Een
Bron: België – Le Soir – nc – Voorpagina (Pagina 1) – Vertaling uit Frans door P. Tromp – Maandag 25 juni 2012
Uit een representatief opinieonderzoek voor het Franstalige Belgische tijdschrift Filiatio, blijkt dat zeven op de tien Belgen voorstander is van verblijfsco-ouderschap of gelijk gedeeld verblijf van het kind in de huizen van beide gescheiden ouders. Deze vorm van zorgverdeling geniet voor de Belgen veruit de voorkeur boven die van het hoofdverblijf bij een van de ouders gecombineerd met een weekendverblijf per twee weken bij de andere ouder (15,2%) of de zgn. “5/9”-zorgverdeling, waarbij het kind na de scheiding vijf dagen bij de ene ouder en negen dagen bij de andere ouder verblijft (5,2%).
Een duidelijk verschil werd daarbij waargenomen tussen de beide taalgemeenschappen in België: Verblijfsco-ouderschap en gelijk gedeeld verblijf bij gezamenlijk gezag is populairder bij de Vlamingen (81,2%) dan bij de Franstaligen (54,5%). “De sociaal-economische factor moet hier een rol spelen”, analyseert prof. Yves-Henri Leleu, een specialist in familierecht van de Universiteit van Luik (ULg). “Verblijfsco-ouderschap of gelijk verdeeld verblijf is uiteraard duurder: er zijn twee huizen nodig, twee auto’s, enz.. En de “noordelijke landen” zijn meer geëmancipeerd. Tot slot zijn er zeker ook meer gezinsondersteunende diensten (crèches, kinderdagverblijven, …) beschikbaar aan de Vlaamse kant.”
Onze informatie P.7
Echtscheiding: Verblijfsco-ouderschap is populair in België
Bron: België – Le Soir – DORZEE, HUGH – Pagina 7 – Vertaling uit Frans door P. Tromp – Maandag 25 juni 2012
Gezinnen – Een representatief opinieonderzoek in opdracht van « Filiatio », bevestigt de populariteit van verblijfsco-ouderschap onder de Belgen
Wanneer een paar scheidt, wie draagt er dan de zorg voor de kinderen? Mama, of papa, of allebei? De overgrote meerderheid van de Belgen blijkt voorstander te zijn van een “gelijk verdeelde zorg en verblijf” (zgn. bilocatie of verblijfsco-ouderschap) van de kinderen bij beide ouders.
Volgens een onderzoek uitgevoerd door AEGIS / Deep Blue, in opdracht van het tijdschrift Filiatio (1), zijn bijna zeven op de tien respondenten (69, 5%) voorstander van een egalitaire accommodatie of verblijfsco-ouderschap.
Dit geniet voor de Belgen verre de voorkeur boven een zorgregeling met het hoofdverblijf van de kinderen bij een van de ouders gecombineerd met een weekendverblijf per twee weken bij de andere ouder of de zgn. “5/9”-zorgverdeling, waarbij het kind na de scheiding vijf dagen bij de ene ouder en negen dagen bij de andere ouder verblijft (5,2%).
Er is echter een duidelijk verschil tussen noord / zuid: het verblijfsco-ouderschap of de bilocatie van de kinderen na de scheiding is populairder bij de Vlamingen (81,2%) dan bij de Franstaligen (54,5%). De redenen? “De sociaal-economische factor moet hier een rol spelen”, analyseert prof. Yves-Henri Leleu, een specialist in familierecht van de Universiteit van Luik (ULg). “Verblijfsco-ouderschap of gelijk verdeeld verblijf is uiteraard duurder: er zijn twee huizen nodig, twee auto’s, enz.. En de “noordelijke landen” zijn meer geëmancipeerd. Tot slot zijn er zeker ook meer gezinsondersteunende diensten (crèches, kinderdagverblijven, …) beschikbaar aan de Vlaamse kant. “
Een mening die wordt gedeeld door de auteurs van het onderzoek: “Men ziet ook een grotere professionele betrokkenheid en inzet in het familierecht in Vlaanderen. En, omgekeerd, een grotere weerstand aan de Franse kant “, zegt Celine Lefèvre van het tijdschrift Filiatio.
