingsvorm van mensen waren vooral van invloed op hun gebruik van geestelijke gezondheidszorg (GGZ), maatschappelijk werk, wijkverpleging en gezinszorg. Drie- of viervoudige verschillen waren daarbij niet ongewoon. Iets kleinere verschillen (1,5 tot tweevoudig) werden gevonden voor huisartsbezoek, ziekenhuisovernachtingen en gebruik van medicijnen op recept. Verschillen in relatie tot land van herkomst waren veelal kleiner, met uitzondering van een veelvuldig bezoek aan huisarts, maatschappelijk werk en ambulante GGZ door mensen van niet-westerse herkomst.
Wanneer zorggebruik werd doorvertaald in termen van zorgkosten voor Nederland in het jaar 2003, bleken ook in dit opzicht de sociale verschillen groot te zijn. De kosten per inwoner liggen naar schatting 11% onder het nationale gemiddelde voor mensen die een hbo of universitaire opleiding hebben voltooid. Voor mensen met alleen basisonderwijs liggen de zorgkosten naar schatting 21% boven het landelijke niveau. De gemiddelde zorgkosten van verweduwde en gescheiden mensen zijn met respectievelijk 31 en 48% aanmerkelijk hoger. In vergelijking met hen zijn de kosten van zorg voor niet-westerse herkomstgroepen relatief laag, maar niettemin 15% hoger dan het nationale gemiddelde. Kostenschattingen voor allochtonen van westerse (vooral Europese) herkomst kwamen overigens op precies dezelfde 15% uit.
De grote sociale verschillen in zorggebruik konden vrijwel geheel worden toegeschreven aan het vaker vóórkomen van gezondheidsproblemen onder mensen met lage SEP, nooit gehuwden en allochtonen. Dit betekent dat mensen met een lage SEP of niet-westerse herkomst ongeveer evenveel zorg consumeren als mensen uit andere groepen met ongeveer dezelfde gezondheidstoestand. Dit betekent verder dat de sociale verschillen in zorgkosten uiteindelijk voor een groot deel kunnen worden teruggevoerd op het feit dat in Nederland nog steeds aanzienlijke sociale verschillen in gezondheid bestaan. Deze gezondheidsverschillen hoeven overigens niet altijd te berusten op een effect van sociale positie op gezondheid: in het geval van lage SEP en samenlevingsvorm kan ook deels van een omgekeerd verband sprake zijn (bijv. wanneer geestelijke gezondheidsproblemen het afronden van een hogere opleiding in de weg staan).
Toch kon niet alles verklaard worden uit gezondheidsverschillen. Een voorbeeld is het frequentere gebruik van medisch specialistische zorg en ziekenhuiszorg door gescheiden en verweduwde mensen, dat maar deels kon worden toegeschreven aan een gemiddeld slechtere gezondheidstoestand.
Minstens zo opvallend waren de gevallen waarin, na controle voor gezondheid, het zorggebruik van bepaalde achterstandsgroepen relatief laag bleek te liggen. Een bekend voorbeeld van relatieve onderconsumptie vormt de specialistische zorg, dat onder lageropgeleiden circa 30% lager is dan op grond van hun gezondheid mocht worden verwacht. Ook niet-westerse herkomstgroepen gebruiken veel minder medisch specialistische zorg en ziekenhuiszorg dan op grond van hun gezondheid kon worden verwacht.
Een deel van de waargenomen variatie in zorggebruik kon worden toegeschreven aan sociale verschillen in de prevalentie van specifieke aandoeningen. De relatieve bijdrage van afzonderlijke aandoeningen bleek sterk te variëren naar sociale indicator respectievelijk zorgsector. Belangrijke bijdragen zijn gevonden voor kanker, hart- en vaatziekten, diabetes, luchtwegaandoeningen en gewrichtsaandoeningen.
Concluderend mag worden gesteld dat de zorgeuro in grote lijnen op de juiste plek terecht komt, namelijk op de plek waar de zorg het hardst nodig is. De sociale positie van mensen bepaalt in sterke mate hun kansen om in een gegeven periode een beroep te moeten doen op gezondheidszorg. Deze sociale verschillen in zorggebruik ontstaan vooral doordat gezondheidsproblemen zich in Nederland concentreren bij lagere sociaal-economische groepen, alleenstaanden en allochtone groepen. De grote sociale verschillen in zorgkosten die hier het gevolg van zijn, onderstrepen het grote belang van risicosolidariteit in de Nederlandse gezondheidszorg. Zij tonen bovendien dat de bestrijding van gezondheidsachterstanden kan bijdragen aan het terugdringen van de kosten van de Nederlandse gezondheidzorg.
VERSCHILLEN NAAR SAMENLEVINGSVORM (Hoofdstuk 4)
4.1 Verschillen in volume van zorggebruik (stap 1)
De omvang van verschillen in zorggebruik in relatie tot samenlevingsvorm onder mannen en vrouwen van 20-79 jaar is samengevat in het onderstaande schema. Grote verschillen in zorggebruik worden waargenomen ten aanzien van bezoek aan RIAGG, overige GGZ-instellingen, maatschappelijk werk, wijkverpleging en gezinszorg. Belangrijke verschillen worden bovendien waargenomen in het aantal ziekenhuisovernachtingen en gebruik van alternatieve geneeswijzen. In al deze gevallen wordt meer zorg genoten door gescheiden of verweduwde mensen en/of door mensen die leven in eenpersoonshuishoudens of eenoudergezinnen. Het omgekeerde patroon, meer zorggebruik door mensen die gehuwd zijn en/of samenwonen, wordt voor geen enkele zorgvoorziening waargenomen. De eerste algemene indruk is daarmee dat er aanzienlijke verschillen naar samenlevingsvorm zijn in gebruik van een groot aantal vormen van zorg. Dit patroon komt zowel voor bij mannen als vrouwen, ongeacht de leeftijd.
Omvang van verschillen in zorggebruik onder gescheiden of eenpersoons-huishoudens t.o.v. de rest van de bevolking
|
Type zorg
|
Een afzonderlijke analyse van zorggebruik onder 0-19-jarigen richtte zich op kinderen uit eenoudergezinnen. Deze kinderen bezochten iets (31%) vaker de huisarts dan kinderen uit andere gezinnen. Opvallend was dat zij driemaal zo vaak in het ziekenhuis verbleven (95% betrouwbaarheidsinterval: 1,77-5,28). De frequentie van het bezoek aan consultatiebureau was onder deze kinderen niet hoger of lager dan onder kinderen uit gezinnen met twee ouders.
Uit de media
Voor Johan Mackenbach, hoogleraar maatschappelijke gezondheidszorg aan het Erasmus MC, was het geen nieuws dat gescheiden mannen en vrouwen vaker dan gemiddeld naar de dokter of een andere hulpverlener gaan. „Scheiden kan tot serieuze gezondheidsproblemen leiden.” Maar dat daardoor de kosten voor hun gezondheidszorg per jaar anderhalf keer hoger zijn dan het gemiddelde, dat verbaasde hem. „Het effect is groter dan ik dacht.”
- Mensen met alleen basisschool, gescheiden mensen, en mensen van wie de partner is overleden, gaan in Nederland het vaakst naar de dokter of een andere hulpverlener. Dat is omdat ze meer gezondheidsproblemen hebben, niet omdat ze zich alleen maar ziek vóélen. Per jaar wordt aan hun gezondheidszorg tot anderhalf keer meer uitgegeven dan gemiddeld.
- Dit blijkt uit een vandaag gepubliceerde studie van het Erasmus MC in Rotterdam en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Het is voor het eerst dat in Nederland is onderzocht hoe vaak verschillende groepen mensen in Nederland gebruik maken van de gezondheidszorg en tot welke kosten per persoon dat gemiddeld leidt.
- Zo is nu bekend dat per jaar aan een hoogopgeleide man of vrouw 3.141 euro wordt uitgegeven, 11 procent minder dan gemiddeld. Aan iemand met alleen basisschool is dat 4.273 euro. Een weduwe kost 4.638 euro, iemand die gescheiden is 5.252 euro.
Overzicht van artikelen in de media:
Gescheiden mensen duurst voor gezondheidszorg Trouw – 19 december 2007 ROTTERDAM (ANP) – Gescheiden mensen zijn het duurst voor de gezondheidszorg. De kosten voor hun zorg liggen naar schatting 48 procent boven het nationale … |
Gescheiden mensen duur voor zorg Nos – 19 december 2007 Gescheiden mensen gebruiken circa 50% meer gezondheidszorg dan gehuwden. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM, het Erasmus MC en de Erasmus Universiteit. … |
Zorgkosten fors omhoog na scheiding Nieuws.nl – 19 december 2007 amsterdam – Gescheiden mensen gebruiken bijna 60 procent meer zorg dan gehuwden. Personen met alleen basisschool kosten bijna 40 procent meer aan zorgeuro’s … |
Gescheiden mensen hebben hogere zorgkosten NRC Handelsblad – 19 december 2007 Weinig opleiding of gescheiden zijn maakt mensen duurder voor de gezondheidszorg. Hoogleraar Mackenbach pleit voor meer preventie en voor solidariteit. … |
Zorgkosten fors omhoog na scheidingVolkskrant – 19 december 2007
Amsterdam – Gescheiden mensen gebruiken bijna 60 procent meer zorg dan gehuwden. Personen met alleen basisschool kosten bijna 40 procent meer aan zorgeuro’s … |