Het vermijden van conflicten”
Hoe dan ook, de uitkomsten van dit onderzoek zijn verassend. Het bevestigt dat er sprake is van een evolutie van de mentaliteit in België en in het buitenland (Frankrijk, Spanje, Italië…). Een ontwikkeling die ingezet is met de invoering van een nieuw wettelijk kader waarin – met de invoering van de wet van 14 september 2006 – rechters worden aangemoedigd om “prioriteit” te geven aan het verblijfsco-ouderschap van de kinderen na de scheiding. Tenzij dit “waarneembaar in strijd is met de belangen van het kind.”
Om tot zijn besluit te komen, houdt de rechter rekening met verschillende criteria (de geografische afstand tussen de beide ouders, “ernstige (niet-)beschikbaarheid” van een van de ouders, de leeftijd van het kind, gebrek aan inzet en belangstelling of verwaarlozing van de zorg door een ouder). “De Belgische wet schrijft geen veralgemenisering of vaste formule voor het verblijfsco-ouderschap voor, maar benadrukt juist het bereiken van een overeenkomst tussen de beide ouders en het voorkomen van geschillen. En als geen van de beide ouders het daarmee eens is, dan zal de rechter ook niet ambtshalve een vaste regeling op leggen, “zegt professor Leleu.
Maar de trend is er: het “gedeelde verblijf” of verblijfsco-ouderschap wordt geleidelijk aan geaccepteerd. Dit niettegenstaande dat deze zorgregeling zowel zijn voordelen heeft (gelijkmatig handhaven van de banden van het kind met beide ouders; bieden van vrijheid aan de beide ouders …), alsook zijn nadelen (instabiliteit en verplaatsingen voor het kind, de verplichting tot het “doubleren” van verblijfsfaciliteiten en voorzieningen …), zoals blijkt uit een studie van de Universiteit van Luik (Casman, 2010).
Ook ‘lijken’ de parttime ouders een typisch profiel te hebben: 30-40 jaar, in vaste loondienst, hooggeschoold, beschikkend over flexibele werktijden, enz.
En in de praktijk?
We beschikken niet over data om objectief te kunnen vaststellen wat nu de rol is van rechterlijke beslissingen in het voordeel van deze vorm van verblijfsco-ouderschap en gedeelde zorg.
“In het algemeen”, voegt Celine Lefevre toe, “lijkt het erop dat het verblijfsco-ouderschap of de egalitaire accommodatie van de kinderen na de scheiding bij beide ouders is ondervertegenwoordigd in rechterlijke uitspraken. Er is dus sprake van een discrepantie en spanning tussen wat mensen in België vinden en datgene wat door rechters wordt toegepast in de Belgische rechtspraktijk. “
“Elk geval is specifiek”, tempert Professor Leleu. “Verblijfsco-ouderschap is niet altijd van toepassing. In sommige gevallen is het contra-geïndiceerd (geografische afstand tussen de ouders, spanningen tussen de ouders …). Bovendien, vergt het veel van de dialoog tussen de ex-echtgenoten (medische follow up, sportactiviteiten…) “
In het onderzoek van Filiatio wordt ook gekeken naar andere aspecten van het gezinsleven (mening van het kind, de rol van het recht, juridische en gerechtelijke achterstanden en vertragingen …), met inbegrip van bemiddeling. En ook hier is de conclusie duidelijk: meer dan zes op de tien Belgen (64%) is voorstander van het “verplicht opleggen van een bemiddeling aan scheidende ouders.”
(1) Dit onderzoek werd uitgevoerd middels een telefonische enquête in maart 2012 op basis van een representatieve steekproef van 500 mensen in de leeftijd 18-70 jaar, met een foutenmarge van 4,4%. (www.filiatio.be)
69,5%
|
Dit is het percentage Belgen dat voorstander is van verbijfsco-ouderschap of “gelijk gedeelde zorg en verblijf” van de kinderen na een scheiding. Met sterke verschillen tussen de Vlaamse (81,2%) en de Franse (54,5%) gemeenschappen.
|
Origineel artikel in het Frans: