Onderzoek naar de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders i.o.v. Vader Kennis Centrum (Darshana Tjoen-A-Choy, 2014)

Dienstverlening aan ongehuwde vaders

Onderzoeksrapport
‘Een onderzoek naar de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders’

Amsterdam, 18 augustus 2014

Naam Darshana Tjoen-A-Choy
Studentnummer 500601346
Opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening

Opdrachtgever Vader Kennis Centrum
Praktijkbegeleider Dhr. P.A.N. Tromp

Studieonderdeel Externe opdracht Docentbegeleider Mw. M.F. Kessler Docentbeoordelaar Dhr. B. Amjarso

Voorwoord

Voor u ligt het onderzoeksrapport welke is gemaakt in opdracht van het Vader Kennis Centrum. Dit onderzoek is gehouden in het kader van mijn afstudeeropdracht van de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening aan de Hogeschool van Amsterdam.

Uit mijn belangstelling voor jeugdrecht, ben ik op zoek gegaan naar een onderwerp dat raakvlakken heeft met dit rechtsgebied. Daarnaast heeft mijn persoonlijke motivatie, als kind van een ongehuwde vader, er toe geleid dat ik dit onderwerp heb gekozen.

In overleg met de voorzitter van het Vader Kennis Centrum, de heer P.A.N. Tromp, hebben we besloten om onderzoek te doen naar de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders.

Om het onderzoek uitvoerbaar te maken hebben we gekozen om het onderzoek te richten op door ons geselecteerde instanties binnen de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders. Deze selectie is gebaseerd op het netwerk van de opdrachtgever en de resultaten uit de interviews met de ongehuwde vaders binnen dit onderzoek.

Ik heb met veel plezier gewerkt aan dit onderzoeksrapport en ik hoop dat het Vader Kennis Centrum aan de hand van de resultaten hiervan inzicht krijgt in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders, waardoor het beter in staat is deze doelgroep door te verwijzen.

Graag wil ik bij deze mevrouw M.F. Kessler bedanken voor haar goede persoonlijke begeleiding en de heer P.A.N. Tromp voor zijn input die het mogelijk heeft gemaakt om dit onderzoek ten uitvoer te leggen. Uiteraard wil ik ook graag de geïnterviewde vaders bedanken voor het vertrouwen dat zij mij hebben gegeven door hun persoonlijk verhaal met mij te delen en de hulp/dienstverleners voor hun professionele visie op het ongehuwd vaderschap.

Veel leesplezier met dit onderzoeksrapport!

Darshana Tjoen-A-Choy

 

Inhoudsopgave

SAMENVATTING

HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1.1. Aanleiding
1.2. Sociale context
1.3. Juridische context
1.4. Onderzoeksvraag en deelvragen
1.5. Begrippen
1.6. Doel van het onderzoek
1.7. Type onderzoek
1.8. Leeswijzer

HOOFDSTUK 2 THEORETISCH KADER VANUIT VOORONDERZOEK
2.1. Het ongehuwd vaderschap
2.2. De hulpvragen die worden gesteld door ongehuwde vaders m.b.t. het vaderschap aan de hulp/dienstverlening en de aanpak van deze vragen
2.3. De hulpvragen van ongehuwde vaders aan het Vader Kennis Centrum en de vragen die het Centrum oppakt
2.4. Instanties waar ongehuwde vaders terecht komen met hun hulpvragen m.b.t. het vaderschap en de manier waarop zij hier terecht komen
2.5. Doorverwijzing van ongehuwde vaders door het Vader Kennis Centrum
2.6. Juridische kennis over het ongehuwd vaderschap
2.7. Randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders op basis van de verwachtingen en ervaringen van de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders
2.7.1. Erkenning binnen jeugdzorg voor het belang van vaders

HOOFDSTUK 3: ONDERZOEKSAANPAK
3.1. Onderzoek in de praktijk
3.2. Dataverzamelingsmethoden
3.3. Onderzoekspopulatie
3.4. Bruikbaarheid, betrouwbaarheid, validiteit en representativiteit
3.5. Schematische weergave

HOOFDSTUK 4: RESULTATEN
4.1. Inhoud van het ongehuwd vaderschap
4.1.1. Juridische definitie van het ongehuwd vaderschap
4.1.2. Biologische, emotionele en sociale definitie van het ongehuwd vaderschap
4.1.3. Problematiek omtrent het ongehuwd vaderschap
4.2. Hulpvragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap in de hulp/dienstverlening
4.3. Hulpvragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap binnen het Vader Kennis Centrum
4.4. Instanties waar ongehuwde vaders terecht komen met hun hulpvragen over het vaderschap en de manier waarop zij hier terecht komen
4.5. Doorverwijsmogelijkheden van het Vader Kennis Centrum en de ervaring van het kenniscentrum met het doorverwijzen van ongehuwde vaders naar de hulp/dienstverlening
4.6. Juridische kennis over het ongehuwd vaderschap binnen de hulp/dienstverlening en ongehuwde vaders
4.7. Randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders op basis van de ervaringen en verwachtingen van de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders

HOOFDSTUK 5: CONCLUSIE, AANBEVELINGEN EN REFLECTIE
5.1. Onderzoeksvraag en deelvragen
5.2. Het ongehuwd vaderschap
5.3. Hulpvragen van ongehuwde vaders aan de hulp/dienstverlening
5.4. Hulpvragen van ongehuwde vaders aan het Vader Kennis Centrum
5.5. De hulp/dienstverlenende instanties binnen het ongehuwd vaderschap en het vertrekpunt van de ongehuwde vaders in hun zoektocht naar hulp/dienstverlening
5.6. Doorverwijsmogelijkheden van ongehuwde vaders naar de hulp/dienstverlening
5.7. Juridische kennis over het ongehuwd vaderschap
5.8. Randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders
5.9. Conclusie wijze van omgaan binnen de hulp/dienstverlening met hulpvragen van ongehuwde vaders
5.12. Aanbevelingen
5.13. Reflectie op het onderzoek

LITERATUUR- EN BRONNENLIJST

BIJLAGEN
Bijlage 1: Interview ongehuwde vader, leeftijd 30 jaar oud
Bijlage 2: Interview ongehuwde vader, leeftijd 31 jaar oud
Bijlage 3: Interview ongehuwde vader, leeftijd 33 jaar oud
Bijlage 4: Interview ongehuwde vader, leeftijd 35 jaar oud
Bijlage 5: interview ongehuwde vader, leeftijd 43 jaar oud
Bijlage 6: Interview ongehuwde vader, leeftijd 46 jaar oud
Bijlage 7: Interview ongehuwde vader, leeftijd 53 jaar oud
Bijlage 8: Interview teammanager Thuisbegeleiding ActiVite in Leiden
Bijlage 9: Interview advocaat, echtscheidingsmediator en bijzonder curator Van der Woude De Graaf Advocaten in Amsterdam
Bijlage 10: Interview mediator, gezinscoach en systeemtherapeut Opvoedpoli in Amsterdam Zuid- West
Bijlage 11: Interview advocaat SmeetsGijbels Advocaten in Rotterdam
Bijlage 12: Interview teamleider Omgang en Gezag Raad voor de Kinderbescherming Amsterdam
Bijlage 13: Interview gezinsvoogd William Schrikker Groep in Amsterdam
Bijlage 14: Interview gezinsvoogd William Schrikker Groep in Amsterdam
Bijlage 15: Interview gezinsvoogd Jeugdbescherming Zuid-Holland Midden
Bijlage 16: Interview voorzitter Stichting Vitamine V in Amsterdam
Bijlage 17: Interview voorzitter Vader Kennis Centrum in Utrecht
Bijlage 18: Ingevulde vragenlijst ingevuld door juridisch medewerkster Juridisch Loket in Amsterdam-Centrum

 

Samenvatting

Het onderwerp van dit onderzoek is gekozen naar aanleiding van de literatuur en mijn eigen ervaringen als kind van een ongehuwde vader. Dit onderzoek is in opdracht van het Vader Kennis Centrum in Utrecht (VKC) uitgevoerd.

Het ongehuwd vaderschap kan worden gedefinieerd als het vaderschap waarin de vader uit affectieve relatie met de moeder een kind heeft en met toestemming van de moeder en/of het kind of met vervangende toestemming van de rechter het kind moet erkennen voordat hij er gezag over kan aanvragen. Ongehuwde vaders hebben geen huwelijk of geregistreerd partnerschap met de moeder van hun kind gehad. Het ongehuwde vaderschap heeft zowel emotionele, biologische als sociale aspecten

Momenteel kijgt het Vader Kennis Centrum twaalf keer per maand hulpvragen van ongehuwde vaders met betrekking tot het vaderschap. Het centrum beantwoordt deze vragen aan de hand van hun eigen ervaringen en kennis. Hierin verwijzen zij vaak door naar de advocatuur en de mediation in zaken over erkenning, gezag en omgang.

Het Vader Kennis Centrum zou ongehuwde vaders graag willen doorverwijzen naar een breder scala aan hulp/dienstverlening. Het onderzoek is gericht op de doorverwijzingen van ongehuwde vaders binnen de hulp/dienstverlening en de manier van omgaan met de ongehuwde vaders in de hulp/dienstverlening. Binnen het onderzoek staat de volgende onderzoeksvraag centraal:

Hoe gaan het Vader Kennis Centrum en de hulp/dienstverleners waar zij naar doorverwijzen om met de hulpvragen van ongehuwde vaders op het gebied van het vaderschap?

Binnen dit onderzoek zijn zeven ongehuwde vaders en elf hulp/dienstverleners geïnterviewd, zodat er een beeld kan worden gegeven van de huidige hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders en de doorverwijsmogelijkheden van het Vader Kennis Centrum.

Doordat de ongehuwde vaders toestemming nodig hebben van de moeder voor erkenning en gezag, voelen zij zich achter gesteld op de juridische rechtspositie van de moeder. De vrouw uit wie het kind is geboren is van rechtswege zowel juridisch als biologisch moeder. Hierdoor oefent zij meestal zelfstandig gezag uit over het kind.

Het gezag ontbreekt vaak bij de ongehuwde vaders waardoor de hulp/dienstverlenende instanties niet verplicht zijn om de vaders te betrekken in de hulp/dienstverlening. Hierdoor hebben zij vaak een ambivalente houding jegens de hulp/dienstverlening. Uit het onderzoek zijn voorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders naar voren gekomen en verwerkt in dit onderzoeksrapport als aanbevelingen aan de hulp/dienstverleners die te maken hebben met deze doelgroep. Belangrijke voorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders zijn onder andere empathie tonen en juridische kennis over de rechtspositie.

Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat ongehuwde vaders weinig juridische kennis hebben over hun rechtspositie, waardoor zij vaak verwikkeld raken in een juridische strijd met de moeder met betrekking tot erkenning, gezag en omgang. Tevens is uit die onderzoek naar voren gekomen dat de hulp/dienstverleners ook weinig juridische kennis hebben over de rechtspositie van ongehuwde vaders.

Ongehuwde vaders stellen aan de hulp/dienstverlening voornamelijk vragen over omgang, opvoeding, juridisch advies en het belang van het kind. Deze hulpvragen leggen de ongehuwde vaders neer bij instanties zoals het Juridisch Loket, Jeugdbescherming en de Opvoedpoli.

Het vertrekpunt van de ongehuwde vaders in hun zoektocht naar de hulp/dienstverlening is het internet en het eigen netwerk. Hierbij hebben zij hoge verwachtingen van de hulp/dienstverlening en verwachten zij dat de hulp/dienstverlener een groot deel van hun problemen met de moeder en het kind oplost.

Op basis van de resultaten van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat het Vader Kennis Centrum op een goede manier omgaat met de juridische hulpvragen van de ongehuwde vaders door de lijst die zij vaders laten invullen bij het kiezen van een advocaat en het bijhouden van jurisprudentie op het gebied van het vaderschap. Het Vader Kennis Centrum wilt naar een breder scala hulp/dienstverlening kunnen doorverwijzen. Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek is een sociale kaart ontwikkeld met instanties waar ongehuwde vaders terecht kunnen met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap.

Uit de onderzoeksresultaten van dit onderzoek is naar voren gekomen dat de betrokken hulp/dienstverlenende instanties geen specifieke werkwijze hanteren voor ongehuwde vaders. Uit de literatuur en de resultaten van de interviews is naar voren gekomen dat mannen minder snel dan vrouwen een beroep doen op de hulp/dienstverlening. Hier speelt de klassieke rolverdeling tussen mannen en vrouwen een rol. Mannen zijn vaker dan vrouwen de hoofdkostwinnaar en zijn daardoor niet beschikbaar in de uren waarin de hulp/dienstverlener werkt. Een aanbeveling aan de hulp/dienstverlening hierop is om meer flexibele werktijden.

  • Download hier de PDF versie van het rapport “Onderzoek naar de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders i.o.v. Vader Kennis Centrum (Darshana Tjoen-A-Choy, HVA, 2014)

 

Hoofdstuk 1 Inleiding

In het kader van mijn externe opdracht voor het vierde leerjaar van de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening heb ik in opdracht van het Vader Kennis Centrum onderzocht waar het kenniscentrum ongehuwde vaders naar toe kan doorverwijzen voor hulp en informatie met betrekking tot het vaderschap. In dit hoofdstuk wordt er in gegaan op de sociale en juridische context van het onderzoek, de onderzoeksvraag en bijbehorende deelvragen en tot slot het doel en het type onderzoek.

 

1.1. Aanleiding
Dit onderzoek is in opdracht van het Vader Kennis Centrum in Utrecht uitgevoerd. Het Vader Kennis Centrum is opgericht in 1987 als werkgroep Kind en Omgangsrecht, die in 1992 als stichting onder deze naam bekend werd. In 2012 is deze naam veranderd in het Vader Kennis Centrum en bestaat het centrum uit een bestuur van zes leden.[1]

Het Vader Kennis Centrum richt zich op ontsluiting van informatie en kennis die eraan bijdraagt om de rol van beide ouders in de opvoeding te versterken en de zorg voor en het onderwijs aan kinderen op waarde te schatten. Tevens ondersteunt het kenniscentrum overheidsbeleid op een wijze die aan inzet en betrokkenheid van beide ouders voor kinderen recht doet. Hierbij streeft het Vader Kennis Centrum ernaar om vaders meer betrokken te krijgen bij de zorg en opvoeding van de kinderen. Het is in het belang van kind dat er vrede is tussen de ouders waardoor dit centraal staat binnen het kenniscentrum.[2]

Doelen van het Vader Kennis Centrum zijn:

  1. De behartiging van, en op te komen voor, meer betrokkenheid van vaders bij de zorg en opvoeding van de kinderen, het belang van het kind, gelijkwaardig ouderschap en de vrede tussen de beide ouders.
  2. Informatie te verzamelen en te verstrekken omtrent vaderzaken in de meest ruime zin.
  3. Het opzetten van innovatieve projecten rond vaderzaken en de begeleiding van innovatieve en proefprojecten.
  4. Alle activiteiten ontplooien die rechtstreeks of onrechtstreeks kunnen bijdragen tot:
    • meer betrokkenheid van vaders bij de zorg en opvoeding van de kinderen en meer in het bijzonder:
    • het opstellen van een informatiepakket en website,
    • de organisatie van workshops, seminaries, conferenties en webinars;
    • het uitgeven van publicaties en studies;
    • het geven van advies en de belangenbehartiging van haar leden;
    • samenwerking met andere samenwerkingsverbanden in genoemde sector, zowel in binnen- als buitenland,
    • wervingsacties naar potentiele leden,
    • het creëren en exploiteren van een kenniscentrum
    • het kenbaar te maken en het stimuleren van onderzoek.
  5. De bewustmaking en vorming van ervaringsdeskundigen, mensen met expertise en beslissers over het belang van het kind, gelijkwaardig ouderschap, vrede tussen de ouders en betrokkenheid van de grootouders.
  6. Terzake preferentieel gesprekspartner zijn van de overheid inzake beleidsondersteunend advies.[3]

Naar schatting maken circa zeventigduizend thuiswonende kinderen per jaar een (echt)scheiding van de ouders mee. Dit getal baseren Spruijt en Kormos (2010) op het aantal echtscheidingen per jaar, een schatting van het aantal samenwonenden die uit elkaar gaan (De Graaf 2005) en cijfers over het aantal paren met thuiswonende kinderen tot een leeftijd van 22 jaar. Hiervan zijn vijfendertigduizend kinderen van ongehuwde ouders.[4] Dit betekent dat per maand 1927 kinderen van ongehuwde ouders te maken krijgen met een relatiebreuk van hun ouders. Dit is een schrikwekkend hoog getal. Na een relatiebreuk tussen ongehuwde ouders kan het voorkomen dat de vader niet meer betrokken blijft in het leven van zijn kind. Vaak zijn er problemen met het gezag of de erkenning waardoor de vader geen juridisch ouder is en veel problemen heeft met het onderhouden van een omgangsregeling. Dit betekent dat 1927 kinderen van ongehuwde ouders per maand het risico lopen om zonder vader op te groeien.

Kinderen leren van beide ouders allerlei strategieën om te kunnen overleven. Moeders dragen voornamelijk strategieën over op hun kind om troost te vinden, om te ontspannen, te verzorgen, te praten en om emoties te uiten. Terwijl vaders hun kinderen leren om te handelen, met stress om te gaan, om vertrouwen te hebben en om zich veilig te voelen in een lastige situatie.[5] Hier wordt duidelijk dat het van belang is dat een kind met beide ouders opgroeit en de vader betrokken is in de opvoeding. Helaas wordt het Vader Kennis Centrum door twaalf ongehuwde vaders per maand benaderd naar aanleiding van een relatiebreuk met de moeder. De ongehuwde vaders nemen voornamelijk contact op met het VKC met betrekking tot omgang met hun kind, conflicten met de moeder, gezag over hun kind en de juridische mogelijkheden tot erkenning van het kind.

Het VKC geeft aan dat zij per jaar honderdvierenveertig ongehuwde vaders niet kunnen doorverwezen naar adequate hulp/dienstverlening. Op dit moment verwijst het kenniscentrum voornamelijk door naar de advocatuur en de mediation. Het Vader Kennis Centrum zou graag naar een breder scala aan hulp/dienstverlening willen doorverwijzen, zodat ongehuwde vaders ook terecht kunnen met hun sociaal-emotionele hulpvragen op het gebied van opvoeding. Hiermee verwacht het Vader Kennis Centrum dat ongehuwde vaders beter op de hoogte zijn van hun rechtspositie en de opvoeding van hun kinderen, waardoor zij meer betrokken blijven in het leven van hun kind na een relatiebreuk.

Dit onderzoek richt zich op ongehuwde vaders, omdat mijn eigen vader ook tot deze doelgroep behoort en mij pas op latere leeftijd heeft erkend. Hij had geen huwelijk of een geregistreerd partnerschap met mijn moeder en had mij niet erkend bij of voor de geboorte, waardoor hij ook nooit ouderlijk gezag over mij heeft aangevraagd. Door tegenwerking van mijn moeder heeft hij ook na de erkenning nooit gezag over mij uitgeoefend. In mijn jeugd heb ik de nadelen ondervonden van het gemis van een vader in mijn leven.

Met ongehuwde vaders bedoel ik de vaders die uit affectieve relatie met de moeder een kind hebben en hun kind eerst moeten erkennen voordat zij gezamenlijk gezag samen met de moeder kunnen aanvragen bij de griffie van de rechtbank. Zij hebben geen huwelijk of geregistreerd partnerschap gehad met moeder. Binnen het huwelijk hebben ouders ingevolge artikel 1:251 Burgerlijk Wetboek (BW) gezamenlijk gezag over hun kind en is de vader automatisch ook juridisch vader ingevolge artikel 1:199 BW. Een vader hoeft daarom binnen het huwelijk niet eerst zijn kind te erkennen ingevolge artikel 1:203 juncto 1:204 BW en daarna gezag aan te vragen bij de griffie van de rechtbank ingevolge artikel 1:252 BW. Binnen het geregistreerd partnerschap oefenen ouders gezamenlijk gezag uit over de kinderen die geboren worden binnen dit partnerschap ingevolge art. 1:253aa BW. Echter moet de vader het kind wel eerst erkennen wilt hij samen met de moeder binnen het geregistreerd partnerschap gezag uitoefenen over het kind. Doordat deze vaders enkel hun kind hoeven te erkennen voor gezamenlijk gezag, en dit niet apart hoeven aan te vragen bij de griffie van de rechtbank, heb ik er voor gekozen om het geregistreerd partnerschap buiten beschouwing te laten en mij te richten tot ongehuwde vaders. Vanaf nu noem ik deze doelgroep ongehuwde vaders.

Uit mijn vooronderzoek is gebleken dat de instanties waartoe ongehuwde vaders zich wenden met hun hulpvragen zich bevinden in de professionele hulp/ dienstverlening en in de vrijwillige sector. Met hulp/ dienstverlening bedoel ik hetgeen dat door professionals op methodisch wijze wordt aangeboden aan ongehuwde vaders. De professionals stimuleren de ongehuwde vaders tot zelfredzaamheid zodat zij tot systematische oplossingen kunnen komen. De hulp/ dienstverlening is erop gericht om cliënten mondiger te maken en hun zelfredzaamheid te vergroten. Naast professionele hulp/dienstverlening bestaat er tevens vrijwillige hulp/dienstverlening. Deze hulp/dienstverlening wordt veelal door ervaringsdeskundigen aangeboden. Deze ervaringsdeskundigen komen vaak uit dezelfde kring als de ongehuwde vaders en krijgen niet betaald voor hun verleende diensten.

Uit het eerdere onderzoek naar de problematiek die vaders met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder ondervinden (Padberg, Van der Heijden, Barendse & Reijnhout, 2012) is naar voren gekomen dat vaders zich machteloos en niet serieus genomen voelen door de professionals in de hulp/ dienstverlening. Tevens voelen zij zich vaak tegengewerkt en hebben zij het idee dat de professionals zich niet voldoende hebben verdiept in de vaderrol. Het eerdere onderzoek is in opdracht van het VKC uitgevoerd en belicht de problematiek die vaders met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder ondervinden aan de hand van twee persoonlijke verhalen van vaders en twaalf interviews met vaders. Op basis van de aanbevelingen uit dit onderzoek en de behoefte aan betere doorverwijsmogelijkheden van ongehuwde vaders vanuit het VKC naar de hulp/ dienstverlening, is mijn onderzoek naar de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders ontstaan.

Dit onderzoek is relevant voor de praktijk van de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening omdat er inzicht komt in de huidige hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders. Hiermee kan er worden gezorgd voor een betere aansluiting van de hulp/dienstverlening op de hulpvragen van ongehuwde vaders met betrekking tot het vaderschap. Op zo een manier worden ongehuwde vaders net zo veel betrokken als de moeders in de hulp/ dienstverlening en kan het Vader Kennis Centrum ongehuwde vaders met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap op adequate wijze doorverwijzen.

 

1.2. Sociale context
Artikel 3 IVRK gaat uit van het belang van het kind. Deze moet altijd voorop staan bij alle maatregelen die het kind aangaan. Dit wetsartikel gaat ervan uit dat de overheid het welzijn van alle kinderen bevordert en toezicht houdt op alle voorzieningen voor de zorg en bescherming van kinderen.[6] Daarnaast bepaalt artikel 9 IVRK juncto artikel 8 EVRM dat elk kind recht heeft op omgang met beide ouders na scheiding en recht heeft op een gezinsleven. De wetgever plaatst het belang van het kind voorop. Echter staat dit belang niet meer voorop als dezelfde wetgever het mogelijk maakt dat de moeder uiteindelijk bepaalt of de vader het kind mag erkennen en er gezag over mag aanvragen. Daarnaast is het voor veel ongehuwde vaders onduidelijk dat ze naast de erkenning ook de aanvraag van gezag moeten doen als zij juridisch ouder willen zijn. Dit roept veel vragen op bij hen. Veel ongehuwde vaders weten niet waar zij deze vragen kunnen stellen en komen dan terecht bij het Vader Kennis Centrum.

Het VKC heeft niet alle kennis en deskundigheid in huis om deze ongehuwde vaders adequate hulp/dienstverlening aan te bieden, waardoor zij vaak moeten doorverwijzen. Op dit moment verwijst het VKC voornamelijk door naar de advocatuur en mediation. Op basis van dit onderzoek zal er een sociale kaart worden ontwikkeld waarin een breder scala aan instanties zal worden opgenomen waar ongehuwde vaders naar doorverwezen kunnen worden. Voor adequate doorverwijzingen is het nodig dat de hulp/dienstverlening aansluit op de hulpvragen van de ongehuwde vaders met betrekking tot het vaderschap. Hierdoor weten ongehuwde vaders de wegen te bewandelen in het proces van erkennen en gezag aanvragen. Op zo een manier zijn ongehuwde vaders in staat om te participeren in de hulp/ dienstverlening en kan het Vader Kennis Centrum ongehuwde vaders met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap op adequate wijze doorverwijzen.

 

1.3. Juridische context
Artikel 1:204 lid 1 sub c BW dat bepaalt dat er toestemming van de moeder nodig is voor erkenning van het kind door de vader indien het kind jonger dan zestien jaar is. Na erkenning kan de vader op gezamenlijk verzoek met de moeder ingevolge artikel 1:252 BW gezag aanvragen bij de griffie van de rechtbank als hij geen geregistreerd partnerschap of een huwelijk heeft. Pas na deze twee stappen speelt de vader een juridische rol in het leven van zijn kind en wordt hij voor de wet erkend als juridisch vader. Hierdoor heeft hij ingevolge artikel 1:245 BW juncto artikel 1:247 BW het recht en de plicht om ouderlijk gezag uit te oefenen over zijn kind. Ongehuwde vaders zijn afhankelijk van de toestemming die zij van de moeder van hun kind krijgen om hun kind te erkennen of er gezag over aan te vragen. Hierdoor hebben zij juridisch minder voordeel in vergelijking met de moeder.

Vanuit het Vader Kennis Centrum is aangegeven dat de ongehuwde vaders weinig juridische kennis hebben over hun rechtspositie. Doordat de ongehuwde vaders naar adequate hulp/dienstverlening door het VKC worden doorverwezen, kunnen zij hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap voorleggen waardoor zij meer juridische kennis over hun rechtspositie krijgen. Dit zal hun ouderrol versterken.

 

1.4. Onderzoeksvraag en deelvragen
De onderstaande onderzoeksvraag is leidend in dit onderzoek en zal ik in de conclusie beantwoorden. De hoofdvraag in dit onderzoek is een analyserende vraag. Aan de hand van deze vraag zal ik de problematiek omtrent het ongehuwd vaderschap en de hulp/dienstverlening in kaart brengen zoals hieronder is aangegeven. De onderzoeksvraag luidt als volgt:

Hoe gaan het Vader Kennis Centrum en de hulp/dienstverleners waar zij naar doorverwijzen om met de hulpvragen van ongehuwde vaders op het gebied van het vaderschap?

De deelvragen vormen de bouwstenen voor het onderzoek, die als ondersteuning dienen voor het antwoord op de onderzoeksvraag. In dit onderzoek staan de volgende deelvragen centraal:

  1. Hoe ziet ongehuwd vaderschap eruit?
  2. Welke vragen leggen ongehuwde vaders voor aan de hulp/dienstverlening met betrekking tot het vaderschap en hoe worden deze vragen opgepakt?
  3. Welke vragen leggen ongehuwde vaders voor aan het Vader Kennis Centrum en hoe worden deze vragen opgepakt door het centrum?
  4. Bij welke instanties komen ongehuwde vaders terecht met hun hulpvragen over het vaderschap en hoe komen zij hier terecht?
  5. Waar verwijst het Vader Kennis Centrum op dit moment ongehuwde vaders naar toe met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap en wat is hun ervaring hiermee?
  6. Welke juridische kennis hebben de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders over het ongehuwd vaderschap?
  7. Wat zijn randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders op basis van de ervaringen en verwachtingen van de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders?

 

1.5. Begrippen
De volgende begrippen zullen regelmatig aan de orde komen in dit onderzoeksrapport:

  • Vader inclusief beleid: met vader inclusief beleid wordt bedoeld dat instanties zich met hun methodiek richten op een (meer) betrokken rol van de vader in het leven van zijn kind(eren), waardoor de drempel naar hulp/ dienstverlening als minder hoog wordt ervaren. Daarnaast wordt het beleid al vroegtijdig tijdens de zwangerschap ingezet en richt het zich op ondersteuning van de relaties tussen moeders en vaders. Middels dit beleid worden beide ouders betrokken in de hulp/dienstverlening.
  • Ongehuwde vaders: met ongehuwde vaders worden de vaders bedoeld die uit affectieve relatie met de moeder een kind hebben en hun kind eerst moeten erkennen voordat zij gezamenlijk gezag samen met de moeder kunnen aanvragen bij de griffie van de rechtbank. Zij hebben geen huwelijk of geregistreerd partnerschap gehad met moeder.
  • Vaderschap: is de relatie tussen een man en zijn kind. Deze relatie heeft emotionele, sociale, juridische en biologische componenten.
  • Instanties: organisaties die diensten verlenen. De ongehuwde vaders definiëren de plekken waar zij aankloppen met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap als instanties, omdat zij vaak een ambivalente houding hebben en bang zijn dat deze instanties vanaf bovenaf veel macht kunnen uitoefenen op hun rol als betrokken ouder. Hier vallen ook de instanties onder waarmee zij op gedwongen basis in aanraking komen, zoals de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdbescherming.
  • Hulp/dienstverlening: hiermee wordt hetgeen bedoeld dat door professionals op methodisch wijze wordt aangeboden aan ongehuwde vaders. De professionals stimuleren de ongehuwde vaders tot zelfredzaamheid zodat zij tot systematische oplossingen kunnen komen.

 

1.6. Doel van het onderzoek
Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in de huidige hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders zodat de hulp/dienstverlening kan aansluiten op de hulpvragen van deze doelgroep en het VKC op adequate wijze de ongehuwde vaders kan doorverwijzen naar de hulp/ dienstverlening. Op zo een manier zijn ongehuwde vaders in staat om te participeren in de hulp/ dienstverlening en worden zij evenwel als de moeder betrokken in de hulp/dienstverlening. Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek is een sociale kaart voor ongehuwde vaders opgesteld die het VKC zal hanteren bij het doorverwijzen van deze doelgroep met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap.

 

1.7. Type onderzoek
Dit onderzoek is een kwalitatief praktijkgericht onderzoek in de vorm van een analyseonderzoek. Daarnaast heb ik binnen mijn vooronderzoek een literatuuronderzoek gedaan om alvast een beeld te vormen over het ongehuwd vaderschap en de hulp/ dienstverlening. Het kwalitatieve analyseonderzoek zal een combinatie zijn van de gefundeerde theoriebenadering en een literatuuronderzoek aan de hand van de literatuur en wet- en regelgeving omtrent het vaderschap.

Een analyseonderzoek probeert te beschrijven hoe het probleem er op dit moment uitziet, welke factoren invloed hebben en welke aanbevelingen op het probleem naar voren komen. Hierbij staat de beleving en de ervaring van de onderzoeksgroep centraal. In dit onderzoek staan de belevingen en ervaringen van de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders met de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders centraal. Op basis van deze ervaringen en belevingen zal ik tot aanbevelingen komen aan de hulp/dienstverlening en de opdrachtgever.
De gefundeerde theoriebenadering tracht een verschijnsel te beschrijven aan de hand van gedetailleerde en ongestructureerde gegevens. In dit geval zijn dat de gegevens uit de interviews met de ongehuwde vaders en de hulp/dienstverleners. Uit de verzamelde data uit de interviews zal een theorie worden gevormd over de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders. Hierbij wordt de problematiek omtrent het ongehuwd vaderschap in kaart gebracht, zodat hier op in gespeeld kan worden door het Vader Kennis Centrum en zij beter in staat zijn om ongehuwde vaders naar een breder scala aan hulp/dienstverlening door te verwijzen.

 

1.8. Leeswijzer
In dit onderzoeksrapport is voor een compacte structuur gekozen waarin antwoord wordt gegeven op de deelvragen en tot slot op de onderzoeksvraag. Het rapport begint met een samenvatting. Hierna volgen de belangrijkste bevindingen per deelvraag. Iedere deelvraag is weer ingedeeld in een zelfstandig leesbare paragraaf. Hiermee is het onderzoeksrapport als volgt opgebouwd:

  • Hoofdstuk 1 start met de inleiding. Hier wordt ingegaan op de sociale en juridische context van het onderzoek, de onderzoeksvraag en bijbehorende deelvragen en tot slot het doel en het type onderzoek.
  • Hoofdstuk 2 bevat het theoretisch kader vanuit het vooronderzoek. Hier worden de geraadpleegde bronnen besproken en wordt het onderzoek afgebakend aan de hand van de geselecteerde literatuur.
  • Hoofdstuk 3 bevat de onderzoeksaanpak. Hier komt de dataverzamelingsmethode, de verantwoording, de onderzoekspopulatie, de toelichting van de bruikbaarheid, validiteit en de representativiteit van het onderzoek aan bod. Aan het eind van dit hoofdstuk zal er een schematische weergave worden gegeven van de opbouw van het onderzoek.
  • Hoofdstuk 4 geeft resultaten van het onderzoek weer. Dit bevat de vermelding van de onderzoeksgroep, de kwalitatieve resultaten, de feitelijke beschrijving van de bevindingen en een analyse van de onderzoekopbrengst.
  • Hoofdstuk 5 eindigt met de conclusie, aanbevelingen en een reflectie. In de conclusie is antwoord gegeven op de deelvragen en onderzoeksvraag. Daarnaast bevat dit hoofdstuk aanbevelingen die voortvloeien uit de conclusie en een reflectie op het onderzoeksproces.

 

Hoofdstuk 2 Theoretisch kader vanuit vooronderzoek

Om tot beantwoording te komen van de onderzoeksvraag is er in het kader van het vooronderzoek een literatuuronderzoek uitgevoerd. In dit literatuuronderzoek staat de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders centraal. Aan de hand van de verschillende bronnen en de geraadpleegde literatuur is de context van het onderzoek aangeduid. Op basis van dit vooronderzoek zijn de onderstaande deelvragen geformuleerd. Deze deelvragen zijn ingedeeld in paragrafen waarbij de theorie van iedere deelvraag afzonderlijk wordt behandeld.

De deelvragen zijn als volgt:

  • Hoe ziet ongehuwd vaderschap eruit?
  • Welke vragen leggen ongehuwde vaders voor aan de hulp/dienstverlening met betrekking tot het vaderschap en hoe worden deze vragen opgepakt?
  • Welke vragen leggen ongehuwde vaders voor aan het Vader Kennis Centrum en hoe worden deze vragen opgepakt door het centrum?
  • Bij welke instanties komen ongehuwde vaders terecht met hun hulpvragen over het vaderschap en hoe komen zij hier terecht?
  • Waar verwijst het Vader Kennis Centrum op dit moment ongehuwde vaders naar toe met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap en wat is hun ervaring hiermee?
  • Welke juridische kennis hebben de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders over het ongehuwd vaderschap?
  • Wat zijn randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders op basis van de ervaringen en verwachtingen van de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders?

 

2.1. Het ongehuwd vaderschap
Artikel 1:199 BW definieert de term vader als de man die gehuwd is met de vrouw uit wie het kind is geboren, als de man die het kind heeft erkend, als de man wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld en als de man die het kind heeft geadopteerd. Daarnaast is de man ook vader van het kind dat binnen 306 dagen na zijn overlijden is geboren uit de vrouw met wie hij was gehuwd. De ongehuwde vaders uit dit onderzoek hebben vaak te maken met de erkenning van hun kind als zij juridisch ouder willen zijn. Artikel 1:203 BW geeft aan dat een vader zijn kind kan erkennen aan de hand van een akte van erkenning of aan de hand van een notariële akte. Daarnaast geeft dit artikel aan dat erkenning gevolg heeft vanaf het tijdstip dat het is gedaan. Een erkenning is echter nietig volgens artikel 1:204 BW als deze is gedaan door een man met wie de moeder ingevolge art. 1:41 BW geen huwelijk mag sluiten. Hier gaat het om een huwelijk tussen personen die familierechtelijk in de opgaande en in de nederdalende lijn of als broeder of als zuster met elkaar verbonden zijn. Tevens is een erkenning nietig als deze is gedaan door een minderjarige man die de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, als het kind de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt en moeder voorafgaand geen toestemming heeft verleend, als het kind twaalf jaar of ouder is en voorafgaand geen toestemming heeft gegeven, als de erkenning door een getrouwde man is gedaan of als er al twee juridische ouders zijn. Ingevolge artikel 1:204 lid 4 BW kan de man die het kind wil erkennen vervangende toestemming krijgen van de rechtbank als hij deze niet van het kind en/of de moeder krijgt. Voorwaarden zijn dat hij de verwekker is van het kind en de erkenning niet het belang van het kind schaadt.

Op grond van artikel 1:198 BW is de moeder van een kind de vrouw uit wie het kind is geboren of die het kind heeft geadopteerd. Ingevolge artikel 1:253b lid 1 BW oefent de moeder van rechtswege alleen het gezag uit over haar kind als zij niet gehuwd is met de vader, tenzij zij niet bevoegd is om het gezag uit te oefenen.

Op grond van artikel 1:253d BW kunnen ouders op gezamenlijk verzoek gezamenlijke uitoefening van het gezag aanbrengen bij de rechtbank, waarna deze zal worden aangetekend in het gezagsregister. Tevens is het mogelijk voor de vader om via artikel 1:253c BW een verzoek tot gezamenlijk gezag aan te brengen. De ongehuwde vaders uit dit onderzoek bewandelen vaak een van deze twee wegen met betrekking tot het gezag over hun kind.

Artikel 1:244 BW bepaalt dat er een aantekening wordt gemaakt in het gezagsregister van het gezag over minderjarigen. Dit betekent dat het gezag wordt aangetekend in het gezagsregister op het moment dat een ongehuwde vader deze heeft aangevraagd over zijn kind. Ingevolge artikel 1:245 BW heeft de vader dan ouderlijk gezag. Dit gezag houdt in dat de vader mee mag beslissen met moeder over belangrijke beslissingen in het leven van het kind, zoals de schoolkeuze en de gezondheidszorg. Daarnaast beheert hij het vermogen van de minderjarige en mag hij hem vertegenwoordigen in burgerlijke handelingen. Artikel 1:247 BW bepaalt dat het ouderlijk gezag inhoudt dat de ouder het recht en de plicht heeft om het kind te verzorgen en op te voeden. Hier valt onder dat de ouder verantwoordelijk is voor het geestelijke en lichamelijk welzijn van het kind en voor de bevordering van de ontwikkeling van het kind.

Ingevolge artikel 1:251 BW oefenen ouders gedurende en na het huwelijk gezamenlijk gezag over hun kind uit. Dit is een verschil met ouders die uit affectieve relatie een kind hebben en uit elkaar gaan. Hier is het gezag niet automatisch bij beide ouders en blijven beide ouders ook niet het gezag beoefenen na de breuk, tenzij de vader het kind heeft erkend en er gezag over heeft aangevraagd met toestemming van moeder. Dit moet ingevolge artikel 1:252 lid 1 BW op verzoek van beide ouders zijn gedaan en ingeschreven zijn in het gezagsregister. Artikel 1:253a BW biedt de mogelijkheid aan ouders die gezamenlijk gezag hebben om geschillen met betrekking tot het gezag voor te leggen aan de rechter. De rechter neemt dan een beslissing in het belang van het kind. De ongehuwde vaders in dit onderzoek hebben bijna allemaal te maken gehad met de rechtspraak op het gebied van erkennen, gezag en omgang. Vaak hebben de vaders een geschil met moeder en leggen deze dan voor aan de rechter via bovenstaande juridische wegen.

Op basis van de uitkomsten van de wet wordt het ongehuwd vaderschap gedefinieerd als de vaders die uit affectieve relatie met de moeder een kind hebben en hun kind eerst moeten erkennen voordat zij gezamenlijk gezag samen met de moeder kunnen aanvragen bij de griffie van de rechtbank. Zij hebben geen huwelijk of geregistreerd partnerschap gehad met moeder.

Het artikel “Prenatale betrokkenheid bepalend voor later engagement van ongehuwde vaders bij hun kinderen tijden de eerste levensjaren” beschrijft de resultaten van een onderzoek naar de betrokkenheid van ongehuwde vaders in de transitiefase naar vaderschap. Het onderzoek gaat ervan uit dat dit samenhangt met een groter engagement van vaders en meer interactie met hun kinderen tijdens de eerste levensjaren. Een verklaring voor deze samenhang kan worden gevonden in de levenslooptheorie en de identiteitstheorie.[7] De identiteitstheorie houdt in dat ongehuwde vaders die al vanaf de geboorte nauw betrokken zijn met het ongeboren kind en de partner meer en sterkere mogelijkheden hebben tot binding met zijn kind en partner en het ontwikkelen van een eigen identiteit als vader. De levenslooptheorie gaat uit van de levenstransities. Hiermee worden de belangrijke keuzes bedoeld die het kind in zijn latere leven moet maken voor betekenisvolle statuswijzigingen in zijn eigen leven. Hier kan worden gedacht aan het maken van een studiekeuze of baankeuze.

Uit de analyse van dit onderzoek is gebleken dat ongehuwde vaders met een hogere prenatale betrokkenheid en vaders die meer belang hechtten aan de vaderstatus in het eerste levensjaar van hun kind meer engagement bij hun kinderen toonden. Ook het samenwonen met moeder draagt bij aan meer engagement van een ongehuwde vader bij zijn kind. Ook in het derde levensjaar van het kind bleek de ongehuwde vader met een hogere prenatale betrokkenheid meer engagement te tonen. Echter bleek het in derde levensjaar de vaderstatus minder van belang te zijn dan in het eerste levensjaar.

De uitkomsten van dit onderzoek dragen bij aan een beter inzicht in de factoren die de betrokkenheid van vaders bij hun kinderen op langere termijn bevorderen. Tevens ondersteunen de uitkomsten van dit onderzoek de levensloop- en identiteitstheorie. Er kan worden geconcludeerd dat vroegtijdige prenatale betrokkenheid van vaders in de transitie naar vaderschap kan leiden tot betere en meer betrokken relaties.[8] Met het ongehuwd vaderschap wordt dus niet alleen het juridisch vaderschap bedoeld, maar de algehele relatie tussen een man en zijn kind. Deze relatie heeft emotionele, sociale, juridische en biologische componenten. Middels die artikel zal binnen mijn onderzoek antwoord worden gegeven hoe het ongehuwd vaderschap op emotioneel en sociaal vlak eruit ziet en wat de betekenis is van de aanwezigheid van een vader in het leven van een kind.

Irene Zwaan (2013) haalt in haar boek “De afwezige vader bestaat niet”[9] een doelgroepanalyse uit 2011 naar voren die is uitgevoerd door de Amsterdamse organisatie voor jeugdhulpverlening Spirit. In deze doelgroepanalyse is een steekproef onder 145 kinderen gehouden die in 2011 een beroep deden op zwaardere hulpvormen, zoals crisisopvang en uithuisplaatsing. Deze kinderen hebben vaker de kans om in aanraking te komen met jeugdzorg, politie en justitie. Daarnaast hebben zij een grotere kans om ADHD te ontwikkelen en hebben zij slechtere schoolprestaties. 28 Procent van de 145 kinderen die een beroep deden op zwaardere hulpvormen groeiden op in een gezin waar beide biologische ouders aanwezig waren. 53% Van de kinderen woonden in een eenoudergezin en de overige kinderen woonden in een co-oudergezin, adoptiegezin, een opnieuw samengesteld gezin of bij hun familie. Deze uitkomsten laten zien dat een scheiding van de ouders nadelige gevolgen kan hebben op het verloop van het leven van de kinderen en zal ik gebruiken in mijn onderzoek om aan te tonen dat het belangrijk is om met beide ouders op te groeien en vaders net zoveel als de moeder moeten worden betrokken in de hulp/dienstverlening dat hun kind aan gaat.

Van nature hebben kinderen een onvoorwaardelijk gevoel voor liefde en trouw voor zowel hun vader als moeder. Dit komt door de biologische verwantschap die zij delen met hun ouders. Bij conflicten tussen de ouders kunnen de kinderen klem komen te zitten tussen de ouders, waardoor zij in een loyaliteitsconflict raken met zichzelf. De ouders trekken vaak onbewust aan het kind, willen dat het hen begrijpt of zelfs partij kiest. Hoewel ouders vaak neutraal proberen te blijven tegen de kinderen in conflicten met elkaar, blijven de kinderen gevoelig voor deze strijd en kan het zelfs leiden tot afwijzing van een ouder. Dit wordt het Parental Alienation Syndrome (PAS) genoemd en werd voor het eerst in 1985 door Richard Gardner beschreven. Dit syndroom staat in Nederland ook wel bekend onder de naam ouderverstoting en beschrijft een minachtende houding van het kind tegen de uitwonende ouder. Deze houding komt voornamelijk tot stand door de indoctrinatie en manipulatie van de ouder waar het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft. Kinderen die aan dit syndroom lijden, wijzen een van hun biologische ouders af en hiermee een deel van hun bestaansrecht, waardoor dit kan worden gezien als emotionele mishandeling.[10] Deze theorie zal ik gebruiken om te onderzoeken of de ongehuwde vaders in mijn onderzoek ook met ouderverstoting te maken hebben.

Om het ongehuwd vaderschap en de problematiek die hier omheen hangt beter te definiëren, zal er in het hoofdstuk van de onderzoeksresultaten op terug worden gekomen aan de hand van de uitkomsten van de interviews onder de zeven ongehuwde vaders en de elf hulp/dienstverleners. In hoofdstuk 5 zal er in de conclusie uiteindelijk antwoord worden gegeven op de deelvraag: “Hoe ziet ongehuwd vaderschap eruit?”.

 

2.2. De hulpvragen die worden gesteld door ongehuwde vaders met betrekking tot het vaderschap aan de hulp/dienstverlening en de aanpak van deze vragen
De handreiking Scheiding en zorg voor de kinderen [11] is ontwikkeld voor de gemeenten die vanaf 2011 de plicht hebben om een Centrum Jeugd en Gezin op te starten en beschrijft hoe er binnen een gemeente kan worden gekomen tot een goed ondersteuningsaanbod rondom scheiden en welke rol het Centrum Jeugd en Gezin daarin heeft. Hierbij ligt het accent op het opstellen van een ouderschapsplan en juridische en financiële zaken. In deze handreiking komt naar voren dat ouders voornamelijk vragen stellen over:

  • Omgang met gedrag van kinderen
  • Opvoedkundige vragen
  • Financiële en juridische vragen
  • Het maken van afspraken met de ex-partner over de kinderen
  • Een nieuwe partner/stiefgezinnen [12]

Deze handreiking zal binnen mijn onderzoek worden gebruikt om antwoord op de vraag te geven welke hulpvragen ongehuwde vaders aan de hulp/dienstverlening stellen en hoe er tot een goed ondersteuningsaanbod aan hulp/dienstverlening kan worden gekomen in de vorm van een sociale kaart, zodat het Vader Kennis Centrum de ongehuwde vaders naar adequate hulp/dienstverlening kan doorverwijzen.

Uit een onderzoek in opdracht van expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving (Van Lier, 2007) is naar voren gekomen dat tienervaders op het gebied van vaderschap vooral behoefte hebben aan informatie over hun juridische positie. De jonge vaders willen weten wat erkenning inhoudt en willen weten welke rechten een vader heeft. In dit onderzoek kwam naar voren dat vaders de informatie op het gebied van erkenning en gezag onoverzichtelijk vinden en maar weinig vaders informatie hebben ingewonnen over hun juridische positie.[13] De tienervaders uit het voorgaande onderzoek waren niet gehuwd, waardoor zij ook onder de doelgroep ongehuwde vaders uit dit onderzoeksrapport vallen. Hierdoor zullen de uitkomsten van dit onderzoek worden gebruikt om te onderzoeken of de ongehuwde vaders uit mijn onderzoek ook weinig kennis over hun juridische positie hebben en meer informatie vanuit de hulp/dienstverlening willen krijgen over gezag en erkenning. Dit zal worden gemeten aan de hand van de hulpvragen die ongehuwde vaders stellen aan de hulp/dienstverlening. Deze komen naar voren in de resultaten uit de interviews met zeven ongehuwde vaders en elf hulp/dienstverleners. De resultaten uit de interviews met de ongehuwde vaders zullen gebruikt worden voor de uiteindelijke beantwoording van de deelvraag in hoofdstuk 5 van dit onderzoeksrapport.

 

2.3. De hulpvragen van ongehuwde vaders aan het Vader Kennis Centrum en de vragen die het centrum oppakt
Het Vader Kennis Centrum is een expertisecentrum die de rol van beide ouders in de opvoeding wilt versterken en de zorg voor en het onderwijs aan kinderen op waarde wilt inschatten. Hierbij streeft het Vader Kennis Centrum ernaar om vaders meer betrokken te krijgen bij de zorg en opvoeding van de kinderen. Per maand krijgt het kenniscentrum van twaalf ongehuwde vaders hulpvragen voorgelegd op het gebied van omgang met hun kind, conflicten met de moeder, gezag over hun kind en de juridische mogelijkheden tot erkenning van het kind. Naar aanleiding hiervan zal in dit onderzoek worden onderzocht op welke manier het VKC de hulpvragen van de ongehuwde vaders oppakt en waar verbeterpunten liggen voor het doorverwijzen van ongehuwde vaders naar adequate hulp/dienstverlening.

Hierdoor kan er op basis van het theoretisch kader vanuit mijn vooronderzoek geen volledig antwoord worden gegeven op de deelvraag:” Welke vragen leggen ongehuwde vaders voor aan het Vader Kennis Centrum en welke worden opgepakt door het centrum?”. Het antwoord op deze deelvraag zal worden aangevuld in hoofdstuk 4 van dit onderzoeksrapport waar de resultaten van de interviews met zeven ongehuwde vaders en elf hulp/dienstverleners zal worden besproken. De resultaten uit de interviews met beide groepen zal worden gebruikt voor de beantwoording van deze deelvraag.

 

2.4. Instanties waar ongehuwde vaders terecht komen met hun hulpvragen met betrekking tot het vaderschap en de manier waarop zij hier terecht komen
Uit het eerdere onderzoek naar de problematiek die vaders met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder ondervinden (Padberg, Van der Heijden, Barendse & Reijnhout, 2012) komt naar voren dat vaders met de onderstaande instanties contact hebben opgenomen met hun hulpvragen met betrekking tot het vaderschap:

  • Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
  • Raad voor de Kinderbescherming
  • Psycholoog
  • Mediation
  • Jeugdzorg
  • Huisarts
  • Overige jeugdhulp; zoals de Opvoedpoli en Centrum Jeugd en Gezin
  • Maatschappelijk werk
  • Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)
  • Schuldsanering
  • Leger des Heils
  • De Waag
  • Overig; zoals een vertrouwenspersoon en het Centrum Internationale Kinderontvoering [14]

Bovenstaande instanties zal ik als vertrekpunt gebruiken om vast te stellen waar de ongehuwde vaders in mijn onderzoek terecht komen met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap.

In dit eerdere onderzoek komt niet naar voren hoe de vaders terecht zijn gekomen bij de bovenstaande instanties. Hierdoor kan ik op basis van het theoretisch kader vanuit mijn

vooronderzoek geen volledig antwoord gegeven op de deelvraag: “Bij welke instanties komen ongehuwde vaders terecht met hun hulpvragen over het vaderschap en hoe komen zij hier terecht?”. Dit antwoord zal worden aangevuld in hoofdstuk 4 van dit onderzoeksrapport. In dit hoofdstuk worden de resultaten uit de interviews met zeven ongehuwde vaders en elf hulp/dienstverleners besproken. De resultaten uit de interviews zullen gebruikt worden voor de beantwoording van deze deelvraag in de conclusie van hoofdstuk 5 van dit onderzoeksrapport.

 

2.5. Doorverwijzing van ongehuwde vaders door het Vader Kennis Centrum
Het Vader Kennis Centrum geeft aan dat zij op dit moment ongehuwde vaders voornamelijk doorverwijzen naar de advocatuur en de mediation in zaken over omgang, gezag en erkenning.
Mediation is een vorm van conflictbemiddeling. Het heeft als uitgangspunt dat partijen zelf verantwoordelijk zijn om hun conflict op te lossen. De mediator is hierin neutraal, onpartijdig en een procesbegeleider. Hij of zij regisseert de mediation. Echter is wel vrijwillige deelname voor mediation nodig. Dit kan een probleem zijn voor ouders die net uit elkaar zijn.[15]

In dit onderzoek zal voornamelijk scheidingsmediation aan bod komen. Dit type mediation wordt vaak ingezet als ouders in conflict dreigen te raken over de verdeling van de opvoedingstaken als zij uit elkaar gaan. Deze mediation wordt als een proces beschreven dat aandacht heeft voor zowel de emoties als de maatschappelijke gevolgen van scheiding. Echter kan mediation alleen succesvol worden uitgevoerd als beide partners bereid zijn om het beste te geven en gelijkwaardig aan elkaar zijn.[16] Voordelen om de scheiding via mediation af te doen, zijn: het is een snel proces en partners zullen de gemaakte afspraken sneller waarderen. Dit komt omdat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het oplossen van het conflict en het vaststellen van gelijkwaardige afspraken. Hierdoor zal het ouderschapsplan beter worden nageleefd en kan er een stabielere leefomgeving aan de kinderen worden geboden. In dit onderzoek zal worden meegenomen hoeveel ongehuwde vaders een mediationtraject hebben doorlopen en of deze geslaagd is.

Naast het doorverwijzen naar de mediation en de advocatuur, zorgt het kenniscentrum dat de jurisprudentie met betrekking tot het ongehuwd vaderschap up-to-date blijft op de website en op de Facebook-pagina zodat de ongehuwde vaders dit kunnen gebruiken als achtergrondmateriaal in hun situatie. Daarnaast verstrekt het VKC een lijst aan ongehuwde vaders die hen helpt bij het maken van de juiste advocaatkeuze. Het kenniscentrum biedt op dit moment voornamelijk juridische ondersteuning en verwijst ook door naar juridische instanties. In dit onderzoek zal worden onderzocht of het VKC naar een breder scala aan hulp/dienstverlening kan doorverwijzen, zodat de ongehuwde vaders ook hun sociaal-emotionele vragen op het gebied van opvoeding kunnen stellen aan de hulp/dienstverlening.

Op basis van de literatuur en de resultaten uit de interviews met zeven ongehuwde vaders en elf hulp/dienstverleners zal ik in hoofdstuk 5 van dit onderzoeksrapport tot een antwoord komen op de deelvraag: “Waar verwijst het Vader Kennis Centrum op dit moment ongehuwde vaders naar toe met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap en wat is hun ervaring hiermee?”.

 

2.6. Juridische kennis over het ongehuwd vaderschap
Het Vader Kennis Centrum heeft aangeven dat de ongehuwde vaders weinig juridische kennis hebben over hun rechtspositie, waardoor zij vaak in een juridisch conflict komen met de moeder van hun kind over de omgang, erkenning en omgang. Uit onderzoek vanuit het expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving (Van Lier, 2007) is naar voren gekomen dat tienervaders de behoefte hebben aan meer informatie over hun rechtspositie.[17]

Ingevolge artikel 1:35 BW mag een minderjarige geen huwelijk aangaan zonder toestemming van de ouders. Hierdoor trouwen tienervaders minder snel met de moeder van hun kind. Een minderjarige die de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, kan ingevolge artikel 1:204 lid 1 onder b BW zijn kind niet erkennen. Tienervaders die de leeftijd van zestien jaar nog niet hebben bereikt, kunnen hierdoor hun kind niet erkennen en er ook geen gezag over aan vragen. Met deze rechtspositie vallen zij ook onder de doelgroep ongehuwde vaders die centraal staat in dit onderzoek.

Aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek vanuit het expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving (Van Lier, 2007) en de ervaringen van het Vader Kennis Centrum met het juridisch kennisniveau van de ongehuwde vaders, zal ik het juridisch kennisniveau onder de ongehuwde vaders en de hulp/dienstverleners in dit onderzoek meten. Ik verwacht in combinatie met de uitkomsten van de interviews met de zeven ongehuwde vaders en de elf hulp/dienstverleners een volledig antwoord te kunnen geven op de deelvraag: “Welke juridische kennis hebben de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders over het ongehuwd vaderschap?”.

 

2.7. Randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders op basis van de verwachtingen en ervaringen van de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders
In het eerdere onderzoek naar de problematiek die vaders met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder ondervinden (Padberg, Van der Heijden, Barendse & Reijnhout, 2012) zijn de onderstaande aanbevelingen aan de hulp/dienstverlening naar voren gekomen. De doelgroep van dit onderzoek zijn vaders die geen vaste relatie met de moeder van hun kind hebben gehad of een relatiebreuk of echtscheiding achter de rug hebben.

De relevante aanbevelingen uit het onderzoek “ Vaders in perspectief ” (Padberg, Van der Heijden, Barendse & Reijnhout, 2012) aan de hulp/dienstverlening zijn als volgt:

  • Wees duidelijk in de hulp/ dienstverlening
  • Zorg dat je kennisniveau op peil blijft
  • Er zou iets zoals het Vader Kennis Centrum moeten zijn, maar dan niet vanuit de vaders, maar vanuit een bredere context
  • Werk samen
  • Luister naar wat je cliënt vertelt en luister naar zijn/haar mening
  • Zet niet gewoon de ene ouder buiten spel en volg niet klakkeloos het systeem
  • Blijf objectief
  • Toon empathie en betrokkenheid

Aan de hand van de ervaringen en verwachtingen van de ongehuwde vaders en hulp/dienstverleners in dit onderzoek en de bovenstaande aanbevelingen, zullen er randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde worden gevormd. Deze randvoorwaarden zullen als aanbevelingen gelden voor de hulp/dienstverlening, zodat deze beter aansluit op de hulpvragen van de ongehuwde vaders.

 

2.7.1. Erkenning binnen jeugdzorg voor het belang van vaders
Irene Zwaan (2013) merkt in haar boek “De afwezige vader bestaat niet” op dat het voor de professional meer een ‘moeten’ dan een ‘willen’ is om met beide ouders te werken binnen de jeugdzorg.[18] Deze opmerking plaatst zij naar aanleiding van het artikel “Gescheiden ouders en hun kinderen: te veel gevraagd voor jeugdzorg?” van René Knip (psycholoog en contextueel therapeut). Het artikel van René Knip zich richt op de ouders na een echtscheiding. Na een echtscheiding behouden allebei de ouders het ouderlijk gezag waardoor hulp/dienstverleners verplicht zijn om beide ouders te betrekken bij de hulp/dienstverlening met betrekking tot hun kind. Bij ongehuwde ouders is dit vaak niet het geval en heeft alleen de moeder het gezag over het kind na een relatiebreuk. Hierdoor zijn professionals niet verplicht om beide ouders te betrekken in de hulp/dienstverlening met betrekking tot hun kind. De ongehuwde vader blijft dan vaak buiten beeld na een relatiebreuk met de moeder.

Daarnaast laat Irene Zwaan (2013) in haar boek “De afwezige vader bestaat niet” een aantal professionals aan het woord die elk hun visie en ervaring delen over de erkenning die binnen jeugdzorg bestaat voor het belang van vaders, en de erkenning die er zou moeten zijn. Familietherapeut Kitlyn Tjin-A-Djie geeft aan dat tien jaar geleden de jeugdzorg voornamelijk gericht was op het kind, terwijl de jeugdzorg beweerde dat de professionals gezinsgericht werkten. Men had in die tijd zelfs moeite om de moeder te betrekken in de hulpverlening. Het was in die tijd al helemaal moeilijk om de vader te betrekken in de hulpverlening. Er waren zelfs intakeformulieren waarin niet naar de vader werd gevraagd. Als de moeder niet wilde dat de vader betrokken werd in de hulpverlening, dan werd dit niet gedaan in verband met de privacy van de moeder. Kitlyn Tjin-A-Djie geeft aan dat er in tussentijd veel veranderd is in de werkwijze van de jeugdzorg, maar zij is bang dat in veel gevallen nog steeds de oude werkwijze wordt toegepast.[19]

Résy Broekhoven is manager bij Spirit jeugdzorg Amsterdam en denkt dat er in toenemende mate meer aandacht is voor vaders in de werkwijze van de hulp/dienstverlenende instanties. Veel instanties werken via systeembenadering waardoor de vader automatisch in beeld komt. Vaders zijn meer gericht op praktische oplossingen, terwijl moeders sneller de slachtofferrol aannemen. Hij geeft aan dat vaders altijd welkom zijn geweest in de hulp/dienstverlening als zij initiatief toonden. Echter stelt hij de vraag of de hulp/dienstverlening er alles aan heeft gedaan om de vader te bereiken als hij geen initiatief toonde. Sommige vaders zijn buiten spel gezet omdat ze geen gezag hebben of agressief zijn bevonden. Daarnaast zijn vaders minder beschikbaar voor de hulp/dienstverlening dan de moeder, omdat hij meestal fulltime werkt en niet beschikbaar is in de uren dat de professionals werkt. De afspraken worden vaak op een doordeweekse dag gepland. Dit zijn tijdstippen dat de vader aan het werk is en dus niet beschikbaar is voor de hulp/dienstverlening. Hierdoor is het lastig om betrokken te worden in de hulp/dienstverlening met betrekking tot hun kind of om deze in te schakelen met betrekking tot hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap.[20]

Ali is een Marokkaanse jeugdhulpverlener in een grote stad en is van menig dat er beter naar het verhaal van de vader moet worden geluisterd. De jeugdzorg is voornamelijk gericht op het kind en de moeder. De moeder neemt vaak de slachtofferrol aan. Daarnaast is het lastig om de vader te betrekken in de hulp/dienstverlening doordat de moeder hem buitenspel heeft gezet. De reden die moeder geeft voor vaders afwezigheid wordt snel geaccepteerd door de hulp/dienstverleners, waardoor er niet naar het verhaal van de vader wordt geluisterd. Ali geeft aan dat de vaders binnen de Marokkaanse cultuur niet hebben geleerd om te praten.

Zij zijn vaak de hoofdkostwinnaar en hebben een zware migratiegeschiedenis achter de rug. Van deze mannen wordt verwacht dat zij sterk en emotieloos zijn, terwijl zij ook verdriet hebben. Volgens Ali moet dit verdriet eerst worden erkend voordat deze vaders zich kunnen openstellen en samen met de hulp/dienstverlening aan het probleem kunnen werken. Dit geldt tevens voor de Surinaamse en Antilliaanse vaders.[21]

De Afro-Caribische Urmy Macnack is transcultureel systeemtherapeut en werkt voornamelijk met Afro-Caribische families. Hierbij benadrukt zij het belang van aandacht voor de vaders uit deze cultuur. Urmy geeft aan dat deze vaders vaak worden gekleineerd en op de proef worden gesteld door de moeder. Om hun mannelijkheid terug te krijgen, moeten zij handelen in plaats van praten. Het praten is hen nooit aangeleerd, waardoor zij uit beeld dreigen te raken in het leven van hun kind. Veel kinderen in de Afro-Caribische cultuur missen een vaderfiguur in hun leven. De hulpverlening kan hier een grote rol in spelen door vaders te leren dat ze belangrijk zijn in de aanpak van de problemen van hun kinderen.[22]

De theorie uit het boek “De afwezige vader bestaat niet” zal ik in mijn onderzoek meenemen. Aan de hand van deze theorie vraag ik mij af of de hulp/dienstverlenende instanties binnen dit onderzoek gezinsgericht werken en of deze instanties voornamelijk ingericht zijn op het werken met de moeder. Daarnaast vraag ik me af welke rol cultuurverschillen spelen in het betrokken vaderschap.

The University of Newcastle (2009) heeft de zogenaamde “Principles of father-inclusive practice” opgesteld. Deze bestaan uit de volgende negen principes:

  • Bewustzijn van vaders aanwakkeren in hun belangrijke rol als ouder
  • Respect voor vaders
  • Gelijke toegang tot hulpverlenende instanties en gelijke mogelijkheden voor vaders
  • Sterke kanten van vaders belichten
  • Sterke kanten van beroepskrachten belichten
  • Bevorderen van vaderschap en vaders het gevoel geven dat ze belangrijk zijn (zelfbeeld en eigenwaarde opkrikken)
  • Vaders door beroepskrachten als serieuze opvoedpartners beschouwen
  • Vaders beter trainen op het vaderschap
  • Meer onderzoek en evaluatie naar vaderschap verrichten [23]

Bovenstaande principes zijn opgesteld om meer vader inclusief beleid te bevorderen binnen de hulp/dienstverlenende instanties. Met vader inclusief beleid wordt bedoeld dat instanties zich met hun methodiek richten op een (meer) betrokken rol van de vader in het leven van zijn

kind(eren), waardoor de drempel naar hulp/ dienstverlening als minder hoog wordt ervaren. Daarnaast wordt het beleid al vroegtijdig tijdens de zwangerschap ingezet en richt het zich op ondersteuning van de relaties tussen moeders en vaders. Middels dit beleid worden beide ouders betrokken in de hulp/dienstverlening.

Aan de hand van de “Principles of father-inclusive practice” zal ik nagaan of de hulp/dienstverlenende instanties binnen dit onderzoek ook vader inclusief werken en op welke manier het vader inclusief beleid kan worden bevorderd.

Op basis van de literatuur en de resultaten uit de interviews met zeven ongehuwde vaders en elf hulp/dienstverleners zal ik in hoofdstuk 5 van dit onderzoeksrapport tot een antwoord komen op de deelvraag: “Wat zijn randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders op basis van de ervaringen en verwachtingen van de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders?”

 

Hoofdstuk 3 Onderzoeksaanpak

In dit hoofdstuk zal de aanpak van de uitvoering van het onderzoek worden besproken. Het hoofdstuk begint met het aangeven wat er zal worden gemeten en met welke omstandigheden rekening moet worden gehouden. Hierna zal worden ingegaan op de bruikbaarheid, betrouwbaarheid, validiteit en representativiteit. Aan het eind van dit onderzoek zal een schematische weergave worden gegeven van het verloop van het onderzoek.

 

3.1. Onderzoek in de praktijk
Dit onderzoek richt zich op de hulp/ dienstverleners die werkzaam zijn met ongehuwde vaders en op de ongehuwde vaders die ervaringen hebben met de hulp/dienstverlening. Met de hulp/dienstverleners worden de personen bedoeld die beroepsmatig te maken hebben met ongehuwde vaders en die vanuit hun opleiding beschikken over competenties en vaardigheden voor het uitoefenen van hulp/diensten aan de cliënt. Dit onderzoek zal uitwijzen waartoe ongehuwde vaders zich wenden met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap en welke hulp/ dienstverleners te maken hebben met deze doelgroep in hun werk.

Onder de elf hulp/dienstverleners die ik zal interviewen zal de doelstelling van de organisatie, de werkwijze, de hulpvragen die zij krijgen voorgelegd, de beroepsmatige kennis, visie en ervaringen met de doelgroep ongehuwde vaders worden gemeten. Daarnaast zal binnen de groep ongehuwde vaders gemeten worden welke ervaringen zij hebben met de hulp/dienstverlening, welke hulpvragen zij voorleggen, welk juridische kennis zij hebben met betrekking tot erkennen en gezag en welke ervaringen zij hebben met de rechtspraak.

In het literatuuronderzoek staat de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders centraal. In dit onderzoek is er gekeken naar de resultaten van eerdere onderzoeken naar de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders, de relevante wet- en regelgeving met betrekking tot het ongehuwd vaderschap en de overige literatuur met betrekking tot het ongehuwd vaderschap. De geselecteerde literatuur binnen het literatuuronderzoek en de uitkomsten van de interviews met de ongehuwde vaders en hulp/dienstverleners zullen worden gebruikt om de deelvragen en de uiteindelijke onderzoeksvraag te beantwoorden.

Naast bovengenoemde onderzoeken is er tevens een dossieronderzoek bij de rechtbank Midden-Nederland verricht naar de zaken die door ongehuwde vaders zijn opgestart op het gebied van omgang, gezag, erkenning en wijziging hoofdverblijfplaats. Binnen dit onderzoek zijn er dertig dossiers onderzocht.

Hieronder is de onderzoeksaanpak per deelvraag uitgewerkt.

1. Hoe ziet ongehuwd vaderschap eruit?
Deze deelvraag zal worden beantwoord aan de hand van de relevante wet- en regelgeving op het gebied van het vaderschap, de uitkomsten van de interviews met de zeven ongehuwde vaders en de geselecteerde literatuur met betrekking tot het ongehuwd vaderschap uit het literatuuronderzoek. Hierbij zal voornamelijk Burgerlijk Wetboek 1 aan de orde komen met betrekking tot afstamming, erkenning en gezag.

Op basis van een combinatie van de relevante wet- en regelgeving met de literatuur, de uitkomsten van eerdere onderzoeken op het gebied van het vaderschap en de uitkomsten van de interviews met de zeven ongehuwde vaders zal er tot een antwoord worden gekomen op deze deelvraag.

2. Welke vragen leggen ongehuwde vaders voor aan de hulp/dienstverlening met betrekking tot het vaderschap en hoe worden deze vragen opgepakt?
Ter beantwoording van deze deelvraag zullen er zeven ongehuwde vaders en elf hulp/dienstverleners worden geïnterviewd. Binnen de interviews met de ongehuwde vaders zal worden gekeken naar de ervaringen die ongehuwde vaders hebben met de hulp/dienstverlening, welke hulpvragen zij voorleggen, welk juridische kennis zij hebben met betrekking tot erkennen en gezag en welke ervaringen zij hebben met de rechtspraak.

Binnen de interviews met de hulp/dienstverleners zal worden gekeken naar de doelstelling van de organisatie, de werkwijze, de hulpvragen die zij krijgen voorgelegd, de beroepsmatige kennis, visie en ervaringen met de doelgroep ongehuwde vaders. De hulp/dienstverleners die geïnterviewd zullen worden hebben verschillende functies en zijn werkzaam bij verschillende instanties. Van de volgende functies ben ik van mening dat zij belangrijk zijn voor het onderzoek: echtscheidingsmediator en advocaat werkzaam bij Van der Woude de Graaf Advocaten Amsterdam, manager Thuisbegeleiding werkzaam bij ActiVite Leiden, mediator, gezinscoach en systeemtherapeut werkzaam bij de Opvoedpoli Amsterdam Zuid-West, voorzitter Vitamine V werkzaam bij platform Vitamine V, voorzitter Vader Kennis Centrum werkzaam bij Stichting Vader Kennis Centrum Utrecht, familierechtadvocaat werkzaam bij SmeetsGijbels Advocaten Rotterdam, teamleider Omgang en Gezag werkzaam bij de Raad voor de Kinderbescherming Amsterdam, gezinsvoogd Jeugdbescherming werkzaam bij William Schrikker Groep Amsterdam (2x) en juridisch medewerker werkzaam bij Juridisch Loket Amsterdam.

De respondenten zullen per e-mail en per telefoon worden benaderd voor het maken van een afspraak om het interview af te nemen. Hierbij zal ik gebruikmaken van een diepte interview. Het interview zal ongeveer driekwartier duren en zal via Skype of in een persoonlijk gesprek worden afgenomen. Alle interviews zullen worden opgenomen, zodat deze teruggeluisterd kunnen worden tijdens de analyse van het materiaal.

Tijdens het interview zal ik een flexibele houding aannemen zodat de ongehuwde vaders ruimte hebben voor eigen inbreng. De vragen uit het interview zijn gebaseerd op de literatuur, eerdere onderzoeken en de relevante wet- en regelgeving met betrekking tot het ongehuwd vaderschap. Daarnaast zijn de interviewvragen gebaseerd op de diverse aspecten van de deelvraag. Ik zal het interview beginnen met enkele algemene vragen waarna ik uiteindelijk tot de vragen kom die van belang zijn voor beantwoording van de deelvraag.

Om de bovenstaande deelvraag te kunnen beantwoorden, zal ik de data gebruiken die uit de interviewvragen naar voren komen met betrekking tot de hulpvragen die ongehuwde vaders aan de hulp/dienstverlening stellen. Deze data zal ik combineren met de literatuur uit mijn literatuuronderzoek. Bij deze deelvraag zal ik gebruikmaken van de handreiking die voor de gemeenten is ontwikkeld die vanaf 2011 de plicht hebben om een Centrum Jeugd en Gezin op te starten (Broeders & Wolswinkel, 2010). Deze handreiking beschrijft hoe er binnen een gemeente kan worden gekomen tot een goed ondersteuningsaanbod rondom scheiden en welke rol het Centrum Jeugd en Gezin daarin heeft. In deze handreiking komen de vragen naar voren die ouders stellen na een scheiding of relatiebreuk.[24] Uit eerder onderzoek in opdracht van expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving (Van Lier, 2007) is naar voren gekomen dat tienervaders op het gebied van vaderschap vooral behoefte hebben aan informatie over hun juridische positie.[25] Zij willen weten wat erkenning inhoudt en welke rechten zij als ongehuwde vader hebben. In dit onderzoek kwam naar voren dat vaders de informatie op het gebied van erkenning en gezag onoverzichtelijk vinden en maar weinig vaders informatie hebben ingewonnen over hun juridische positie. Deze resultaten zal ik gebruiken in mijn onderzoek om tot een antwoord te komen op de bovenstaande deelvraag.

Een compleet overzicht van de uitgewerkte interviews met de ongehuwde vaders en hulp/dienstverleners zijn als bijlagen bij dit onderzoeksrapport toegevoegd.

3. Welke vragen leggen ongehuwde vaders voor aan het Vader Kennis Centrum en hoe worden deze vragen opgepakt door het centrum?
Ter beantwoording van deze deelvraag zullen er zeven ongehuwde vaders en de voorzitter van het Vader Kennis Centrum worden geïnterviewd. Binnen de interviews met de ongehuwde vaders zal worden gekeken naar de ervaringen die ongehuwde vaders hebben met de hulp/dienstverlening, welke hulpvragen zij voorleggen, welk juridische kennis zij hebben met betrekking tot erkennen en gezag en welke ervaringen zij hebben met de rechtspraak.

Binnen het interview met de voorzitter van het Vader Kennis Centrum zal worden gekeken naar de doelstelling van de organisatie, de werkwijze, de hulpvragen die zij krijgen voorgelegd, de beroepsmatige kennis, visie en ervaringen met de doelgroep ongehuwde vaders. Ter beantwoording van deze deelvraag zal ik gebruikmaken van de data die naar voren komt uit de interviewvragen met de zeven ongehuwde vaders met betrekking tot het Vader Kennis Centrum en de data uit de interviewvragen met de voorzitter van het Vader Kennis Centrum.

De respondenten zullen per e-mail en per telefoon worden benaderd voor het maken van een afspraak om het interview af te nemen. Hierbij zal ik gebruikmaken van een diepte interview. Het interview zal ongeveer driekwartier duren en zal via Skype of in een persoonlijk gesprek worden afgenomen. Alle interviews zullen worden opgenomen, zodat deze teruggeluisterd kunnen worden tijdens de analyse van het materiaal.

Tijdens het interview zal ik een flexibele houding aannemen zodat de ongehuwde vaders ruimte hebben voor eigen inbreng. De vragen uit het interview zijn gebaseerd op de literatuur, eerdere onderzoeken en de relevante wet- en regelgeving met betrekking tot het ongehuwd vaderschap. Daarnaast zijn de interviewvragen gebaseerd op de diverse aspecten van de deelvraag. Ik zal het interview beginnen met enkele algemene vragen waarna ik uiteindelijk tot de vragen kom die van belang zijn voor beantwoording van de deelvraag.

Een compleet overzicht van de uitgewerkte interviews met de ongehuwde vaders en hulp/dienstverleners zijn als bijlagen bij dit onderzoeksrapport toegevoegd.

4. Bij welke instanties komen ongehuwde vaders terecht met hun hulpvragen over het vaderschap en hoe komen zij hier terecht?
Ter beantwoording van deze deelvraag zullen er zeven ongehuwde vaders en elf hulp/dienstverleners worden geïnterviewd. Binnen de interviews met de ongehuwde vaders zal worden gekeken naar de ervaringen die ongehuwde vaders hebben met de hulp/dienstverlening, welke hulpvragen zij voorleggen, welk juridische kennis zij hebben met betrekking tot erkennen en gezag en welke ervaringen zij hebben met de rechtspraak.

Binnen de interviews met de hulp/dienstverleners zal worden gekeken naar de doelstelling van de organisatie, de werkwijze, de hulpvragen die zij krijgen voorgelegd, de beroepsmatige kennis, visie en ervaringen met de doelgroep ongehuwde vaders. De hulp/dienstverleners die geïnterviewd zullen worden hebben verschillende functies en zijn werkzaam bij verschillende instanties. Van de volgende functies ben ik van mening dat zij belangrijk zijn voor het onderzoek: echtscheidingsmediator en advocaat werkzaam bij Van der Woude de Graaf Advocaten Amsterdam, manager Thuisbegeleiding werkzaam bij ActiVite Leiden, mediator, gezinscoach en systeemtherapeut werkzaam bij de Opvoedpoli Amsterdam Zuid-West, voorzitter Vitamine V werkzaam bij platform Vitamine V, voorzitter Vader Kennis Centrum werkzaam bij Stichting Vader Kennis Centrum Utrecht, familierechtadvocaat werkzaam bij SmeetsGijbels Advocaten Rotterdam, teamleider Omgang en Gezag werkzaam bij de Raad voor de Kinderbescherming Amsterdam, gezinsvoogd Jeugdbescherming werkzaam bij William Schrikker Groep Amsterdam (2x) en juridisch medewerker werkzaam bij Juridisch Loket Amsterdam.

De respondenten zullen per e-mail en per telefoon worden benaderd voor het maken van een afspraak om het interview af te nemen. Hierbij zal ik gebruikmaken van een diepte interview. Het interview zal ongeveer driekwartier duren en zal via Skype of in een persoonlijk gesprek worden afgenomen. Alle interviews zullen worden opgenomen, zodat deze teruggeluisterd kunnen worden tijdens de analyse van het materiaal.

Tijdens het interview zal ik een flexibele houding aannemen zodat de ongehuwde vaders ruimte hebben voor eigen inbreng. De vragen uit het interview zijn gebaseerd op de literatuur, eerdere onderzoeken en de relevante wet- en regelgeving met betrekking tot het ongehuwd vaderschap. Daarnaast zijn de interviewvragen gebaseerd op de diverse aspecten van de deelvraag. Ik zal het interview beginnen met enkele algemene vragen waarna ik uiteindelijk tot de vragen kom die van belang zijn voor beantwoording van de deelvraag.

Om de bovenstaande deelvraag te kunnen beantwoorden, zal ik de data gebruiken die uit de interviewvragen naar voren komen met betrekking tot de ervaringen die ongehuwde vaders hebben met de hulp/dienstverlening en de ervaringen die hulp/dienstverleners hebben met ongehuwde vaders in hun werk. Om tot een complete beantwoording van de bovenstaande deelvraag te komen, zal ik een combinatie maken van de data uit de interviews en het eerdere onderzoek naar de problematiek die vaders met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder ondervinden (Padberg, Van der Heijden, Barendse & Reijnhout, 2012). In dit onderzoek komt naar voren dat vaders met verschillende instanties contact hebben opgenomen met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap, waaronder de Raad voor de Kinderbescherming, jeugdzorg en het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK).

Een compleet overzicht van de vragenlijsten van de interviews met de ongehuwde vaders en hulp/dienstverleners is als bijlage bij dit onderzoeksrapport toegevoegd.

5. Waar verwijst het Vader Kennis Centrum op dit moment ongehuwde vaders naar toe met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap en wat is hun ervaring hiermee?
Ter beantwoording van deze deelvraag zullen er zeven ongehuwde vaders en de voorzitter van het Vader Kennis Centrum worden geïnterviewd. Binnen de interviews met de ongehuwde vaders zal worden gekeken naar de ervaringen die ongehuwde vaders hebben met de hulp/dienstverlening, welke hulpvragen zij voorleggen, welk juridische kennis zij hebben met betrekking tot erkennen en gezag en welke ervaringen zij hebben met de rechtspraak.

Binnen het interview met de voorzitter van het Vader Kennis Centrum zal worden gekeken naar de doelstelling van de organisatie, de werkwijze, de hulpvragen die zij krijgen voorgelegd, de beroepsmatige kennis, visie en ervaringen met de doelgroep ongehuwde vaders. Ter beantwoording van deze deelvraag zal ik gebruikmaken van de data die naar voren komt uit de interviewvragen met de zeven ongehuwde vaders met betrekking tot het Vader Kennis Centrum en de data uit de interviewvragen met de voorzitter van het Vader Kennis Centrum.

Het interview met de voorzitter van het Vader Kennis Centrum zal via Skype worden afgenomen en worden opgenomen, zodat deze teruggeluisterd kan worden tijdens de analyse van het materiaal. In dit interview zal ik gebruikmaken van een diepte interview. Binnen dit interview zal worden gekeken naar de doelstelling van de organisatie, de werkwijze, de hulpvragen die zij krijgen voorgelegd, de beroepsmatige kennis, visie en ervaringen met de doelgroep ongehuwde vaders.

De interviews met de ongehuwde vaders zullen persoonlijk en per Skype worden afgenomen. Binnen de interviews met de ongehuwde vaders zal worden gekeken naar de ervaringen die ongehuwde vaders hebben met de hulp/dienstverlening, welke hulpvragen zij voorleggen, welk juridische kennis zij hebben met betrekking tot erkennen en gezag en welke ervaringen zij hebben met de rechtspraak. Alle interviews zullen worden opgenomen, zodat deze teruggeluisterd kunnen worden tijdens de analyse van het materiaal. In deze interviews zal ik gebruikmaken van diepte interviews.

Tijdens het interview zal ik een flexibele houding aannemen zodat de respondent ruimte heeft voor eigen inbreng. De vragen uit het interview zijn gebaseerd op de literatuur, eerdere onderzoeken en de relevante wet- en regelgeving met betrekking tot het ongehuwd vaderschap. Daarnaast zijn de interviewvragen gebaseerd op de diverse aspecten van de deelvraag. Ik zal het interview beginnen met enkele algemene vragen waarna ik uiteindelijk tot de vragen kom die van belang zijn voor beantwoording van de deelvraag.

Om tot een volledige beantwoording te komen van de bovenstaande deelvraag zal ik de data uit de interviews met de ongehuwde vaders en de voorzitter van het Vader Kennis Centrum combineren met de literatuur uit mijn literatuuronderzoek. Vanuit het VKC is naar voren gekomen dat zij op het moment ongehuwde vaders met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap voornamelijk doorverwijzen naar de advocatuur en de mediation. Mediation is een vorm van conflictbemiddeling en heeft als uitgangspunt dat partijen zelf verantwoordelijk zijn om hun conflict op te lossen. De mediator is hierin neutraal, onpartijdig en een procesbegeleider. Voor mediation is vrijwillige deelname van beide partijen nodig. Dit kan een probleem zijn voor ouders die net uit elkaar zijn.[26] In dit onderzoek zal voornamelijk scheidingsmediation aan bod komen. Dit type mediation wordt ingezet als ouders in een conflict dreigen te raken over de verdeling van de opvoedingstaken na een scheiding.

Een compleet overzicht van het uitgewerkte interview met de voorzitter van het Vader Kennis Centrum en de ongehuwde vaders binnen dit onderzoek zijn als bijlage bij dit onderzoeksrapport toegevoegd.

6. Welke juridische kennis hebben de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders over het ongehuwd vaderschap?
Ter beantwoording van deze deelvraag zullen er zeven ongehuwde vaders en elf hulp/dienstverleners worden geïnterviewd. Binnen de interviews met de ongehuwde vaders zal worden gekeken naar de ervaringen die ongehuwde vaders hebben met de hulp/dienstverlening, welke hulpvragen zij voorleggen, welk juridische kennis zij hebben met betrekking tot erkennen en gezag en welke ervaringen zij hebben met de rechtspraak.

Binnen de interviews met de hulp/dienstverleners zal worden gekeken naar de doelstelling van de organisatie, de werkwijze, de hulpvragen die zij krijgen voorgelegd, de beroepsmatige kennis, visie en ervaringen met de doelgroep ongehuwde vaders. De hulp/dienstverleners die
geïnterviewd zullen worden hebben verschillende functies en zijn werkzaam bij verschillende instanties. Van de volgende functies ben ik van mening dat zij belangrijk zijn voor het onderzoek: echtscheidingsmediator en advocaat werkzaam bij Van der Woude de Graaf Advocaten Amsterdam, manager Thuisbegeleiding werkzaam bij ActiVite Leiden, mediator, gezinscoach en systeemtherapeut werkzaam bij de Opvoedpoli Amsterdam Zuid-West, voorzitter Vitamine V werkzaam bij platform Vitamine V, voorzitter Vader Kennis Centrum werkzaam bij Stichting Vader Kennis Centrum Utrecht, familierechtadvocaat werkzaam bij SmeetsGijbels Advocaten Rotterdam, teamleider Omgang en Gezag werkzaam bij de Raad voor de Kinderbescherming Amsterdam, gezinsvoogd Jeugdbescherming werkzaam bij William Schrikker Groep Amsterdam (2x) en juridisch medewerker werkzaam bij Juridisch Loket Amsterdam.

De respondenten zullen per e-mail en per telefoon worden benaderd voor het maken van een afspraak om het interview af te nemen. Hierbij zal ik gebruikmaken van een diepte interview. Het interview zal ongeveer driekwartier duren en zal via Skype of in een persoonlijk gesprek worden afgenomen. Alle interviews zullen worden opgenomen, zodat deze teruggeluisterd kunnen worden tijdens de analyse van het materiaal.

Tijdens het interview zal ik een flexibele houding aannemen zodat de ongehuwde vaders ruimte hebben voor eigen inbreng. De vragen uit het interview zijn gebaseerd op de literatuur, eerdere onderzoeken en de relevante wet- en regelgeving met betrekking tot het ongehuwd vaderschap. Daarnaast zijn de interviewvragen gebaseerd op de diverse aspecten van de deelvraag. Ik zal het interview beginnen met enkele algemene vragen waarna ik uiteindelijk tot de vragen kom die van belang zijn voor beantwoording van de deelvraag.

Om de bovenstaande deelvraag te kunnen beantwoorden, zal ik de data gebruiken die uit de interviewvragen naar voren komen met betrekking tot de juridische kennis die ongehuwde vaders over hun rechtspositie hebben. Deze data zal ik combineren met de literatuur uit mijn literatuuronderzoek. Uit onderzoek vanuit het expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving (Van Lier, 2007) is naar voren gekomen dat tienervaders de behoefte hebben aan meer informatie over hun rechtspositie en dat zij de informatie op het gebied van erkenning en gezag onoverzichtelijk vinden.[27] De tienervaders zijn allemaal ongehuwd, waardoor zij ook vallen onder doelgroep ongehuwde vaders. De resultaten uit dit onderzoek zal ik gebruiken om onder de hulp/dienstverleners te meten of de ongehuwde vaders de informatie over gezag en erkenning ook onduidelijk vinden en welke juridische kennis zij hebben over hun rechtspositie.

Een compleet overzicht van de uitgewerkte interviews met de ongehuwde vaders en hulp/dienstverleners zijn als bijlagen bij dit onderzoeksrapport toegevoegd.

7. Wat zijn randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders op basis van de ervaringen en verwachtingen van de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders?
Ter beantwoording van deze deelvraag zullen er zeven ongehuwde vaders en elf hulp/dienstverleners worden geïnterviewd. Binnen de interviews met de ongehuwde vaders zal worden gekeken naar de ervaringen die ongehuwde vaders hebben met de hulp/dienstverlening, welke hulpvragen zij voorleggen, welk juridische kennis zij hebben met betrekking tot erkennen en gezag en welke ervaringen zij hebben met de rechtspraak.

Binnen de interviews met de hulp/dienstverleners zal worden gekeken naar de doelstelling van de organisatie, de werkwijze, de hulpvragen die zij krijgen voorgelegd, de beroepsmatige kennis, visie en ervaringen met de doelgroep ongehuwde vaders. De hulp/dienstverleners die geïnterviewd zullen worden hebben verschillende functies en zijn werkzaam bij verschillende instanties. Van de volgende functies ben ik van mening dat zij belangrijk zijn voor het onderzoek: echtscheidingsmediator en advocaat werkzaam bij Van der Woude de Graaf Advocaten Amsterdam, manager Thuisbegeleiding werkzaam bij ActiVite Leiden, mediator, gezinscoach en systeemtherapeut werkzaam bij de Opvoedpoli Amsterdam Zuid-West, voorzitter Vitamine V werkzaam bij platform Vitamine V, voorzitter Vader Kennis Centrum werkzaam bij Stichting Vader Kennis Centrum Utrecht, familierechtadvocaat werkzaam bij SmeetsGijbels Advocaten Rotterdam, teamleider Omgang en Gezag werkzaam bij de Raad voor de Kinderbescherming Amsterdam, gezinsvoogd Jeugdbescherming werkzaam bij William Schrikker Groep Amsterdam (2x) en juridisch medewerker werkzaam bij Juridisch Loket Amsterdam.

De respondenten zullen per e-mail en per telefoon worden benaderd voor het maken van een afspraak om het interview af te nemen. Hierbij zal ik gebruikmaken van een diepte interview. Het interview zal ongeveer driekwartier duren en zal via Skype of in een persoonlijk gesprek worden afgenomen. Alle interviews zullen worden opgenomen, zodat deze teruggeluisterd kunnen worden tijdens de analyse van het materiaal.

Tijdens het interview zal ik een flexibele houding aannemen zodat de ongehuwde vaders ruimte hebben voor eigen inbreng. De vragen uit het interview zijn gebaseerd op de literatuur, eerdere onderzoeken en de relevante wet- en regelgeving met betrekking tot het ongehuwd vaderschap. Daarnaast zijn de interviewvragen gebaseerd op de diverse aspecten van de deelvraag. Ik zal het interview beginnen met enkele algemene vragen waarna ik uiteindelijk tot de vragen kom die van belang zijn voor beantwoording van de deelvraag.

Om de bovenstaande deelvraag te kunnen beantwoorden, zal ik de data gebruiken die uit de interviewvragen naar voren komen met betrekking tot de juridische kennis die ongehuwde vaders over hun rechtspositie hebben. Daarnaast zal ik de data uit de interviewvragen over de ervaringen van de hulp/dienstverleners met ongehuwde vaders en de ervaringen van ongehuwde vaders met de hulp/dienstverlening gebruiken. Deze data zal ik combineren met de literatuur uit mijn literatuuronderzoek. In het eerdere onderzoek naar de problematiek die vaders met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder ondervinden (Padberg, Van der Heijden, Barendse & Reijnhout, 2012) is naar voren gekomen dat vaders een ambivalente houding hebben jegens de hulp/dienstverlening en zich vaak niet serieus genomen voelen door de professionals. In dit onderzoek zijn aanbevelingen aan de hulp/dienstverlening gedaan, waaronder dat de hulp/dienstverlening duidelijk moet zijn en moet zorgen dat er samengewerkt wordt met de vader.

Irene Zwaan (Zwaan, 2013) laat in haar boek vier professionals aan het woord over de werkwijze van de hulp/dienstverlening en de erkenning die binnen jeugdzorg bestaat voor het belang van het betrekken van de vader in de hulp/dienstverlening voor hun kind. Aan de hand van deze theorie zal ik meten of de hulp/dienstverlenende instanties binnen mijn onderzoek gezinsgericht werken en of deze instanties voornamelijk ingericht zijn op het werken met de moeder. Daarnaast zal ik meten welke rol cultuurverschillen spelen in het betrokken vaderschap. De uitkomsten van dit meetproces zal ik meenemen om tot een antwoord te komen op de deelvraag en te komen tot randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders.

De negen principles of father-inclusive practice gaan uit van het bevorderen van vaderinclusief beleid binnen de hulp/dienstverlening (University of Newcastle,2009) [28]. Met vader inclusief beleid wordt bedoeld dat instanties zich met hun methodiek richten op een (meer) betrokken rol van de vader in het leven van zijn kind(eren), waardoor de drempel naar hulp/ dienstverlening als minder hoog wordt ervaren. Daarnaast wordt het beleid al vroegtijdig tijdens de zwangerschap ingezet en richt het zich op ondersteuning van de relaties tussen moeders en vaders. Middels dit beleid worden beide ouders betrokken in de hulp/dienstverlening. De principes zal ik gebruiken om tot randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders te komen en tot de uiteindelijke beantwoording van de bovenstaande deelvraag.

Een compleet overzicht van de uitgewerkte interviews met de ongehuwde vaders en hulp/dienstverleners zijn als bijlagen bij dit onderzoeksrapport toegevoegd.

 

3.2. Dataverzamelingsmethoden
Het kwalitatieve analyseonderzoek zal een combinatie zijn van de gefundeerde theoriebenadering en een literatuuronderzoek aan de hand van de literatuur en wet- en regelgeving omtrent de omgang van vaders met hun kinderen en het vaderschap. Hierbij zal ik het beleid, de wet- en regelgeving en de werkwijze van de instanties waar de geïnterviewde hulp/ dienstverleners werkzaam zijn gebruiken om inzicht te krijgen in de kaders waaraan zij zijn gebonden bij de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders, zodat ik een beeld krijg van de hulpvragen die ongehuwde vaders voorleggen aan de hulp/dienstverlening met betrekking tot het vaderschap. Daarnaast zal ik de data die ik heb verkregen uit de interviews met de ongehuwde vaders gebruiken om een overzicht te geven van de verwachtingen en de hulpvragen die bij hen leven op het gebied van het vaderschap en de hulp/dienstverlening. Dit zal ik doen aan de hand van de gefundeerde theoriebenadering die uit vijf stappen bestaat, namelijk:

1. Ordenen van de gegevens: ik zal de gegevens ordenen door de teksten van de interviews in te delen in fragmenten.
2. Vaststellen van de relevantie: na het ordenen van de gegevens zal ik alle relevante fragmenten selecteren ter beantwoording van de onderzoeksvraag.
3. Open coderen: de geselecteerde relevante fragmenten zullen open gecodeerd worden door deze te labelen en door middel van synoniemen samen te voegen. In het proces van labelen zal ik zo dicht mogelijk blijven bij de oorspronkelijke tekst van het fragment en deze samenvatten aan de hand van steekwoorden die labels worden genoemd. De gelijke labels zal ik samenvoegen en aangegeven hoe vaak deze worden genoemd.
4. Axiaal coderen: de labels die voortgekomen zijn uit het open coderen zullen nu axiaal worden gecodeerd. Dit betekent dat ik de labels zal onderbrengen in categorieën.
5. Selectief coderen: het selectief coderen zal ik doen door een selectie te maken uit de axiale codering aan de hand van de onderzoeksvraag en het onderzoeksdoel.

Een voorwaarde voor de gefundeerde theoriebenadering is dat ik zo open mogelijk het onderzoeksmateriaal zal benaderen. Dit is op een wijze die vrij staat van mijn eigen achtergrond. Alleen op zo een manier kan ik een antwoord geven op de onderzoeksvraag en het onderzoeksdoel nastreven die losstaat van mijn eigen oordeel.[29]

In dit onderzoek heb ik gekozen voor de gefundeerde theoriebenadering, omdat deze benadering een verschijnsel probeert te beschrijven aan de hand van gedetailleerde en ongestructureerde gegevens. In dit onderzoek zijn dat de gegevens uit de interviews met de ongehuwde vaders en de hulp/dienstverleners. Uit de verzamelde data uit de interviews zal een theorie worden gevormd over de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders. Hierbij wordt de problematiek omtrent het ongehuwd vaderschap in kaart gebracht, zodat hier op ingespeeld kan worden door het Vader Kennis Centrum en zij beter in staat zijn om ongehuwde vaders naar een breder scala aan hulp/dienstverlening door te verwijzen.

Binnen deze gefundeerde theoriebenadering zal ik een combinatie maken van interviews met de ongehuwde vaders en de hulp/ dienstverleners die werkzaam zijn op het gebied van het vaderschap. De hulp/dienstverleners kunnen informatie verschaffen over het sociale systeem waartoe zij behoren en over de sociale processen die zich afspelen, maar ook over hun eigen verwachtingen, waarderingen, ervaringen en gedragingen gedurende de bestudeerde periode.

Het gebruik van verschillende databronnen wordt triangulatie genoemd en kan de betrouwbaarheid van de waarneming vergroten door middel van deze te onderbouwen aan de hand van theorie en de uitkomsten van de interviews met de hulp/ dienstverleners en de ongehuwde vaders. Uit de gegevens zal naar voren komen op welke manier hulp/ dienstverleners hun diensten en hulp aan ongehuwde vaders ervaren en hoe zij met de kaders van wet- en regelgeving omgaan met betrekking tot deze doelgroep. Dit zijn gevoelige en complexe onderwerpen, omdat elke hulp- en dienstverlener zijn eigen werkwijze heeft gecreëerd onder het beleid van de instanties waar hij werkzaam is. Daarnaast werkt iedere hulp/dienstverlener vanuit een andere basis. Per hulp/ dienstverlener zal de ervaring anders zijn. Het houden van open interviews is hierdoor de meest geschikte kwalitatieve dataverzamelingsmethode, zodat ik ruimte laat voor eigen inbreng van de geïnterviewde personen.[30]

Uit de uitkomsten van de interviews met de ongehuwde vaders zal naar voren komen wat hun invulling aan het vaderschap is en welke ervaringen en belevingen zij hebben met de hulp/ dienstverlening en de rechtspraak. Dit zijn gevoelige en complexe onderwerpen, omdat elk verhaal anders is. Hier komen veel emoties bij kijken. Het houden van open interviews is hierdoor de meest geschikte kwalitatieve dataverzamelingsmethode.

In dit onderzoek zal ik er voor kiezen om diepte interviews te houden met de hulp/ dienstverleners en de ongehuwde vaders. Voor een overzicht van welke hulp/ dienstverleners en vaders dat zullen zijn, verwijs ik naar het kopje onderzoekspopulatie uit dit hoofdstuk. Deze diepte interviews zullen face-to-face en via Skype worden afgenomen, waardoor ik de ruimte heb om lichaamstaal en eigen inbrengen van de respondenten mee te nemen. Deze waarnemingen en eigen inbrengen zal ik meenemen in mijn kwalitatieve analyse. De groep ongehuwde vaders kan er voor kiezen om het interview anoniem af te nemen om de privacy omtrent hun persoonlijke verhaal te waarborgen. De anonieme interviews met de ongehuwde vaders zal ik via Skype en een persoonlijk gesprek afnemen. Dit betekent dat de vaders niet anoniem voor mij zijn, maar een schuilnaam zullen krijgen in mijn onderzoeksrapport.

De hulp/dienstverleners kunnen er ook voor kiezen om het interview anoniem af te nemen, zodat hun privacy gewaarborgd blijft. Ik kan mij voorstellen dat sommige hulp/dienstverleners niet willen dat hun uitspraken worden gezien als algemene uitspraken vanuit de instantie waar zij werken. Uitspraken over de visie en de missie van de instantie zijn algemeen. Uiteindelijk heeft elke hulp/dienstverlener een eigen manier van werken ontwikkeld en gaat het om hun ervaring met ongehuwde vaders in hun werk. De anonieme interviews met de hulp/dienstverleners zal ik via Skype en een persoonlijk gesprek afnemen. Dit betekent dat de vaders niet anoniem voor mij zijn, maar een schuilnaam zullen krijgen in mijn onderzoeksrapport.

 

Diepte interview
Aan de hand van een diepte interview zal ik informatie verzamelen. Dit zal een face-to-face interview zijn via Skype of in een persoonlijk gesprek. Het interview zal bestaan uit open vragen. Een diepte interview is gericht op het achterhalen van motivaties en gedachten over een onderwerp. In dit geval zijn dit de gedachten en motivaties met betrekking tot de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders. In het diepte interview is er gebruikgemaakt van een (gestructureerde) gesprekspuntenlijst in de vorm van een vragenlijst, zodat alle aspecten van de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders aan bod komt.

 

3.3. Onderzoekspopulatie
De onderzoeksgroep bestaat uit hulp/ dienstverleners die hulp en diensten bieden aan ongehuwde vaders en ongehuwde vaders met ervaring met hulp/dienstverlening met betrekking tot het vaderschap. Binnen de hulp/ dienstverlening zal ik een onderscheid maken tussen vrijwilligers en deskundigen die te maken hebben in hun werk met ongehuwde vaders. Ik heb dit onderscheid gemaakt, zodat ik kan meten of het voor de ongehuwde vaders een rol speelt in de beslissing om hulp/ dienstverlening in te schakelen als deze op vrijwillige of beroepsmatige basis wordt aangeboden.

 

3.4. Bruikbaarheid, betrouwbaarheid, validiteit en representativiteit

 

Bruikbaarheid
Het onderzoek zal bruikbaar zijn voor het Vader Kennis Centrum Utrecht, omdat de onderzoeksresultaten kunnen helpen bij het inzichtelijk maken van de huidige hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders en het centrum op zo een manier inzicht krijgt in de hulpvragen die worden gesteld door ongehuwde vaders en waar zij deze vaders naar toe kunnen doorverwijzen met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zullen aanbevelingen worden gegeven over hoe de hulp/dienstverlening kan aansluiten op de hulpvragen van ongehuwde vaders en hoe deze opgepakt kunnen worden door de huidige hulp/dienstverlening. Het onderzoek zal plaatsvinden in de periode september 2013 tot en met maart 2014.

 

Betrouwbaarheid en validiteit
De betrouwbaarheid gaat over de mate waarin het onderzoek vrij is van ‘toevallige fouten’. Hierbij moeten de gevolgen van incidentele en structurele fouten worden beperkt. Een voorwaarde voor het onderzoek is dat deze herhaalbaar is en dat bij herhaling bijna dezelfde uitkomsten zullen komen. Het ongehuwde vaderschap is door de jaren heen ontwikkeld zowel op juridisch als sociaal vlak als er gekeken wordt naar de verschillende wetswijzigingen en wetten die er zijn ingevoerd die dit onderwerp raken. De aandacht voor het ongehuwd vaderschap zal alleen maar toenemen, omdat steeds meer ouders er voor kiezen om samen te wonen en niet meer te trouwen. Daarnaast blijven mensen steeds langer singel en zijn er verschillende vormen relaties, zoals de LAT-relatie. Door de toename van de aandacht voor het ongehuwd vaderschap is het onwaarschijnlijk dat de interviews een jaar later weer worden gehouden en er dan andere antwoorden gegeven zullen worden. De betrouwbaarheid heeft hierdoor een beperkte houdbaarheid. Om te voorkomen dat er een vertekend beeld in de interviews voorkomt, worden er enkele maatregelen genomen. Deze maatregelen worden hieronder beschreven.

Binnen een kwalitatief praktijkgericht onderzoek aan de hand van de gefundeerde theoriebenadering is de inhoudelijke generaliseerbaarheid minder van belang, omdat kwalitatief onderzoek gericht is op een gedetailleerde beschrijving van en een begrip voor een proces of verschijnsel, waarbij de betekenis die mensen geven aan hun percepties en gedragingen centraal staat.

In dit onderzoek zal ik de interne validiteit nastreven binnen de onderzoeksgroep die ik heb geselecteerd, omdat ik mij richt op een geselecteerd domein van ongehuwde vaders en hulp/dienstverleners. Dit betekent dat ik moet nagaan of mijn data die ik heb verkregen uit de interviews met ongehuwde vaders en hulp/dienstverleners een juiste afspiegeling vormen van de onderzoeksgroep, waardoor ik generaliseerbare uitspraken kan doen over deze groep en de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders. De interne validiteit zal ik nastreven door middel van de primaire en secundaire onderzoeksgroep telkens vanuit hetzelfde vertrekpunt te interviewen. Mijn vertrekpunt is de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders. Dit betekent dat ik in mijn diepte interviews met de hulp/ en dienstverleners en de ongehuwde vaders uitga van telkens een andere situatie waarin in andere belevingen en ervaringen centraal zullen staan met als gemeenschappelijk vertrekpunt de huidige hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders. De primaire onderzoeksgroep is de groep hulp/ dienstverleners die vanuit deskundigheid op het gebied van ongehuwd vaderschap te maken heeft met de problematiek omtrent het ongehuwd vaderschap en de secundaire groep zijn de ongehuwde vaders die zelf ervaring hebben met de problematiek omtrent het ongehuwd vaderschap.

Alle ondervraagde hulp/ dienstverleners bieden specifieke hulp en diensten aan ongehuwde vaders. Dit kan zowel op betalende als vrijwillige basis. Daarnaast zullen de ondervraagde ongehuwde vaders ook uiteenlopen in hun belevingen en ervaringen, omdat iedereen dingen anders beleeft en ervaart. Hierdoor kunnen de antwoorden op de gestelde vragen zeer uiteenlopen. Dit kan er voor zorgen dat de validiteit van dit onderzoek terugloopt. Als ik merk dat er te grote verschillen zijn in de antwoorden van de ondervraagde personen, zal ik verderop in het onderzoek met een tweede hulp/ en dienstverlener met dezelfde functie een diepte interview kunnen afnemen en twee extra ongehuwde vaders kunnen interviewen. Doordat ik telkens vanuit hetzelfde vertrekpunt een interview zal afnemen met de populatie zal de validiteit ook toenemen.

Voor de betrouwbaarheid is het nodig om minimaal zes diepte interviews te houden met hulp/ dienstverleners en minimaal zes interviews met ongehuwde vaders. Ik verwacht door minimaal zes interviews af te nemen met hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders een representatief beeld te kunnen geven van de huidige vorm van de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders en welke hulpvragen ongehuwde vaders hebben op het gebied van het vaderschap. Echter staan er op mijn lijst van respondenten elf hulp/ dienstverleners en twaalf ongehuwde vaders om te interviewen, zodat ik extra respondenten heb als er wellicht een paar afvallen. Ik verwacht met dit aantal genoeg respondenten te hebben om het verzadigingspunt van de representativiteit te kunnen waarborgen voor de geselecteerde organisaties en ongehuwde vaders voor dit onderzoek. Dit verzadigingspunt is op het moment dat de onderzoeksresultaten telkens dezelfde uitkomsten aantonen en meer uitkomsten niet meer relevant zijn voor de representativiteit. Ik realiseer me dat deze uitspraken niet generaliseerbaar zijn over de landelijke hulp/ dienstverlening en alleen over het domein van hulp/ dienstverleners en ongehuwde vaders die ik binnen dit onderzoek heb geselecteerd. Dit betekent dat ik per casus onder de ongehuwde vaders zo gedetailleerd mogelijk moet aangeven wat de situatie is en welke hulpvragen deze respondent heeft. Binnen de groep hulp/dienstverleners die in hun werk te maken hebben met ongehuwde vaders, zal ik per casus gedetailleerd moeten bekijken in hoeverre er bekendheid is over het ongehuwd vaderschap en op welke wijze er wordt ingespeeld op de hulpvragen van de ongehuwde vaders. Ik zal dan per casus bekijken wat de overeenkomsten en de verschillen zijn. De uitkomsten van de diepte interviews zal ik combineren met de uitkomsten van mijn literatuuronderzoek, waardoor ik de betrouwbaarheid van mijn onderzoek vergroot.

De hulp/ dienstverleners hebben te maken met privacy gevoelige informatie in hun beroep, waardoor zij terughoudend kunnen zijn met het verstrekken van informatie. Daarnaast hebben zij te maken met de juridische kaders neergelegd in wet- en regelgeving. Ik verwacht dat de hulp/ dienstverleners elk verschillend met deze kaders om zullen gaan, waardoor er verscheidenheid zal ontstaan in de uitkomsten met betrekking tot de werkwijze met ongehuwde vaders.

De ongehuwde vaders hebben te maken met hun eigen persoonlijk verhaal. Bij het vertellen van dit verhaal kunnen veel emoties loskomen, waarmee een ieder verschillend omgaat. Hierdoor zal er een verschil zitten in de eigen inbreng en de openheid van de vaders tijdens het interview.

 

Representativiteit
Dit onderzoek is kwalitatief en representatief voor het domein van hulp/ dienstverleners en ongehuwde vaders die ik binnen dit onderzoek heb geselecteerd. Ik zal diverse hulp/dienstverleners interviewen, waaronder een echtscheidingsmediator, advocaat, manager, en een gezinsvoogd. Dit zijn personen met verschillende functies en zijn werkzaam bij verschillende instanties. Deze hulp/dienstverleners hebben allen met ongehuwde vaders te maken en kunnen hierdoor een representatief beeld schetsen van de hulp/dienstverlening aan deze doelgroep. Het ongehuwd vaderschap en de hulp/dienstverlening aan deze doelgroep moet worden onderzocht, waardoor het niet realistisch om meer dan elf hulp/dienstverleners en zeven ongehuwde vaders te interviewen. Het literatuuronderzoek zal een aanvulling zijn op de representativiteit.

 

3.5. Schematische weergave
Hieronder volgt een schematische weergave van de wijze waarop het onderzoek ten uitvoer is gelegd.

Schematische_weergave

 

Hoofdstuk 4 Resultaten

In dit hoofdstuk worden de resultaten van de uitvoering van het onderzoek weergegeven. De resultaten van de deelvragen zijn per paragraaf aangegeven. De onderzoeksgroep die centraal staat zijn ongehuwde vaders die uit affectieve relatie een kind met moeder hebben en geen huwelijk of geregistreerd hebben gehad en de hulp/dienstverleners die zowel op professionele basis als vrijwillige basis te maken hebben met ongehuwde vaders binnen hun beroep. Onder de groep ongehuwde vaders bevinden zich zeven vaders in de leeftijdscategorie 30 t/m 53 jaar. De groep hulp/dienstverleners bestaat uit een echtscheidingsmediator en advocaat werkzaam bij Van der Woude De Graaf Advocaten Amsterdam, manager Thuisbegeleiding ActiVite Leiden, mediator, gezinscoach en systeemtherapeut Opvoedpoli Zuid-West Amsterdam, voorzitter platform Vitamine V, voorzitter Vader Kennis Centrum Utrecht, advocaat werkzaam bij SmeetsGijbels Rotterdam, teamleider Omgang en Gezag Raad voor de Kinderbescherming Amsterdam, twee gezinsvoogden werkzaam bij de William Schrikker Groep Amsterdam, juridische medewerker Juridisch Loket Amsterdam-Centrum en een gezinsvoogd werkzaam bij Jeugdbescherming Zuid-Holland Midden. De onderstaande resultaten moeten uiteindelijk antwoord geven op de onderzoeksvraag: “Hoe gaan het Vader Kennis Centrum en de hulp/dienstverleners waar zij naar doorverwijzen om met de hulpvragen van ongehuwde vaders op het gebied van het vaderschap?”.

 

4.1. Inhoud van het ongehuwd vaderschap
Wat houdt het ongehuwd vaderschap in? Wat zijn de kenmerken hiervan? Welke problematiek hangt er samen met het ongehuwd vaderschap? Om deze vragen te kunnen beantwoorden is wet- en regelgeving met betrekking tot het ongehuwd vaderschap en literatuur met betrekking tot het vaderschap geanalyseerd. De resultaten van het analyse-onderzoek zijn hieronder weergegeven.

In het kader van deze deelvraag is er in de aanpak opgenomen om de relevante wet- en regelgeving in combinatie met de literatuur over het vaderschap te analyseren. De wet- en regelgeving geeft de juridische definitie van het ongehuwd vaderschap, terwijl de literatuur de biologische, sociale en emotionele definitie geeft van het vaderschap. Hieronder zijn de resultaten van het bronnenonderzoek middels een logische volgorde weergegeven.

 

4.1.1. Juridische definitie van het ongehuwd vaderschap
Artikel 1:199 BW definieert de term vader als de man die gehuwd is met de vrouw uit wie het kind is geboren, als de man die het kind heeft erkend, als de man wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld en als de man die het kind heeft geadopteerd. Daarnaast is de man ook vader van het kind dat binnen 306 dagen na zijn overlijden is geboren uit de vrouw met wie hij was gehuwd. De ongehuwde vaders uit dit onderzoek hebben vaak te maken met de erkenning van hun kind als zij juridisch ouder willen zijn. Artikel 1:203 BW geeft aan dat een vader zijn kind kan erkennen aan de hand van een akte van erkenning of aan de hand van een notariële akte. Daarnaast geeft dit artikel aan dat erkenning gevolg heeft vanaf het tijdstip dat het is gedaan. Een erkenning is echter nietig volgens artikel 1:204 BW als deze is gedaan door een man met wie de moeder ingevolge art. 1:41 BW geen huwelijk mag sluiten. Hier gaat het om een huwelijk tussen personen die familierechtelijk in de opgaande en in de nederdalende lijn of als broeder of als zuster met elkaar verbonden zijn. Tevens is een erkenning nietig als deze is gedaan door een minderjarige man die de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, als het kind de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt en moeder voorafgaand geen toestemming heeft verleend, als het kind twaalf jaar of ouder is en voorafgaand geen toestemming heeft gegeven, als de erkenning door een getrouwde man is gedaan of als er al twee juridische ouders zijn. Ingevolge artikel 1:204 lid 4 BW kan de man die het kind wil erkennen vervangende toestemming krijgen van de rechtbank als hij deze niet van het kind en/of de moeder krijgt. Voorwaarden zijn dat hij de verwekker is van het kind en de erkenning niet het belang van het kind schaadt. Drie van de zeven geïnterviewde vaders in dit onderzoek hebben vervangende toestemming van de rechter gekregen voor het erkennen van hun kind.

Op grond van artikel 1:198 BW is de moeder van een kind de vrouw uit wie het kind is geboren of die het kind heeft geadopteerd. Ingevolge artikel 1:253b lid 1 BW oefent de moeder van rechtswege alleen het gezag uit over haar kind als zij niet gehuwd is met de vader, tenzij zij niet bevoegd is om het gezag uit te oefenen.

Op grond van artikel 1:253d BW kunnen ouders op gezamenlijk verzoek gezamenlijke uitoefening van het gezag aanbrengen bij de rechtbank, waarna deze zal worden aangetekend in het gezagsregister. Tevens is het mogelijk voor de vader om via artikel 1:253c BW een verzoek tot gezamenlijk gezag aan te brengen. Bij de laatste optie kunnen de vaders tevens vervangende toestemming krijgen voor de aanvraag van gezag. Drie van de zeven geïnterviewde vaders in dit onderzoek hebben vervangende toestemming van de rechter gekregen voor het aanvragen van gezag over hun kind.

Artikel 1:244 BW bepaalt dat er een aantekening wordt gemaakt in het gezagsregister van het gezag over minderjarigen. Dit betekent dat het gezag wordt aangetekend in het gezagsregister op het moment dat een ongehuwde vader deze heeft aangevraagd over zijn kind. Ingevolge artikel 1:245 BW heeft de vader dan ouderlijk gezag. Dit gezag houdt in dat de vader mee mag beslissen met moeder over belangrijke beslissingen in het leven van het kind, zoals de schoolkeuze en de gezondheidszorg. Daarnaast beheert hij het vermogen van de minderjarige en mag hij hem vertegenwoordigen in burgerlijke handelingen. Artikel 1:247 BW bepaalt dat het ouderlijk gezag inhoudt dat de ouder het recht en de plicht heeft om het kind te verzorgen en op te voeden. Hier valt onder dat de ouder verantwoordelijk is voor het geestelijke en lichamelijk welzijn van het kind en voor de bevordering van de ontwikkeling van het kind.

Ingevolge artikel 1:251 BW oefenen ouders tijdens en na het huwelijk gezamenlijk gezag over hun kind uit. Dit is een verschil met ouders die uit affectieve relatie een kind hebben en uit elkaar gaan. Hier is het gezag niet automatisch bij beide ouders en blijven beide ouders ook niet het gezag beoefenen na de breuk, tenzij de vader het kind heeft erkend en er gezag over heeft aangevraagd met toestemming van moeder. Dit moet ingevolge artikel 1:252 lid 1 BW op verzoek van beide ouders zijn gedaan en ingeschreven zijn in het gezagsregister. Artikel 1:253a BW biedt de mogelijkheid aan ouders die gezamenlijk gezag hebben om geschillen met betrekking tot het gezag voor te leggen aan de rechter. De rechter neemt dan een beslissing in het belang van het kind. De ongehuwde vaders in dit onderzoek hebben bijna allemaal te maken gehad met de rechtspraak op het gebied van erkennen, gezag en omgang. Vaak hebben de vaders een geschil met moeder en leggen deze dan voor aan de rechter via bovenstaande juridische wegen.

Zes van de zeven ongehuwde vaders in dit onderzoek hebben te maken gehad met de rechtspraak, waarvan drie met betrekking tot erkenning, vier met betrekking tot ouderlijk gezag, drie met betrekking tot omgang en een ongehuwde vader met betrekking tot de aanvraag van co-ouderschap. Tijdens het proces van erkennen, gezag en omgang voelt 57% van de ongehuwde vaders zich in dit onderzoek afhankelijk van de moeder, omdat zij toestemming nodig hebben om deze processen in werking te zetten en anders vervangende toestemming moeten vragen aan de rechter als de moeder weigert. Hierdoor vinden drie van de zeven ongehuwde vaders dat bij erkenning automatisch gezag moet voortvloeien. Hoewel de ongehuwde vaders zich afhankelijk voelen van de moeder in het proces van erkennen, gezag aanvragen en omgang, vinden zij de wet hieromtrent wel duidelijk. Echter zijn er niet voldoende middelen om de wet te handhaven als deze wordt geschonden. Hierdoor is de wet gevoelig voor misbruik en kan deze worden beschouwd als een tandeloze tijger (ongehuwde vader van drie kinderen, 46 jaar).

“De wet- en regelgeving staat wel achter mij, maar het is een tandeloze tijger.”

Op basis van de uitkomsten van de wet en de interviews met ongehuwde vaders wordt het ongehuwd vaderschap gedefinieerd als de vaders die uit affectieve relatie met de moeder een kind hebben en hun kind eerst moeten erkennen voordat zij gezamenlijk gezag samen met de moeder kunnen aanvragen bij de griffie van de rechtbank. Zij hebben geen huwelijk of geregistreerd partnerschap gehad met moeder. Doordat toestemming van moeder en/of het kind is vereist, ontstaan er vaak geschillen op het gebied van erkennen, gezag en omgang.

 

4.1.2. Biologische, emotionele en sociale definitie van het ongehuwd vaderschap
Naast de juridische definitie van het ongehuwd vaderschap is uit het literatuuronderzoek naar voren gekomen dat het ongehuwde vaderschap tevens biologische, emotionele en sociale aspecten heeft. Met het ongehuwd vaderschap wordt namelijk de algehele relatie tussen een man en zijn kind bedoeld. Deze relatie heeft emotionele, sociale, juridische en biologische componenten.

Een vader en moeder leren hun kind verschillende dingen aan die belangrijk zijn voor het levensverloop van hun kind. Moeders leren hun kind voornamelijk om troost te vinden, om te ontspannen, te verzorgen, te praten en om emoties te uiten. Terwijl vaders hun kinderen leren om te handelen, met stress om te gaan, om vertrouwen te hebben en om zich veilig te voelen in een lastige situatie.[31] Beide ouders vullen elkaar goed aan, waardoor het voor een kind van belang is dat het beide ouders in zijn leven heeft.

In een eerder onderzoek (Tromp, 2009) wordt uit gegaan van de betrokkenheid van ongehuwde vaders in de transitiefase naar het vaderschap. De transitiefase naar het vaderschap hangt samen met een groter engagement van vaders en meer interactie met hun kinderen tijdens de eerste levensjaren. Een verklaring voor deze samenhang kan worden gevonden in de levenslooptheorie en de identiteitstheorie. De identiteitstheorie houdt in dat ongehuwde vaders die al vanaf de geboorte nauw betrokken zijn met het ongeboren kind en de partner meer en sterkere mogelijkheden hebben tot binding met zijn kind en partner en het ontwikkelen van een eigen identiteit als vader. De levenslooptheorie gaat uit van de levenstransities. Hiermee worden de belangrijke keuzes bedoeld die het kind in zijn latere leven moet maken voor betekenisvolle statuswijzigingen in zijn leven. Hier kan worden gedacht aan het maken van een studiekeuze of baankeuze. Uit de analyse van dit onderzoek is gebleken dat ongehuwde vaders met een hogere prenatale betrokkenheid en vaders die meer belang hechtten aan de vaderstatus in het eerste levensjaar van hun kind meer engagement bij hun kinderen toonden. Ook het samenwonen met moeder draagt bij aan meer engagement van een ongehuwde vader bij zijn kind. Ook in het derde levensjaar van het kind bleek de ongehuwde vader met een hogere prenatale betrokkenheid meer engagement te tonen. Echter bleek het in derde levensjaar de vaderstatus minder van belang te zijn dan in het eerste levensjaar. De uitkomsten van dit onderzoek dragen bij aan een beter inzicht in de factoren die de betrokkenheid van vaders bij hun kinderen op langere termijn bevorderen en ondersteunen de levensloop- en identiteitstheorie. Er kan worden geconcludeerd dat vroegtijdige prenatale betrokkenheid van vaders in de transitie naar vaderschap kan leiden tot betere en meer betrokken relaties tussen een vader en zijn kind.[32]

“Toen mijn ex destijds zwanger was van mijn jongste kind zei zij: doei!”
(ongehuwde vader van drie kinderen, 46 jaar)

Uit de persoonlijke achtergrond van de ongehuwde vaders in dit onderzoek is naar voren gekomen dat drie van de zeven vaders heeft samengewoond met de moeder van hun kind. De overige vier hadden een relatie waarvan niet bekend is of zij hebben samengewoond. Bij twee van de overige vier vaders waarvan niet bekend is of deze hebben samengewoond, is de relatie met moeder beëindigd tijdens de zwangerschap. Deze ongehuwde vaders zijn dus niet prenataal betrokken geweest bij hun kind, waardoor zij wellicht minder engagement tonen in het leven van hun kind. Uit de resultaten van dit onderzoek is echter naar voren gekomen dat vijf van de zeven vaders op dit moment een rol spelen in het leven van hun kind. Dit gebeurt aan de hand van een omgangsregeling waar moeder vaak veel zeggenschap in heeft. Vanuit het perspectief van de identiteitstheorie kan de macht die de moeder heeft in de omgang tussen de ongehuwde vader en zijn kind er voor zorgen dat de vader meer en sterkere mogelijkheden heeft tot binding met zijn kind en het ontwikkelen van een eigen identiteit als vader. Echter kan dit het omgekeerde effect hebben als de moeder misbruik maakt van haar macht en het kind probeert weg te houden bij de vader. Vanuit het perspectief van de levenslooptheorie is het kind beter in staat om belangrijke keuzes te maken, zoals een studiekeuze of een baankeuze als de vader een rol speelt in zijn leven. Echter kan dit ook de andere kant uitslaan als de moeder misbruik maakt van haar macht en de vader het bemoeilijkt om een rol te spelen in het leven van zijn kind. Hierdoor zou het kind meer moeite hebben om in zijn verdere leven belangrijke keuzes te maken.

Irene Zwaan (2013) haalt in haar boek “De afwezige vader bestaat niet” een doelgroepanalyse uit 2011 naar voren die is uitgevoerd door de Amsterdamse organisatie voor jeugdhulpverlening Spirit. In deze doelgroepanalyse is een steekproef onder 145 kinderen gehouden die in 2011 een beroep deden op zwaardere hulpvormen, zoals crisisopvang en uithuisplaatsing. Uit de resultaten van dit onderzoek is naar voren gekomen dat 53% van de kinderen in een eenoudergezin woonden en vaak zonder vader zijn opgegroeid. Deze kinderen presteren slechter op school en hebben de kans om sneller in aanraking te komen met jeugdzorg, justitie en politie.[33] Deze resultaten laten zien dat het voor het kind belangrijk is dat het met beide ouders opgroeit en de vader een belangrijke rol speelt in het leven van het kind. Hiermee kan de emotionele en sociale definitie worden gegeven van het ongehuwd vaderschap.

Van nature hebben kinderen een onvoorwaardelijk gevoel voor liefde en trouw voor zowel hun vader als moeder. Dit komt door de biologische verwantschap die zij delen met hun ouders. Bij conflicten tussen de ouders kunnen de kinderen klem komen te zitten tussen de ouders, waardoor zij in een loyaliteitsconflict raken met zichzelf. De ouders trekken vaak onbewust aan het kind, willen dat het hen begrijpt of zelfs partij kiest. Hoewel ouders vaak neutraal proberen te blijven tegen de kinderen in conflicten met elkaar, blijven de kinderen gevoelig voor deze strijd en kan het zelfs leiden tot afwijzing van een ouder. Dit wordt het Parental Alienation Syndrome (PAS) genoemd en werd voor het eerst in 1985 door Richard Gardner beschreven. Dit syndroom staat in Nederland ook wel bekend onder de naam ouderverstoting en beschrijft een minachtende houding van het kind tegen de uitwonende ouder. Deze houding komt voornamelijk tot stand door de indoctrinatie en manipulatie van de ouder waar het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft. Kinderen die aan dit syndroom lijden, wijzen een van hun biologische ouders af en hiermee een deel van hun bestaansrecht, waardoor dit kan worden gezien als emotionele mishandeling.[34] Na scheiding van ongehuwde ouders is het vaak het geval dat het kind bij de moeder blijft, omdat zij vaak het eenhoofdig gezag heeft. Hierdoor komt er in de resultaten van dit onderzoek naar voren dat alle zeven ongehuwde vaders het bemoeilijkt wordt om een band op te bouwen met hun kinderen door de moeder. De kinderen van de ongehuwde vaders in dit onderzoek hebben in meer of mindere mate te maken met PAS waarmee zij met de gevolgen hiervan moeten leven.

Uit het bovenstaande kan worden vastgesteld dat het ongehuwd vaderschap zowel emotionele als sociale componenten heeft die belangrijk zijn voor het verdere verloop van het leven van het kind.

 

4.1.3. Problematiek omtrent het ongehuwd vaderschap
De ongehuwde vaders hebben met verschillende problemen te kampen op het gebied van gezag, erkenning en omgang. De ongehuwde vaders binnen dit onderzoek hebben weinig kennis over hun rechtspositie, waardoor zij vaak niet weten dat erkennen en gezag aanvragen twee aparte dingen zijn en zij beide stappen moet doorlopen om juridisch ouder te kunnen zijn over hun kind. Het proces van erkennen en gezag aanvragen gaat gepaard met de toestemming van de moeder en/of het kind. De ongehuwde vader kan hier via een gerechtelijke procedure vervangende toestemming voor krijgen van de rechter. Vijf van de zeven ongehuwde vaders in dit onderzoek hebben via de rechter vervangende toestemming van de rechter gekregen om hun kind te erkennen en er gezag over aan te vragen. Na de rechtszaak voor vervangende toestemming volgt er vaak een zaak over de omgang met het kind. Deze gerechtelijke procedures kosten veel tijd en geld, waardoor veel ongehuwde vaders de juridische strijd opgeven en niet aan hun rechten komen.

Als er een omgangsregeling is vastgesteld, heeft de moeder vaak nog veel macht. Hierdoor voelen de ongehuwde vaders zich vaak tegengewerkt door de moeder en hebben zij veel frustraties over het verloop hiervan. Vijf van de zeven ongehuwde vaders beschrijven de omgang met de kinderen en de correspondentie hierover met de moeder als een moeizaam proces waarbij minimale correspondentie met moeder voornamelijk verloopt via de e-mail en WhatsApp. De overige twee ongehuwde vaders spelen geen rol in het leven van hun kind en hebben hierdoor ook geen omgang met de kinderen. Bij een van deze twee overige ongehuwde vaders verblijven de kinderen momenteel met moeder in het buitenland. Hierdoor is het voor hem niet mogelijk om contact met zijn kinderen te onderhouden. Wel probeert hij contact te onderhouden met de moeder via WhatsApp en de telefoon over de eventuele terugkeer van haar en de kinderen. De andere ongehuwde vader heeft zijn kind nog nooit gezien omdat moeder tijdens de zwangerschap de relatie en al het contact met hem heeft verbroken.

Ongehuwde vaders en hun kinderen lopen het risico om slachtoffer te worden van ouderverstoting als de moeder het contact met de vader tegenwerkt. Dit is zeer nadelig voor het kind, omdat dit invloed heeft op het levensverloop van het kind. Hierdoor is het minder makkelijk voor hen om belangrijke keuzes te maken in het leven. Ik verwijs naar het kopje “Biologische, emotionele en sociale definitie van het ongehuwd vaderschap” in dit onderzoekrapport voor meer nadelige gevolgen voor het kind als het opgroeit zonder vader.

 

4.2. Hulpvragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap in de hulp/dienstverlening
De handreiking “Scheiding en zorg voor de kinderen” (Broeders & Wolswinkel, 2010) is ontwikkeld voor de gemeenten die vanaf 2011 de plicht hebben om een Centrum Jeugd en Gezin op te starten en beschrijft hoe er binnen een gemeente kan worden gekomen tot een goed ondersteuningsaanbod rondom scheiden en welke rol het Centrum Jeugd en Gezin daarin heeft. In deze handreiking komt naar voren dat ouders na een scheiding voornamelijk vragen stellen over onder andere omgang met gedrag van kinderen, opvoedkundige vragen en het maken van afspraken met de ex-partner over de kinderen. Aan de hand van de theorie in deze handreiking is onderzocht welke hulpvragen de ongehuwde vaders binnen dit onderzoek stellen aan de hulp/dienstverlening en welke hulpvragen de hulp/dienstverleners in dit onderzoek voorgelegd krijgen door ongehuwde vaders.

Uit een onderzoek in opdracht van expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving (Van Lier, 2007) is naar voren gekomen dat tienervaders op het gebied van vaderschap vooral behoefte hebben aan informatie over hun juridische positie. De jonge vaders willen weten wat erkenning inhoudt en willen weten welke rechten een vader heeft. Dit onderzoeksrapport richt zich op ongehuwde vaders en niet op tienervaders. Echter is deze theorie wel meegenomen om te onderzoeken welke juridische kennis de ongehuwde vaders binnen dit onderzoek hebben over hun rechtspositie en welke vragen zij naar aanleiding hiervan stellen over erkenning en gezag. Op basis van de theorie en de data van de interviews met de zeven ongehuwde vaders en elf hulp/dienstverleners zijn de onderstaande resultaten voortgekomen.

Hulpvragen van de zeven ongehuwde vaders binnen dit onderzoek aan de hulp/dienstverlening:

  1. Hoe kan ik er samen met mijn ex uitkomen en tot omgang met mijn dochter komen?
  2. Ik maak mijn zorgen over de gezondheid van mijn kind, wat kan ik hieraan doen?
  3. Ik maak me zorgen of de moeder van mijn kind in staat is om met een adequate manier om te gaan met de gezondheid van mijn kind, wat kan ik hieraan doen?
  4. Wat moet ik doen om mijn kind terug te krijgen?
  5. Wat kan ik doen om betrokken te zijn in het leven van mijn kinderen?
  6. Hoe sta ik hierin en wat voor uitzicht heb ik op de uitkomst van een eventuele rechtszaak?
  7. Hoe kan ik mijn kansen vergroten als vader?
  8. Kan er een onderzoek worden ingesteld naar de situatie van mijn kind bij haar moeder?
  9. Voor wie doe ik het nou eigenlijk voor mezelf of voor mijn zoon?
  10. Maakt het uit voor een kind dat hij pas op twaalf jaar zijn vader leert kennen?
  11. Mijn ex frustreert de omgangsregeling kan ik hier dwangmiddelen tegen indienen?

 

Daarnaast hebben tien hulp/dienstverleners binnen dit onderzoek aangegeven dat ongehuwde vaders voornamelijk hulpvragen aan hun instanties voorleggen met betrekking tot de taakverdeling van het ouderschap, de communicatie met de moeder van hun kind, hun rechten en plichten als ongehuwde vader en de omgang met hun kind. Hieronder is een overzicht gegeven van de hulpvragen die voorgelegd zijn door ongehuwde vaders aan deze tien hulp/dienstverleners ingedeeld naar functie, plaats en instantie.

De Raad voor de Kinderbescherming in Amsterdam is in het onderstaande overzicht niet meegenomen omdat de teamleider Omgang en Gezag heeft aangegeven geen hulpvragen te ontvangen van ongehuwde vaders. De Raad voor de Kinderbescherming komt op voor de rechten van het kind, van wie de ontwikkeling en opvoeding worden bedreigd. De Raad schept voorwaarden om die bedreiging op te heffen of te voorkomen. De Raad doet onafhankelijk onderzoek, adviseert in juridische procedures en kan maatregelen of sancties voorstellen.[35] Deze taak vervullen zij in opdracht van de rechter. Hierdoor krijgen zij niet direct hulpvragen van ongehuwde vaders voorgelegd, maar hebben zij met ongehuwde vaders te maken in de zaken met betrekking tot de omgang, erkenning, gezag en wijziging hoofdverblijfplaats van kinderen.

Binnen de William Schrikker Groep Amsterdam hebben twee gezinsvoogden zich bereid verklaard om mee te doen aan dit onderzoek. De hulpvragen die ongehuwde vaders aan deze twee gezinsvoogden hebben gesteld, zijn samengenomen in het onderstaande schema.

Functie, Instantie, Plaats: Hulpvragen gesteld door ongehuwde vaders

  1. Teammanager Thuisbegeleiding ActiVite Leiden Leiden
    • Hoe kan ik omgaan met de partner?
    • Hoe kan ik zorgen dat je weer op een lijn komt als ouders?
    • Hoe ga je om met de nieuwe partner van je ex?
    • Hoe moet ik alles regelen praktisch gezien?
  2. Advocaat, echtscheidingsmediator en bijzonder curator Van der Woude De Graaf Advocaten Amsterdam
    • Hoe kan ik samen met mijn partner de taken verdelen omtrent het ouderschap?
    • Kunt u het geschil met de moeder over de kinderen voorleggen aan de rechter nu een minnelijke regeling niet is gelukt?
  3. Mediator, gezinscoach en systeemtherapeut Opvoedpoli Zuid-West Amsterdam
    • Hoe kan ik de communicatie met mijn ex of partner weer goed krijgen?
    • Hoe kan ik de relatie met mijn partner op een goede manier verbreken i.v.m. de kinderen?
    • Ik twijfel om de relatie voort te zetten. Wat kan ik hier tegen doen?
    • Kunt u mij advise geven over de opvoeding van mijn kinderen?
    • Hoe kan ik het conflict met moeder beheersen?
  4. Advocaat SmeetsGijbels Advocaten Rotterdam
    • Hoe kan ik omgang met mijn kind krijgen?
    • Wat zijn mijn rechten en plichten als ongehuwde vader?
    • Wat houdt ouderlijke verantwoordelijkheid in zoals gezag?
    • Wat is de informatieplicht?
  5. Gezinsvoogd (2x) William Schrikker Groep Amsterdam
    • Hoe moet ik het doen met erkenning?
    • Kan ik mijn kind zien en waar?
  6. Gezinsvoogd Jeugdbescherming Zuid-Holland Midden Gouda
    • Hoe kan ik contact krijgen met mijn kind?
    • Hoe kan ik vaker mijn kind zien?
    • Hoe kan ik financieel rondkomen zodat ik aanwezig kan zijn bij de begeleide bezoeken?
    • Kan ik urgentie krijgen voor een woning zodat ik een rol in het leven van mijn kind kan spelen?
    • Hoe kan ik gezag krijgen?
    • Wat moet ik doen om gezag te krijgen over mijn kind?
    • Wat kan ik doen als moeder geen toestemming geeft voor erkenning?
    • Hoe kan ik het gezag weer krijgen als ik uit mijn ouderlijk gezag ben gezet?
  7. Juridisch medewerker Juridisch Loket Amsterdam
    • Hoe kan ik gezag krijgen over mijn kind?
    • Hoe zit het met kinderalimentatie?
    • Ik wil omgang met mijn kind. Hoe kan ik dit regelen?
    • Is het mogelijk om mijn kin te erkennen?
  8. Voorzitter Vitamine V Amsterdam
    • Wat zijn de kosten voor een advocaat?
    • Wat is mijn juridische positie als ongehuwde vader?
    • Hoe kom ik uit het conflict met mijn ex?
    • Kan iemand mij vertegenwoordigen in de problemen die ik heb omtrent het ouderschap met mijn ex zonder dat dit geld kost?
    • Hoe kan ik met mijn werkgever in gesprek gaan over de omgangsregeling van mijn kind?
  9. Voorzitter Vader Kennis Centrum Utrecht
    • Hoe kan ik door middel van de rechtspraak komen tot een omgangsregeling met mijn kind?
    • Hoe kan ik erkenning tot stand brengen?
    • Wat kan ik doen tegen het falen van instanties?
    • Wat houdt het ouderschapsplan in?
    • Hoe wordt het klemcriterium toegepast?

 

4.3. Hulpvragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap binnen het Vader Kennis Centrum
Het Vaders Kennis Centrum krijgt twaalf keer per maand hulpvragen van ongehuwde vaders op het gebied van het ongehuwd vaderschap. Deze vragen worden zowel telefonisch als per e-mail voorgelegd. Vier van de zeven vaders nam contact op met het Vader Kennis Centrum voor juridische informatie omtrent het ongehuwd vaderschap en om hun verhaal te delen. Deze vaders zagen het Vader Kennis Centrum als een plek die hen een luisterend kon bieden. Vijf van de ongehuwde vaders in dit onderzoek benaderden het centrum voor uitwisseling van ervaringen en voor het vinden van lotgenoten. Hiermee kan het Vader Kennis Centrum worden gedefinieerd als een algemeen kenniscentrum waar ongehuwde vaders terecht kunnen met hun persoonlijke verhaal en de daaraan gekoppelde hulpvragen op het gebied van het ongehuwd vaderschap.

Uit de resultaten van dit onderzoek komt naar voren dat ongehuwde vaders hulpvragen aan het Vader Kennis Centrum voorleggen met betrekking tot de rechtspraak, het falen van hulp/dienstverlenende instanties waar de vaders hebben aangeklopt met hun hulpvraag op het gebied van het ongehuwd vaderschap, internationale kinderontvoeringen, vragen over erkenning en omgang, bemiddeling met moeder in het geschil over de kinderen, de inhoud van het ouderschapsplan en de uitleg van het klemcriterium ex. artikel 1:247 lid 3 BW juncto 1:251a BW.

Artikel 1:247 lid 3 BW stelt vast dat onder het ouderlijk gezag ook de verplichting van de ouder schuilt om de ontwikkeling van de banden van zijn kind met de andere ouder te bevorderen. Echter kan de rechter ingevolge artikel 1:251a BW beslissen dat het ouderlijk gezag slechts aan een ouder toekomt, omdat er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en dat er niet binnen een aanzienbare tijd voldoende verbetering zal optreden in de situatie. De ongehuwde vaders stellen hulpvragen aan het Vader Kennis Centrum over hoe zij kunnen voorkomen dat het klemcriterium door de Raad voor de Kinderbescherming wordt toegepast.

Hieronder wordt een overzicht gegeven van de hulpvragen die ongehuwde vaders aan het Vader Kennis Centrum voorleggen.

Hulpvragen van de zeven ongehuwde vaders binnen dit onderzoek aan het Vader Kennis Centrum:

  1. Mijn kind is door de moeder naar het buitenland gebracht, wat is mijn juridische positie hierin?
  2. Hoe kan ik via de rechtspraak een omgangsregeling en erkenning van mijn kind tot stand brengen?
  3. Is er een mogelijkheid dat er wordt bemiddeld in het conflict tussen mij en de moeder van mijn kind met betrekking tot erkenning, gezag en omgang?
  4. Hoe kan ik een klachtenprocedure opstarten tegen hulp/dienstverlenende instanties die hebben gefaald in hun hulp/dienstverlening, zoals Humanitas en het Omgangshuis?
  5. Hoe ziet het ouderschapsplan eruit en wat zijn mijn rechten hierin?
  6. Kan ik voorkomen dat de Raad voor de Kinderbescherming het klemcriterium ex. artikel 1:251a BW toepast bij mijn kind?

 

4.4. Instanties waar ongehuwde vaders terecht komen met hun hulpvragen over het vaderschap en de manier waarop zij hier terecht komen
Uit het eerdere onderzoek naar de problematiek die vaders met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder ondervinden (Padberg, Van der Heijden, Barendse & Reijnhout, 2012) komt naar voren dat vaders met verschillende instanties contact hebben gezocht, waaronder de Raad voor de Kinderbescherming, Advies Meldpunt Kindermishandeling en maatschappelijk werk. Op basis van de resultaten uit dit eerdere onderzoek is in dit onderzoek onderzocht waar de ongehuwde vaders terecht komen met hun hulpvragen over het vaderschap. Daarnaast is onderzocht op welke manier de hulp/dienstverlenende instanties te maken hebben met de hulpvragen van ongehuwde vaders over het vaderschap en hoe zij met deze hulpvragen omgaan.

Uit de resultaten van de interviews met de zeven ongehuwde vaders binnen dit onderzoek komt naar voren dat twee vaders het Juridisch Loket en de advocatuur hebben benaderd met hun juridische hulpvragen. Daarnaast hebben de ongehuwde vaders contact opgenomen met Stichting FION, Stichting Dwaze Vaders, de huisarts, Jeugdbescherming, DOK Relatietherapie, maatschappelijk werk, Sociaal Raadslieden, Ouderennetwerk Jeugdzorg-Gelderland, Advies Meldpunt Kindermishandeling, rechtsbijstandsverzekeraar, orthopedagoog, kinderpsycholoog en de politie.

Aan de hand van de doorverwijzingen en de samenwerkingsverbanden binnen de hulp/dienstverlenende instanties die mee hebben gedaan aan het onderzoek kan worden afgeleid welke instanties nog meer te maken hebben met ongehuwde vaders.

ActiVite in Leiden heeft voornamelijk met ongehuwde vaders te maken binnen omgangszaken waar zij moeten bemiddelen tussen ouders over de omgang met hun kind. De instantie geeft aan dat zij bijna nooit hoeven door te verwijzen omdat zij praktische begeleiding thuis aanbieden door de brede kennis die zij hebben. Deze kennis bestaat onder andere uit begeleiding bij een omgangsregeling, bij de financiële administratie en bij het afleggen van contacten om een sociaal isolement te voorkomen. Het komt wel eens voor dat een klant een psychische stoornis heeft, waardoor deze moet worden doorverwezen naar de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Hierdoor kunnen ongehuwde vaders die kampen met een psychische stoornis worden doorverwezen naar de GGZ. Daarnaast worden ongehuwde vaders bij zaken met betrekking tot het begeleiden van een omgangsregeling vaak doorverwezen naar hun werkgever om de mogelijkheden te bespreken om eventueel minder uren te werken om de omgangsregeling te laten slagen. Tevens werkt ActiVite op het gebied van het ongehuwd vaderschap samen met onder meer Stichting MEE, Jeugdbescherming, Rivierduinen (geestelijke gezondheidszorg), Brijder (verslavingszorg), Kwadrant (maatschappelijk werk), de William Schrikker Groep en de GGD.

De echtscheidingsmediator en advocaat werkzaam bij Van der Woude De Graaf Advocaten Amsterdam, heeft voornamelijk met ongehuwde vaders te maken in zaken omtrent omgang, gezag, erkenning, beëindiging samenwonen en verhuizing van het minderjarige kind. De echtscheidingsmediator en advocaat verwijst ongehuwde vaders vaak door naar deskundigen zoals een kiescoach, kinderpsycholoog en een orthopedagoog.

De Opvoedpoli Amsterdam Zuid-West heeft met ongehuwde vaders te maken in zaken omtrent relatieproblemen met de moeder, omgang met het kind en opvoedingsproblemen.

Op het gebied van het ongehuwd vaderschap werkt de Opvoedpoli Amsterdam Zuid-West samen met de Raad voor de Kinderbescherming, Jeugdbescherming, het Omgangshuis, basisscholen en middelbare scholen van de kinderen, politie, het Juridisch Loket, Cordaan, Gemeenten, rechtbanken, het Ouder Kind Centrum en huisartsen. Als er sprake is van een complexe gezinssituatie, dan verwijst de Opvoedpoli door naar het Omgangshuis. Deze instantie begeleidt ouders en kinderen bij partnerscheidingen. Het uitgangspunt hierbij is dat er een goede omgangsregeling tot stand komt in het belang van het kind. De Opvoedpoli wijst ongehuwde gezinnen door naar Jeugdbescherming als zij van mening zijn dat er wellicht een gedwongen kader moet worden toegepast om de situatie weer veilig te krijgen voor het kind. Binnen gezinnen waar geweld en mishandeling voorkomt, verwijst de Opvoedpoli door naar de politie. Daarnaast werkt de Opvoedpoli samen met echtscheidingsmediators en advocaten om bijvoorbeeld een ouderschapsplan vast te laten stellen als ouders uit elkaar gaan of het gezag en de erkenning juridisch te laten regelen.

Advocatenkantoor SmeetsGijbels in Rotterdam heeft voornamelijk met ongehuwde vaders te maken in zaken over erkenning en gezag. Het kantoor geeft aan op het gebied van het ongehuwd vaderschap samen te werken met de rechtbank. Bij de rechtbank wordt een zaak aanhangig gemaakt als het ouders niet lukt om er buitengerechtelijk uit te komen. Dit kunnen zaken zijn met betrekking tot de omgang, erkenning, gezag, wijziging hoofdverblijfplaats en vaststelling vaderschap.

Daarnaast werkt het kantoor samen met de Raad voor de Kinderbescherming als deze gemachtigd is om binnen een gezin advies uit te brengen, Jeugdbescherming als het gedwongen kader van toepassing is, het Advies Meldpunt Kindermishandeling bij vermoedens van mishandeling en verwaarlozing, het Juridisch Loket als een ongehuwde vader met zijn jaarinkomen onder de inkomensgrens van 25.600 euro [36] valt en dus in aanmerking komt voor gesubsidieerde rechtsbijstand, de huisarts, kinderpsycholoog, orthopedagoog, het consultatiebureau, de scholen van de kinderen en andere advocatenkantoren om kennis met elkaar uit te wisselen over een bepaalde zaak.

Allereerst wordt een ongehuwde vader naar de ex-partner doorverwezen om eventueel onderling en op een buitengerechtelijke wijze tot een omgangsregeling te komen. Als dit niet lukt, dan kan de ongehuwde vader via de gerechtelijke procedure een eventuele omgangsregeling laten vaststellen of een zaak aanhangig maken op het gebied van bijvoorbeeld erkenning, gezag en wijziging hoofdverblijfplaats. Als er sprake is van geweld en/of misbruik, dan verwijst SmeetsGijbels door naar het Advies Meldpunt Kindermishandeling of Jeugdbescherming.

Ook worden de ongehuwde vaders doorverwezen naar de school van hun kind om daar belangrijke informatie in te winnen over hun kind ex. artikel 1:377c BW. Dit wetsartikel bepaalt dat een ouder zonder gezag recht heeft op informatie over zijn kind met betrekking tot belangrijke feiten en omstandigheden over de verzorging en opvoeding. Daarnaast worden de ongehuwde vaders doorverwezen naar mensen in de directe omgeving, zoals het consultatiebureau, de huisarts, kennissen, familie en vrienden, zodat zij toch min of meer op de hoogte zijn van de situatie van hun kind.

SmeetsGijbels Advocaten verwijst ongehuwde vaders ten slotte ook door naar kinderpsychologen, orthopedagogen en mediators die meer gespecialiseerd zijn op het psychologische vlak. Deze doorverwijzingen worden gedaan om ouders ondersteuning te bieden op het gebied van de opvoeding.

De Raad voor de Kinderbescherming verleent niet direct dienst/hulpverlening aan ongehuwde vaders, maar heeft met deze doelgroep te maken in de zaken met betrekking tot de omgang, erkenning, gezag en wijziging hoofdverblijfplaats van kinderen. De Raad maakt onderdeel uit van de ketenpartners.

Hierdoor werken zij samen met de andere ketenpartners Jeugdbescherming, de William Schrikker Groep, het Leger des Heils en de rechtbank. Daarnaast werken zij ook nog samen met het Gerechtshof, ziekenhuizen en de scholen waar de kinderen op zitten. De Raad voor de Kinderbescherming verwijst niet veel door, maar als zij doorverwijzen dan is dat naar het Omgangshuis om een omgangsregeling te laten begeleiden, Triple P voor het volgen van een opvoedcursus, Jeugdbescherming met vragen over de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing en de Opvoedpoli voor advies in de opvoeding.

De William Schrikker Groep Amsterdam (WSG) heeft met ongehuwde vaders te maken als hun kind onder toezicht is gesteld of uit huis is geplaatst. WSG geeft aan dat zij voornamelijk samenwerken met AWBZ-instellingen waar zij kinderen plaatsen, maar ook ambulante hulpverleners van Spirit (hulp en begeleiding voor kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar en hun gezin) , de pleegzorg, Amsta, Karaad (verzorging voor mensen met een beperking), Stut en Steun (langdurige ondersteuning voor ouders met een (licht) verstandelijke handicap), schuldhulpverlening, Cordaan (voor mensen die voor korte of lange tijd verpleging, verzorging, begeleiding en/of ondersteuning nodig hebben. De doelgroep zijn mensen met een verstandelijke beperking en mensen met chronische psychische problemen) en de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad doet onderzoek naar de situatie van het kind en de William Schrikker Groep voert de maatregelen uit, zoals de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing).

Daarnaast wijst de William Schrikker Groep ongehuwde vaders door naar Philadelphia (zorg organisatie voor mensen met een geestelijke en lichamelijke beperking), Prinsenstichting (ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking binnen de Zaanstreek) en Altra (instelling voor speciaal onderwijs en jeugd & opvoedhulp in Amsterdam en omstreken). De juridische vragen van ongehuwde vaders kunnen niet worden beantwoord door de William Schrikker Groep, waardoor zij regelmatig doorverwijzen naar de advocatuur. Hier gaat het meestal om vragen op het gebied van erkenning, gezag en omgang.

Jeugdbescherming Zuid-Holland Midden heeft net zoals de WSG te maken met ongehuwde vaders als hun kind onder toezicht is gesteld of uit huis geplaatst is. Jeugdbescherming Zuid-Holland Midden geeft aan dat zij voornamelijk samenwerken met instanties in de omgeving van Gouda, zoals Kwadraad (maatschappelijk werk in Zuid-Holland die maatschappelijke ondersteuning, zorg en welzijn biedt), Raad voor de Kinderbescherming, Curium (academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie in Zuid-Holland noord en Midden-Holland), Siriz (voor vrouwen, mannen en jongeren die te maken krijgen met een onbedoelde zwangerschap), Horizon (hulpverlening, begeleiding en onderwijs voor jeugdigen met zeer complexe gedragsproblemen en hun ouders/opvoeders), Flexusjeugdplein (opvoedondersteuning aan gezinnen), Ipse de Bruggen (gehandicaptenzorg), de Banjaard (GGZ-instelling), Stek (opvoedondersteuning aan ouders en jongeren) basisscholen, Cardea (hulpverlening op maat aan gezinnen en jongeren) en de rechtbank. Jeugdbescherming Zuid-Holland Midden verwijst ongehuwde vaders door naar maatschappelijk werk als zij merken dat er psychiatrische problemen zijn bij de ouders en/of kinderen. Ongehuwde vaders met juridische vragen worden doorverwezen naar het Juridisch Loket, zodat zij eventueel vanuit daar weer kunnen worden doorverwezen naar de advocatuur.

Het Juridisch Loket Amsterdam heeft voornamelijk met ongehuwde vaders te maken in zaken omtrent erkenning, gezag, omgang en alimentatie. Het loket geeft aan dat het geen samenwerkingsverbanden heeft omdat het een onafhankelijke instantie is. Echter verwijst het loket ongehuwde vaders wel door naar de advocatuur als zij een zaak aanhangig willen maken op het gebied van bijvoorbeeld erkenning, gezag en omgang. Daarnaast verwijst het loket door naar mediation, zodat partijen de gelegenheid krijgen om buitengerechtelijk te komen tot een oplossing. Hier kan worden gedacht aan het vaststellen van een omgangsregeling. Het Juridisch Loket zal in eerste instantie zelf proberen om korte juridische vragen te beantwoorden aan de hand van hun kennis en een eventueel overleg met een advocaat. Complexe juridische vragen verwijzen zij door naar de advocatuur.

Stichting Vitamine V is met de doelgroep ongehuwde vaders bekend aan de hand van de projecten die zij organiseren en de vele interviews die zij houden met deze doelgroep. De stichting werkt samen met basisscholen en middelbare scholen door middel van round-the-table gesprekken te voeren met jongeren over hedendaagse dingen, zoals seksualiteit en relaties. Daarnaast werken zijn samen met Rutgers WPF ( kenniscentrum voor het versterken van de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten), de rechtswinkel Bijlmermeer (voor juridische vragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap), de Opvoedpoli (voor opvoedingsvragen) en Telecuraçao (voor het promoten van de organisatie). Vitamine V verwijst ongehuwde vaders met hun juridische vragen door naar rechtswinkels en het Juridisch Loket. Voor opvoedvragen verwijst de stichting door naar Jeugdbescherming en de Opvoedpoli. Vitamine V fungeert als platform voor vaderschap en is hiermee de spil in het netwerk van de ongehuwde vaders die contact zoeken met deze stichting. Op basis van deze functie verwijzen zij ongehuwde vaders naar elkaar door, zodat zij ervaringen met elkaar kunnen delen en elkaar kunnen helpen met hun hulpvragen.

Het Vader Kennis Centrum is met de doelgroep ongehuwde vaders bekend in zaken omtrent relatiebreuken tussen ongehuwde stellen. Het VKC is een onafhankelijke instantie, waardoor het geen samenwerkingsverbanden heeft met andere instanties. Echter verwijst het kenniscentrum ongehuwde vaders met hun juridische vragen door naar de advocatuur. Als vaders worstelen met hun huidige situatie, dan worden zij doorverwezen naar een psycholoog om te leren omgaan met hun problemen op het gebied van het ongehuwd vaderschap. Deze psychologen zijn meestal gespecialiseerd in ouderverstoting.

De zeven ongehuwde vaders in dit onderzoek geven aan dat zij onbekend zijn met de hulp/dienstverlening waar zij hun vragen kunnen neerleggen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap. Echter hebben zij wel hulp/dienstverlening ingeschakeld. De redenen van de ongehuwde vaders om hulp/dienstverlening in te schakelen zijn de veiligheid van hun kind, eigen belang, machteloosheid, tegenwerking van moeder en het belang van het kind.

Doordat de ongehuwde vaders onbekend zijn met de hulp/dienstverleners gebruiken zij voornamelijk het internet en het eigen netwerk om in contact te komen met de hulp/dienstverlening. Deze twee middelen kunnen gezien worden als verkennend vertrekpunt in hun zoektocht naar hulp/dienstverlening waar zij hun vragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap kunnen neerleggen. Daarnaast komen de ongehuwde vaders ook in aanmerking met hulp/dienstverlenende instanties aan de hand van doorverwijzen en aangifte bij de politie. Twee van de zeven ongehuwde vaders hebben te maken gehad met de politie. Waarvan een vader met de politie in aanmerking is gekomen omdat de moeder aangifte tegen hem had gedaan wegens agressie. Naar aanleiding van deze aangifte is hij samen met zijn ex naar relatietherapie doorverwezen. De andere vader heeft aangifte tegen zijn ex gedaan wegens onttrekking van de ouderlijke macht ex. artikel 279 Wetboek van Strafrecht. Middels deze aangifte zijn zij samen terecht gekomen bij Jeugdbescherming voor hulp en steun bij de opvoeding van hun kind

 

4.5. Doorverwijsmogelijkheden van het Vader Kennis Centrum en de ervaring van het kenniscentrum met het doorverwijzen van ongehuwde vaders naar de hulp/dienstverlening
Per maand benaderen twaalf ongehuwde vaders het Vader Kennis Centrum met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap. Op dit moment zoekt het centrum onafhankelijk wat de beste hulp/dienstverlening is die past bij de situatie van de ongehuwde vader. Steeds meer ongehuwde vaders nemen contact met het Vader Kennis Centrum op wanneer de samenwoonrelatie met de moeder van hun kind uit elkaar is gevallen. Zij benaderen het kenniscentrum voornamelijk met hun hulpvragen over erkenning en gezag.

Het VKC heeft opgemerkt dat ongehuwde vaders een ambivalente houding hebben tegen de hulp/dienstverlening omdat zij zich achtergesteld voelen op moeder. Tevens wordt er aangegeven dat de hulpverlening voornamelijk wordt bevolkt door vrouwen, waardoor er niet goed kan worden omgegaan met de hulpvragen van vaders en mannen. Hierdoor komt het kenniscentrum tot de conclusie dat er geen goed aanbod van hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders is, waardoor zij niet goed kunnen doorverwijzen. Hierbij komt kijken dat ongehuwde vaders vaak contact op nemen met het VKC naar aanleiding van het falen van hulp/verlenende instanties. De ongehuwde vaders die contact opgenomen hebben met het VKC geven aan dat instanties zoals de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdbescherming falen in het indiceren van de thuissituatie, waardoor hun kinderen geen gepaste hulp/dienstverlening ontvangen en zelfs in het ergste geval onder toezicht worden gesteld of uit huis worden geplaatst. Het VKC reikt deze vaders handvatten aan om een eventuele klachtenprocedure op te starten tegen de falende instanties.

Op dit moment verwijst het Vader Kennis Centrum ongehuwde vaders voornamelijk door naar de advocatuur en mediation. Het centrum doet navraag of de advocaat goed is en heeft een vragenlijst voor vaders ontwikkeld waarvan de uitkomst bepaalt of hij te maken heeft met een goede advocaat. De instanties waar het VKC ongehuwde vaders naar doorverwijst zijn instanties op het juridisch gebied. Er zijn dus geen instanties die hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders bieden op het opvoedkundig gebied. De doorverwijsmogelijkheden van het Vader Kennis Centrum voor ongehuwde vaders is hierdoor beperkt en zou breder moeten worden zodat ongehuwde vaders doorverwezen kunnen worden naar adequate hulp/dienstverlening.

 

4.6. Juridische kennis over het ongehuwd vaderschap binnen de hulp/dienstverlening en ongehuwde vaders
Aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek vanuit het expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving (Van Lier, 2007) en de ervaringen van het Vader Kennis Centrum met het juridisch kennisniveau van de ongehuwde vaders, is het juridisch kennisniveau onder de ongehuwde vaders en de hulp/dienstverleners in dit onderzoek gemeten.

Uit de resultaten van dit onderzoek is naar voren gekomen dat negen van de elf ondervraagde hulp/dienstverleners aangeeft dat ongehuwde vaders weinig juridische kennis hebben over hun rechtspositie. Zij geven aan dat het lijkt alsof de moeder beter juridisch op de hoogte is van haar rechtspositie voordat zij begint aan kinderen en dat de vader niet op de hoogte is van het feit dat erkenning en gezag twee verschillende dingen zijn. Hierdoor weten zij vaak niet dat zij geen gezag hebben als zij het kind alleen hebben erkend.

Twee van de elf hulp/dienstverleners geeft aan dat het juridische kennisniveau van ongehuwde vaders tevens afhangt van het opleidingsniveau en de culturele achtergrond. De vaders die hoger opgeleid zijn, hebben vaak een netwerk dat ook hoogopgeleid is waaruit zij informatie kunnen winnen op het gebied van de hulp/dienstverlening en hun juridische positie. Hierdoor weten zij beter hun weg te vinden in de hulp/dienstverlening met hun hulpvragen op het gebied van ongehuwd vaderschap.

Stichting Vitamine V heeft te maken met ongehuwde vaders uit verschillende culturele groepen, zoals Surinamers, Antillianen, Marokkanen en Afrikanen. Deze stichting geeft aan dat er binnen de Marokkaanse cultuur vaak informele huwelijken worden gesloten. Dit zijn huwelijken die niet voor de burgerlijke stand zijn gesloten en waarop de Nederlandse wetgeving niet van toepassing is. Dit betekent dat artikel 1:251 BW ook niet van toepassing is op het huwelijk en de ouders geen gezamenlijk gezag over de kinderen uitoefenen. Hierdoor heeft moeder ingevolge artikel 1:198 juncto artikel 1:253b lid 1 BW het eenhoofdig gezag over de kinderen en hebben de vaders uit een informeel huwelijk dezelfde status als de ongehuwde vaders in dit onderzoek. Zij hebben hierdoor te maken met de aanvraag van erkenning en gezag ingevolge artikel 1:203 juncto 1:240 BW en artikel 1:253d BW.

Daarnaast geeft Stichting Vitamine V aan dat de moeder binnen de Afro-Caribische cultuur als de belangrijkste opvoeder wordt gezien. 44% Van de Surinaamse gezinnen en 48% van de Antilliaanse-Arubaanse gezinnen in Nederland wordt gerund door een alleenstaande moeder.[37] Hierdoor heerst er een moederdominantie binnen de Afro-Caribische cultuur. Met moederdominantie wordt bedoeld dat de moeder als de belangrijkste opvoeder wordt gezien en vaak de touwtjes in handen heeft in de opvoeding van de kinderen. Deze vaders voelen zich vaak niet erkend door de moeder en worden vaak door haar gekleineerd, waardoor zij zich niet betrokken voelen in het leven van hun kind. Daarnaast zijn de Afro-Caribische vaders niet gewend om onderdeel te zijn van een gezin en hebben zij niet geleerd om te communiceren met de moeder over de problemen van hun kind.[38] Door deze omstandigheden hebben deze vaders vaak weinig juridische kennis over hun rechtspositie als ongehuwde vader.

 

4.7. Randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders op basis van de ervaringen en verwachtingen van de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders
Op basis van de uitkomsten uit een eerdere onderzoek naar de problematiek die vaders met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder ondervinden (Padberg, Van der Heijden, Barendse & Reijnhout, 2012), zijn de onderstaande aanbevelingen aan de hulp/dienstverlening gedaan.

Aanbevelingen aan de hulp/dienstverlening op basis van de uitkomsten uit een eerdere onderzoek naar de problematiek die vaders met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder ondervinden (Padberg, Van der Heijden, Barendse & Reijnhout, 2012):

  • Wees duidelijk in de hulp/ dienstverlening
  • Zorg dat je kennisniveau op peil blijft
  • Er zou iets zoals het Vader Kennis Centrum moeten zijn, maar dan niet vanuit de vaders, maar vanuit een bredere context
  • Werk samen
  • Luister naar wat je cliënt vertelt en luister naar zijn/haar mening
  • Zet niet gewoon de ene ouder buiten spel en volg niet klakkeloos het systeem
  • Blijf objectief
  • Toon empathie en betrokkenheid [39]

Aan de hand van de bovenstaande aanbevelingen is onderzocht welke ervaringen de ongehuwde vaders binnen dit onderzoek met de hulp/dienstverlening hadden en welke ervaringen de hulp/dienstverleners hadden met de ongehuwde vaders in hun werk. Uit de resultaten van dit onderzoek is naar voren gekomen dat geen enkele instantie een specifieke werkwijze heeft voor ongehuwde vaders. Het uitgangspunt van de instanties is dat er in gezamenlijk overleg met de ouders een beslissing wordt gemaakt over de kinderen. Dit wordt door vier van de elf hulp/dienstverleners aangegeven. Daarnaast staat het geven van advies, het stellen van doelen, het systeemgericht werken, analyseren, doorverwijzen, bemiddelen en betrekken van beide ouders centraal in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders.

Zeven van de elf ondervraagde hulp/dienstverleners geeft aan dat juridische kennis onder professionals over de rechtspositie van ongehuwde vaders en transparantie over de hulp/dienstverlening naar vaders toe belangrijke randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders zijn. Daarnaast geven vier van de elf ondervraagden aan dat het tonen van empathie belangrijk is. Hierbij zijn onder andere de randvoorwaarden respect, mensenkennis en deskundigheid belangrijke randvoorwaarden die worden genoemd door de hulp/dienstverleners.

Hieronder is een overzicht gegeven van de belangrijkste randvoorwaarden die genoemd zijn door de elf hulp/dienstverleners in dit onderzoek.

 

Belangrijkste randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders

  • Empathie tonen
  • Bewust zijn van eigen referentiekader
  • Respect
  • Juridische kennis
  • Mensenkennis
  • Deskundigheid
  • Positioneren
  • Veerkrachtigheid
  • Coachen
  • Omgaan met emoties
  • Open communicatie
  • Transparantie
  • Voorlichting

De zeven ongehuwde vaders in dit onderzoek hebben aangegeven dat zij het voornamelijk van de hulp/dienstverlening nodig hebben dat de hulp/dienstverlener moeite doet om in contact met hen te treden en dit contact ook probeert te onderhouden. Hiermee willen de ongehuwde vaders erkenning van hun problemen waar zij tegenaan lopen in hun positie als ongehuwde vader. Tevens willen zij net zo veel als de moeder worden betrokken in de hulp/dienstverlening met betrekking tot hun kind. De ongehuwde vaders verwachten dat de hulp/dienstverlener in staat is om adequaat te handelen in hun problematiek. Hieronder is een overzicht gegeven van de belangrijkste randvoorwaarden volgens de ongehuwde vaders.

Belangrijkste randvoorwaarden die ongehuwde vaders nodig hebben in de hulp/dienstverlening

  • Erkenning
  • Contact onderhouden
  • Betrokkenheid
  • Adequaat handelen
  • Juridische kennis
  • Voorlichting

Zowel de hulp/dienstverleners als de ongehuwde vaders hebben aangegeven dat juridische kennis over de rechtspositie van ongehuwde vaders van belang is voor passende hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders. Daarnaast hebben beide groepen aangegeven dat het houden van voorlichting de hulp/dienstverlening kan verbeteren. Hierdoor zijn de ongehuwde vaders beter geïnformeerd en kunnen zij hun weg vinden binnen de hulp/dienstverlening met hun vragen over het vaderschap. Het houden van een voorlichting kan tevens als resultaat hebben dat er wellicht minder beroep door ongehuwde vaders hoeft te worden gedaan op de hulp/dienstverlening. Hierdoor sluit de hulp/dienstverlening beter aan op de wensen en de behoeften van de ongehuwde vaders en zijn de hulp/dienstverleners in staat om meer adequaat te handelen.

Uit het eerdere onderzoek naar de problematiek die vaders met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder ondervinden (Padberg, Van der Heijden, Barendse & Reijnhout, 2012)is naar voren gekomen dat vaders een ambivalente houding hebben ten opzichte van de huidige hulp/ dienstverlening. Volgens de elf hulp/dienstverleners komt deze ambivalente houding onder ongehuwde vaders voor omdat zij het niet mannelijk vinden om hulp te vragen, er nog steeds sprake is van stereotypering (moeder is de hoofdverzorger en vader de kostwinnaar), vaders ongelijk worden benaderd in tegenstelling tot moeder, de ongehuwde vaders hoge verwachtingen van de hulp/dienstverlening hebben en er veel onduidelijkheid is over de hulp/dienstverlening onder ongehuwde vaders. Doordat de ambivalente houding onder ongehuwde vaders voor een groot deel afhangt van hun verwachtingen over de hulp/dienstverlening, zal ik de resultaten van deze verwachtingen in kaart brengen.

Allereerst hebben vier van de elf hulp/dienstverleners aangegeven dat zij denken dat ongehuwde vaders een ambivalente houding hebben jegens de hulp/dienstverlening door de nare ervaringen die zij hiermee hebben. Een goed voorbeeld is dat van een zaak vanuit de William Schrikker Groep. De ongehuwde vader in deze zaak heeft in zijn jeugd veelvuldig te maken gehad met de hulp/dienstverlening en heeft daar nare ervaringen mee, hierdoor had hij veel weerstand en wantrouwen tegen de hulpverlening vanuit de William Schrikker Groep. Hierbij speelde de angst dat zijn kind zou worden ontnomen een centrale rol. De voogd heeft toen veel moeten doen om het vertrouwen bij hem te winnen en hiermee de ambivalente houding om te buigen tot een gemotiveerde houding.

Drie van de elf ondervraagde hulp/dienstverleners geven aan dat de ongehuwde vaders van hen verwachten dat zij hun problemen met de moeder en de omgang met hun kinderen zullen oplossen. Zij hebben hierdoor hoge verwachtingen van de hulp/dienstverlening en hebben een afwachtende houding.

Twee van de zeven ongehuwde vaders die in dit onderzoek zijn ondervraagd, hebben aangegeven dat zij meer betrokkenheid van de hulp/dienstverlening hadden verwacht in hun situatie. De ongehuwde vaders merken dat de hulp/dienstverlening nog steeds meer op de moeder is afgestemd en ervaren hierdoor een achtergestelde positie op de moeder van hun kind. Daarnaast hadden de vaders meer kennis onder de hulp/dienstverleners verwacht over hun rechtspositie en de emotionele aspecten van het vaderschap. Hierbij moet worden gedacht aan de betekenis van de vaderrol in het leven van het kind en de manier waarop mannen in de hulp/dienstverlening het beste kunnen worden bejegend. Uit het onderzoek is namelijk naar voren gekomen dat veel ongehuwde vaders nog het idee hebben dat de hulp/dienstverlening de klassieke rolverdeling met de moeder als hoofdverzorger en de vader als hoofdkostwinnaar uit gaat. Hierdoor is het voor de vaders als hoofdkostwinnaar vaak moeilijk om aanwezig te zijn tijdens afspraken binnen de hulp/dienstverlening, omdat deze op tijdstippen zijn dat zij op het werk zitten. Daarnaast vinden mannen het moeilijk om een hulpvraag neer te leggen omdat zij vaak te trots zijn en het niet mannelijk vinden om hulp te vragen en toe te laten. Door deze stereotypering in combinatie met de ervaringen van de ongehuwde vaders dat zij in de hulp/dienstverlening worden achtergesteld op de moeder, hebben zij er geen vertrouwen in dat er hulp/dienstverlenende instanties zijn die aan hun zijde staan.

 

Hoofdstuk 5 Conclusie, aanbevelingen en reflectie

In dit hoofdstuk zal ik op grond van de resultaten uit hoofdstuk vier van dit onderzoeksrapport tot antwoorden komen op de deelvragen. Hierna volgt er een conclusie die uiteindelijk antwoord zal geven op de onderzoeksvraag. Tot slot zal ik op basis van mijn conclusie komen tot aanbevelingen ten behoeve van de beroepspraktijk en een korte reflectie geven op het onderzoek.

 

5.1. Onderzoeksvraag en deelvragen
Steeds vaker krijgt het Vader Kennis Centrum te maken met ongehuwde vaders en hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap. Het kenniscentrum heeft hierbij aangegeven dat het de ongehuwde vaders niet kan doorverwijzen naar passende hulp/dienstverlening. Het doel van het onderzoek was dan ook om inzicht te krijgen in de huidige hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders, zodat de hulp/dienstverlening kan aansluiten op de hulpvragen van deze doelgroep en het VKC op adequate wijze de ongehuwde vaders kan doorverwijzen naar de hulp/ dienstverlening. Op zo een manier zullen ongehuwde vaders net zo veel worden betrokken in de hulp/dienstverlening als de moeders van hun kind.

De onderzoeksvraag hierbij is:

Hoe gaan het Vader Kennis Centrum en de hulp/dienstverleners waar zij naar doorverwijzen om met de hulpvragen van ongehuwde vaders op het gebied van het vaderschap?

Deze onderzoeksvraag is onderzocht aan de hand van de onderstaande deelvragen:

  • Hoe ziet ongehuwd vaderschap eruit?
  • Welke vragen leggen ongehuwde vaders voor aan de hulp/dienstverlening met betrekking tot het vaderschap en hoe worden deze vragen opgepakt?
  • Welke vragen leggen ongehuwde vaders voor aan het Vader Kennis Centrum en hoe worden deze vragen opgepakt door het centrum?
  • Bij welke instanties komen ongehuwde vaders terecht met hun hulpvragen over het vaderschap en hoe komen zij hier terecht?
  • Waar verwijst het Vader Kennis Centrum op dit moment ongehuwde vaders naar toe met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap en wat is hun ervaring hiermee?
  • Welke juridische kennis hebben de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders over het ongehuwd vaderschap?
  • Wat zijn randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders op basis van de ervaringen en verwachtingen van de hulp/dienstverleners en de ongehuwde vaders?

 

5.2. Het ongehuwd vaderschap
Op basis van de uitkomsten van de wet wordt het ongehuwd vaderschap gedefinieerd als de vaders die uit affectieve relatie met de moeder een kind hebben en hun kind eerst moeten erkennen voordat zij gezamenlijk gezag samen met de moeder kunnen aanvragen bij de griffie van de rechtbank. Zij hebben geen huwelijk of geregistreerd partnerschap gehad met moeder. Met het vaderschap wordt de relatie tussen een man en zijn kind bedoeld waarin emotionele, sociale, juridische en biologische componenten een rol spelen.

Binnen dit onderzoek heeft 90% van de ongehuwde vaders te maken gehad met de rechtspraak in zaken met betrekking tot erkenning, ouderlijk gezag en omgang. Tijdens het proces van erkennen, gezag en omgang voelt 57% van de ongehuwde vaders zich in dit onderzoek afhankelijk van de moeder, omdat zij haar toestemming nodig hebben om hun kind te kunnen erkennen en er gezag over aan te vragen.

Op basis van deze uitkomsten kan worden geconcludeerd dat het ongehuwd vaderschap gekenmerkt wordt door de problemen die zij hebben op het gebied van het erkennen van hun kind en het gezag aanvragen over hun kind. Dit komt omdat zij hierin afhankelijk zijn van de toestemming van de moeder en/of het kind. Daarnaast kom het vaak voor dat moeders alleen het gezag over het kind uitvoeren na een relatiebreuk tussen ongehuwde ouders. Ongehuwde vaders zijn vaak geen juridisch ouder en ontlenen hierdoor geen rechten en plichten aan hun vaderschap.

Binnen het ongehuwd vaderschap staan de volgende wetsartikelen centraal:

  • Artikel 1:199 BW: Dit artikel definieert de term vader als de man die gehuwd is met de vrouw uit wie het kind is geboren, als de man die het kind heeft erkend, als de man wiens vaderschap gerechtelijk is vastgesteld en als de man die het kind heeft geadopteerd.
  • Artikel 1:203 BW: Geeft aan dat een vader zijn kind kan erkennen aan de hand van een akte van erkenning of aan de hand van een notariële akte. Daarnaast geeft dit artikel aan dat erkenning gevolg heeft vanaf het tijdstip dat het is gedaan.
  • Artikel 1:204 BW: Dit artikel gaat over de erkenning van het kind door de vader. De voorwaarden voor het erkennen van het kind is dat de man de verwekker is van het kind en de erkenning niet het belang van het kind schaadt.
  • Artikel 1:198 BW: Bepaalt dat de moeder van een kind de vrouw is uit wie het kind is geboren of die het kind heeft geadopteerd. Op grond van dit artikel is zij zowel juridisch moeder als biologisch moeder.
  • Artikel 1:253b lid 1 BW: Wijst van rechtswege het gezag toe aan moeder. Zij oefent de het gezag alleen uit als zij niet gehuwd is met de vader.
  • Artikel 1:253d BW: Op grond van dit artikel kunnen ouders op gezamenlijk verzoek gezamenlijke uitoefening van het gezag aanbrengen bij de rechtbank, waarna deze zal worden aangetekend in het gezagsregister.
  • Artikel 1:253c BW: Op grond van dit artikel kan vader een verzoek tot gezamenlijk gezag aanbrengen bij de rechtbank. Hij kan hier tevens vervangende toestemming voor krijgen van de rechter. In dit onderzoek hebben vijf van de zeven ongehuwde vervangende toestemming van de rechter gekregen voor het aanvragen van gezag over hun kind.
  • Artikel 1:244 BW: Dit artikel bepaalt dat er een aantekening wordt gemaakt in het gezagsregister van het gezag over minderjarigen. Dit betekent dat het gezag wordt aangetekend in het gezagsregister op het moment dat een ongehuwde vader deze heeft aangevraagd over zijn kind.
  • Artikel 1:245 BW: Uitoefening van het gezag door een ouder over zijn kind. Dit gezag houdt in ouders belangrijke beslissingen mogen maken in het leven van het kind, zoals de schoolkeuze en de gezondheidszorg. Daarnaast beheert hij het vermogen van de minderjarige en mag hij hem vertegenwoordigen in burgerlijke handelingen.
  • Artikel 1:247 BW: De omvang van het ouderlijk gezag dat iedere ouder het t recht en de plicht heeft om het kind te verzorgen en op te voeden.
  • Artikel 1:253a BW: Biedt de mogelijkheid aan ouders die gezamenlijk gezag hebben om geschillen met betrekking tot het gezag voor te leggen aan de rechter. De rechter neemt dan een beslissing in het belang van het kind.

Uit het literatuuronderzoek is naar voren gekomen dat beide ouders hun kind essentiële strategieën aanleren die belangrijk zijn voor het levensverloop van het kind. Moeders leren hun kind voornamelijk om troost te vinden, om te ontspannen, te verzorgen, te praten en om emoties te uiten. Terwijl vaders hun kinderen leren om te handelen, met stress om te gaan, om vertrouwen te hebben en om zich veilig te voelen in een lastige situatie.[40] Hieruit kan worden geconcludeerd dat het van belang is dat kinderen met beide ouders in hun leven opgroeien. Dit wordt ondersteund door de identiteitstheorie en de levenslooptheorie.

Volgens de identiteitstheorie is de aanwezigheid van een vader in het leven van een kind belangrijk voor de ontwikkeling van de identiteit als vader. Hierdoor voelt de vader zich betrokken in de opvoeding van het kind en kan hij op een veilige manier een band op bouwen met zijn kind. Daar tegenover staat de levenslooptheorie die er vanuit gaat dat de aanwezigheid van een vader in het leven van een kind er voor zorgt dat het kind op latere leeftijd in staat is om belangrijke keuzes te maken, zoals een baankeuze of studiekeuze. Op basis van deze literatuur kan worden geconcludeerd dat vaders op sociaal-emotioneel een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het kind. Naast deze sociaal-emotionele rol spelen ongehuwde vaders ook een belangrijke biologische rol in het leven van hun kind.

Biologisch gezien hebben kinderen een onvoorwaardelijk gevoel voor liefde en trouw voor hun ouders. Dit komt door de biologische verwantschap die zij delen met elkaar. Bij conflicten tussen de ouders kunnen kinderen in een loyaliteitsconflict komen, omdat zij door de biologische verwantschap loyaal zijn aan beide ouders. Door het conflict tussen de ouders kunnen hun kinderen lijden aan het Parental Alienation Syndrome (PAS) [41], waardoor zij meestal de uitwonende ouder verstoten. Dit gebeurt vaak onder invloed van de ouder waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben. In dit onderzoek hebben alle ongehuwde vaders te maken gehad met ouderverstoting. De ongehuwde vaders zijn afhankelijk van de moeder en/of het kind om hun kind te kunnen erkennen en er gezag over aan te vragen, waardoor de moeder veel macht heeft en makkelijk over kan gaan tot ouderverstoting.

Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat het ongehuwd vaderschap emotionele, sociale, juridische en biologische componenten bevat. Door de minder sterke juridische positie van de ongehuwde vader, wordt het ongehuwde vaderschap gekenmerkt door de problematiek op het gebied van gezag, erkenning en omgang. De ongehuwde vaders raken vaak in een juridisch strijd verwikkeld met de moeder en zijn hierin ook veel afhankelijk van de toestemming van de moeder en/of het kind.

 

5.3. Hulpvragen van ongehuwde vaders aan de hulp/dienstverlening
Uit de resultaten in hoofdstuk vier van het onderzoeksrapport is naar voren gekomen dat de hulpvragen die ongehuwde vaders binnen dit onderzoek stellen aan de hulp/dienstverlening voornamelijk gaan over omgang, opvoeding, juridisch advies en het belang van het kind. Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat de hulpvragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap aan de hulp/dienstverlening voornamelijk juridisch en opvoedkundig van aard zijn. Daarnaast gaan deze vragen vaak over de communicatie met de moeder van hun kind. De juridische vragen gaan voornamelijk over gezag, erkenning en omgang. Terwijl de opvoedkundige vragen meer betrekking hebben op het belang van het kind en de communicatie met de moeder.

De hulp/dienstverlenende hebben geen specifieke werkwijze voor ongehuwde vaders. De professionals proberen zoveel mogelijk gezinsgericht te werken aan de hand van de hulpvragen die de ongehuwde vaders voorleggen. Hierbij streven zij naar gelijke betrokkenheid van beide ouders in de hulp/dienstverlening voor hun kind.

Het belang van het kind is dat het met beide ouders in zijn leven opgroeit, waardoor het gezinsgericht werken de voorkeur heeft. Echter blijkt uit de onderzoeksresultaten in dit onderzoeksrapport dat de hulp/dienstverlenende instanties nog steeds met hun werkwijze op de moeder zijn gericht. Daarnaast zijn de professionals niet verplicht om de ongehuwde vader te betrekken in de hulp/dienstverlening als deze geen gezag over zijn kind heeft.

Op basis van de onderzoeksresultaten uit hoofdstuk vier van dit onderzoeksrapport is de werkelijke hulpvraag van de ongehuwde vaders aan de hulp/dienstverlening of zij net zoveel als de moeder betrokken kunnen worden in de hulp/dienstverlening voor hun kind. Door deze betrokkenheid zullen de hulpvragen die voortvloeien uit de problematiek omtrent het ongehuwd vaderschap automatisch worden beantwoord, waardoor de ongehuwde vaders beter op de hoogte zijn van hun rechtspositie en hun rol als betrokken ouder.

 

5.4. Hulpvragen van ongehuwde vaders aan het Vader Kennis Centrum
Het Vader Kennis Centrum krijgt twaalf keer per maand hulpvragen van ongehuwde vaders op het gebied van het ongehuwd vaderschap. Deze vragen worden zowel telefonisch als per e-mail voorgelegd. Deze vragen gaan over de rechtspraak, het falen van hulp/dienstverlenende instanties waar de vaders hebben aangeklopt met hun hulpvraag op het gebied van het ongehuwd vaderschap, internationale kinderontvoeringen, vragen over erkenning en omgang, bemiddeling met moeder in het geschil over de kinderen, de inhoud van het ouderschapsplan en de uitleg van het klemcriterium ex. artikel 1:247 lid 3 BW juncto 1:251a BW.

In het eerdere onderzoek naar de problematiek die vaders met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder ondervinden (Padberg, Van der Heijden, Barendse & Reijnhout, 2012) hebben vaders aangegeven dat het principe van het Vader Kennis Centrum vanuit een bredere context moet worden opgezet. Tijdens de diepte interviews met de zeven ongehuwde vaders binnen dit onderzoek, is dit ook naar voren gekomen. De ongehuwde vaders binnen dit onderzoek hebben de behoefte aan een breed kenniscentrum waar zij bij professionals terecht kunnen met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap. Op dit moment wordt het Vader Kennis Centrum door de ongehuwde vaders gezien als een expertisecentrum waar zij terecht kunnen voor het delen van kennis en ervaringen op het gebied van het vaderschap. Het centrum biedt een luisterend oor aan de ongehuwde vaders. Hiermee kan het Vader Kennis Centrum worden gedefinieerd als een algemeen kenniscentrum waar ongehuwde vaders terecht kunnen met hun persoonlijke verhaal en de daaraan gekoppelde hulpvragen op het gebied van het ongehuwd vaderschap.

Op basis van de resultaten uit dit onderzoeksrapport kan worden geconcludeerd dat het VKC niet alle kennis en vaardigheden heeft om alle hulpvragen van ongehuwde vaders te beantwoorden.

 

5.5. De hulp/dienstverlenende instanties binnen het ongehuwd vaderschap en het vertrekpunt van de ongehuwde vaders in hun zoektocht naar hulp/dienstverlening
Op basis van de resultaten uit hoofdstuk vier van dit onderzoeksrapport kan worden geconcludeerd dat de instanties die ongehuwde vaders benaderen met hun hulpvragen op het gebied van het ongehuwd vaderschap kunnen worden onderverdeeld in juridische instanties, zoals het Juridisch Loket, de advocatuur en de mediation. Daarnaast benaderen de ongehuwde vaders instanties met een meer opvoedkundig karakter, zoals de Opvoedpoli, orthopedagogie en kinderpsychologie. De ongehuwde vaders hebben aan de hand van de gedwongen hulpverlening te maken met verschillende instanties, zoals de Raad voor de Kinderbescherming, Jeugdbescherming en de William Schrikker Groep.

Twee vaders van de zeven ongehuwde vaders in dit onderzoek hebben uit eigen beweging contact opgenomen met Jeugdbescherming naar aanleiding van de opvoedsituatie van de kinderen bij de moeder. Daar tegenover hebben twee vaders in het kader van gedwongen hulpverlening te maken gehad met de Raad voor de Kinderbescherming en met de William Schrikker Groep, naar aanleiding van een ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing.

Aan de hand van de doorverwijzingen en de samenwerkingsverbanden binnen de hulp/dienstverlenende instanties die mee hebben gedaan aan het onderzoek is er afgeleid welke instanties nog meer te maken hebben met ongehuwde vaders en hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap.

Op basis van de resultaten uit het onderzoek kan er worden geconcludeerd dat de ongehuwde vaders bij de onderstaande instanties terecht komen met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap:

  • Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
  • Raad voor de Kinderbescherming
  • Opvoedpoli
  • Juridisch Loket
  • Mediation
  • Advocatuur
  • Jeugdbescherming
  • William Schrikker Groep
  • Kinderpsychologie
  • Orthopedagogie
  • Geestelijke gezondheidszorg
  • Stichting FION
  • Stichting Dwaze Vaders
  • De huisarts
  • DOK Relatietherapie
  • Maatschappelijk werk
  • Sociaal Raadslieden
  • Ouderennetwerk Jeugdzorg-Gelderland
  • De rechtsbijstandsverzekeraar
  • Politie
  • ActiVite
  • Stichting MEE
  • Rivierduinen (geestelijke gezondheidszorg)
  • Brijder (verslavingszorg)
  • Kwadrant (maatschappelijk werk)
  • GGD
  • Kiescoach
  • Omgangshuis
  • Basisscholen en middelbare scholen van de kinderen
  • Juridisch Loket
  • Cordaan
  • Gemeenten
  • Ouder Kind Centrum
  • Triple P
  • Consultatiebureau
  • Spirit
  • Pleegzorg
  • Amsta
  • Karaad
  • Stut en Steun
  • Schuldhulpverlening
  • Curium
  • Siriz
  • HorizonFlexusjeugdplein
  • Ipse de Bruggen
  • De Banjaard
  • Stek
  • Cardea
  • Rutgers WPF
  • Rechtswinkel Bijlmermeer

Bovenstaande lijst is ontstaan aan de hand van de data uit de interviews met de zeven ongehuwde vaders en de elf hulp/dienstverleners. De lijst geeft een totaaloverzicht weer van instanties waar ongehuwde vaders zelf hebben aangeklopt voor hulp/dienstverlening en van instanties waar zij terecht komen via een doorverwijzing. Uit de resultaten van dit onderzoek komt naar voren dat ongehuwde vaders bij veel hulp/dienstverlenende instanties terecht komen met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap. De bovenstaande lijst zal als leidraad dienen voor het ontwerp van de sociale kaart voor de opdrachtgever Vader Kennis Centrum in Utrecht. Echter hebben niet alle instanties de expertise om aan te sluiten bij de hulpvragen van de ongehuwde vaders, waardoor niet alle instanties zullen worden opgenomen in de sociale kaart.

Uit de resultaten van dit onderzoek is naar voren gekomen dat alle ongehuwde vaders uit dit onderzoek niet bekend zijn met de hulp/dienstverlening waar zij terecht kunnen met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap. Doordat de ongehuwde vaders onbekend zijn met de hulp/dienstverlening gebruiken zij voornamelijk het internet en het eigen netwerk om in contact te komen met de bovenstaande instanties. Dit kan gezien worden als een veilig en vertrouwd middel om mee te starten in hun zoektocht binnen de hulp/dienstverlening. Gaandeweg weten de ongehuwde vaders beter hun weg te vinden aan de hand van doorverwijzingen van instanties en lotgenoten.

Concluderend kan het eigen netwerk en het internet worden gezien als vertrekpunt van de zoektocht van ongehuwde vaders naar de hulp/dienstverlening. Daarnaast kan er worden geconcludeerd dat de ongehuwde vaders tijdens hun zoektocht bij veel hulp/dienstverlenende instanties terecht komen.

 

5.6. Doorverwijsmogelijkheden van ongehuwde vaders naar de hulp/dienstverlening
Op dit moment verwijst het Vader Kennis Centrum ongehuwde vaders door naar de advocatuur en mediation. Op grond hiervan kan worden geconcludeerd dat het VKC voornamelijk doorverwijst naar juridische instanties. Het centrum geeft aan dat zij de ongehuwde vaders naar een breder scala aan hulp/dienstverlening zouden willen doorverwijzen. Zij hebben de ervaring dat vaders vaak contact opnemen over het falen van hulp/dienstverlenende instanties, waardoor de kwaliteit van deze instanties moeilijk vast te stellen is om een passende doorverwijzing te doen. De ongehuwde vaders die contact opgenomen hebben met het VKC geven aan dat instanties zoals de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdbescherming falen in het indiceren van de thuissituatie, waardoor hun kinderen geen gepaste hulp/dienstverlening ontvangen en zelfs in het ergste geval onder toezicht worden gesteld of uit huis worden geplaatst. Het VKC reikt deze vaders handvatten aan om een eventuele klachtenprocedure op te starten tegen de falende instanties, waardoor het VKC geen doorverwijzing meer kan doen naar de desbetreffende instantie.

Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat de doorverwijsmogelijkheden vanuit het Vader Kennis Centrum beperkt zijn. Echter bestaat er wel de behoefte onder de ongehuwde vaders om doorverwezen te worden naar een breder scala aan hulp/dienstverlening, zodat hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap kunnen worden beantwoord.

 

5.7. Juridische kennis over het ongehuwd vaderschap
Uit onderzoek vanuit het expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving (Van Lier, 2007) is naar voren gekomen dat tienervaders de behoefte hebben aan meer informatie over hun rechtspositie. De vaders gaven in dit onderzoek aan dat zij meer informatie wilden hebben over erkenning en gezag aanvragen.[42] Aan de hand van het onderzoek vanuit het expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving en de resultaten uit hoofdstuk vier van dit onderzoeksrapport, kan worden geconcludeerd dat vaders weinig juridische kennis hebben over hun rechtspositie. Zij zijn vaak niet op de hoogte van het feit dat erkenning en gezag twee verschillende dingen zijn en het erkennen van het kind er niet automatisch voor zorgt dat zij gezag hebben over het kind. Uit de resultaten van dit onderzoek is naar voren gekomen dat dit mede afhankelijk is van de culturele achtergrond en het opleidingsniveau. De ongehuwde vaders die hoger opgeleid zijn, hebben vaak een netwerk waaruit zij informatie kunnen inwinnen op het gebied van de hulp/dienstverlening en hun juridische positie. Hierdoor zullen zij beter geïnformeerd beginnen aan hun zoektocht naar hulp/dienstverlening.

Uit de uitkomsten van dit onderzoek is naar voren gekomen dat er binnen de Marokkaanse cultuur vaak informele huwelijken worden gesloten. Dit zijn huwelijken die niet voor de burgerlijke stand zijn gesloten en waarop de Nederlandse wetgeving niet van toepassing is. Dit betekent dat de moeder automatisch het gezag toegewezen krijgt en de vader het kind moet erkennen voordat hij er gezag over kan aanvragen. Hiermee hebben deze Marokkaanse mannen dezelfde status als de ongehuwde vaders uit dit onderzoek. Zij kunnen met dezelfde problematiek omtrent het ongehuwd vaderschap te maken krijgen als het gezag en de erkenning niet wordt geregeld binnen het informele huwelijk.

Binnen de Afro-Caribische cultuur is de moeder de belangrijkste opvoeder en ontbreekt er vaak een vaderfiguur in het leven van de kinderen. Hierdoor heerst er een moederdominantie binnen deze cultuur waarin de moeder vaak de touwtjes in handen heeft in de opvoeding van de kinderen. Deze vaders voelen zich vaak niet erkend door de moeder en worden vaak door haar gekleineerd, waardoor zij zich niet betrokken voelen in het leven van hun kind. Daarnaast zijn de Afro-Caribische vaders niet gewend om onderdeel te zijn van een gezin en hebben niet geleerd om te communiceren met de moeder over de problemen van hun kind.[43] Door deze omstandigheden hebben deze vaders vaak weinig juridische kennis over hun rechtspositie als ongehuwde vader.

Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de juridische kennis van ongehuwde vaders afhankelijk is van opleidingsniveau en de culturele achtergrond. Tevens kan er worden geconcludeerd dat ongehuwde vaders weinig juridische kennis hebben over hun rechtspositie, waardoor zij vaak in een juridisch conflict terecht komen met de moeder van hun kind.

 

5.8. Randvoorwaarden voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders
Uit de resultaten van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat het ongehuwd vaderschap vooral als een juridisch begrip wordt gedefinieerd door de hulp/dienstverlening. Waarbij de hulp/dienstverlening minder bekend is met de sociale, emotionele en biologische aspecten van het ongehuwd vaderschap. Binnen veel hulp/dienstverlenende instanties zijn de professionals verplicht om met de gezaghebbende ouder in contact te staan over de opvoeding van de kinderen. De gezaghebbende ouder is belast met het maken van belangrijke beslissingen die het belang en het welzijn van het kind omvatten. Dit is meestal de moeder. Hierdoor worden de ongehuwde vaders vaak niet betrokken bij de hulp/dienstverlening van hun kind.

De hulp/dienstverleners binnen dit onderzoek werken gezinsgericht. Dit betekent dat zij ernaar streven om beide ouders te betrekken in hun hulp/dienstverlening. Echter heeft de ongehuwde vader vaak geen gezag, waardoor de hulp/dienstverlening niet verplicht is om hem te betrekken in de hulp/dienstverlening voor zijn kind.

Uit de resultaten van dit onderzoek komt naar voren dat de ongehuwde vaders een ambivalente houding kunnen hebben ten opzichte van de hulp/dienstverlening. Dit komt voornamelijk doordat de moeder van rechtswege gezag over haar kind uitoefent en hiermee zowel juridisch als biologisch moeder is. De ongehuwde vader wordt op dit gebied in de wet achtergesteld, omdat hij niet automatische de juridische vader is van het kind.

De ambivalente houding zorgt er voor dat de verwachtingen van de ongehuwde vaders over het algemeen negatief zijn over de hulp/dienstverlening. Hierdoor hebben zij een afwachtende houding en verwachten zij dat de hulp/dienstverlening hen bij de hand neemt en alle problemen met de moeder van hun kind zal oplossen. Dit zijn hoge verwachtingen die niet altijd uitkomen en zorgen voor teleurstelling onder de ongehuwde vaders, waardoor zij weinig vertrouwen hebben in de hulp/dienstverlening.

Op basis van de aanbevelingen uit het eerdere onderzoek naar de problematiek die vaders met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder ondervinden (Padberg, Van der Heijden, Barendse & Reijnhout, 2012) en de resultaten van dit onderzoek kan tot de conclusie worden gekomen dat de condities voor de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders zijn:

  • Tonen van empathie aan de ongehuwde vader. Hierdoor wordt er meegeleefd met de situatie van vader.
  • Bewust zijn van eigen referentiekader van de hulp/dienstverlener, zodat deze vrij is van vooroordelen en open staat voor diversiteit.
  • Respect. De ongehuwde vaders op een respectvolle en open manier benaderen, zodat deze ook terug kan worden gegeven aan de hulp/dienstverlener. Hierdoor ontstaat een vertrouwensband tussen hulp/dienstverlener en vader en kan eventuele ambivalentie worden omgebogen naar motivatie.
  • Juridische kennis over de positie van de ongehuwde vader, zodat er goed kan worden ingelicht en de vaders weten wat hun rechten en plichten zijn. Dit geldt ook in tegengestelde richting, namelijk dat ongehuwde vaders zich ook meer moeten verdiepen in hun juridische positie. Hierdoor zijn zij beter voorbereid en kan een juridische strijd met de moeder worden voorkomen.
  • Mensenkennis onder hulp/dienstverleners, zodat zij door de houding van vader kunnen prikken. Veel vaders vinden het namelijk nog steeds niet mannelijk om hulp te vragen.
  • Deskundigheid op het gebied van het ongehuwd vaderschap in al haar componenten, zoals op het sociale, juridische, emotionele en biologische vlak.
  • In staat zijn om als hulp/dienstverlener te kunnen positioneren in de situatie van de ongehuwde vader. Hiermee wordt bedoeld dat de hulp/dienstverlener een gepaste houding aanneemt en zijn grenzen weet te bewaken
  • Veerkrachtig kunnen zijn in de situatie van vader en de emoties die hierbij komen kijken. Veel vaders voelen zich achtergesteld op de moeder en hebben hierdoor veel frustraties. Het is belangrijk dat de hulp/dienstverlener dan in staat is om te kunnen “judoën”.
  • Coachen van de ongehuwde vaders zodat zij in staat zijn om eigen beslissingen en initiatieven te nemen omtrent het ouderschap.
  • Om kunnen gaan met emoties en hier gevoelsreflecties op te geven, zodat de ongehuwde vader zich begrepen en gehoord voelt, waardoor zij zich serieus genomen voelen door de hulp/dienstverlening
  • Transparant zijn in de werkwijze en de mogelijkheden van de hulp/dienstverlener. Hierdoor worden eventuele hoe verwachtingen van de ongehuwde vaders opgevangen.
  • Erkennen van de situatie waar de ongehuwde vader in zit en hen erkennen als volwaardig ouder ook al hebben zij geen gezag. Hierdoor voelen zij zich meer betrokken in de hulp/dienstverlening
  • Als hulp/dienstverlener contact onderhouden met de ongehuwde vader, zodat deze op de hoogte is van zijn kind.
  • Betrekken van beide ouders in de hulp/dienstverlening ook al hebben beide ouders niet het gezamenlijk gezag. De hulp/dienstverlening moet meer systeemgericht te werk gaan en het gezin als een geheel zien. Dit moet ook als ouders uit elkaar zijn.
  • Adequaat handelen en hiermee aansluiten op de behoeften van ongehuwde vaders aan hulp/dienstverlening. De hulp/dienstverleners moeten zich hiervan bewust zijn dat mannen op een andere manier moeten worden benaderd dan vrouwen.
  • Het nemen van de verantwoordelijkheid door de ongehuwde vader voor het inschakelen van hulp/dienstverlening met betrekking tot hun kind. Zij moeten hier meer initiatief in nemen.

 

5.9. Conclusie wijze van omgaan binnen de hulp/dienstverlening met hulpvragen van ongehuwde vaders
Op basis van de conclusies op de deelvragen, zal er een antwoord worden gegeven op de onderzoeksvraag hoe het Vader Kennis Centrum en de hulp/dienstverleners waar zij naar doorverwijzen omgaan met de hulpvragen van ongehuwde vaders op het gebied van het vaderschap.

Om tot beantwoording van de uiteindelijke hoofdvraag te komen, definieer ik eerst het begrip ongehuwd vaderschap. Dit begrip bevat emotionele, sociale, juridische en biologische componenten waarbij mannen uit een affectieve relatie met de moeder een kind hebben die zij met toestemming van moeder of vervangende toestemming van de rechter kunnen erkennen. Hierna kunnen zij gezamenlijk gezag aan vragen bij de griffie van de rechtbank. Deze vaders hebben vaak met de rechtspraak te maken in zaken met betrekking tot omgang, erkenning gezag. Deze vaders hebben geen huwelijk of geregistreerd partnerschap gehad met de moeder van hun kind, waardoor zij niet van rechtswege juridisch ouder zijn.

De hulpvragen die ongehuwde vaders stellen zijn voornamelijk juridisch en opvoedkundig van aard. De juridische hulpvragen gaan meestal over erkenning, gezag en omgang. De vaders voelen zich vaak machteloos in hun rechtspositie, omdat deze minder sterk is in vergelijking met die van de moeder. Zij is van rechtswege zowel juridisch als biologisch ouder, waardoor zij bij de geboorte automatisch het gezag krijgt over haar kind. De sociaal-emotionele vragen worden door de ongehuwde vaders aan de hulp/dienstverlening gesteld in het belang van het kind. Dit zijn bijvoorbeeld vragen naar bemiddeling tussen de ouders om tot afspraken te komen met betrekking tot de opvoeding en verzorging van het kind. In eerste instantie probeert een hulp/dienstverlenende instantie eerst zelf de hulpvraag op te pakken en deze te beantwoorden met de expertise die zij in huis hebben. De hulpvraag wordt doorverwezen als de instantie deze zelf niet kan oppakken.

Het internet en het eigen netwerk dienen als vertrekpunt in de zoektocht naar passende hulp/dienstverlening waar ongehuwde vaders hun hulpvragen kunnen voorleggen. Op de website van de instanties winnen zij informatie in over de instantie en de contactgegevens om contact op te nemen naar aanleiding van hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap. Daarnaast maken de ongehuwde vaders gebruik van de Facebook-pagina en de website van het Vader Kennis Centrum om in contact te komen met lotgenoten. In dit contact delen zij hun kennis en ervaringen met elkaar.

De ongehuwde vaders binnen dit onderzoek benaderen verschillende instanties met hun hulpvragen over het ongehuwd vaderschap op zowel juridisch als pedagogisch gebied. Voorbeelden van juridische instanties zijn het Juridisch Loket en de advocatuur. Voorbeelden van pedagogische instanties zijn de Opvoedpoli en Jeugdbescherming. Daarnaast hebben zij aan de hand van het gedwongen kader te maken met instanties zoals de Raad voor de Kinderbescherming en de William Schrikker Groep.

Op dit moment verwijst het VKC voornamelijk door naar de advocatuur en de mediation. De advocatuur verleent de ongehuwde vaders juridische bijstand en maakt zaken aanhangig bij de rechtbank als dit nodig is in de situatie van de ongehuwde vader. Hierbij kan worden gedacht aan het opstarten van zaken op het gebied van erkenning, gezag en omgang. Vanuit de advocatuur wordt ook vaak doorverwezen naar mediation, zodat ouders de kans krijgen om buitengerechtelijk tot belangrijke afspraken te komen over de opvoeding en verzorging van het kind. Een gerechtelijke procedure kost veel geld en tijd, waardoor mediation een uitkomst kan bieden.

Het Vader Kennis Centrum verwijst door naar de mediation als het een kans ziet dat de ongehuwde vader samen met de moeder uit het conflict met betrekking tot de kinderen kan komen. Uit de resultaten van dit onderzoek is naar voren gekomen dat vier ongehuwde vaders doorverwezen zijn naar de mediation. Hiervan zijn drie pogingen tot mediation mislukt, waardoor mediation als een minder succesvol middel kan worden beschouwd voor de ongehuwde vaders in dit onderzoek.

Het Vader Kennis Centrum wordt door de ongehuwde vaders in dit onderzoek gezien als een expertisecentrum en een platform voor lotgenoten. De vaders geven aan dat zij hier terecht kunnen voor juridische informatie en voor het delen van ervaringen met elkaar. Het VKC zorgt er voor dat de meeste recente uitspraken met betrekking tot het vaderschap en de relevante wetsartikelen up-to-date zijn op de Facebook-pagina en op de website, zodat de ongehuwde vaders dit als naslagwerk kunnen gebruiken in hun situatie.

Steeds vaker wordt het VKC benaderd door ongehuwde vaders die te maken hebben gehad met het falen van hulp/dienstverlenende instanties, zoals de Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdbescherming. Deze vaders hebben uiteenlopende klachten over de deskundigheid van de professionals die een indicatie hebben gesteld voor hun kind. Hier kan worden gedacht aan een ondertoezichtstelling en een uithuisplaatsing. Het Vader Kennis Centrum helpt de ongehuwde vaders bij het falen van instanties om eventueel een klachtenprocedure te starten. Hierdoor is het lastig voor het VKC om de hulp/dienstverlenende instanties op hun waarde te schatten en de ongehuwde vaders door te verwijzen naar een breder scala aan hulp/dienstverlening.

Uit de resultaten van dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat ongehuwde vaders weinig juridische kennis hebben over hun rechtspositie. Zij weten vaak niet dat erkenning en gezag twee verschillende dingen zijn, waardoor zij geen automatisch gezag krijgen na erkenning van het kind. Deze beperkte kennis zorgt er voor dat de ongehuwde vaders niet goed op de hoogte zijn van hun rechtspositie en vaak verwikkeld raken in een juridische strijd met de moeder over het gezag, erkenning en de omgang. In het onderzoek komt terug dat het juridisch kennisniveau tevens gekoppeld staat aan de culturele achtergrond en het opleidingsniveau van de vader. Opvallend is dat de ongehuwde vaders die hoogopgeleid zijn vaak een netwerk hebben die ook hoogopgeleid is, waaruit zij waardevolle informatie kunnen winnen met betrekking tot hun rechtspositie. Hierdoor zijn deze ongehuwde vaders beter voorbereid op de hulp/dienstverlening. In het vooronderzoek is naar voren gekomen dat binnen de Marokkaanse cultuur vaak informele huwelijken worden gesloten die niet voor de burgerlijke stand zijn gesloten. Hierdoor is de Nederlandse wetgeving niet van kracht en zijn deze vaders niet automatisch juridisch ouder van hun kind bij de geboorte ervan. Zij moeten het kind eerst erkennen en kunnen daarna pas gezag aanvragen bij de griffie van de rechtbank. Met deze positie vallen zij tevens onder de doelgroep ongehuwde vaders van dit onderzoek. Daarnaast is in het literatuuronderzoek de Afro-Caribische cultuur aangehaald waarin vaak moederdominantie heerst. De moeder wordt gezien als de belangrijkste en enige opvoeder binnen het gezin. Veel vrouwen zijn in deze cultuur alleenstaande moeder, waardoor de kinderen een vaderfiguur missen in hun leven. Dit verschijnsel speelt zich al generaties lang af, waardoor de ongehuwde vaders in deze cultuur ook niet gewend zijn om onderdeel uit te maken van een gezin. Zij hebben niet geleerd om te communiceren met de moeder van hun kind over eventuele problemen in de opvoeding van hun kind. Hierdoor dreigen zij uit het leven van het kind te verdwijnen en hebben zij weinig juridische kennis over hun rechtspositie als ongehuwde vader.

Een kind leert van beide ouders verschillende vaardigheden die van belang zijn als het kind ouder is. Vaders leren hun kinderen bijvoorbeeld om te handelen en om te kunnen gaan met stress. Terwijl moeders hun kinderen leren om te verzorgen en te ontspannen. Beide ouders vullen elkaar goed aan in de opvoeding van hun kind. Hierdoor is het voor kinderen van belang is dat zij beide ouders in hun leven hebben. Er zijn duidelijke verschillen tussen de moeder en de vader. Dit is terug te zien in de verschillen in de hulp/dienstverlening aan mannen en vrouwen. De meeste vaders vinden het nog steeds lastig om hulp te vragen. Zij vragen liever hulp binnen hun eigen netwerk of zoeken informatie op het internet. Terwijl de moeder sneller op zelfstandige basis hulp/dienstverlening zal inschakelen.

De ongehuwde vaders voelen zich met hun juridische positie vaak achtergesteld op die van de moeder, omdat zij van rechtswege juridisch en biologisch moeder is en hiermee zelfstandig gezag uitoefent over haar kind. Doordat de ongehuwde vaders zich achtergesteld voelen op de moeders, hebben zij vaak een ambivalente houding jegens de hulp/dienstverlening. Dit gaat gepaard met wantrouwen tegen de hulp/dienstverlening, waardoor ze niet goed weten wat zij kunnen verwachten van de hulp en diensten die hen wordt aangeboden.

Uit de ervaringen van de ondervraagde hulp/dienstverleners binnen dit onderzoek kan worden geconcludeerd dat de ongehuwde vaders vaak een afwachtende houding hebben en verwachten dat de hulp/dienstverlening al hun problemen met de moeder van het kind zal oplossen. Hierdoor verwachten zij dat ze het contact met hun kind snel kunnen oppakken en hebben zij hoge verwachtingen van de hulp/dienstverlening die niet altijd waar gemaakt kunnen worden.

Aan de hand van de bovenstaande conclusies op de deelvragen kan er als antwoord op de hoofdvraag worden gegeven dat het Vader Kennis Centrum op dit moment beperkte mogelijkheden heeft om ongehuwde vaders met hun hulpvragen door te verwijzen naar adequate hulp/dienstverlening.

Momenteel verwijst het Vader Kennis Centrum veelvuldig door naar de mediation en de advocatuur. Het kenniscentrum zou graag de ongehuwde vaders naar een breder scala aan hulp/dienstverlening willen doorverwijzen, zodat zij ook met hun sociaal-emotionele vragen op het gebied van opvoeding terecht kunnen. De doorverwijsmogelijkheden van het VKC zijn op moment beperkt omdat het centrum aangeeft dat er geen passend aanbod aan hulp/dienstverlening is om ongehuwde vaders naar door te verwijzen. Dit baseren zij op grond van hun eigen kennis en ervaringen en die van de ongehuwde vaders die contact opnemen met het VKC. Het komt steeds vaker voor dat ongehuwde vaders contact opnemen met het VKC over het falen van hulp/dienstverlenende instanties. Hierdoor is er geen goed beeld van het aanbod van hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders.

Uit de resultaten van dit onderzoek is naar voren gekomen dat de ongehuwde vaders in hun zoektocht naar hulp/dienstverlening ook met andere instanties te maken hebben met betrekking tot hun hulpvragen dan alleen de mediation en de advocatuur. Echter heeft geen enkele hulp/dienstverlenende instantie uit dit onderzoek een specifieke werkwijze die afgestemd is op de vader. In dit onderzoek is het uitgangspunt dat beide ouders worden betrokken in de hulp/dienstverlening. Helaas lukt dit niet altijd, omdat de vaderrol in het leven van het kind bij de ongehuwde vaders vaak afhankelijk is van de moeder. De moeder heeft veel macht omdat zij voor veel dingen nog haar toestemming moet geven vanuit de huidige wet- en regelgeving. Meestal heeft de moeder als enigste gezag over het kind dat geboren is uit een ongehuwde relatie. Hierdoor komen de ongehuwde vaders vaak in aanraking met de rechtspraak met betrekking tot gezag, erkenning en omgang.

Op basis van de conclusies op de deelvragen in dit onderzoeksrapport kan worden geconcludeerd dat de hulp/dienstverlening niet goed afgestemd is op de ongehuwde vader. Zij worden nog steeds onvoldoende betrokken in de hulp/dienstverlening met betrekking tot hun kind. Dit is te wijten aan de positionering van de ouders vanuit de wet. Deze gaat nog steeds uit van een klassieke rolverdeling, waarin de vader de hoofdkostwinnaar is en de moeder de verzorger van de kinderen. De ongehuwde vader is bij de geboorte niet van rechtswege juridisch ouder. De moeder voert in beginsel zelfstandig het gezag uit over het kind, waardoor het begin van het ouderschap ongelijkwaardig begint.

Tot slot kan worden geconcludeerd dat het Vader Kennis Centrum op een goede manier omgaat met de juridische hulpvragen van de ongehuwde vaders door de lijst die zij de ongehuwde vaders laten invullen bij het maken van een advocaatkeuze. Deze lijst dient als checklist om te bepalen of de ongehuwde vader voor een goede advocaat heeft gekozen. Daarnaast houdt het kenniscentrum relevante jurisprudentie en wet- en regelgeving op het gebied van het vaderschap bij. Deze juridische informatie wordt helder weergegeven op de website en op de Facebook-pagina. Tevens kan de informatie worden nagevraagd via de telefoon en/of de e-mail.

Met betrekking tot het doorverwijzen van de ongehuwde vaders naar overige hulp/dienstverlening heeft het VKC aangegeven dat het graag naar een breder scala zou willen doorverwijzen. Op dit moment worden de sociaal/emotionele vragen beantwoord aan de hand van eigen kennis en ervaring. Hierin wordt beperkt doorverwezen. Echter houdt het centrum wel artikelen bij die de sociale, emotionele en biologische componenten van het ongehuwd vaderschap betreffen. Deze informatie wordt ook op de website en de Facebook-pagina geplaatst en kan de ongehuwde vaders helpen in hun zoektocht naar hulp/dienstverlening.

Tot slot kan op basis van de uitkomsten van dit onderzoek worden geconcludeerd dat de hulp/dienstverlenende instanties geen specifieke werkwijze hebben voor de ongehuwde vaders. Deze instanties streven ernaar om gezinsgericht te werken. Echter kan men zich afvragen of dit de huidige hulp/dienstverlening lukt. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek kan op deze vraag ontkennend worden geantwoord en moet er nog veel veranderen om vaders volledig te betrekken in de hulp/dienstverlening.

 

5.12. Aanbevelingen
Uit de conclusie komt naar voren dat het Vader Kennis Centrum de juridische hulpvragen van de ongehuwde vaders op een adequate manier oppakt. Dit doen zij door de ongehuwde vaders een lijst te verstrekken als zij een advocaatkeuze moet maken. Op zo een manier weten de vaders of zij met een goede advocaat te maken hebben. Daarnaast houdt het centrum de relevante wet- en regelgeving en jurisprudentie op het gebied van het vaderschap bij. De artikelen die de sociale, emotionele en biologische componenten belichten van het ongehuwd vaderschap, worden ook goed bijgehouden op de website en de Facebook-pagina. Deze informatie wordt door de ongehuwde vaders gebruikt in hun zoektocht naar hulp/dienstverlening. Doordat het VKC op dit moment voornamelijk doorverwijst naar de mediation en de advocatuur, zijn de doorverwijsmogelijkheden beperkt. Uit de resultaten van dit onderzoek is naar voren gekomen dat de ongehuwde vaders nog steeds een achtergestelde positie ervaren op de moeder in de hulp/dienstverlening. Hierdoor kan er tot de onderstaande aanbevelingen worden gekomen.

Ten eerste is een aanbeveling aan het Vader Kennis Centrum om een sociale kaart te ontwikkelen die een overzicht geeft van de hulp/dienstverlening waar zij ongehuwde vaders naar door kunnen verwijzen met hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap. Op basis van de resultaten van dit onderzoek zal een dergelijke sociale kaart worden ontwikkeld als beroepsproduct bij deze externe opdracht.

Ten tweede kan aan de hulp/dienstverlening worden aanbevolen dat de ongehuwde vaders op gelijke wijze als de moeder moeten worden betrokken in de hulp/dienstverlening. Hierbij mag het niet uitmaken of de vader wel of geen gezag over het kind heeft. Hierdoor zal het gezinsgericht werken beter worden toegepast in de praktijk van de hulp/dienstverlening en op zo een manier blijven beide ouders betrokken in het leven van het kind.

Tot slot is aan te bevelen om een preventieve voorlichting te ontwikkelen gericht op de rechtspositie van ongehuwde vaders en de sociale, emotionele en biologische aspecten van het vaderschap. Hierdoor hebben de vaders meer juridische kennis en weten zij hun weg beter te bewandelen binnen de hulp/dienstverlening. Tevens zal er naar aanleiding van deze voorlichting wellicht meer aandacht komen voor de rechtspositie van de ongehuwde vader en de problematiek die hiermee samenhangt.

 

5.13. Reflectie op het onderzoek
In deze paragraaf worden de beperkingen van het onderzoek, de onafhankelijkheid van het onderzoek, de aanpak van het onderzoek, de planning en de uitkomst van het onderzoek besproken.

Dit onderzoek is op eigen initiatief ontstaan aan de hand van literatuur en mijn eigen ervaringen als kind van een ongehuwde vader. In het derde leerjaar van de opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening heb ik op mijn stageplek bij de Kinder- en Jongerenrechtswinkel Amsterdam veelvuldig te maken gehad met ongehuwde vaders. Hier heb ik kunnen ervaren welke bijzondere rechtspositie deze vaders hebben en welke problematiek hiermee samenhangt.

Nadat ik de onderzoeksopzet in grote lijnen voor mijzelf had geschetst, ben ik op zoek gegaan naar een opdrachtgever. Helaas begon ik met dit onderzoek in een tijd dat de opdrachtgevers niet voor het oprapen lagen. Ik heb aan meerdere instanties het concept ervan voorgelegd en heb ook van meerderen hierop een afwijzing gehad. Uiteindelijk ben ik terecht gekomen bij het Vader Kennis Centrum. De missie en visie van deze organisatie sluit goed aan bij het onderwerp van dit onderzoek, waardoor ik blij ben dat ik deze kans heb gekregen. Door de opdrachtgever heb ik veel kennis opgedaan met het ongehuwd vaderschap aan de hand van de inspirerende verhalen van de vaders, de ervaringen van de leden en het bijwonen van verschillende bijeenkomsten en een symposium met betrekking tot het vaderschap. Hierdoor ben ik met veel mensen in contact gekomen die op verschillende manieren te maken hebben met het ongehuwd vaderschap.

Door de grove schets die ik had gemaakt van dit onderzoek, was deze in het begin erg breed georiënteerd. Ik was bang dat ik het onderzoek niet in mijn eentje ten uitvoer kon leggen, waardoor ik dit onderzoek in eerste instantie met een medestudent ben aangegaan. Helaas is zij gedurende het onderzoek gestopt, waardoor ik een groot deel van haar onderzoek erbij kreeg. Uiteindelijk heb ik zeven ongehuwde vaders en tien hulp/dienstverleners geïnterviewd.

Naast de andere hulp/dienstverlenende instanties heb ik het Juridisch Loket in persoon benaderd voor het afnemen van een diepte interview. Helaas zag het loket geen mogelijkheid voor mij om een interview met een van de juridische medewerkers af te nemen. Een van de juridische medewerksters was wel bereid om de vragenlijst van het interview in te vullen. Hier ben ik mee akkoord gegaan, waardoor ik geen diepte interview met de juridisch medewerkster van het Juridisch Loket heb afgenomen. Hierdoor heb ik niet de gelegenheid gekregen om in een persoonlijk gesprek door te vragen op de antwoorden die zij mij heeft gegeven. Per e-mail heb ik aanvullende vragen op de antwoorden uit de vragenlijst gesteld, waardoor ik nog een redelijk compleet beeld heb kunnen schetsen van het verhaal van deze respondent.

Tijdens het afnemen van het interview met de teamleider Omgang en Gezag van de Raad voor de Kinderbescherming in Amsterdam, kwam naar voren dat zij niet persoonlijk hulp/dienstverlening verleende aan ongehuwde vaders, waardoor zij geen directe hulpvragen van deze groep kreeg voorgelegd. Deze informatie zorgde ervoor dat ik tijdens het interview moest inspelen op haar verhaal en moest doorvragen op de zaken waarin zij te maken had met ongehuwde vaders. Uiteindelijk heb ik in de resultaten van dit onderzoeksrapport aangegeven dat de Raad voor de Kinderbescherming geen directe hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders verleent, maar wel met deze doelgroep te maken heeft in zaken omtrent omgang, erkenning, gezag en wijziging hoofdverblijfplaats van kinderen.

De echtscheidingsmediator en advocaat die werkzaam is bij Van der Woude De Graaf Advocaten in Amsterdam is een collega van mij, waardoor ik mij realiseerde dat ik bepaalde invloed kon hebben tijdens het afnemen van het interview. Tijdens het interview heb ik geprobeerd om rekening te houden met deze invloed door zo veel mogelijk door te vragen en de gegevens te anonimiseren in dit onderzoeksrapport, waardoor mijn collega volledig open kon zijn.

In dit onderzoek heb ik kennis mogen maken met de unieke en emotionele verhalen van de ongehuwde vaders. Veel vaders hebben te maken gehad met teleurstellingen met betrekking tot hun rol als vader in het leven van hun kind. Tijdens de interviews heb ik hier rekening mee gehouden door een gepaste afstand te bewaren en door te vragen tot op een zekere hoogte. Daarnaast heb ik er voor gekozen de ongehuwde vaders ook te anonimiseren in dit onderzoeksrapport, waardoor zij in alle openheid hun verhaal konden doen.

Ondanks mijn objectieve manier van onderzoeken zijn de bovenstaande situaties menselijk en hebben mogelijk het onderzoek hierin belemmerd.

De onverwachtse stop van mijn medestudent en de extra interviews die ik erbij kreeg, zorgde er voor dat ik veel werk in een korte tijd moest verrichten en ik vaak in tijdnood kwam. Hierdoor heb ik deadlines gemist en vertraging opgelopen met het onderzoek.

Ondanks dat het verloop van het onderzoek niet altijd even soepel is gegaan, ben ik blij dat ik veel mensen heb leren kennen aan de hand van dit onderzoek en zij mij hun persoonlijke verhaal hebben toevertrouwd. Dit geldt voor zowel de hulp/dienstverleners als de ongehuwde vaders. Ik ben trots dat ik als kind van een ongehuwde vader onderzoek heb mogen doen naar dit onderwerp en hopelijk iets kan betekenen voor de hulp/dienstverlening, zodat deze beter afgestemd wordt op de hulpvragen van de ongehuwde vaders. Hopelijk is er dan minder strijd tussen ouders ten nadele van de kinderen.

 

Literatuur- en bronnenlijst

 

Onderzoeken:

  • Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC)
  • Pels, T., Ketner S. en Naber, P. (2012). Een vader is meer dan 100 meesters; versterken van vaderschap in Amsterdam. Onderzoek naar de rol van vaders in het gezin: Kenniswerkplaats Tienplus
  • Een ongelukje met een prachtige beloning’ in opdracht van expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving (JSO) 2007

Literatuur:

  • L. Witte (2006, 4de herziene druk), Methodisch werken in de Sociaaljuridische hulp- en dienstverlening. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
  • R.A. Lawson, E.Myjer (2000), 50 jaar EVRM. Leiden: Stichting NJCM-Boekerij 2000.
  • N. Verhoeven (2010, 3de herziene druk), Wat is onderzoek?. Den Haag: Boom onderwijs.
  • Spruijt, E. en Kormos, H. (2010), Handboek scheiden en de kinderen. Voor de beroepskracht die met scheidingskinderen te maken heeft. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
  • Van Crombrugge, H., Verstraeten, D. e.a. (2003), Vaders in soorten. Vaders en soorten en maten gewikt en gewogen. Tielt: Lannoo.
  • Swanborn, P.G. (2013), Case studies: Wat wanneer en hoe?. Den Haag: Boom Lemma uitgevers
  • Zwaan, I. (2013), De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.
  • Baarda, B. (2014), Dit is onderzoek!. Groningen/ Houten: Noordhoff Uitgevers.

Artikelen:

  • Prof. mr. drs. M.R. Bruning (januari 2013, nr. 1), Editorial “Recht op omgang bij private life”Vereniging voor Familie- en Jeugdrecht –Tijdschrift voor FJR – Editorial
  • Mr. M.N.A. Zon (2010), Het voortgezet ouderschap praktisch belicht. Tijdschrift relatierecht en praktijk, nummer 5, november 2010 / SDU Uitgevers.
  • Drs. Peter P.A.N. Tromp (2009), Prenatale betrokkenheid bepalend voor later engagement van ongehuwde vaders bij hun kinderen tijden de eerste levensjaren. Tijdschrift Kind en Adolescent Review, nummer 3, augustus 2009 / Bohn Stafleu van Loghum.

Overig:

  • PRINCIPLES OF FATHER-INCLUSIVE PRACTICE, University of Newcastle (2009)

 

VOETNOTEN

 

  1. Bron: https://www.vaderkenniscentrum.nl/wie-zijn-wij/
  2. Bron: https://www.vaderkenniscentrum.nl/wie-zijn-wij/visie/
  3. Bron: https://www.vaderkenniscentrum.nl/wie-zijn-wij/missie/
  4. Bron: http://www.nji.nl/smartsite.dws?id=113708
  5. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  6. Bron: http://www.kinderrechten.nl/p/13/241/artikel-3
  7. Bron: Drs. P.A.N. Tromp (2009). Prenatale betrokkenheid bepalend voor later engagement van ongehuwde vaders bij hun kinderen tijden de eerste levensjaren. Tijdschrift Kind en Adolescent Review, nummer 3, augustus 2009 / Bohn Stafleu van Loghum
  8. Bron: Drs. P.A.N. Tromp (2009). Prenatale betrokkenheid bepalend voor later engagement van ongehuwde vaders bij hun kinderen tijden de eerste levensjaren. Tijdschrift Kind en Adolescent Review, nummer 3, augustus 2009 / Bohn Stafleu van Loghum
  9. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  10. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  11. Bron: Broeders, A.M. en Wolswinkel, L. (2010). Scheiding en de zorg voor de kinderen. Handreiking voor gemeenten
  12. Bron: Broeders, A.M. en Wolswinkel, L. (2010). Scheiding en de zorg voor de kinderen. Handreiking voor gemeenten
  13. Bron: Van Lier, L (2007). Een ongelukje met een prachtige beloning. Onderzoek naar de behoefte van jonge vaders met betrekking tot informatievoorziening en ondersteuning: Expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving (JSO)
  14. Bron: Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC)
  15. Bron: L. Witte (2006, 4de herziene druk). Methodisch werken in de Sociaaljuridische hulp/ dienstverlening. Bohn Stafleu van Loghum
  16. Bron: La Poutre, B. en Boelrijk, M. (2011). Mediation als alternatief, bemiddeling door hulp- en dienstverleners. Bohn Stafleu van Loghum
  17. Bron: Van Lier, L (2007). Een ongelukje met een prachtige beloning. Onderzoek naar de behoefte van jonge vaders met betrekking tot informatievoorziening en ondersteuning: Expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving (JSO)
  18. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  19. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  20. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  21. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  22. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  23. PRINCIPLES OF FATHER-INCLUSIVE PRACTICE, University of Newcastle (2009)
  24. Bron: Broeders, A.M. en Wolswinkel, L. (2010). Scheiding en de zorg voor de kinderen. Handreiking voor gemeenten
  25. Bron: Van Lier, L (2007). Een ongelukje met een prachtige beloning. Onderzoek naar de behoefte van jonge vaders met betrekking tot informatievoorziening en ondersteuning: Expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving (JSO)
  26. Bron: L. Witte (2006, 4de herziene druk). Methodisch werken in de Sociaaljuridische hulp/ dienstverlening. Bohn Stafleu van Loghum
  27. Bron: Van Lier, L (2007). Een ongelukje met een prachtige beloning. Onderzoek naar de behoefte van jonge vaders met betrekking tot informatievoorziening en ondersteuning: Expertisecentrum voor jeugd, gezin en samenleving (JSO)
  28. Bron: PRINCIPLES OF FATHER-INCLUSIVE PRACTICE, University of Newcastle (2009)
  29. Bron: B. Baarda (2014, 2de druk). Dit is onderzoek! Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek
  30. N. Verhoeven (2010, 3de herziene druk). Wat is onderzoek?
  31. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  32. Drs. P.A.N. Tromp (2009). Prenatale betrokkenheid bepalend voor later engagement van ongehuwde vaders bij hun kinderen tijden de eerste levensjaren. Tijdschrift Kind en Adolescent Review, nummer 3, augustus 2009 / Bohn Stafleu van Loghum
  33. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  34. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  35. Bron: https://www.kinderbescherming.nl/over_de_raad/missie_en_visie/
  36. Bron: http://rvr.org/nl/subhome_rz/rechtsbijstandverlener,Inkomensgrenzen.html
  37. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  38. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  39. Bron: Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC)
  40. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker
  41. Bron: Zwaan, I. (2013). De afwezige vader bestaat niet. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker

 

BIJLAGEN

 

Bijlage 1: Interview ongehuwde, leeftijd 30 jaar oud

? Introductie
• Wat is uw leeftijd?
30 jaar
• Anonimiteit
Anoniem
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Hoeveel kinderen heeft u?
Een dochter van tien maanden
• Heeft u gezag over uw kind(eren)?
Nee, ben ik mee bezig.. ik ben eigenlijk al vanaf dat mijn ex-vriendin 2,5 maanden zwanger was hier mee bezig geweest om erkenning van de ongeboren vrucht te regelen met haar. Dit weigerde ze toen al en toen vrij vlug daarna, ongeveer drie weken daarna zijn we uit elkaar gegaan. We waren al uit elkaar toen mijn dochtertje geboren was en toen wilde zij überhaupt al nergens meer aan meewerken. Ik heb al die tijd geprobeerd contact te zoeken en van alles aan te bieden en op mijn manier daarop aan te sluiten. Dit heeft ze geweigerd totdat mijn dochter geboren was. Dit kreeg ik een dag later via een smsje te horen. Toen heb ik mijn dochter na tien dagen mogen zien, toen heb ik haar drie keer gezien. Ondertussen heb ik wel voorzichtig aan ex uitgelegd dat ik toch die dingen graag wilde regelen in het belang van de kleine meid, maar dit werd mij absoluut geweigerd. Toen heb ik na twee maanden gezegd dat ik het spelletje niet zou gaan meespelen en toen heb ik vrij direct een rechtszaak gestart op alle drie de fronten, dus erkenning, ouderlijk gezag en omgang. Dit heb ik gedaan omdat ik wist dat zij een spel ging spelen wat zij eigenlijk altijd tijd al deed (vanaf twee maanden zwangerschap).
• Heeft u uw kind(eren) erkend?
Sinds twee weken heb ik mijn kind erkend door middel van vervangende toestemming van de rechter.
• Kunt u kort vertellen wat uw persoonlijke verhaal is en hoe deze gekoppeld staat aan uw eigen opvoeding?
Dat is een bijzonder verhaal.. ik ben een pleegkind en ben bij mijn ouders weggehaald toen ik een dag oud was en toen zijn mijn ouders uit de rechterlijke macht ontzegd. Dat kon toen nog en dat gebeurde toen vaker dan nu. Ik heb toen een paar maanden in een kindertehuis gewoond van huis als baby en daarna ben ik bij een pleeggezin terecht gekomen waar ik de rest van mijn leven heb gewoond. Dat is mijn familie, daar ben ik opgegroeid en die zie ik ook zo en ik heb ondertussen mijn biologische ouders gekend en ook gezien en kunnen ontmoeten met behulp van BJZ. Dat is altijd heel goed gegaan en met mij is het hartstikke goed gekomen. Ik heb een goede thuisbasis gehad, omdat ik zo jong was toen ik weggehaald werd bij mijn ouders. Ik heb er over nagedacht hoe het in godsnaam mogelijk dat mijn dochter in een enerzijds zelfde situatie terecht gekomen is. Althans dat ik meer in eenzelfde situatie terecht ben gekomen als mijn biologische ouders, dat is een betere link. Omdat ik nu de machteloosheid voel die mijn ouders destijds gevoeld moeten hebben. Sterker nog zij werden echt uit de ouderlijke macht gezet en dat had zo zijn redenen. Ik weet niet of dat uitmaakt dat ik er op in ga of dat je dat wilt, maar goed dat was toen. Er waren toen gegronde redenen voor en daar ben ik het nu ook mee eens. Het is meer dat ik nu in een situatie zit die wel onterecht is en die ook voorkomen had kunnen worden. De emoties en frustraties die ik ermee ondervind, liggen in het verlengde van mijn ouders die zij hebben gevoeld moeten hebben destijds. Deze machteloosheid die is er sowieso of je je kind nou wel of niet terecht ziet en ik zie dat ook bij ouders van mijn eigen cliënten waar ik veel contact mee heb en mee omga en waar ik ontzettende streep voor heb, omdat ik weet hoe ze zich moeten voelen. Het zijn vaak ouders die niet bij macht zijn of verstandelijk beperkt zijn en hebben zelf allerlei problematiek als drugs, alcohol etc. Etc. Daar doen we het omdat er geen gezonde leefsituatie is. In mijn geval ligt de frustratie vooral in het feit dat ik niet de kans krijg om mijn dochter te leren kennen die wenselijk en normaal is voor een kind en een vader/moeder, omdat de andere partij niet mee willen werken. Niet omdat er bepaalde problematieken in het spel zijn. Door tegenwerking is de frustratie. Dan kom je op een vlak waar je eigenlijk aan iemands rechtvaardigheidsgevoel komt.

? Relatie met moeder
• Heeft u toestemming gekregen voor het erkennen en de aanvraag van gezag voor uw kind?
Ja, maar niet van haar.. van de rechter. Zij wilde mij geen toestemming geven voor het erkennen en heb ik toen later vervangen met die van de rechter en dat is gelukt. Ik ben hier mee bezig geweest van april tot eind oktober 2013 (6,5 maanden dus)
• Wat voor relatie hadden de moeder van uw kind(eren) en u?
Ik woonde samen met haar en haar dochtertje uit haar eerdere relatie. Zij woonden bij mij eigenlijk dat was het.. zij waren bij mij ingetrokken.
• Hoe is de huidige verstandshouding tussen de moeder van u kind(eren) en u?
Slecht, ja.. zoals ik het zie het blijft natuurlijk allemaal voor jou gezien een gekleurd verhaal van mijn kant maar het is zoals ik het zie is het dat zij eigenlijk niet mee wilt werken en dat zij mij het liefst zo min mogelijk zien en mij zo min mogelijk tegemoet komen. Terwijl ik zoiets heb van wat er allemaal gebeurd is.. we moeten met elkaar verder.. we moeten met elkaar in gesprek blijven als ouders van dit kind. Dit zou de aankomende twintig jaar ook zo zijn, dus je kan ook maar beter ook wat van maken in plaats van zo moeilijk te doen. Maar dit lijkt niet tot haar door te dringen. Alles wat ik probeer dat is niet goed en dat wijst ze eigenlijk een beetje af. Concreet wijst ze de snelheid af waarmee ik contact met mijn dochter opbouw, dit moet allemaal veel langzamer. Het komt erop neer dat zij er emotioneel last van heeft. Als ik te veel wil, als ik te veel in de buurt ben en als ik mijn dochter te veel zie etc. Ik ben het hier structureel niet meer eens, want als zij daar een probleem mee heeft dan moet zij er iets mee doen en moet zij mijn dochter niet de dupe hiervan laten zijn.
• Op welke manier laat de moeder u een invulling geven aan het vaderschap in het leven van uw kind?
Zo min mogelijk, zij wilt het liefst zo weinig mogelijk afspreken en als er dan wat afgesproken wordt is dat een beetje in haar terrein omdat zij het anders te moeilijk heeft emotioneel. Ik moet bij een vriendin van haar op bezoek komen. Waar die vriendin dan bij is en die kinderen van die vriendin ook. Dan zit ik dan bij twee, even zwart wit gezegd, alleenstaande vrouwen.. mag ik dan op bezoek komen en mag ik mijn

kind zien. In de woonkamer van iemand anders, die voor hun wel een dagelijkse omgeving, maar voor mij eigenlijke een soort vijandige omgeving en daar mag ik dan 1,5 uur, zo goed en zo kwaad als het gaat, iets met mijn kind doen. Dat valt of staat een beetje met op de grond spelen, nu nog, en dan moet ik maar hopen dat ik mijn kind mag optillen. Ik probeer dit wel zo veel mogelijk op eigen initiatief te doen, maar dit wordt me niet allemaal in dank afgenomen. Ik doe veel verkeerd, laat ik het zo zeggen. Ik word ook niet betrokken erbij als het kind verschoond moet worden en dan zal mijn ex niet zeggen van: wil jij haar even verschonen? Of als ze naar bed moet zal ze ook niet vragen of ik dat wil doen. Zij doet het liefst alles zelf. Als ik het vraag dan mag ik misschien meelopen naar de slaapkamer, zo gaat dat. Ik krijg niets in mijn rol, ik moet alles nemen maar als ik te veel neem dan laat ze dat ook direct horen. Nu ik haar meer zie heb ik heel voorzichtig het gevoel meer invulling te geven aan mijn rol als vader van mijn dochter.

? Omgang
• Speelt u op dit moment een rol in het leven van uw kind(eren) en hoe ziet deze eruit?
Ik vind dat ik een rol in het leven van mijn kind speelt, maar dat vindt zij ongetwijfeld anders. Mijn dochter kent mij eigenlijk niet, omdat ik haar gemiddeld tien keer heb gezien in haar jonge leventje (maximaal). Dit speelt nog geen rol in het feit hoe mijn dochter mij ziet als haar vader. De laatste twee keer reageerde ze heel vrolijk op mij en begint ze me heel voorzichtig aan, mondjesmaat, te herkennen, maar zij weet absoluut niet dat ik haar vader ben. Er zijn ongetwijfeld mannelijke figuren die haar veel vaker zien dan ik. Het kan ook ergens diep van binnen een bewustzijn zijn bij mijn dochter dat ik haar vader ben.
• Hoe vaak ziet u uw kind(eren)?
Twee keer per week, anderhalf uur per keer. Voorheen was dit afhankelijk of ex hier zin in had ja of nee. Dit gebeurt bij een vriendin van haar thuis, zodat zij zich er prettiger bij voelt en daar krijg ik anderhalf uur de tijd om iets mijn kind te doen en een band met mijn kind op te bouwen.
• Hoe verloopt de omgang met uw kind(eren) en de correspondentie met de moeder?
Deze loopt stroef, omdat moeder het liefst zo min mogelijk afspreekt, hierdoor loopt de correspondentie met moeder ook stroef.
• Indien u geen omgang heeft met uw kind(eren) zou u dat graag willen?
Ik heb omgang met mijn dochter.

? Visie op de rechtspraak
• Heeft u met betrekking tot het erkennen en gezag aan vragen van uw kind(eren) te maken gehad met de rechtspraak?
Ja voor de erkenning, ouderlijk gezag en omgang. Deze heb ik alle drie tegelijk ingediend.
• Wat is uw visie over de wet met betrekking tot erkennen en gezag?
Voor mijn zijn het twee verschillende dingen en dat is het voor de wet ook. Het gekke is dat het een niet zonder het andere kan, maat toch zijn het twee verschillende dingen. Je kunt geen ouderlijk gezag hebben zonder erkenning, zo simpel is het. Alleen moet je wel eerst erkenning hebben voordat je überhaupt ouderlijk gezag kan aanvragen. Voor mij zij dit twee verschillende dingen.. ook omdat het andere veel zwaarder weegt voor de rechter en dat je die niet zomaar krijgt.. dat je die krijgt terwijl je in mijn ogen hier

allebei recht op hebt. Je bent allebei ouder en je mag allebei je kind erkennen. Als moeder hoef je dit nou eenmaal en als vader wel. Het is crue om te zeggen dat het 50/50 moet zijn, maar het deel moet wel evenredig zijn.
• Wat vindt u van de mogelijkheden die rechtspraak en de wetgever bieden aan ongehuwde vaders?
Die vind ik nihil, omdat een vader zijn kind niet eens kan herkennen zonder medewerking van de moeder! En het erkennen al waarom zou dat een issue moeten zijn? Puur allen omdat de vader in eerste instantie een zaaddonor is, heel zwart wit gezegd en als die zaad zou doneren en weer weg zou rennen dan weet je niet wie het is. Maar is er gewoon sprake van dat je weet wie het is dan zou het wettelijk ingekleed moeten worden. Het begint eigenlijk al voor de geboorte van het kind bij erkenning van het ongeboren vrucht. In de meeste gevallen kun je wel je kind erkennen voordat het geboren is. Ik vind erkennen eigenlijk al een verkeerd woord.. het mogen erkennen.. het aanvragen van.. ja weet je wel.. het is een heel lastig punt. Het is niet zo dat je je kind moet erkennen, moest je je kind maar erkennen. Het zou anders zijn als je verplicht bent als vader om je kind te erkennen en je daar niet afhankelijk hoeft te zijn van de moeder.
• Welke overweging heeft u gemaakt om de rechtspraak in te schakelen?
Al het denkbare.. alle denkbare scenario’s heb ik geprobeerd te doorlopen en te overwegen alvorens ik die stap zou maken. Ik heb sowieso opgezocht wat de mogelijkheden waren, wat de gevolgen zijn en wat er juridisch voor nodig was. Laat ik het zo zeggen ik heb eerst van twee maanden zwangerschap tot twee maanden na de geboorte geprobeerd om het met de moeder op te lossen. Daar ben ik mee begonnen. Ik heb dus eigenlijk elf maanden lang.. nee dat zeg ik niet goed. Zeven maanden lang heb ik geprobeerd om contact op te zoeken met de moeder om dit samen op te lossen en dit samen te regelen, eigenlijk omdat dit ook te simpel voor woorden is en je naar de gemeente kan gaan en je erkenning kan ondertekenen. Of je dan in dat stadium wel of niet gezamenlijk gezag met elkaar afspreekt, daar valt nog over te twisten. Ik vind dat die erkenning überhaupt niet eens een vraag moet zijn zeg maar. Negen maanden ben ik bezig geweest om het zeg maar met moeder communicatief, op welke mogelijke manier van communicatie überhaupt, op te lossen. Ik heb dit via Facebook, sms en zelfs via aangetekende brieven geprobeerd, omdat ik toen al vermoeden dat er iets ging gebeuren wat niet klopt. Ik dacht toen: laat ik dossieropbouw doen en waarvan ik zeker weet dat het rechtsgeldig is. Ik heb toen dus ook aangetekende brieven gestuurd om achteraf te kunnen bewijzen, mijn ex langer kennende dan gisteren, dat ik degelijk mijn best hiervoor heb gedaan en dat liep ook zo omdat ik maandenlang werd genegeerd en werd gezegd dat ik niets had aangeboden etc. Doorslag was voor mij dat toen mijn dochter zes weken oud was en ik haar voor de tweede keer mocht zien.. voor de derde keer sorry, en mijn ex-vriendin en ik toen een gesprek hadden over hoe moeten wij dat nou regelen, ik zou het echt fijn vinden als je met me naar de gemeente wil etc. Toen werd zij voor de zoveelste keer boos en de doorslag gaf voor mij dat zij toen letterlijk in mijn gezicht benoemde, eigenlijk schreeuwde, dat zij er alles aan zou doen zodat ik geen goede band met mijn dochter kon opbouwen. Dat was voor mij de doorslag waarop ik wist dat wij dit niet meer met zijn tweeën zouden oplossen, dit gaat ons niet meer lukken. Ik moet hiermee naar de rechter, want ze werkt niet mee.

? Visie op de hulp/ dienstverlening
• Heeft u hulp/ dienstverlening ingeschakeld binnen het proces van erkennen en gezag voor uw kind?

Ja, ik ben toen mijn ex-vriendin vier maanden zwanger was en wij twee maanden uit elkaar waren, naar veel hulpverlenende instanties op zoek gegaan. Toen ben ik terecht gekomen in Utrecht, Stichting FION. Is van oudsher een organisatie die alleenstaande zwangere moeders bijstaat in allerlei vraagstukken; een meer maatschappelijke organisatie. Die zijn er ook voor vaders en toen heb ik daar aangeklopt en aan de bel getrokken. Ik heb daar toen een aantal gesprekken gehad met een maatschappelijke dienstverlener, maatschappelijk werkster. Die heeft mij een tijdje bijgestaan en heb ik een aantal gesprekken mee gehad. Dus daar ben ik mee begonnen. Eigenlijk moet ik wel zeggen dat er amper iets te vinden is voor papa’s. Helemaal niet voor papa’s die niet goed gebekt zijn of minder onderlegd.
• Met welke hulpvragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap heeft u de hulp/ dienstverlening benaderd?
Hoe kan ik er samen met mijn ex uitkomen en tot omgang met mijn dochter komen?
• Welke instanties heeft u benaderd met uw hulpvragen?
Ik heb contact opgenomen met Stichting FION en Stichting Dwaze Vaders.
• Hoe bent u terecht gekomen bij de instanties waar u uw hulpvragen met betrekking tot het vaderschap heeft voorgelegd?
Via via.. mensen die ook te maken hebben gehad met dezelfde problemen als ik en via websites.
• In hoeverre bent u bekend met de hulp- en dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Niet, het is omdat ik zelf hulpverlener ben en zelf een beetje de weg weet en dat ik initiatief toon. Nu heb ik wel alle redenen, maar anders heb je geen idee waar je terecht moet. Mijn deskundigheid heeft mij niet ver gebracht in het begin van het proces, maar nu wel omdat ik nu wat meer bewuster ben van het belang hoe je het spel moet spelen. Eigenlijk vind ik het al belachelijk dat ik het een spel moet noemen, maar zo is het wel.
• Welke factoren hebben een rol gespeeld bij het inschakelen van hulp/ en dienstverlening?
Het feit dat, zo goed als zo kwaad, dat ik kon voelen welk moment. Het is heel essentieel en belangrijk dat als je vader bent in zo een situatie en dan met name met het oog op de veiligheid van kinderen dat je daar niet alleen uitkomt. Daar moet je ook niet alleen uit willen komen. Dat advies heb ik ook gekregen tijdens een gesprek met een soort van spreekuur van de Dwaze Vaders. Daar heb ik een keer een heel lang gesprek gehad met zo een man, vrijwilliger is die telefonische uurtjes vult, die heeft mij wel aan het denken gezet met bepaalde uitspraken. Uitspraken over hoelang het kan duren, wat het allemaal niet teweeg kan brengen op langer termijn etc etc. Dat heeft er toen wel aan bijgedragen dat ik vrij snel zeker was van die keuze toen mijn ex me helemaal begon tegen te werken. Het feit dat mijn ex niet meewerkte gaf voor mij al eigenlijk aanleiding genoeg om vragen te gaan stellen.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/ dienstverlening en zijn deze uitgekomen?
Ik had meer verwachtingen.. ik had grotere verwachtingen van de hulp/dienstverlening. Ik had verwacht dat het balletje allemaal vanzelf zou gaan rollen en dat een soort van bekend verhaal was van: ooh dat is zo een verhaal, dan moet je daar en daar terecht en als je daar dan terecht bent dat ze je dan naar die en die meneer kunnen verwijzen. Nou geen van allen is waar. Je moet het zelf allemaal uitzoeken. Als je niet tijdig begint. Het is een zoektocht van een jaar voordat je überhaupt dat je weet waar je terecht moet, wat er te koop is en wat je wel en niet moet doen. Dan ben je in feite nog niet bij de rechter geweest, dus als je niet vroeg genoeg begint dan mis je al een paar jaar van het leven van je kind. De verwachtingen waren hoger dan dat ze uiteindelijk waargemaakt zijn.

• Wat had u nodig van de hulp/dienstverlening met betrekking tot de problematiek met betrekking tot het ongehuwd vaderschap?
Dat zij expertise in huis hebben en daardoor adequate hulp/ dienstverlening kunnen verlenen.
• Hoe tevreden bent u over de huidige hulp/ dienstverlening die u heeft ontvangen?
Ik heb al een mediationtraject achter de rug en die is helaas mislukt. Dit had niet alleen te maken met de communicatie tussen mij en mijn ex maar had ook te maken met de kwaliteit van de mediation. Nieuwe mediator op advies na de rechtszaak. Onder een beetje drang en dwang hebben wij eigenlijk gekozen voor iemand die erg hoog aangeschreven staat in Utrecht. Een hoog slagingspercentage. Wij zijn daar nu een paar keer geweest en ik merk dat het meer vruchten afwerpt dan voorheen. In die zin ben ik erg tevreden over mijn mediator en ook mijn advocaat, maar het neemt niet weg dat je het uiteindelijk allemaal zelf moet doen en het allemaal valt of staat met je eigen input. Met Stichting Dwaze Vaders heb ik alleen een telefoongesprek gehad, dus daar kan ik niet over oordelen. Het FION heb ik ervaren, maar goed dat is dan in de persoon van een mevrouw die ik een paar keer heb gesproken, heb ik ervaren als een betrokken dienstverlener die echt geen enkele mogelijkheden had dan meer dan mij met haar woord bij te staan en naar mijn verhaal te luisteren en mijn advies te geven. Maar ze kon uiteindelijk niets doen. Dus ik ben niet een hulpverlenende instantie tegengekomen die echt iets voor mij kan betekenen. Ik haal het echt wel uit mijn hoofd om bij BJZ aan te kloppen.. tenminste dat haalde ik uit mijn hoofd.. ik ben er wel mee bezig geweest. Ik haalde het uit mijn hoofd ook puur vanwege de negatieve beeldvorming die er überhaupt heerst en ook omdat ik weet hoe het werkt en je het liefst niet in die malle molen terecht komt. Puur ook om de reden omdat ik geen ouderlijk gezag heb, omdat als ik ouderlijk gezag zou hebben dan zou ik bepaalde dingen waarvan ik denk dat zij aan de hand zijn hardmaken en kan het kind in een uiterlijk geval naar mij toe komen. Terwijl als ik alleen erkenning heb dan kunnen ze een kind, hypothetisch gezien, bij de moeder weghalen en bij een instelling plaatsen.
• Heeft u er vertrouwen in dat er instanties zijn die aan uw kant staan?
Ik ken ze verder niet zo. Op dit moment zitten we in een traject bij tussenthuis (misschien bekend voor je) maar zelfs daar, terwijl het eigenlijk neutraal moet zijn, worden de moeders soort van automatisch voorgetrokken. Zelfs op het intakeformulier bijvoorbeeld staat; “de niet verzorgende partij ontvangt het kind ( meestal de vader) dan in de andere ruimte”. Alsof dat de normaalste zaak van de wereld is. Nou je begrijpt mijn punt.

? Visie hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum
• Wat heeft u gehad aan de hulp/dienstverlening van het Vader Kennis Centrum?
In eerste instantie vooral juridische info. Later ook een luisterend oor van iemand die precies weet wat je denkt en voelt. Naar aanleiding van een aantal gesprekken (waarvan 1 op zondag en 1 tot midden in de nacht) ben ik wegwijs gemaakt in de termen, de mogelijkheden en de beperkingen van het juridische doolhof omtrent dit onderwerp. Verder kreeg ik veel informatie naderhand middels digitale nieuwsbrieven en aankondigingen etc.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?
Ik had helemaal geen verwachtingen toen ik VKC op internet vond en voor het eerst belde.
• Hoe tevreden bent u over de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?

Ik ben erg blij met de hulp die ik kreeg en het advies van VKC. Het heeft me enorm geholpen en me wegwijs gemaakt vanaf het begin

 

Bijlage 2: Interview ongehuwde vader, leeftijd 31 jaar oud

? Introductie
• Wat is uw leeftijd?
31 jaar
• Anonimiteit
Anoniem
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Hoeveel kinderen heeft u?
1 kind van ruim anderhalf jaar.
• Heeft u gezag over uw kind(eren)?
Ja, juridische gezien heb ik in ieder geval gezag over hem.
• Heeft u uw kind(eren) erkend?
Ja, ik heb erkenning van de ongeboren vrucht gedaan.
• Kunt u kort vertellen wat uw persoonlijke verhaal is en hoe deze gekoppeld staat aan uw eigen opvoeding?
Ik kom kort gezegd uit een heel gezin om het zo maar even te zeggen. Mijn ouders zijn nog steeds bij elkaar. Ik heb een broer en een zus. Ik ben de oudste. Mijn broertje is drie jaar jonger dan ik en mijn zusje is anderhalf jaar jonger dan ik. Wij zijn opgevoed in dezelfde plek in het zuiden van het land. Ik heb daar tot een jaartje of achttien gewoond en toen zijn wij vervolgens allemaal uitgewaaid als kinderen. Dan sla ik de studententijd even over en ben ik hier een jaar over zeven gelden naar Amsterdam gekomen. Toen heb ik I. leren kennen. Dit is inmiddels al 3,5-4 jaar geleden. I. was drie jaar ouder dan ik en die is dus nu 34 jaar oud. Toen ik 29 was en zij dus 32.. toen woonde wij samen en werd zij zwanger en niet gepland, wel gewenst.. zoals dat mooi heet dan. Maar eigenlijk ook wel een beetje gepland want we hadden ook al een zekere leeftijd en waren al wat ouder en wilden graag kinderen. De zwangerschap was zwaar voor haar überhaupt. De helft van de zwangerschap heeft zij in de ziektewet gezeten en kon ze niet zo veel. Ik denk dat dat haar ook wel…best wel.. invloed heeft gehad op haar en alles wat er is gebeurd ook qua werk. Anyway.. toen was T. geboren waar wij hartstikke blij mee waren en dat ging hartstikke goed. De bevalling ging soepeler dan menig ander bevalling als ik me goed heb laten voorlichten. Toen woonden we dus samen in Amsterdam. Kort gezegd eigenlijk kregen wij daarna wel te maken met wat spanningen waar denk ik elk beginnend gezin last van heeft. Het überhaupt wennen aan het feit dat je een kind hebt en dat je een gezin bent. Heel simpel gezegd dat je de eerste maanden gewoon niet veel slaapt en heel veel bezig bent met verzorgen en doen. Dit in combinatie met I. haar struggle met banen. Ze vond maar niet wat ze leuk vond en werd maar niet aangenomen. Zij was daar heel erg mee bezig en mijn relatief drukke baan. Ik werk bij een groot accountantskantoor in fusies en overnames dat ook wel gekenmerkt wordt door projecten met strakke deadlines en dat vergt toch wel vaak wat uren. Dit leverde wel een soort spanningsveld op wat uiteindelijk ook niet is

overgegaan. Uiteindelijk is toen T. 1 jaar geworden afgelopen jaar, dat hebben we toen afgelopen juni bij ons thuis gevierd. Korte tijd later is zij zonder enige aankondiging vertrokken, dus ik kwam thuis en toen was mijn huis leeg.. letterlijk.. alles was weg. Toen heeft zij T. meegenomen en is zij via haar ouders en haar broer vervolgens in Haarlem gaan wonen. Vanaf moment een heeft zij..gedacht en ook waargemaakt dat zij volledig alleenrecht over T. had. Zij mocht beslissen wat er gebeurde en wanneer dat gebeurde. Ik was heel boos en dat ben ik nog steeds overigens! Ik vond het zo verschrikkelijk onrechtvaardig en zeker omdat je dus weet dat op het moment dat zij dat doet en je gaat daar wat tegen proberen te doen, dan zegt iedereen, inclusief BJZ, nou meneer Soppe misschien moet u nog een keer proberen om met uw vrouw te praten. Je weet ook op het moment dat jij hem ziet en je zegt ik neem hem mee naar mijn huis dan hangt je hoofd meteen boven elk matrixbord en Amber-alert en weet ik wat voor gekkigheid. Dan rukt de hele habbekrats uit om jou te vertellen dat het niet jou kind is. Ten tijde van de erkenning van de ongeboren vrucht hebben we ook vastgelegd dat T. ten alle tijden naar mij toekomt als er iets zou gebeuren met I. , omdat haar moeder narcistisch is en daar ook vanaf het begin heeft aangegeven dat het haar kind is en niet dat van mij. Zij heeft het kind toen uit mijn handen gerukt en tegen mij geschreeuwd dat zij belangrijker voor het kind is dan ik. Dat erkende I. zelfs en dat hebben we dus ingedekt. Ondertussen is haar moeder er in zoverre in geslaagd dat ze binnen een jaar tijd het voor elkaar heeft gekregen dat zij het kind zou meenemen en nu heeft ze het kind dus 80% van de week. T. is dus 80% van de week bij zijn oma dus. Formeel wonen moeder en I. allebei in Haarlem, maar ik denk niet dat ze daar heel veel zijn. Oma van T. die woont in Boxtel, maar elke keer dat ik daar ben, en dat is een keer per week, dan zit oma ook bij I. . Ik denk dat I. en haar moeder 90% van de tijd bij elkaar zitten. Dus dat is heel kort het verhaal. Het is allemaal heel vers, want dit is vorig jaar juni gebeurt en het is nu februari. I. en ik hebben nog geprobeerd om het via een mediator op te lossen. Dit ging op geen enkele manier, want I. was voor geen enkele communicatie vatbaar en die zat alleen maar van: niet in het belang van T. , niet in het belang van T. . Ze zat daar letterlijk haar tijd uit en staarde naar het plafond. Zij heeft geen kosten en zij wordt overal ontzien en ik betaal 200 euro per uur. Zij heeft alles gesubsidieerd. Uiteindelijk heb ik geprobeerd om, soms denk ik wel dat het naïef is geweest achteraf, maar om via de rechtbank co-ouderschap af te dwingen. Dit heb ik gedaan omdat ik dacht dat dit verankerd lag als uitgangspunt in de Nederlandse wet. I. wilde dat per se niet, want het was haar kind en haar ding. Ik heb daar denk ik 15000 euro ingestoken om een heel integer en kort verzoekschrift op te stellen naar de rechtbank waarin ik aangaf dat ik graag voor mijn kind wil zorgen.. een kind dat van mij is afgepakt en waarvan ik ook zie dat hij mij ook mist en dat hij mij nodig heeft. Tot mijn grote verbazing heeft de rechter geen moment een wetsartikel genoemd en heeft zich in zijn uitspraak volledig gebaseerd op de door moeder eerder opgelegde omgangsregeling. Dit is een keer per week. De rechter vroeg letterlijk aan I. wat zij er van vond en toen heeft de rechter beslist dat ik mijn kind een dag per week mag zien. Dus dan heb je 15000 euro geïnvesteerd voor iets wat in de wet staat en waar je je recht wilt halen en op geen enkele manier krijg je dat rond. Dit was in oktober 2013 en het is nu februari. De laatste maanden vooral accepteren. Je kunt twee dingen doen als vader: je bent boos, wat logisch is en dat kan je ten koste laten gaan van jezelf en je eigen leven of je kan het aanvaarden en je probeert via een andere manier, bijvoorbeeld via een VKC, om toch aan te geven dat dit niet is zoals het hoort. Principiële onrecht is een van de lastige dingen om mee om te gaan. Heel plat en basaal gezegd is het beter als je bewijze van spreken vreemd bent gegaan met haar hele

hockeyteam, dan kun je het jezelf kwalijk nemen, maar op het moment dat je wordt beperkt in je rol als ouder en je kind van je wordt afgepakt zonder dat je daar direct voor hebt gezorgd.. dat gevoel van onrecht.. dat onderbuik gevoel is een van de lastige emoties om te verwerken. Daar zijn we nu en daarom zitten we nu hier. Als ik terugkijk naar mijn eigen jeugd dan had ik altijd een vaste basis, waardoor ik het niet uitsluit om terug bij elkaar te komen en T. samen op te voeden. Ik hield ervan om een gezin te hebben en sluit het daarom niet uit dat wij weer bij elkaar komen. Maar dit hang ook af van de moeder van I. . Deze moet dan plaatsmaken. Die vaste thuisbasis heeft mij gevormd tot wie ik ben en dat wil ik mijn kind ook bieden, maar dat dreig ik nu te verliezen. Ik zou in het belang van het kind weer terug naar de basis gaan en de problemen in de relatie opzij zetten. Ik zou T. ook graag een broertje of zusje willen geven. Als ik nu naar mijn ouders kijk.. die hebben ook ruzie gemaakt, iedereen krijgt op een gegeven moment mindere momenten, maar je kiest voor elkaar! Dat is nu nog ver weg, want ik haat haar soms, omdat ze mijn kind zijn vader afpakt. Als iemand je kind wat aandoet is het oerinstinct van ouders dat je daar voor wilt vechten. Ik vind dat zij mijn kind iets heeft aangedaan en mij op de valreep. Ik kan wel tegen een stootje.

? Relatie met moeder
• Heeft u toestemming gekregen voor het erkennen en de aanvraag van gezag voor uw kind? (indien van toepassing!)
Ja, zeker. Volgens mij zijn wij samen bij het Gemeentehuis gegaan om het formulier te ondertekenen van erkenning van de ongeboren vrucht. Op het moment dat hij dan geboren zou worden, dan hoef je alleen maar met het formuliertje naar het stadsdeel toe en dan krijg je geboortecertificaat en dan kan je hem inschrijven. Je mag dan de naam noemen. Een formele stap is ook dat je apart gezag moet aanvragen bij de griffier van de rechtbank. Ik heb dat verzoek aan de rechtbank voor het uitoefenen van gezag meegekregen van het stadsdeel. Deze moet je in een envelop doen en zelf bij de rechtbank afleveren. Deze mag je niet op de post doen. Ik kan me herinneren dat ik dat meteen heb gedaan. We hadden al twee dagen niet geslapen en toch heb ik daar met een hele grote glimlach als trotse vader in de rechtbank gelopen toen ik het verzoek tot gezag indiende bij de rechtbank. Volgens mij krijg je dan een week later per post met een handtekening van de rechter een verklaring dat je gezag hebt.
• Wat voor relatie hadden de moeder van uw kind(eren) en u?
Wij hebben elkaar hier in Amsterdam ontmoet. Zij komt ook oorspronkelijk uit het Zuiden, dus dat klikte wel. Zij studeerde toen nog. Zij was toen aan het afstuderen. Ze heeft medicijnen gestudeerd aan de VU en was arts. Ik was toen net klaar en deed een postdoctoraal aan de UvA. Zij is een paar jaar ouder en zij was destijds heel erg aan het zoeken wat zij moest gaan doen. Ze wilde graag gynaecoloog worden, maar dit is niet gelukt. Wij zijn snel gaan samenwonen. Wij hebben elkaar leren kennen in augustus 2010 en we zijn in maart 2011 al gaan samenwonen. Ik woonde toen hier aan de Singel.. heel duur.. en zij woonde toen achter de Bloemengracht heel goedkoop, dus dat was een snelle keuze dat zij bij mij introk. In het begin was het harstikke leuk en deden wij veel dingen. Toen we elkaar maar net kenden zijn wij ook een weekend naar Barcelona geweest.. we hadden een goede klik. Zij kwam overigens wel pas uit een andere relatie. Ik toen niet.. maar goed ja… we konden het gewoon goed vinden met elkaar. We deden van alles.. naar het theater, Barcelona. We zijn dus relatief vroeg gaan samenwonen en eigenlijk na een jaar was ze al zwanger en dat was eigenlijk een beetje dubbel. Nogmaals het was niet gepland, maar wel gewenst.. maar we wisten allebei wel dat we graag kinderen wilden en je weet natuurlijk ook dat als je zonder

voorbehoedsmiddelen het doet dat het risico er is. Het was meteen de eerste keer raak. We hadden een leuke relatie en we konden het goed vinden met elkaar. We konden veel lachen met elkaar.. het was heel vrij en ongecompliceerd. We hadden allebei vanuit de studie een grote vriendengroep en we konden het met elkaar in de groep ook heel goed vinden. Dat was heel leuk. Ik weet nog heel goed dat we een keer Koninginnedag samen hebben doorgebracht, omdat we dat nooit deden en wij altijd in groepen het vierden. Dat ging heel goed eigenlijk en dat is heel goed blijven gaan, totdat zij zwanger werd. Daar begonnen wel echt de problemen al.. of problemen.. daar was wel voor het eerst dat je dacht.. hmm..zijn we nog wel helemaal in balans. Uiteindelijk was de conclusie dat de balans heel ver te zoeken is. Ik had heel veel problemen met haar moeder, omdat haar moeder egoïstisch was en dat was een instelling die het hele gezin had. Daar had ik heel veel problemen mee. I. heeft een keer haar moeder er letterlijk uitgeschopt tijdens de zwangerschap. Hier was ik erg blij mee, omdat ze zicht te veel bemoeide met ons leven. De moeder van I. heeft zich steeds meer teruggedrongen en I. ging daarin mee. Het laatste halfjaar van onze relatie was al.. de hele relatie draaide achteraf altijd om haar. Het heeft nooit tot problemen geleid, want het was ook.. weet je.. zij was aan het afstuderen, dus het ging om haar en zij ging aan een baan beginnen dus het ging om haar.. zij werd zwanger.. zij gaf borstvoeding. Het draaide altijd om haar! Ze heeft vier verschillende banen aangeboden gekregen, maar die heeft ze allemaal om zeep geholpen en ook mensen bedrogen. Tot het einde is het zo gebleven dat het altijd om haar ging. Er kwam een moment dat ik mijn grenzen begon aan te geven; dit is ook mijn leven, mijn inbreng is ook belangrijk, mijn wens is ook belangrijk en mijn baan ook. Ik wilde niet 500 kilometer naar haar zus op een zaterdag afrijden, omdat zij dit zo had afgesproken.. ik wilde dit niet meer! Die vrijheid moet ik hebben. Op het moment dat ik dit ging aangeven.. toen.. was ze weg. Terugkijkend is die relatie eigenlijk altijd zo geweest, maar ik heb dat nooit gezien en nooit willen zien…maar goed ik onderken mijn eigen rol hierin ook wel hoor.. het is ook wel zo dat ik wellicht extra mijn eigen ding ben gaan doen.. ik was ook veel met vrienden en op mijn werk en dacht laat het maar allemaal eventjes. Dit was wel lastig… Ik vond de zwangerschap eigenlijk heel erg leuk. Zij dus wat minder denk ik, omdat zij thuis zat en ze claimde ook heel erg, maar dit vond ik helemaal niet erg. Ik vind het heel leuk om te verzorgen en die kleine dingen er omheen.. het uitzoeken van een naam en het uitzoeken van kaartjes.. dat we het gezag gingen regelen.. de kinderkamer verhuizen. We gingen ook verhuizen toen ze zwanger werd, want we zaten drie hoog met open geisers, dus niet echt kindvriendelijk. We zijn toen verhuisd naar een huis achter het Vondelpark. Dat was een mooi huis, maar dat gaf natuurlijk ook weer financiële verplichtingen mee. Dat heeft natuurlijk ook wel tot wat spanningen geleid, maar ik vond het een leuk periode. Toen het geboren was vond ik het leuk.. I. was goed in dingen maken en had zelf de commode gemaakt en de geboortevlag.. dit vond ik erg leuk aan haar. Ik vond het wel zwaar, maar een hele leuke periode.
• Hoe is de huidige verstandshouding tussen de moeder van u kind(eren) en u?
Dit is het tegenovergestelde van hoe het was in de relatie. Wij praten nu niet meer. Eigenlijk vanaf het moment dat zij is vertrokken, heb ik ook niet meer met haar gecommuniceerd maar met haar moeder. I. stuurde wel keurig haar naam onder mailtjes aan mij, maar ik zag aan alles dat zij niets schreef. Zij wilde niet meer praten. Ik heb een aantal keren aangegeven om met elkaar te bellen, maar dit mocht niet van haar moeder. Haar moeder heeft toen eigenlijk vanaf dat moment volledig de regie overgenomen, zoals ze dat al jaren had gepland waarschijnlijk. Praten deden wij dus niet meer, dat mocht niet, dat deden wij alleen via de mediator. Tijdens mediationgesprekken zat I. letterlijk met een briefje van haar moeder om te kijken wat ze wel en niet mocht zeggen. Ze staarde hierbij vaak naar het plafond met loze oneliners. Hierdoor zat zij mijn geld en tijd uit. Toen ging de communicatie via de e-mail en via brieven. Ik heb nooit in deze met haar gecommuniceerd.. alles werd door haar moeder geschreven. De verstandshouding verharde snel.. ik ben daar nog steeds erg boos over.. ik vind dit zo een ongelofelijke kutstreek dat je.. ik vind dit zo ongelofelijk laf.. letterlijk… letterlijk! Dat je ’s morgens naar de winkel gaat om de ingrediënten voor het eten van T. te halen en je komt thuis en je kind is weg. Vanaf dat moment heb je niets meer over je kind te zeggen. Dit vind ik zo verschrikkelijk laf als je dat.. ook ingecalculeerd.. ze kon niets plannen.. ze deed overal lang over, maar dit had zij minutieus uitgezocht. Ze wist precies hoeveel alimentatie ze zou krijgen en wat precies wat haar rechten waren en ze wist precies hoe de uitspraak zou uitvallen. Dit heeft zij allemaal goed voorbereid! Ze heeft dat op een hele laffe manier uitgekiend! Ik was dus ook verschrikkelijk boos en heb dat ook laten blijken aan haar. Dit heb ik via mails en brieven gedaan, want we konden niet communiceren. Deze communicatie versoberde op een moment, waarop zij een advocaat in de arm heeft genomen. Alles werd dus door haar moeder gedaan. Zij zelf zei nooit iets.. alles was juridische blablataal om zichzelf in te dekken. Dossiervorming om te kunnen aantonen dat zij een goede moeder is en de vader niet in staat is om voor het kind te zorgen. Ondertussen deed zij van alles dat lijnrecht tegen de geest van de wet indruist.. door een kind door de grootouders te laten opvoeden en door een kind zijn vader te ontzeggen. Het woord papa vond ze verschrikkelijk dat hij dat leerde, dus het is echt mama, opa en oma. Ik heb hem twee maanden niet gezien, maar dat is echt verschrikkelijk. Inmiddels kan hij wel papa zeggen, maar ik betwijfel of ze dat leuk vindt! Die communicatie is echt naar nul gegaan en nu.. ze stuurt een keer in de maand (haar moeder dan).. dat het goed gaat met T. . Ik weet natuurlijk helemaal niets.. ik weet niet welk opvang hij gaat. Ik weet wel dat zij hem langzaam maar zeker alles heeft afgepakt, dus eerst mij en zijn huis en de opvang waarin hij hier in Amsterdam bij een gastouder verbleef. Daar had hij het hartstikke leuk en speelde hij ook met vriendjes. Van dit gastoudergezin kreeg ik nog wel eens informatie, maar daar heeft zij hem uiteindelijk ook weggehaald. Ze heeft hem uit de stad Amsterdam gehaald en naar Haarlem gebracht. Overal weggehaald. Mijn moeder past in het begin een dag in de week op T. en daar heeft zij hem ook weggehaald en wilt zij ook niet meer dat hij daar naar toe gaat. Echt langzaam maar genadeloos zeker heeft ze alles bij hem weggetrokken en communicatie stilgelegd. Dit heeft zij voor een groot deel bij mij neergelegd. Ik ben niet respectvol naar haar en daar heeft zij een punt, want ik respecteer haar ook niet meer. Sterker nog ik.. ik haat haar ook echt, dus die boosheid is maar deels verwerkt. Het effect is dat wij nu niet meer communiceren. Ik realiseer mij dat het nog allemaal heel erg vers is.. de laatste maanden waren vooral aanvaarden en je eigen leven weer op de rit krijgen. Daar slaag ik best goed in vind ik zelf, waardoor de boosheid onder woorden is te brengen en ook niet meer even heftig is. In maart komt er een vervolgzitting aan en ik ga daar naartoe zonder advocaat. Ik heb geen advocaat meer, want zoals ik al eerder heb gezegd heb ik veel geld erin gestopt en is het effect nul. Dat is het niet meer waard. Ik ga bijna laconiek de zitting in, omdat ik niets te winnen heb en zeker niets te verliezen hebt. De omgang kan niet minder worden dan het nu is. De huidige verstandshouding is op dit moment niet best als we het zo maar even mogen zeggen.
• Op welke manier laat de moeder u een invulling geven aan het vaderschap in het leven van uw kind?

Niet. Dat doet ze juridische heel slim door bij elke rechter, bij elke mediator en in elke brief heel grootst te schrijven dat ze het zooo verschrikkelijk belangrijk vindt dat T. zijn vader ziet en dat ze wilt dat zijn vader er voor hem is. Dat schrijft ze bijna op elk bericht. Ze benaderd me ook erg juridisch door aan te geven dat zij het belang van T. voorop plaatst en dat zij het betreurt dat de mediation niet is geslaagd. Ondertussen blokkeert ze elke vorm van omgang en blokkeert ze elke vraag van mij om mijn kind te mogen zien. Ze heeft het zo weten te spelen dat ik op een gegeven moment mijn kind twee maanden niet heb gezien. Dat ik hem twee maanden niet heb gezien dat is mijn grote fout geweest, omdat ik in die zaak een verzoek tot co-ouderschap had ingediend. Hierop gaf zij aan dat zij dit niet wilde, omdat het haar kind is. Het verzoekschrift was erg kort, zodat ik niet verwijtend overkwam. Daartegenover had zij echter een verweerschrift die alleen maar verwijten bevatte naar mij toe. Ik dacht dus echt dat ik… het stond notabene in de wet.. zo naïef was ik om dat te denken.. toen was de uitspraak van de rechter dus letterlijk een afspiegeling aan de huidige omgangsregeling. De rechter heeft toen aan mij gevraagd of ik een dag per week beschikbaar was. Ik heb toen aangegeven dat dit prima is en dat ik desnoods mijn baan er voor zal opzeggen. Ik had dit ook al op mijn werk aangegeven dat ik parttime zou gaan werken. Mijn werkgever heeft mij alle ruimte gegeven. Destijds had ik een omgangsregeling van een keer per week; de ene week op vrijdag en de andere week op zondag, van ’s ochtend tot ’s avonds. Ik vind dit te weinig.. ik ben godverdomme geen kinderdagverblijf! Toen is de rechter uitgegaan van wat I. vond in zijn uitspraak en heeft hij de zondag van mij afgepakt en daar maandag tussen 09-17 uur van gemaakt. Dan is het dus echt alsof je een kinderdagverblijf bent. Ook was de vrijdag eruit gegaan.. alles is eruit gegaan. En toen bleef de maandag tussen 9-17 over.. en donderdagmiddag. Daar was ik zo verschrikkelijk teleurgesteld over en boos. Het voelde als een soort vernedering alsof ik moest bewijzen met die maandag dat ik doordeweeks het wel kon. Ik het verweerschrift van I. stond niets in wat waar is, maar wel 136 pagina’s met verwijten dat ik een baan heb waarin dit niet zou kunnen. Dat had de rechter natuurlijk ook gezien. Ik had echt het uitgangspunt om alles toe doen eraan.. alles vanuit een evenwichtige situatie, dus uit een co-ouderschap. Ik ben met deze teleurstelling niet goed omgegaan. Ik had er emotioneel vrij veel last van, omdat ik in de periode zat dat ik maanden niks zat te doen op mijn werk, maar dat ik ook wist dat als dit niks zou worden dat het op een gegeven moment ook ophoudt. Ik had toen nog een tijdelijke woning en ik was nog bezig met een huis. Op een gegeven moment vond ik dat het conflict eruit moest en dat T. er ook niets aan had en er alleen maar onder leidde. Op een gegeven moment had hij ook erg last van eczeem en zag je dat hij er erg onder leidde. Op een gegeven moment ben ik hem ook niet meer komen ophalen en was ik die maandag ook niet naar haar toe gekomen. Dat heeft twee maanden geduurd, maar dat was ook geen oplossing omdat ik bang was dat hij mij zou vergeten. Toen heb ik weer mondjes maat de omgang opgepakt. Moeder laat mij invulling geven aan het vaderschap door T. een keer in de twee weken een nachtje te laten slapen bij mij. Achteraf gezien had ik anders met mijn boosheid en teleurstelling moeten omgaan en had ik mij niet moeten laten kennen. Dan had ik nu in de rechtbank kunnen zeggen dat ik toch heb gevochten voor de omgang. Nu kan I. zeggen dat ik niet voor hem heb gevochten en dat ik geen goede vader kan zijn, omdat ik hem twee maanden niet heb opgehaald. Daar heb ik spijt van hoe ik het aangepakt. De emoties waren te heftig en het zou me zo weer gebeuren, want het is niet iets waar je even boven kunt staan. Er wordt toch van je verwacht als vader dat je boven jezelf uitstijgt bij mediators en advocaten. Als je dan vindt dat je onrecht is aangedaan, dan moet je daar boven kunnen staan en moet je een niveau opschakelen. Daar heb ik vrij hard in gefaald en dat zie ik wel.. ik herken de valkuil nu feilloos. Ik had echt een eerlijke zaak verwacht. Ik was zelf bereid om de opvangdagen op me te nemen, zodat ik hem desnoods ‘s ochtend en s
‘s avonds had. Zij laat mij dus geen invulling geven aan het vaderschap. Zij zegt van wel, maar doet dit helemaal niet. Ze houdt hem echt weg.

? Omgang
• Speelt u op dit moment een rol in het leven van uw kind(eren) en hoe ziet deze eruit?
Om de twee weken vrijdag van 5 tot 12 en om de week op zondag. Dit is de oude regeling en heb ik weer om verzocht. Zij heeft nu in het verzoekschrift voor de komende zaak de omgangsregeling weer geplaatst op vrijdag en zondag. Ik denk dat ik dat ook ga krijgen, omdat de rechter wat dat betreft niet goed nadenkt en haar volgt. Nu is de omgang vier uurtjes op donderdag en een halve vrijdag en zaterdag, maar dit zal dan per maart veranderen en teruggaan naar een dag per week. In het weekend.. dus dan ben je toch een halve weekendvader.. niet een halve, maar dan ben je een weekendvader. Ik wilde dit niet zijn, maar dat word je dan toch.
• Hoe vaak ziet u uw kind(eren)?
Een keer per week. Dat is die twee maanden wel anders geweest, maar nu is het een keer per week
• Hoe verloopt de omgang met uw kind(eren) en de correspondentie met de moeder?
Een keer in de maand krijg ik een up-date van I. , maar deze is geschreven door haar moeder via de e-mail. Alles gaat via haar inbox, maar ik ken haar al een tijdje en ik weet hoe zij schrijft en wat voor zinnen zij gebruikt… zij gebruikt deze niet zoals in de e-mail. Ik denk dat I. nog net iets zelf leest en verstuurt, maar I. schrijft niets. Correspondentie is met oma, terwijl oma zich nu erg op de achtergrond houdt omdat ik twee lange mails heb geschreven wat ik van haar vind. Oma mag mij niet en is gestopt met fulltime werken, zodat ze er voor I. kan zijn. Ik heb een verschrikkelijke hekel aan oma. I. heeft letterlijk gezegd dat het haar kind is en ik niet belangrijk ben. De belangrijkste persoon is de moeder en daarna de moeder van je moeder, omdat zij weet hoe het is om moeder te zijn. I. laat in alles doorschemeren dat ik niet belangrijk ben voor T. .
• Indien u geen omgang heeft met uw kind(eren) zou u dat graag willen?
Weliswaar summier, maar het is er wel en is in ieder geval genoeg om een band met hem op te bouwen. T. heeft nu de leeftijd dat hij langzaam begint te praten en je merkt aan hem dat hij weet dat ik zijn vader ben. In het eerste jaar hebben wij veel contact gehad en ik deed vrij wel alles in het huishouden wat ik kon, dus ik bracht hem weg naar de opvang en ik paste vaak op hem. Ik legde hem altijd in bed en haalde hem er ook weer uit en gaf hem vaak eten. Doordat je heel veel contactmomenten hebt voel je dat je een band hebt opgebouwd ook al ziet hij mij niet vaak. Het is wel altijd heel eventjes wennen, maar hij weet dat ik zijn vader ben. Het is net voldoende die drie uurtjes om de band in stand te houden. Op de donderdag merk ik dat hij het wel moeilijk heeft en is het veel opa, oma en mama..na een uur zegt hij dan papa. In standhouden van de band is wat het is, maar uitbreiden van de band is now way, daar ik het te kort voor.

? Visie op de rechtspraak
• Heeft u met betrekking tot het erkennen en gezag aan vragen van uw kind(eren) te maken gehad met de rechtspraak?
Met de aanvraag van gezag niet, maar je krijgt formeel gezag toegewezen via de rechter. Dat formulier heb ik nog dat wij beiden gezag hebben. Bij de aanvraag tot co-ouderschap heb ik vrij uitgebreid met de rechtspraak te maken gehad.
• Wat is uw visie over de wet met betrekking tot erkennen en gezag?
Op dat vlak heb ik geen enkel probleem gehad. Daar zit ik ook niet diep genoeg voor in de materie. Het is op mij overgekomen als een echte formaliteit. De eerste vraag is namelijk altijd of je het kind hebt erkend bij elke instanties. Volgens mij zit het keurig in elkaar en dat je zelf naar de rechtbank toe moet is zelfs leuk bij de aanvraag van gezag, want dan word je gefeliciteerd dat je vader wordt. Ik kan me voorstellen dat als je in de fase van erkennen en gezag aanvragen al problemen hebt met moeder dat het dan heel anders wordt, maar dat is van mij niet van toepassing.
• Wat vindt u van de mogelijkheden die rechtspraak en de wetgever bieden aan ongehuwde vaders?
Ik vind dat er een hele grote discrepantie zit tussen de wetgever en de rechterlijke macht. Dat is ook eigenlijk waar mijn hele teleurstelling op is gestoeld. Ik was namelijk echt intrinsiek overtuigd dat de wetgever heel veel ruimte heeft gecreëerd de laatste jaren voor ongehuwde vaders. Voor vaders bij wie het kind is weggenomen. Door de wet heb ik hoop gekregen als het ware en om het ook aan te vechten, maar tot mijn grote teleurstelling is mijn opvatting van de trias politica niet uitgepakt zoals ik het in mijn hoofd had. De rechter benoemd de wet niet en negeert deze zelfs, want als je hem vraagt wat er in de wet staat dan onderbreekt hij je en geeft hij aan dat hij heel goed weet wat er in de wet en in de literatuur staat. Ook recentelijke literatuur wordt er ruimte geboden aan ongehuwde vaders, maar in de rechtspraak wordt echt 0,0 meegedaan.
• Welke overweging heeft u gemaakt om de rechtspraak in te schakelen?
Ik wilde graag er zijn voor mijn kind en ik wilde verantwoordelijkheid nemen. Ik vind het namelijk heel leuk om vader te zijn en voor mij kind te zorgen. Daarnaast vond ik het heel leuk om een gezin te hebben en zelfs al waren er problemen met moeder dan nog had ik er nooit voor gekozen om weg te gaan. Om dat in stand te houden, heb ik gedacht dat die wet daar ruimte voorgeeft. Het staat letterlijk in het wetsartikel.. dat je als vader ook belangrijk mag zijn voor een kind en dat was voor mij de reden om het via de rechter te doen. Ik heb zelfs nog aan I. aangegeven dat wij verstandig moesten zijn en niet duizenden euro’s moesten gaan verspillen aan de rechtspraak. Ik dacht echt dat ik de uitkomst kon voorspellen aan de hand van de wet, omdat ik vertrouwde op de wet en deze mij de ruimte gaf als ongehuwde vader. Maar blijkbaar is de wet niet heilig. Ik wilde mijn rol als vader nemen en ik dacht dat dat verankerd lag in de wet en de rechter zich hieraan zou houden.

? Visie op de hulp/ dienstverlening
• Heeft u hulp/ dienstverlening ingeschakeld binnen het proces van erkennen en gezag voor uw kind?
Toen dit allemaal speelde kreeg T. zichtbaar last van de situatie. Hij kreeg eczeem. I. en ik hadden een afwijkende mening over gezondheidszorg. I. is vanuit haar medische achtergrond heel erg symptoom bestrijdend, dus je hebt eczeem en dan smeer je een zalfje op, het liefst zo zwaar mogelijk…hormoonzalf bij een kind van 1 jaar. Daar was ik faliekant op tegen, omdat hormoon crème je huid verdund. Ik ben van nature meer van oorzaakbestrijding. Ik wilde kijken waarom T. eczeem had.. dit kwam waarschijnlijk door de stress in zijn leven en elke keer de overdracht van moeder naar mij. Daar had hij zo veel last van. I. bleef maar zware hormoonzalf smeren. Toen ben ik ook naar de huisarts geweest met T. . Dit heeft I. voorkomen door hem mee te nemen in een volle wachtkamer terwijl hij krijste van ellende.. omdat hij naar mij toe wilde. Toen heb ik de huisarts ingelicht en toen heb aangegeven dat ik mij ernstige zorgen maakte over de gezondheid van mijn zoon. Toen heb ik Bureau Jeugdzorg gebeld en mijn zorgen uitgesproken.. ik heb toen aangegeven dat ik geen enkele rechten meer over mijn kind heb en dat ik geen opvoeder meer ben en ook geen vader meer. Mijn kind wordt naar de klote geholpen en het wordt nu ook gevaarlijk, want zij begint hem nu ook medisch te mishandelen. Bij BJZ hebben ze mijn naam opgeschreven en ook die van T. . Huisarts heeft geen advies gegeven en gaf alleen aan dat ik nog een keer met I. moest gaan praten en ik er misschien boven moest staan. De huisarts zou mij na afloop van de consulten die zij bij hem kwam bijwonen met T. telefonisch op de hoogte houden. De arts gaf aan dat ik ook juridisch verantwoordelijk ben voor mijn kind en dat ik rekening moest houden met de heftige reacties van I. . Dit was zijn advies. BJZ gaf mij het advies om de huisarts te wijzen op zijn wettelijke verantwoordelijkheid. Toen heb ik de huisarts gebeld en hem er op gewezen dat ik hem verantwoordelijk stelde voor de gezondheid van T. . Ik spreek mijn zorg uit dat de moeder van mijn kind niet kan zorgen voor T. en ik ga daar hulpverlenende instanties voor inschakelen. Ik wilde Raad voor de Kinderbescherming en BJZ inschakelen, zodat zij konden zien dat moeder niet in staat is om T. op te voeden. BJZ heeft een aantekening gemaakt en over het telefoontje met de huisarts heb ik nooit meer iets gehoord. De huisarts heeft me ook geen vragen gesteld.. ik merkte op de manier waarop hij reageerde dat hij mij niet serieus nam en dat hij het idee had dat hij het wel met de moeder kon oplossen. Hij heeft me echt uit beleefdheid laten uitspreken en er niets mee gedaan. Ik vond dat ik de instanties moest benaderen, omdat ik zag hoe slecht het ging met T. en zijn eczeem.
• Met welke hulpvragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap heeft u de hulp/ dienstverlening benaderd?
Ik maak mijn zorgen over de gezondheid van mijn kind, wat kan ik hieraan doen?
Ik maak me zorgen of de moeder van mijn kind in staat is om met een adequate manier om te gaan met de gezondheid van mijn kind, wat kan ik hieraan doen?
Wat moet ik doen om mijn kind terug te krijgen?
• Welke instanties heeft u benaderd met uw hulpvragen?
Bureau Jeugdzorg en de huisarts.
• Hoe bent u terecht gekomen bij de instanties waar u uw hulpvragen met betrekking tot het vaderschap heeft voorgelegd?
Ik heb gewoon Gegoogeld en het nummer van BJZ opgezocht en ik heb een naam doorgekregen van een mevrouw die ik telefonisch heb gesproken. Deze mevrouw vond ik empatisch en luisterde naar mijn verhaal. Zij nam de tijd voor me. Daar was ik niet ontevreden over. Het resultaat is lastig dit heeft ook te maken met de verwachtingen. Je hoopt natuurlijk dat je wordt erkend als vader en dat er wordt gezegd dat je onrecht is aangedaan en dat I. een slechte moeder is, maar dit is natuurlijk ook niet helemaal reëel.
• In hoeverre bent u bekend met de hulp- en dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Niet echt. Mijn zuster is wel een orthopedagoog bij een instelling in Hoorn voor probleemkinderen die vaak te maken hebben met verschillende problematieken. Zij werkt heel nauw samen met BJZ, allerlei hulpverlenende instanties en ook met rechters. Van haar heb ik toen de tip gekregen dat ik BJZ moest bellen en dat ik het aanhangig moest maken. Zij heeft mij geleid en was ook eigenlijk een soort hulpverleende instantie voor mij in de problematiek met T. en I. . Mijn zuster heeft ook aangegeven dat ik als vader niet zo veel kans heb. Dit baseerde zij op ervaringen op haar werk. Het kan bijna niet om als moeder je kind te verliezen, dan moet je het wel heel erg bond maken. Mijn zuster heeft het plaatje hierdoor ook ingekleurd. In het begin wilde ik het allemaal niet horen, omdat ik geloofde in de rechtspraak en ik ervan overtuigd was dat ik mijn kind zou krijgen. Hulpverlening is dus eigenlijk een beetje ingevuld. Ik heb BJZ niet als een machtig orgaan ervaren en ben er ook niet bang voor. Ik zie het juist anders, omdat ik juist veel invloed toedicht aan een instelling als BJZ en ik daar ook heel veel respect voor heb zie ik het als een handvat. Ik heb BJZ heel hoog zitten. Ik zou heel erg geneigd zijn om ze nog een keer te bellen. Ik overweeg ook in de aanloop van de volgende rechtszaak weer contact op te nemen en aan te sturen op gezinsbegeleiding, omdat ik echt heel veel problemen met het feit dat mijn kind gaat worden grootgebracht door zijn opa en oma. Dat zijn mensen die ik veracht en die zo narcistisch in het leven staan, waardoor ik niet wil dat mijn kind door hen wordt grootgebracht.
• Welke factoren hebben een rol gespeeld bij het inschakelen van hulp/ en dienstverlening?
Dat T. door zijn grootouders wordt opgevoed is een factor voor mij om BJZ weer in te schakelen.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/ dienstverlening en zijn deze uitgekomen?
Doordat ik BJZ een keer heb gesproken heb ik nu eigenlijk wel een verwachting en dat is als ik er wel veel energie in stop ook van hun kan verwachten dat zij betrokken willen blijven en mij vragen stellen. Dat zij uit zichzelf hiermee willen bemoeien als ik mijn zorgen uitspreek en zij dit signaleren. Ik hoop dan dat BJZ gaat praten met de moeder en gaat kijken wat zij wilt en wat haar beeld is van opvoeden en een kind grootbrengen. Ik denk namelijk dat zij zelf ook niet zes dagen per week voor het kind wilt zorgen in een flatje drie hoog achter, maar zij is zo erg verhard door haar moeder waardoor ze geen eigen mening meer hebt.
• Wat had u nodig van de hulp/dienstverlening met betrekking tot de problematiek met betrekking tot het ongehuwd vaderschap?
Toch iemand om je heen die je een beetje kan sturen. Ik heb veel overwogen om een therapeut in te schakelen, zodat ik mijn verhaal kwijt kan en hij mij zo af en toe kan vertellen wat ik eigenlijk al weet. Dit is gewoon fijn.. dat is er echter niet van gekomen.. zelf weet ik ook eigenlijk niet waarom. Ik ben me heel erg bewust van het feit dat ik emotioneel betrokken ben en dat ik mij hierdoor kan laten leiden. Ik had van BJZ nodig iemand die mij kon sturen op basis van ervaringen. Ik had ook iemand nodig die naar me luisterde en die ook wel erkende wat ik heb meegemaakt. BJZ begrijpt waar je mee zit en hoef je het niet uit te leggen.
• Hoe tevreden bent u over de huidige hulp/ dienstverlening die u heeft ontvangen?
Ik heb te weinig hulp/dienstverlening gezocht en kan ik waarschijnlijk over een halfjaar beter beantwoorden. Het gesprek dat ik met BJZ heb gehad daar ben ik tevreden over. Vooral op de manier hoe er naar je wordt geluisterd en er met je wordt omgegaan. De huisarts had ik niets aan en had ik niet het gevoel dat hij mij serieus nam. Ik had het gevoel dat hij dacht van: daar heb je weer zo een vader die met een batmanpak op de bieb gaat staan om te protesteren. Je wordt vaak als een dwaze vader gezien en dat is helemaal frustrerend. BJZ had dat niet, maar het contact was maar kort. Ik had wel gehoopt dat BJZ me een keer terug had gebeld om te vragen hoe het nu gaat en of ik eruit ben gekomen. Ik begrijp wel dat ze dat niet doen, omdat een heleboel zaken ernstiger zijn.
• Heeft u er vertrouwen in dat er instanties zijn die aan uw kant staan?
Ik weet niet of ze aan mijn kant staan. Het eerste waar ik aan dacht is het Vader Kennis Centrum. Zoiets zou je verder moeten professionaliseren. Ik heb natuurlijk meerdere instanties benaderd door middel van Google en de media. Het blijkt dat er ontelbaar van zulke groepen zijn die strijden voor vaderschap, zoals Stichting Dwaze Vaders. Als je Googeld dat zie je meerdere belangenpartijen. Ik had gehoopt dat een instituut als het VKC in hoge mate geprofessionaliseerd is die het netwerk heeft en de relaties heeft. Die gewoon mee kunnen doen in de media en een platform hebben voor publiek. De doelgroep ongehuwde vaders is namelijk groter geworden. Aan zo een instelling zou ik graag mee willen werken om dat voor elkaar te krijgen. Je moet eigenlijk een soort Ombudsman hebben waar ongehuwde vaders terecht kunnen met dingen waar ze tegen aanlopen.

? Visie hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum
• Wat heeft u gehad aan de hulp/dienstverlening van het Vader Kennis Centrum?
Ik moet zeggen dat ik Peter twee maal heb gesproken. Een keer aan de telefoon en een keer op de UvA. Dat was meer kennismaken en dat was voor mij minder hulp/dienstverlenend. Het was meer dat ik daar zat voor het VKC als organisatie, maar niet als ongehuwde vader die hulpvragen stelde om mijn kind weer terug te krijgen. Ik heb wel een paar goede tips meegekregen. Ook op juridisch gebied. We zaten hier niet op een lijn, omdat ik het gevoel had dat Peter heel hard is geworden en dat ik de juridische strijd moest aangaan en niet meer met I. moest praten. In mijn geval lost dat niets op. ik wil niet verbitterd worden en niet de hoop opgeven. Ik wil een positieve draai eraan geven en dat je er mensen met bereikt en er iets mee kan.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?
Ik ben daar niet met een hulpvraag naar toe gekomen doordat ik geen verwachtingen had.
• Hoe tevreden bent u over de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?
Niet van toepassing

 

Bijlage 3: Interview ongehuwde vader, leeftijd 33 jaar oud

? Introductie
• Wat is uw leeftijd?
33 jaar oud
• Anonimiteit
Anoniem
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Hoeveel kinderen heeft u?
Ik heb nu drie kinderen. Mijn oudste zoon is 3,5 jaar, mijn dochter 2 jaar en mijn jongste zoon is 1,5 jaar oud.
• Heeft u gezag over uw kind(eren)?
Ik heb geen gezag over mijn drie kinderen. Dat lukte helaas niet.
• Heeft u uw kind(eren) erkend?
De eerste twee wel en de laatste niet.
• Kunt u kort vertellen wat uw persoonlijke verhaal is en hoe deze gekoppeld staat aan uw eigen opvoeding?
Ik kom zelf uit een gezin waarin ik alleen met mijn moeder ben opgegroeid en ik ben mijn vader later tegengekomen. Dat was toen ik 22 was en dat de nodige indruk op mij gehad. Hierdoor heb ik wel begrip gekregen voor mijn vader, maar toen ik eenmaal mijn kinderen kreeg heb ik daar meer begrip voor gekregen. Ik zag toen dat er heel veel problemen waren voor vaders om erkenning van hun eigen kinderen te krijgen. Die problemen speelden bij ook op een gegeven moment. Na de geboorte van mijn eerste kind heeft de moeder besloten om binnen een maand te vetrekken. In dezelfde periode is mijn biologische vader aan een operatie overleden, dus dat was ook heel heftig voor mij. Ondanks dat is mijn relatie op de klippen gelopen. Ik probeerde heel betrokken te zijn met mijn kinderen, want ik vind mezelf erg zorgzaam en ik wil wel het beste voor mijn kinderen. Om die reden probeerde ik contact te onderhouden met mijn kinderen, maar dat liet de moeder moeizaam toe. Uiteindelijk ben ik, twee maanden nadat mijn ex was vetrokken met mijn oudste zoon, hen tegengekomen in het ziekenhuis omdat hij een flinke melkallergie had. In tussentijd wilde ik wel in contact blijven met mijn kinderen en heb ik dat geprobeerd aan de hand van maatschappelijk werk en andere zorginstellingen. Er was destijds een project in Leiden waar ik veel aan heb gehad. Deze is inmiddels opgeheven door subsidietekort. Door dit project kreeg ik de kans om mijn oudste kind te zien. Langzaam probeerde ik de relatie tussen mij en mijn ex op orde te maken, zodat we misschien nog verder konden met elkaar en op een goede manier voor kinderen konden zorgen. Dit was heel moeizaam en ik kreeg geen enkele ondersteuning van geen enkele partij, behalve die van Leiden. Nadat ik hen had gezien in het ziekenhuis was het contact wel een beetje hersteld. Volgens mij zag ze in dat het toch belangrijk was dat ik betrokken was bij het kind. In de tussentijd hebben we contact onderhouden. We kwamen weer bij elkaar over de vloer en zo is het gebeurd dat we uiteindelijk een tweede kind hebben gekregen. Dat was na een keer, dat was plotseling en uit het niets. Ik vroeg mij af of het wel mijn kind was eigenlijk. Ondanks dat wilde ik niet dat mijn kinderen verschillend waren van elkaar en om een band te creëren heb ik mijn tweede kind ook erkend, waardoor ze beiden mijn achternaam dragen. Dit heb ik allemaal in de hoop gedaan, zodat het goed kon komen tussen mij en mijn ex. Daarna zijn er weer veel problemen geweest en verliep het contact ook weer moeizaam tussen mij en mijn ex. In die tijd ben ik een buurvrouw van mij tegengekomen en die zag in mij een betrokken vader. Daar groeide ook wat en uiteindelijk is zij na zes maanden ook zwanger geworden van mij. De eerste moeder was zes maanden daarvoor ook zwanger geraakt van mijn kind en zes maanden later werd de andere moeder ook van mijn kind zwanger. Ik wilde een relatie aangaan met de tweede moeder, omdat ik zag dat de eerste relatie op niets zou uitlopen. Ik heb met de eerste namelijk ook relatietherapie gevolgd, maar dat ging heel moeizaam omdat de twee moeders op een of andere manier contact hadden met elkaar en daarin stond ik tussenin. Dit leverde heel veel frustraties en problemen op. Ik wilde wel verder gaan met mijn leven, want ik had het gevoel dat ik er in bleef hangen. Ik ben toen naar Jeugdzorg geweest om te kijken of ik op een of andere manier ouderlijk gezag kon krijgen over mijn eerste twee kinderen, maar dat wilde moeder niet. Dit was dus heel moeilijk en frustrerend. Ik raakte hierdoor zwaar depressief en wist niet meer wat er om mij heen gebeurde. Toen ik probeerde verder te gaan met tweede moeder nam de eerste moeder meer afstand van mij…ook weer niet.. dat was ook heel moeilijk. Voor mij was het belangrijk dat ik bij de geboorte was van al mijn kinderen en dat heb ik ook gedaan. Bij het eerste kind waren de eerste moeder en ik samen, bij het tweede kind ben ik voor de geboorte van Rotterdam naar Leiden gegaan en bij de derde dacht de laatste moeder dat ik er niet bij wilde zijn. uiteindelijk was ik er wel bij en probeerde ik alles op een nette manier op te lossen. Maar doordat er steeds problemen waren tussen mij en haar zij constant het gevoel had dat ik er meer voor de eerste moeder was, was dit lastig en beschuldigde ze mij van het feit dat ik liever met de eerste moeder had willen zijn. Dit was niet het geval omdat ik duidelijk alles deelden met de tweede moeder van mijn jongste kind en ik met haar verder wilde. Het contact met de eerste moeder had ik altijd voor de neus van de tweede moeder, zodat ze zag dat ik niets te verbergen had. Ik haalde mijn eerste kinderen elk weekend op en dat was goed geregeld. Dit had ik samen met de eerste moeder geregeld. Ik haalde ze dan vrijdag tot en met zondag op. Op een gegeven moment vond de tweede moeder dit moeilijk, omdat ze zei dat ik weinig tijd voor haar had. Hierdoor is het contact met mijn eerste twee kinderen minder geworden en uiteindelijk haalde ik ze dan een keer in de twee weken op, zodat ik voor mezelf stabiliteit kon creëren. Waarna ik zelf weer verder kon. Ik ben na de geboorte van mijn eerste en toen mijn ex was vetrokken ben ik naar een advocaat geweest om te vragen welke stappen ik kon zetten en hoe ik dit verder kon oplossen. Deze advocaat gaf aan dat ik eigenlijk al tien-nul achterstond om de zaak te winnen. Dat is heel moeilijk om aan te horen. Ik heb toen via verschillende wegen het geprobeerd, maar dan komen er advocaatkosten bij en instanties die meer aan de kant van moeder staan. Als je als vader geen werk hebt en wel een woning en verder geen vastigheid, dan wordt je eigenlijk gewoon keihard aan de kant gezet. Dat gevoel had ik dus ook. Ondanks dat probeerde ik toch verder te komen in mijn huidige relatie. Daar ben ik nog steeds mee bezig.

? Relatie met moeder
• Heeft u toestemming gekregen voor het erkennen en de aanvraag van gezag voor uw kind? (indien van toepassing!)
Ja, dit was al na de geboorte. Toen zijn we naar de gemeente gegaan om alles te regelen en dat was toen destijds netjes verlopen. Ik maakte het ook kenbaar aan de eerste moeder dat ik het belangrijk vond om in het leven van de kinderen te zijn. Ik denk dat ze dit eerder om financiële redenen heeft gedaan dan om het feit dat ik in het leven van de kinderen was. Dat is moeilijk voor mij om dat zo mee te maken. Bij de derde heb ik wel de mogelijkheid gehad om hem te erkennen, maar door mijn ervaring met de eerste twee heb ik dat achterwege gelaten. Ik heb toen aan de laatste moeder aangegeven dat ik het zo wil laten op het moment, maar dat ik het wel binnen een jaar wil regelen. Dus dat hij mijn naam krijgt en dat ik hem erken. Doordat hij van Poolse afkomst is heb ik daar heel lang mee gewacht, omdat ik heb gezien dat het voor Polen een probleem is als je een buitenlander bent. Ze hebben daar toch een verkeerde kijk op. Mijn achternaam is Surinaams en wil ik daarom niet aan hem geven. Dat maakt duidelijk dat hij dan ook van Surinaamse afkomst is. Ik had de indruk dat de tweede moeder graag naar Polen terug wou. Ze heeft hier de afgelopen zeven jaar gewoond en ze is constant op reis geweest. Voor mij was dat dus geen enkele stabiliteit dat zij dus echt hier met mij wilde zijn. Ik was bang dat de tweede moeder ook mijn kind zou gaan afnemen en ik wil niet voor iemand betalen die in Polen woont en een kind heeft met mijn naam die misschien later op school hiermee gepest kan worden. Door die denkwijze heb ik de erkenning achterwege gelaten, maar ik sta nog steeds achter het feit dat ik hen binnen een jaar wil erkennen. Daarvoor wil ik wel meer zekerheid hebben, zodat ik niet over een jaar zonder kind zit.
• Wat voor relatie hadden de moeder van uw kind(eren) en u?
Ik kwam destijds ook uit een moeilijke situatie. Ik was namelijk uit huis geplaatst bij mijn moeder. Ik probeerde mijn leven op orde te krijgen. Ik had geen slaap of woonplek, maar uiteindelijk heb ik toch de mogelijkheid gehad om dat op orde te krijgen. Ik begon te trainen en het ging stukken beter met mij. Ik wilde een studie gaan volgen en gaan werken en toen raakte ik ook in een relatie met de eerste moeder. Dit ging allemaal leuk en aardig. Ik ben haar tegengekomen op een feest waar alleen maar mensen van 21+ naar binnen mochten, maar zij was destijds 19 jaar. Eigenlijk hoorde ze daar niet thuis. Achteraf is dat anders gelopen en hebben we een prachtig kind gekregen. We zijn toen gaan samenwonen en ze is binnen een maand tijd bij mij ingetrokken. Dit deed ze ook zonder iets te zeggen tegen haar moeder. Ik had toen al moeten zien dat het op een slinkse wijze ging en mijn ogen hadden toen al open moeten gaan. Ze gaf aan dat ze een moeizame relatie had met haar moeder en daardoor weinig contact met haar wilde. Ze had al geen contact met haar vader, omdat deze al op jongere leeftijd uit haar leven was verdwenen. Vader wilde niet betrokken zijn in haar leven en bij haar opvoeding. Ik ben deze man later wel tegengekomen en hij leek me wel een goede man waarmee ik kon praten, terwijl zij erg bot kan zijn. Tegen mij was de eerste moeder heel lief en we deden alles samen. Alleen waren er ook exen waarvan ze ook nog sieraden had en er is ook een situatie geweest dat het ook geëscaleerd is. In Den Haag is het toen bijna uitgelopen op een vechtpartij tussen mij en haar ex, omdat een ex van haar haar liep lastig te vallen. Los van dat probeerde we toch weer samen verder te gaan, want we hebben elkaar hierin gesteund. Achteraf is het de verkeerde kant op gegaan en zijn er veel stresssituaties ontstaan door al haar exen en de dingen die er omheen speelden. De eerste moeder kon ook heel erg jaloers zijn. Dit was zelfs zo erg dat ik geen contact mocht hebben met een paar familieleden.

Ik ben zelf altijd open en eerlijk en probeer naar een oplossing te zoeken. Wij zijn uiteindelijk samen op zoek gegaan naar een woning en we hebben die gekregen. Destijds zat ik in een woning van iemand anders waar ik gebruik van kon maken, dus ik was blij dat we een woning hadden gevonden. Toen wij de woning hebben gekregen, heb ik binnen een maand alles in orde gemaakt. We hebben hier helaas maar een maand gewoond, want binnen een maand tijd is zij vetrokken. We zijn toen die dag naar het consultatiebureau geweest en heeft zij aan de medewerkers iets verteld waarop zij plotseling naar mij toekwamen en aan mij vroegen om het kind. Ik had helemaal geen vermoeden wat er allemaal zou gebeuren hierna. Op een gegeven moment mocht ik mijn kind niet meer zien. Ik wist niet waarom. Ik heb het consultatiebureau hier later op aangesproken dat ik dit een verkeerde manier van aanpakken vond. Ze hebben namelijk puur op basis van wat moeder had gezegd beslist dat de eerste moeder weg moest uit het huis en ergens anders ging wonen. Bij het consultatiebureau werd ik dus ook aan de kant gezet. Er is hier ook politie bij gekomen en mijn zus om haar uit te leggen dat ze niet het kind bij mij kon weghouden. Op dat moment wilde ze me aan de kant zetten. De woning stond gelukkig wel op mijn naam, maar haar spullen moesten meteen met haar mee. Diezelfde dag heeft zij alle spullen meegenomen en is zij vetrokken. Dit was het einde van onze relatie. Hierna is het heel moeilijk geweest en hebben we geprobeerd om het recht te trekken. Ik had het gevoel dat ze wel wilde dat alles goed zou komen, maar of dat echt zo was dat weet ik niet zeker. Daarna is er wel een tweede gekomen, omdat het een periode goed ging. Na het ziekenhuisbezoek en na regelingen met de instantie in Leiden, kon ik mijn kind zien en kon ik mijn kinderen elke week ophalen. Dit was de enige stichting die mij kon helpen. Ik denk dat de tweede moeder bewust een tweede kind heeft genomen met mij, omdat toen wij destijds gingen samenwonen was zij best gefocust op kinderen en dat gaf zij aan. Met de moeder van mijn jongste kind is heel moeilijk om te plaatsen, omdat ik natuurlijk ook betrokken wil zijn met mijn eerste twee kinderen. Toen ik wel betrokken was met mijn eerste twee kinderen en de eerste moeder in Nederland woonde, was alles leuk en aardig. Er waren wel problemen tussen mij en de laatste moeder als ik wilde bellen naar mijn eerste kinderen en eerste moeder. Op een gegeven moment toen de eerste moeder naar Suriname is vertrokken en mijn kinderen heeft meegenomen, heb ik gezien dat de relatie op een laag pitje is gezet. We hebben nu veel afstand, maar omdat ik natuurlijk wel betrokken wil zijn bij mijn kind, kom ik wel over de vloer bij de tweede moeder en probeer contact te onderhouden. Ik heb voorgesteld om ook relatietherapie met haar te gaan volgen en desnoods ook agressiebeheersing, omdat zij snel boos kan worden en dit afreageert op mij en het kind. Hierdoor loop ik weg om het niet te laten escaleren, maar in haar Poolse cultuur moet de man gewoon thuis slapen ondanks de problemen. Dat vond ik moeilijk, want doordat ik geen goed gevoel had wilde ik niet bij haar thuis slapen. Doordat ik de beslissing heb genomen om er niet meer te zijn in het huis, is de relatie op een nog lager pitje komen te staan. Laatst is het zo uit de hand gelopen dat het een struggle was tussen mij en haar. Zij heeft hiervoor aangifte gedaan bij de politie en de eerste moeder ook. Vaders worden heel snel aan de kant gezet als je agressief bent, maar er wordt niet gekeken wat moeder heeft gedaan. De eerste moeder heeft mij bijvoorbeeld bijna van de trap afgeduwd en de tweede moeder heeft een kop naar me toegegooid. Ik loop dan wel iedere keer weg en heb haar een keer geduwd, dan heeft zij aangifte gedaan. Ik wil niet dat andere partijen zoals BJZ erbij betrokken raken, omdat ik bang ben dat de kinderen dan uit huis worden geplaatst. Ik heb de laatste keer de politie zelf gesproken en de situatie aan hen uitgelegd. Toen de laatste aangifte

was gedaan, hebben we het goedgemaakt. Om het nog een keer te proberen zijn de tweede moeder en ik op reis geweest naar Afrika. In Afrika waren er ook problemen tussen mij en haar. Het was veel woede. Ik mocht nergens gaan en moest constant voor het kind zorgen. Ik verwachtte dit samen te kunnen doen en wilde dit niet alleen doen. Als ik dan mijn eigen dingen ging doen, dan werd ik buitengesloten. Hierdoor heb ik het gevoel dat ik word gebruikt. Dat is heel moeilijk voor mij.
• Hoe is de huidige verstandshouding tussen de moeder van u kind(eren) en u?
Op dit moment hebben de eerste moeder en ik vrijwel niet een verstandsverhouding met elkaar, want het contact is verwaterd de afgelopen paar maanden. Ik weet niet wat er allemaal in haar leven gebeurt. Ik vertrouw haar niet meer, omdat ze naar Suriname is vertrokken met de kinderen zonder iets tegen mij te zeggen. Ze heeft aangegeven dat zij de kinderen een andere naam wilt geven, omdat ze gaat trouwen. Iemand anders zou dan de vader van mijn kinderen worden. Hierdoor is de verstandshouding weg. De laatste keer dat wij contact hebben gehad is een paar dagen gelden via Whatsapp en via de telefoon verder niets. We hebben een korte afspraak gemaakt dat we bij terugkomst om de tafel gaan zitten voor het maken van afspraken. Ik heb ook aangegeven dat ik toch het ouderlijk gezag wil en toen heeft zij aangegeven dat zij niet zal meewerken hierin. Ik ben nu aan het kijken welke stappen ik hierin kan zetten, zodat ik mijn kinderen kan blijven zien. Ik realiseer me dat ik op dit moment niet in een goede situatie zit, maar er zijn mensen die het nog slechter hebben. Als je een kind wegneemt van iemand, dan neem je ook een stukje hoop weg van iemand.
De verstandshouding met de laatste moeder is wat moeizamer, maar we zitten nog wel in een relatie. Dat verschilt wel af en toe dan hebben we van die dagen dat we ieder ons eigen kant op willen gaan. Ze werkt op bepaalde tijden in de avond. Hiervoor heeft ze een oppasser gekregen, waardoor de oppasser voor mijn kind zorgde. Ik deed hierdoor alles in het huis. Ik heb hier wel moeite mee, omdat je weet niet of het goed gaat. Ik wilde betrokken zijn bij mijn kind, waardoor ik mijn leven een jaar tot anderhalf jaar geleden aan de kant heb gezet. Een tijdje was ik een paar weken niet in the picture van het kind, maar ik probeer dit constant op te lossen. Ik merk dat het contact dat zij heeft met oudere vriendinnen een goede invloed op haar heeft. Ze geven haar goede tips en informatie over de opvoeding. Ze leggen haar ook uit hoe het zit in de relatie. Hierdoor gaat het veel beter tussen ons en heb ik het gevoel dat ik toegelaten word in haar leven en het leven van mijn kind.
• Op welke manier laat de moeder u een invulling geven aan het vaderschap in het leven van uw kind?
De laatste tijd laat de eerste moeder mij geen invulling geven aan het vaderschap. Ik heb bijvoorbeeld een zus in Suriname wonen die constant een afspraak probeert te maken met haar en de kinderen om iets leuks te gaan doen, maar moeder houdt dit af. Als mijn zus belt dan neemt nu haar nieuwe vriend op. Als je een afspraak met de eerste moeder maakt en je bent vijf minuten te laat dan wijzigt de hele afspraak en mag je de kinderen niet meer zien. Dit leverde veel frustraties op. Voor mij is dus constant vechten en bijna smeken om toch invloed te kunnen hebben om mijn kinderen. Ik heb elke dag gebeld naar Suriname om ze even te spreken. Ik heb dit tien maanden volgehouden, maar op een gegeven moment raak je hier ook op van en heb ik het aan de kant gelaten om te kijken of zij contact zou gaan opnemen en het überhaupt belangrijk vindt dat ik in het leven van de kinderen ben. Sinds ze weigert om mijn zus toe te laten, doet dit mij en mijn familie erg veel pijn. Het is dan heel moeilijk om nog een rol in het leven van mijn kinderen te spelen. Zij heeft namelijk veel macht en dan zet ze je gewoon weer aan de kant. De moeder van mijn jongste kind laat

vrijwel hulp toe en ik mag er wel zijn. Ik mag er ook wel wat over te zeggen hebben, maar de cultuur en opvoedingsverschillen botsen soms. Los van dat mag ik er wel bij zijn en kan ik betrokken zijn bij de opvoeding van mijn kind. Zij verwacht heel veel van mij als vader, omdat ze dat heeft gezien bij mijn twee andere kinderen. Ze moet alleen niet vergeten dat ik ook twee andere kinderen heb dit zij wel aan de kant zet en dat is voor mij wel lastig om daarin een balans te vinden.

? Omgang
• Speelt u op dit moment een rol in het leven van uw kind(eren) en hoe ziet deze eruit?
In het leven van mijn twee kinderen eerste kinderen speel ik vrijwel geen rol in het leven van mijn kinderen, omdat ze in Suriname zijn. Ik ben wel van plan om dit wel weer te gaan doen als ze weer hier in Nederland zijn. Of dit ingevoerd gaat worden is nog een grote vraag. Ik probeer hier een oplossing in te zoeken en heb stappen gezet bij BJZ om te kijken wat ik allemaal kan doen. Dit is moeilijk omdat ik mijn kinderen alleen heb erkend en geen ouderlijk gezag heb, dan sta je helemaal nergens. Dan kan ik wel een advocaat inschakelen, maar je betaalt en je hebt niets te zeggen.
De tweede moeder van mijn jongste kind heeft veel verwachtingen van mij als vader en verzorger. Deze rol neem ik dan ook op me. Op dit moment werk ik niet en werkt zij veel in de nacht of in de ochtend op verschillende tijdstippen. In deze tijden ben ik met hem bezig. Van maandag tot en met donderdag zit hij wel op de crèche, maar dan haal ik hem op en dan zet ik hem ook af. Als de moeder erbij is dan gaat zij ook mee. Toen de laatste moeder en ik problemen hadden met elkaar mocht ik een tijdje niet komen op het kinderdagverblijf, omdat dat niet goed zou zijn voor hem. Nu is het weer goed en mag ik weer bij de crèche komen. Het kinderdagverblijf gaat dus mee in het verhaal van moeder. Ze hadden wel GGD ingeschakeld om dat ze vermoeden hadden dat zij hulp nodig had. Alleen is de taalbarrière een probleem en snapt ze niet goed wat de instanties bedoelen.
• Hoe vaak ziet u uw kind(eren)?
Bij het eerste kind was de omgang mondeling geregeld via die hulpverlenende instantie in Leiden. Ik kon hem dan in het weekend ophalen en eventueel kon ik hem doordeweeks ook ophalen in overleg met moeder. Dit ging goed. Ik nam mijn tweede kind ook altijd mee als ik mijn eerste zoon ook zag. Dit was in het weekend en doordeweeks als optie. Nu zie ik ze niet meer, omdat de kinderen en de eerste moeder in Suriname zijn. Mijn jongste kind zie ik gewoon elke dag, omdat ik een relatie heb met de moeder.
• Hoe verloopt de omgang met uw kind(eren) en de correspondentie met de moeder?
De omgang met mijn eerste twee kinderen loopt stroef, omdat ze momenteel in Suriname zitten. Ik probeer ze elke dag te bellen, maar moeder houdt mij en mijn familie op afstand. We corresponderen soms via de Whatsapp en de telefoon. Dit gaat lastig omdat mijn huidige vriendin zich hier niet goed bij voelt.
• Indien u geen omgang heeft met uw kind(eren) zou u dat graag willen?
Ik heb omgang met mijn jongste kind. Met mijn twee oudste kinderen zou ik wel omgang willen, maar dit is afhankelijk van wat moeder wilt. Zij zijn namelijk nu in Suriname. Als ze terugkomen dan wil ik meer omgang met mijn kinderen en wil ik zelfs ouderlijk gezag.

? Visie op de rechtspraak
• Heeft u met betrekking tot het erkennen en gezag aan vragen van uw kind(eren) te maken gehad met de rechtspraak?
Nee, ik heb alleen maar stappen genomen naar een advocaat en advies hierover ingewonnen. Ik ben naar BJZ geweest om te kijken hoe het ouderlijk gezag eruit zal gaan zien en zelf heb ik ook research gedaan om te kijken welke wegen ik kan bewandelen. Op basis hiervan heb ik gezien dat de rechtspraak me eigenlijk niet kan helpen hierin en daarom heb ik het dus op een andere manier aangepakt door middel van DNA-papa.
• Wat is uw visie over de wet met betrekking tot erkennen en gezag?
Dit is heel slecht geregeld, want een vader wordt achterwege gelaten. In deze moderne maatschappij zijn er genoeg middelen om dit beter op te lossen, zoals het DNA-onderzoek. Vaders gaan er met de beste wil, hoop en vertrouwen in mee en hopen niet dat het kapot gaat. Ze willen vechten voor hun kinderen. Als je niet getrouwd bent dan sta je heel zwak hierin. Als je getrouwd bent dan staat de wet wel aan jou kant en heb je wel voordelen. Maar als de moeder tegenwerkt dan moet je ook een DNA-onderzoek doen en je moet medewerking hebben van moeder. Je staat tegen een heleboel gesloten deuren en staat als ongehuwde vader tien- nul achter. Ik denk dat als er bij de geboorte al een DNA-test wordt gedaan dat het een hoop zou schelen qua frustraties en problemen. Er zou ook een wetsartikel moeten zijn dat de vader die het kind heeft verwekt automatisch juridisch vader is met ouderlijk gezag.
• Wat vindt u van de mogelijkheden die de rechtspraak en de wetgever bieden aan ongehuwde vaders?
Er zijn mogelijkheden, maar daarvoor moet je financieel heel sterk staan en dat is vaak een probleem voor vaders. Je moet maar geluk hebben met je advocaat en dat de moeder wilt meewerken. Daarnaast heb je nog een heel DNA-onderzoek dat erbij kan komen. Als je omgang hebt dan is de vraag nog hoe er wordt meegewerkt door moeder. Er is wel een sanctie die kan worden opgelegd als een van de partijen niet meewerkt aan de omgangsregeling, maar ten slotte heeft het kind het grootste nadeel erin. Zowel vader als moeder komen beide in een slechte financiële positie door het gevecht. Financieel heb je er dus helemaal niets. De rechtspraak heeft wel gedacht aan het financiële, maar qua persoonlijke ontwikkeling is dat gewoon slecht geregeld.
• Welke overweging heeft u gemaakt om de rechtspraak in te schakelen?
Ik heb de rechtspraak niet ingeschakeld vanwege financiële redenen. Daarnaast heb ik om me heen gezien hoeveel problemen een rechtszaak voor een man en een gezin kunnen vormen. Om die redenen heb ik besloten om het op een andere manier aan te pakken.

? Visie op de hulp/ dienstverlening
• Heeft u hulp/ dienstverlening ingeschakeld binnen het proces van erkennen en gezag voor uw kind?
Ja dat heb ik gedaan.
• Met welke hulpvragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap heeft u de hulp/ dienstverlening benaderd?
Wat kan ik doen om betrokken te zijn in het leven van mijn kinderen?
Hoe sta ik hierin en wat voor uitzicht heb ik op de uitkomst van een eventuele rechtszaak?
• Welke instanties heeft u benaderd met uw hulpvragen?

Ik heb verschillende instanties benaderd, zoals BJZ, Juridisch Loket, in Leiden een paar hulpverlenende instanties die mij hebben geholpen om met de moeder van mijn eerste twee kinderen te communiceren en contact op te bouwen, relatietherapie via het DOK, maatschappelijk werk, Sociaal Raadslieden, personen- en familierecht advocaat.
• Hoe bent u terecht gekomen bij de instanties waar u uw hulpvragen met betrekking tot het vaderschap heeft voorgelegd?
Naar aanleiding van de aangifte van de eerste moeder ben ik bij de reclassering terecht gekomen en die heeft mij doorverwezen naar het DOK voor relatietherapie. Ik heb merendeels zelf onderzoek gedaan via internet en soms verwijzingen van de instanties waar ik bij langs geweest ben.
• In hoeverre bent u bekend met de hulp- en dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Ik was hiermee helemaal onbekend. Ik wist niet eens dat er tien soorten vaderschapsbegrippen zijn. Met het onderzoek op internet ging er dus eigenlijk een hele wereld voor mij open.
• Welke factoren hebben een rol gespeeld bij het inschakelen van hulp/ en dienstverlening?
Mijn eigen situatie en mijn eigen factoren…de problemen die ik dagelijks meemaakte en de koppijn die ik dagelijks had om niet bij mijn kinderen te kunnen zijn. Ik vroeg me elke dag af hoe het met ze ging en wat ze aan het doen waren. Ik begreep niet waarom de eerste moeder van mijn kinderen mij niet toeliet in het leven van mijn kinderen, dus voornamelijk onbegrip.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/ dienstverlening en zijn deze uitgekomen?
Ik had eigenlijk meer steun van ze verwacht en in ieder geval iets, maar ik heb niets gekregen. Behalve dat ik weet wat de weg naar de rechter is, maar dit is een moeilijke stap om te zetten als je zelf niet veel hebt te besteden. Dit is dan toch een financiële overweging die je moet maken. Ik had verwacht dat er een instanties was die mij kon helpen, maar er was geen enkele organisatie die dit kon. Ze laten je gewoon aan de kant.
• Wat had u nodig van de hulp/dienstverlening met betrekking tot de problematiek met betrekking tot het ongehuwd vaderschap?
In ieder geval contact om contact te kunnen maken met mijn kinderen. Dat ze me hierin konden ondersteunen door bijvoorbeeld in gesprek te gaan met de moeder. Het belang in te zien van de betrokkenheid van een vader. De hulpverlening schoot hier ver in te kort. Ze zette jou gewoon standaard aan de kant. Het is constant een doorverwijzing naar een advocaat. Er zou eigenlijk een centrum moeten zijn waar vaders terecht kunnen met hun problemen met betrekking tot de scheiding om een stabiele omgeving te creëren voor jezelf en ook ten slotte voor je kind. Uiteindelijk kun je dan daaruit verder groeien en een goede verstandshouding met je partner opbouwen. Hier moeten beide partners in worden betrokken. Zo een centrum kan dan bemiddelen tussen beide partners.
• Hoe tevreden bent u over de huidige hulp/ dienstverlening die u heeft ontvangen?
Ja.. ik zou eigenlijk meteen niet tevreden zeggen. Ik probeer nog te bedenken waar ik tevreden over ben over de hulp/dienstverlening. Relatietherapie heeft wel enige begrip getoond voor haar en voor mij en naar elkaar toe, maar dit was al gauw verdwenen. Daarna is er niets meer geweest. Bij relatietherapie gingen we nog samen met elkaar in gesprek en luisterde we naar elkaar. Bij andere hulp/dienstverlening was daar geen sprake van. Dat was net zoals bij het consultatiebureau. Ze luisteren naar haar verhaal en niet naar dat van mij. Ze hebben me nooit gevraagd wat er allemaal was gebeurd en ze hebben mij ook geen hulp aangeboden. Ik ben dus eigenlijk helemaal niet tevreden

over de hulp/dienstverlening, omdat geen enkele instantie haar liet inzien dat het belangrijk voor een kind is dat de vader in het leven is.
• Heeft u er vertrouwen in dat er instanties zijn die aan uw kant staan?
Ik zie dat langzamerhand wel veranderen. Destijds was dat not done en komen vaders nu steeds meer in de media. In bepaalde programma’s wordt nu aangegeven dat een vader belangrijk is in het leven van een kind. Ik zie dit langzamerhand veranderen. Zelfs minister Teeven is een onderzoek begonnen, om te kijken wat voor invloed dat heeft voor vaders. Ik ben benieuwd of hierdoor de hulp/dienstverlening zal veranderen en er meer wordt gekeken naar de vaders. De denkwijze is verouderd en moet worden veranderd.

? Visie hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum
• Wat heeft u gehad aan de hulp/dienstverlening van het Vader Kennis Centrum?
Ik ben daar nog niet te veel op in gegaan, maar ik zie wel dat ze veel goede dingen doen in het buitenland. Het is nog een beetje vraagteken wat ze precies doen. Ik begrijp wel dat ze voor vaders een betere situatie willen creëren, maar ik ben hier nog niet te veel op in gegaan. Mijn werk wil ik beginnen bij het begin. Achteraf kunnen we allemaal vechten en roepen, maar als er vanaf het begin iets is vastgelegd ten aan zien van het ouderschap dan kunnen we vanuit daaruit weer verder werken. Natuurlijk zullen er nog wel problemen zijn, maar in ieder geval hebben dan wel vaders iets om aan vast te houden. Ik weet wel dat ze veel publicaties hebben gedaan en ook in gesprek zijn geweest met veel partijen.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?
Ik was op zoek naar informatie en ervaringen. Ik ben altijd iemand geweest die naar oplossingen zoekt. Als ik zie dat er problemen zijn dan wil ik zien waar ze ontstaan en vanuit daaruit oplossen. Ik zie dat het VKC het op een later stadium probeert op te lossen. Ik had niet te veel verwachtingen.
• Hoe tevreden bent u over de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?
Ik ben redelijk tevreden over de informatie en ervaringen die ik vanuit het VKC heb gekregen, maar de visies liggen niet overeen met elkaar.

 

Bijlage 4: Interview ongehuwde vader, leeftijd 35 jaar oud

? Introductie
• Wat is uw leeftijd?
35 jaar
• Anonimiteit
Anoniem
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Hoeveel kinderen heeft u?
1 Dochter van 4 jaar
• Heeft u gezag over uw kind(eren)?
Nee, dit is alleen heel lang gaande sinds vorig jaar en er zit een heel verhaal aan vast
• Heeft u uw kind(eren) erkend?
Dochter wel erkend
• Kunt u kort vertellen wat uw persoonlijke verhaal is en hoe deze gekoppeld staat aan uw eigen opvoeding?
Te beginnen met relatie met mijn ex-vriendin. Dat is eind 2008/ begin 2009 gestopt en toen bleek dat zij in verwachting was. Ik had daar al een klein vermoeden van toen ik een relatie met haar had omdat zij toen al iets had losgelaten. In 2009, ongeveer midden februari werd ik door mijn ex-schoonmoeder gebeld dat ik vader zou worden. Hier en daar heb ik contact gelegd met ex-vriendin. Zij bleef als het ware pushen.. ik wilde er wel voor mijn kind zijn zeg maar, maar zij wilde met een hoop voorwaarden wilde zij de relatie eigenlijk geforceerd oppakken. Het nemen van een kind was gezamenlijk gepland en toen het zover was kon ik eigenlijk gewoon weggaan. Kijk, daar kom je later pas achter toen zij drie maande zwanger was. Dit was in maart 2009 en dit is ook het verdrietigst van het hele verhaal.. bedreigd met abortus en uitgescholden van hier tot Tokio. Deze bedreigingen begonnen toen ze net aan, denk ik, twee maanden zwanger was en het enigste wat ik wilde was op de hoogte gehouden worden. Dit wilde mevrouw niet, zo nu en dan wel. Het was af en aan en ik had ondertussen wel al een advocaat genomen en mijn advocaat wilde een zaak aanspannen als mijn kindje geboren was om een DNA-test te doen, want bij de scheldmails en telefoontjes zei zij telkens dat ik wel de vader kon zijn en dan weer niet.. dan was er weer een ander. Ik heb maanden lang met al die twijfel rondgelopen. Ik heb al die negen maanden van de zwangerschap niets meegemaakt.. ook geen geboorte helemaal niets. Eigenlijk gaat het al heel lang door, want eind 2010 is er een DNA-test door de rechtbank aanbevolen die door haar is uitgesteld. Dit heeft zo verschrikkelijk lang geduurd tot juni 2012. Toen heeft de rechter besloten dat er genoeg bewijs was. In juni 2012 ben ik tot vader benoemd en heb ik ondertussen ook mijn dochtertje erkend. Qua gezag is het raar gegaan.. kijk mijn dochtertje valt onder de WSG, omdat mijn ex-vriendin borderline en dergelijke heeft. Mijn dochtertje kan er helemaal niets aan doen, maar door moeder zit

zij onder die instelling en moeder zat er al jaren mee te kampen, achteraf hoor ik dat. Nu is het zo dat ik juni 2012 juridisch vader ben geworden. Ik heb geen gezag.. dit is een raar verhaal, omdat de WSG daar nog dwars zit tot op heden vanaf 2012. Er zou eigenlijk een zitting zijn in augustus 2012. Die zaak zou om gezag en omgang dienen en die is door twijfel van de WSG en mijn ex-vriendin opgeschort tot eigenlijk een jaar later en nog is het zicht op gezamenlijk gezag is helemaal weg, omdat er Raadsonderzoeken zijn geweest waar helemaal niets van klopt. Ik heb zware klachten tegen mij lopen en het ziet er naar uit dat ik nog geen gezag krijg. Mijn ex-vriendin heeft van rechtswege gezag, maar je merkt aan alle kanten dat zij eigenlijk heel weinig gezag heeft of tot eigenlijk helemaal niet, want met de Raadsonderzoeken komt ze bijna nooit voor en heeft zij ook geen papieren gehad. Ik had onlangs contact met haar, maar dat is ook weer stuk. Nergens komt ze eigenlijk voor op papier en ze komt ook niet bij rechtszittingen opdagen. Het Raadsonderzoek is vorig jaar afgeroepen en was eigenlijk vrij onnodig.. ze hebben gelastten dat ik gewelddadig zal zijn en dergelijke. De broer van ex-vriendin.. daar zou ik gewelddadig geweest mee zijn en de politie is hier aan te pas gekomen.. proces-verbaal en dergelijke. Hier is allemaal niets van waar.. dit heb ik tevergeefs meerdere malen geroepen dat zij dit moesten laten zien als bewijs. Dit was eigenlijk de reden voor de WSG om een Raadsonderzoek op te vragen. Dat ik dus niet betrouwbaar genoeg was voor mijn dochter. Op basis van mij voor gezag en omgang is er dus een Raadsonderzoek gestart. Het is afgesloten, omdat de gezinsvoogd naar Nieuw-Zeeland ging. Vanaf juni 2013 was er een advies voor gezamenlijk gezag en nu wordt het ineens met een herbeoordeling teruggetrokken door de WSG naar de Raad, dus het advies is teruggetrokken en dit is ook genoemd op de zitting door de Raadvertegenwoordigers… en ik zie de reden niet zo. Ik zit ook in een zware klachtenprocedure verwikkeld met de Raad voor de Kinderbescherming, want er zijn dingen door de Raad gezegd die gewoon niet kunnen. Zo is er ook gezegd.. ja ik ben niet de enige tegenwoordig.. ik zit met een WIA-uitkering en ik zit dan uit pure nood bij mijn ouders thuis. Door de raadsonderzoeker wordt dan gezegd dat ik mijn kind niets te bieden heb… u heeft een WIA-uitkering en u zit bij uw ouders thuis. Dat vindt ik wel heel erg platvloers, maar dat zijn niet de enige opmerkingen. Ik word zomaar als borderline uitgemaakt zonder enig onderzoek. Deze klachtenprocedure loopt sinds pas.. ik heb wel versneld een afspraak met de directeur, maar er is zoveel gebeurd waar ik denk.. joh dit schendt mensenrechten en kinderrechten en waardoor ik denk dat ik dit hogerop moet gaan zoeken. Voor deze klachtenprocedure heb ik een advocaat.

? Relatie met moeder
• Heeft u toestemming gekregen voor het erkennen en de aanvraag van gezag voor uw kind? (indien van toepassing!)
Nee totaal niet. Alleen met tegenwerking. Juist door tegenwerking van ex en WSG heb ik geen gezag. De erkenning heb ik verkregen door middel van een juridische procedure op te starten.
• Wat voor relatie hadden de moeder van uw kind(eren) en u?
We hadden toch wel een behoorlijk tijdje een relatie.. anderen vinden het kort.. het ging ook redelijk snel allemaal. Van juni 2008 aan en uit tot en met eind 2008.
• Hoe is de huidige verstandshouding tussen de moeder van u kind(eren) en u?
Heel moeilijk, heel zwak want.. kijk ik wil natuurlijk met het oog op onze dochter een gezonde verstandshouding er op nahouden, maar gezien haar borderline en stemmingswisselingen en dergelijke.. ja dan valt het niet mee. Per week, per dag zelfs.. heb ik ze op Skype of op Facebook. Nu niet meer.. je moet uitkijken wat je zegt. Minste

en geringste staat zij weer aan de kant van de WSG. De WSG staat een beetje achter ons rug om te dreunen en is geen middel voor communicatie die wij gebruiken. Ik heb de indruk dat ex zich door druk vanuit de WSG liet jagen.
• Op welke manier laat de moeder u een invulling geven aan het vaderschap in het leven van uw kind?
Nee totaal niet, maar het raarste ervan is.. een paar weken naja het is inmiddels alweer twee maanden geleden of meer.. heeft zij wel gezag en zeggenschap aan mij aangeboden, omdat zij het niet meer kon. Zij zit in een kliniek in Zeeland.. de reden dat weet ik niet. Maar zij zegt dat zij nu niet voor ons dochtertje kan zorgen en ze zegt nog wie ben ik om onze dochter tegen te houden om kennis te maken met haar vader zeg maar.. ze zegt ook dat ik een kans moet hebben als vader.

? Omgang
• Speelt u op dit moment een rol in het leven van uw kind(eren) en hoe ziet deze eruit?
Dat is ook een probleem.. ik heb wel vijf maanden family life gehad van 26 november 2011 tot en met 15 april 2012. Dat komt door de broer van ex-vriendin. Die heeft zelf contact laten ontstaan, omdat hij zelf ook van mening was dat zijn zus helemaal niet van plan was om mijn dochtertje aan mij te laten zien of te laten kennen, dus zo is dat gegroeid. Ik heb haar verzorgd.. er is een band. De WSG houdt gewoon een uur in de maand toezicht tijdens bezoek zeg maar. Dit is al vanaf 17 oktober 2012 al negen maanden aan de gang en nu is het nog minimaal. Een keer in de twee weken twee uurtjes met toezicht en dan zeggen ze dat mijn opvoedrol bekeken worden hoe ik met mijn dochter omga. Dit is veel te weinig, want er was al family life en kan dat bewijzen met 21 videootjes en 621 foto’s dat er gewoon een gezinsleven was. WSG negeert dat. Mijn dochter verblijft op dit moment in een AWBZ-instelling.
• Hoe vaak ziet u uw kind(eren)?
Een keer in de week twee uurtjes
• Hoe verloopt de omgang met uw kind(eren) en de correspondentie met de moeder?
Moeizaam en de omgang is nu een keer in de twee weken twee uurtjes onder toezicht van de WSG. De correspondentie met moeder verloopt slecht, omdat zij momenteel ook in een kliniek zit.
• Indien u geen omgang heeft met uw kind(eren) zou u dat graag willen?
Ik heb omgang met mijn kind.

? Visie op de rechtspraak
• Heeft u met betrekking tot het erkennen en gezag aan vragen van uw kind(eren) te maken gehad met de rechtspraak?
Ja heb ik wel mee te maken gehad en nog. Via de juridische procedure heb ik mijn kind erkend.
• Wat is uw visie over de wet met betrekking tot erkennen en gezag?
Ik vind de wet eigenlijk ernstig te kortschieten wat betreft.. om het zo maar even curabel te noemen dat moeders tegen kunnen werken plus inspraak moeten geven. Dat vind ik voor vaders weinig houvast geven qua wet, want het duur allemaal vreselijk lang en ja.. mijn dochtertje zit daar ergens tussenin en niemand kijkt er naar. Aan de kinderrechten van mijn dochtertje wordt niet voldaan, want mijn dochtertje heeft ook recht op mij en op normale omgang. Ja.. dat ik mijn vinger er achter kan leggen wat heeft mijn dochter qua gezondheid.. andere dingen.. zonder gezag kom je dat niet te weten. Uit diagnostisch onderzoek is naar voren gekomen dat zij gedrag uit dat zij seksueel misbruikt is en dat zij zwaar verwaarloosd en mishandeld is. Hiervoor zit ze in de AWBZ-instelling, hierdoor heeft ze aangepast onderwijs. Ik ben er erg van geschrokken hoe vroeg zij uit huis geplaatst is.. dit is vier weken na haar geboorte geweest. De UHP en de OTS zijn al een paar keer verlengd hier in.
• Wat vindt u van de mogelijkheden die rechtspraak en de wetgever bieden aan ongehuwde vaders?
Ik vind dat de wet gelijke kansen moet creëren.. ik wil niet zeggen mannenemancipatie.. maar gewoon gelijke rechten.
• Welke overweging heeft u gemaakt om de rechtspraak in te schakelen?
Dit is een geluk bij een ongeluk.. ik ben niet blij dat ik in de WIA zit.. liever ben ik ook aan het werk. Hier heb ik eigenlijk wel enigszins een voordeel aan.. als je een uitkering hebt dat je dan gesubsidieerde rechtsbijstand krijgt. De kosten hebben geen rol gespeeld, omdat ik door middel van een toevoeging de procedure heb kunnen opstarten.

? Visie op de hulp/ dienstverlening
• Heeft u hulp/ dienstverlening ingeschakeld binnen het proces van erkennen en gezag voor uw kind?
Verschillende vrijwillige kaders.. dan zeg maar stichtingen, maar hebben geen soelaas kunnen bieden, zoals Ouderennetwerk Jeugdzorg-Gelderland. Dat is de enige die ik heb in kunnen roepen, want zonder gezag kun je niet veel en kun je niet overal aankloppen.
• Met welke hulpvragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap heeft u de hulp/ dienstverlening benaderd?
Ja.. de dingen die er speelde toen, zoals ik eigenlijk heel weinig kans kreeg als vader die dingen zijn door middel van gesprekken en zelfs huisbezoeken aangepakt. Echter blijft de WSG een hele stugge houding houden.
• Welke instanties heeft u benaderd met uw hulpvragen?
Ouderennetwerk Jeugdzorg-Gelderland en het Juridisch Loket. Ouderennetwerk Jeugdzorg-Gelderland is stichting die een brug slaat als je klem raakt met instanties om toch tot een goed gevolg te brengen. Als je klem geraakt ben in gesprekken en dat was ik ook inderdaad, maar dit mocht niet helpen. Over het Juridisch Loket heb ik gemengde gevoelens.. ik heb daar wel verschillende advocaten toegewezen gekregen.. ik ben via hen op een soort officiële site van advocaten gebracht en vanaf daar ben ik verder gegaan. Vanaf 2009 heb ik intussen al veel advocaten gehad. Ik zou zeggen dat ik matig tevreden ben over de dienstverlening vanuit het Juridisch Loket.
• Hoe bent u terecht gekomen bij de instanties waar u uw hulpvragen met betrekking tot het vaderschap heeft voorgelegd?
Het meeste heb ik ge-googled.
• In hoeverre bent u bekend met de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Vrijwel onbekend.. veel heb ik ge-googled en heb ik veel advocaten gevraagd, Juridisch Loket en zo kwam ik achter adressen waar ik mijn verhaal kon doen. Vooraf was ik er niet mee bekend.
• Welke factoren hebben een rol gespeeld bij het inschakelen van hulp/ en dienstverlening?
Ik heb het allemaal netjes kunnen inschakelen ondanks mijn WIA-uitkering. Zowel de belangen van mijzelf als de belangen van mijn dochter hebben een rol gespeeld om de hulp/dienstverlening in te schakelen, omdat ik eigenlijk al wist dat het eigenlijk niet goed liep.. ik had in het begin al verteld dat mijn ex-vriendin me bedreigde en dat zij mij in feite ook uitschold. Dit is over en weer gebeurd, maar uit veiligheid voor mijn dochtertje en uit het idee dat ik vader ben en het gevoel van onmacht hebben mij er toe aangezet om de hulp/dienstverlening in te schakelen.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/ dienstverlening en zijn deze uitgekomen?
Ik vind de betrokkenheid vanuit de hulp/dienstverlening naar vaders toe beperkt. Ik heb zelf contact moeten opnemen met de WSG over de zaak van mijn dochtertje. Ik was namelijk eerst vader onbekend, doordat ik zelf contact heb opgenomen ben ik bekend. De betrokkenheid naar vaders toe vind ik wel beneden peil.
• Wat had u nodig van de hulp/dienstverlening met betrekking tot de problematiek met betrekking tot het ongehuwd vaderschap?
Betrokkenheid en initiatief van hun kant om contact met mij op te nemen.
• Hoe tevreden bent u over de huidige hulp/ dienstverlening die u heeft ontvangen?
Over het Juridisch Loket heb ik gemengde gevoelens.. ik heb daar wel verschillende advocaten toegewezen gekregen.. ik ben via hen op een soort officiële site van advocaten gebracht en vanaf daar ben ik verder gegaan. Vanaf 2009 heb ik intussen al veel advocaten gehad. Ik zou zeggen dat ik matig tevreden ben over de dienstverlening vanuit het Juridisch Loket.
Ik vind de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders zwaar belabberd, omdat ik eigenlijk een hele poos me eigen laat horen per mail, telefoon en brieven. Er komt maar niets van zijn plek af terwijl mijn verhaal heel scherp en duidelijk is wat er is gebeurd. Het verhaal moet sneller worden opgepakt, zodat het van de grond afkomt en er sneller iets mee wordt gedaan.
Aan het punt van waarheidsvinding kan de Raad niet voldoen en moet beter, want ze kunnen vaak ook niets bewijzen. In brieven geven ze vaak afwijkende antwoorden waar je niets mee kan.
• Heeft u er vertrouwen in dat er instanties zijn die aan uw kant staan?
Ik vind dat hulp/dienstverlening gericht is op moeder. Het is niet aan mij om daarop af te geven, maar het staat op papier dat mijn ex-vriendin psychische stoornissen heeft.. dan vind ik het nog al raar dat ik als vader niet serieus genomen word en of dat nou ligt aan dat moeders voorrang hebben zoals de wet licht.

? Visie hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum
• Wat heeft u gehad aan de hulp/dienstverlening van het Vader Kennis Centrum?
Het Vader Kennis Centrum heeft mij een luisterend oor geboden.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?
Ik verwachtte dat zij veel kennis en ervaring in huis zouden hebben.
• Hoe tevreden bent u over de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?
Redelijk tevreden.

 

Bijlage 5: Interview ongehuwde vader, leeftijd 43 jaar oud

? Introductie
• Wat is uw leeftijd?
43 jaar
• Anonimiteit
Anoniem
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Hoeveel kinderen heeft u?
Twee dochters van 14 jaar en 7 jaar
• Heeft u gezag over uw kind(eren)?
Over de oudste wel en over de jongste ook eigenlijk. Allebei dus.
• Heeft u uw kind(eren) erkend?
Ik heb ze allebei erkend en ook aangifte gedaan zeg maar.. ik weet niet of dit hetzelfde is
• Kunt u kort vertellen wat uw persoonlijke verhaal is en hoe deze gekoppeld staat aan uw eigen opvoeding?
Bij de moeder van mijn oudste dochter werd de vrouw op een gegeven moment geestelijk labiel zeg maar.. heeft uiteindelijk ook een psychose gekregen, maar toen was ik eigenlijk al uit de relatie. Tijdens de relatie is het niet meer gelukt om het gezag te regelen zij wou het gewoon niet ondertekenen het briefje. Dat is een heikel punt heh.. je moet samen iets ondertekenen en als vriendin dat niet wilt dan ben je klaar. Maar goed.. op een gegeven moment kreeg zij dus een diepe psychose en heb ik het bij haar afgedwongen en heb ik gezegd van: of je geeft mij het gezag nu of ik ga gewoon een rechtszaak beginnen en dan neem ik jou het gezag af en dan doe ik het zelf zeg maar.. als enige. Sindsdien heeft zij het ondertekend en heb ik over mijn oudste gezag en heb ik voor haar gezorgd. Bij mijn jongste dochter is de relatie ook na een jaar of vier verbroken en was ik wederom zo suf geweest om dat formuliertje niet af te dwingen.. ik had zoiets van nou dit is helemaal de perfecte relatie en elke keer als ik dacht dat ik het gezag moest regelen dacht ik dat komt wel goed. Maar hetzelfde daarna was het opeens.. het ging allemaal goed totdat ik verliefd werd.. naja bekend verhaal misschien en toen opeens mocht ik mijn dochter…elf weken niet mogen zien of zo. Toen ben ik dus een rechtszaak begonnen en dat duurt anderhalf jaar voordat je aan de beurt bent. Toen had de prachtige en geweldige.. zeer intelligente rechter na ongeveer tien minuten door dat ik gewoon het gezag zou moeten krijgen en sindsdien heb ik het gezag. In die zin volledig gezag dat zij hoofdzakelijk bij mijn moeder woont en die bij haar moeder woont en die uitmaakt hoe het zit. Ik ben nu dus wel nog aan het mediaten over een omgangsregeling die ik wil uitbreiden. Die mediation is stukgelopen en ergens in februari heb ik hier een rechtszaak over. Maar goed het gezag heb ik dus wel volledig gekregen, maar dat heeft dus nog geen enkele inhoud. Zij heeft ook gezag alleen hebben wij nu gedeeld gezag.. maar zij bepaalt nog steeds hoe en wat dat er gaat gebeuren. Binnenkort hebben wij hier een zitting over. Van huis uit.. ik heb een hele lieve leuke jeugd gehad met lieve ouders en een hele leuke vader die heel veel met ons speelde en stoeide vroeger. Waarop ik nog steeds jaloersmakend verliefd op elkaar kunnen zijn. ik heb een broer die iets ouder is.

? Relatie met moeder
• Heeft u toestemming gekregen voor het erkennen en de aanvraag van gezag voor uw kind? (indien van toepassing!)
Het erkennen heb ik allemaal voor de geboorte of bij de geboorte gedaan toen was het allemaal helemaal vanzelfsprekend en natuurlijk. Het gezag heb ik dus bij de moeder van mijn oudste kind moeten afdwingen door te dreigen met haar het hele gezag te ontnemen. Omdat zij die psychose heeft gehad stond ik dan heel sterk in om dat op zo een moment te doen. Ze was bang om het gezag te verliezen en daar kon ze echt niet meer onderuit. Ik had uiteindelijk het formuliertje weer opgevraagd en onder haar neus geschoven om te laten tekenen. Bij de jongste heb ik door middel van een rechtszaak het gezag gekregen.
• Wat voor relatie hadden de moeder van uw kind(eren) en u?
Ik had goede relaties met de moeders van mij kinderen. De kinderen zijn allebei heel bewust genomen. Ik ben ook echt drie maanden van tevoren gestopt met het roken van marihuana wat ik wel eens doe en het drinken van alcohol om een beetje goede kwaliteit te leveren zeg maar.. en dat hebben wij dus heel bewust gedaan en eigenlijk is het bij allebei in de zwangerschap een beetje fout gelopen, omdat het toch wel een moeilijke periode is om door te komen in een relatie.. heb ik gemerkt. Toen ben ik eigenlijk in beide relaties steeds meer van elkaar verwijderd geraakt. Bij de eerste relatie werd de moeder alsmaar vreemder.. die was al een beetje vreemd toen ik haar leerde kennen… dat zij heel weinig sliep en bij een psychiater liep en zo, maar die was verder wel altijd leuk en aardig maar die werd dus steeds bipolair zeg maar.. met heel snel vrolijk en heel snel boos… op een gegeven moment liep dat de spuigaten uit zeg maar.. als iemand heel boos doet, wat voor waarde heeft het dan nog als ze heel erg lief tegen je doet. Dat werd een grimmige situatie.
• Hoe is de huidige verstandshouding tussen de moeder van u kind(eren) en u?
Met de moeder van mijn oudste dochter gaat het redelijk goed. We hebben eigenlijk net geen vriendelijke relatie.. dat we dus wel gewoon heel aardig met elkaar omgaan. Als er zaken zijn waar wij zeg maar niet over eens kunnen zijn.. komen wij er over het overgrote deel wel met elkaar uit. Het gaat wel. Af en toe komen we wel eens bij elkaar op verjaardagsfeestjes.. niet elk jaar maar wel geregeld. Met de moeder van mijn oudste kind gaan wij ook wel samen naar musicalvoorstellingen.. weet ik veel wat.. als mijn dochter iets heeft dan gaan wij daar gewoon samen naar toe en dan is alles koek en ei zeg maar. Ik heb wat dat betreft een redelijk goede verstandshouding met de moeder van mijn oudste kind. Met de moeder van mijn jongste kind is het op dit moment een vechtscheiding zeg maar. We communiceren wel, maar dit is vrij summier. Dat gaat puur over afspraken die gemaakt moeten worden en dingen die eeh.. zodra het wat dieper gaat dan hebben wij voornamelijk mailcontact over dingen die wij niet leuk vinden hoe zij lopen.
• Op welke manier laat de moeder u een invulling geven aan het vaderschap in het leven van uw kind?
Ik zie mijn oudste dochter.. ik heb haar het grootste deel.. tenminste ik heb haar totdat ze naar de middelbare school ging.. heb ik haar praktisch de helft van de week gehad. Dus dan was ze vijf dagen hier en vijf dagen bij haar moeder en dan drie dagen bij mij en dan weer drie dagen bij de moeder. Een evenwichtige omgangsregeling dus. Maar nu wonen moeder en ik redelijk uit elkaar. Moeder is verhuisd naar een dorpje buiten Amsterdam waar ik dus niet blij mee ben.. dat heeft ze zelf beslist en dat heeft voor mij veel moeilijker gemaakt om dezelfde omgangsregeling voort te zetten. De school van mijn oudste kind zit toevalligerwijs precies in het midden waar haar moeder woont en waar ik woon. Mijn oudste dochter wilt nu de ene week bij mij komen en de andere week bij haar moeder komen wonen. Wat dat betreft laat de moeder van mijn eerste kind mij invulling geven aan het vaderschap. De moeder van mijn jongste kind laat heel lastig invulling geven aan het vaderschap.. die zou mij het liefst helemaal buitensluiten. Dat heeft zij ook een tijdje gedaan omdat ik het gezag ook niet had. Op een gegeven moment is dat echt tot een confrontatie gekomen waarbij uiteindelijk de politie erbij kwam en dat de politie dan uiteindelijk vraagt of ik gezag heb. Ik had het gezag niet, dus dan werd mij verzocht om te vetrekken. Toen mocht ik haar iets van elf weken niet zien en sindsdien is het weer dat ik haar om het weekend mag en ik heb uiteindelijk.. ik heb al eerder verteld over die rechtszaak.. dat duurde dus anderhalf jaar ongeveer. Die rechter wilde eigenlijk een soort van knoop doorhakken, maar ik had zoiets van laten we toch maar kijken of wij er rustig samen uit kunnen komen met mediation. Die rechter had eigenlijk al zoiets van.. maandag en dinsdag hakken we gewoon de knoop door en dat doen we.. maar ik had zoiets van laten we eerst rustig kijken hoe we dat precies invullen. Dit is een mediation geworden, waarbij die mediator ook meteen zoiets had van we moeten het eerst maar eens rustig opbouwen en toen kreeg ik haar dus maar een dagje per week.. nee nee in het begin nog niet eens.. eerst moest ik maar laten zien dat ik een goede vader was en dat ik alle netjes deed en toen na vier van die gesprekken met telkens twee weken ertussen had ik zoiets van ik stop hier nu mee of ik krijg er een dag bij.. ik bedoel dat was de hele insteek waarom we zouden gaan praten. De eisen van mijn ex zijn wel heel erg hoog.. ik bedoel als mijn dochter een vies onderbroekje heeft dan krijg ik daar drie weken boze mails over. Hierdoor is het moeilijk om invulling te geven aan het vaderschap.. ook al had ik gezag wel meteen van de rechter gekregen.. dan nog is het lastig. Na zo een lange periode is het kind ook zo gewend aan die moeder dat ze dan ook best wel weer eehh.. dan gaat ze haar moeder ook weer missen.
Ik zie mijn dochters nu drie/ vier dagen om de twee weken en dat is genoeg om elkaar te leren kennen, maar ik weet niet wat er dagelijks speelt in hun leven. Het is niet echt een hele.. ik vind het niet genoeg. Ik ben heel erg blij dat mijn oudste dochter hier meer komt wonen en jongste dochter ben ik nog steeds aan het vechten voor een uitgebreidere omgang. Ik heb geen kinderen genomen om alleen maar geld te sturen naar moeder en ze af en toe te trakteren op een ijsje.

? Omgang
• Speelt u op dit moment een rol in het leven van uw kind(eren) en hoe ziet deze eruit?
Ja, zeker ik heb regelmatig contact met ze.
• Hoe vaak ziet u uw kind(eren)?
De jongste zie ik om het weekend en elke dinsdag en de oudste zie ik op het moment eigenlijk vrij weinig.. nu om het weekend zeg maar een heel weekend. Dan komt ze zeg maar in die twee weken komt ze dan nog een avondje of twee avondjes extra. Het zit dus op een drie/ vier dagen over veertien dagen, dus een a twee dagen per week.
• Hoe verloopt de omgang met uw kind(eren) en de correspondentie met de moeder?
De omgang met de kinderen gaat goed.. is leuk en gezellig. De correspondentie gaat meestal per mail of per whatsapp. Dit is met beide moeders.

• Indien u geen omgang heeft met uw kind(eren) zou u dat graag willen?
Ik heb omgang.

? Visie op de rechtspraak
• Heeft u met betrekking tot het erkennen en gezag aan vragen van uw kind(eren) te maken gehad met de rechtspraak?
Ik heb een rechtszaak moeten aanspannen om gezag te krijgen. Bij het gesprek met de rechter duurde het ongeveer tien minuten waarna zij door had dat ik gezag zou moeten krijgen. Ik was dus heel blij dat ik gezag kreeg, maar aan de andere kant baalde ik enorm dat ik zou lang had moeten wachten voordat ik een keer een zitting kreeg. Volgens mij heb ik het AMK.. of nee gewoon de kinderbescherming gebeld en ook mijn rechtsbijstandsverzekeraar gebeld en die zeiden allebei dat je eerst moet gaan mediateen, want als je zomaar naar een rechter gaat dan zegt die rechter toch dat je eerst mediation moet gaan doen. Ik heb eerst een paar mediationgesprekken geprobeerd, maar dat liep gewoon helemaal mis en toen uiteindelijk toch de rechtspraak. De zaak die ik heb gestart voor mijn jongste kind is gezag en omgang.
• Wat is uw visie over de wet met betrekking tot erkennen en gezag?
Ja.. God.. wat moet ik zeggen.. ik vind eigenlijk dat je als vader automatisch bij de erkenning ook gezag moet krijgen.
• Wat vindt u van de mogelijkheden die rechtspraak en de wetgever bieden aan ongehuwde vaders?
Ja.. weinig.. je staat heel slecht. Alles hangt af van de moeder. Wat op dit moment een stelling is bij de rechtelijke macht is rust en regelmaat voor het kind.. dat dit belangrijk is, maar zodra je als vader zegt dat je anderhalf jaar aan het vechten bent en ook omgang wilt met je kind.. dan zegt zo een rechter dan moet dat wel rustig omdat het kind gewend is bij de moeder en laten we dat maar zo houden. Het is dus heel erg krom. Je hebt weinig mogelijkheden. Je kunt het gezag aanvragen en dan krijg je het, maar dan heb je nog eigenlijk niets. Dan is het nog maar de vraag… afwachten dus.. dan ligt het nog aan de moeder of zij wel of niet wilt toegeven.
• Welke overweging heeft u gemaakt om de rechtspraak in te schakelen?
Ja goed…vooral het idee dat het je eigen kind is en wat je als natuurlijke vader wilt beschermen, opvoeden en koesteren dat je daar gewoon niet bij mag. Dat je daar gewoon geen recht op hebt en dat je eigenlijk wordt buitengesloten. Ik voeg me naar de rechtsstaat, waardoor ik niet machtig genoeg ben om er wat aan te doen. Ik kan me ook voorstellen dat wat minder intelligente vaders door het lint gaan. Vaders die minder intelligent zijn om die agressie niet te uiten zeg maar. Zowel voor het kind als de vader is het ongelofelijk onrechtvaardig. Het kind wil namelijk ook gewoon zijn vader.

? Visie op de hulp/ dienstverlening
• Heeft u hulp/ dienstverlening ingeschakeld binnen het proces van erkennen en gezag voor uw kind?
Ja, in eerste instantie toen ik het conflict had waarbij ik op eens te horen kreeg dat ik mijn kind elf weken niet mocht zien. Ik zou toen met mijn dochter op vakantie gaan en een week voordat ik zou gaan.. ik had alles al geregeld.. zei mijn ex dat ik haar niet mocht meenemen.. ik vertrouw je niet meer (de jongste). Dit is totale onzin! Ik ging er toch heen de dag toen wij op vakantie gingen in de hoop dat het een soort van gejen was en dat zij het toch niet helemaal meende. Maar toen ik daar aankwam, stond ze al schreeuwend al op tien centimeter van mijn autoruit dat ik weg moest gaan. Toen ben ik uitgestapt en heb ik geprobeerd om een gesprek met haar te voeren en toen ging ze op een gegeven moment in mijn gezicht spugen en wilde ze me slaan. Toen heb ik afgeweerd en teruggeslagen. Dit liep dus uit de hand en toen kwam de politie erbij, want zij begon te schreeuwen: bel de politie, bel de politie! ja.. toen kreeg je dus te horen van: heb je gezag? Nee ik heb geen gezag en dan moest ik weggaan. Het grappige was toen wel dat ik alsnog onder politiebegeleiding mijn dochter mocht spreken. De politie had het wel in de gaten en die had zoiets van dit is een relaxed en aardige man en die vrouw staat daar helemaal over haar toeren en die is heel boos. Die zagen helemaal geen redenen.. ook al mocht ik mijn dochtertje niet meenemen omdat ik geen gezag heb, hadden zij wel zoiets van je mag wel even een knuffel geven. Toen ging ik dus het AMK bellen voor advies omdat ik vond dat dit kindermishandeling was. Een kind mag namelijk zijn vader niet zien.. zo kun je het natuurlijk ook zien. Als je je vader je kind zonder gezag weghoudt bij de moeder, dan is dat gewoon kidnapping en bellen ze de politie. De rechtsbijstandsverzekeraar heb ik ook gebeld, maar zij konden er niets mee.
• Met welke hulpvragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap heeft u de hulp/ dienstverlening benaderd?
Ik wilde dat zij gingen onderzoeken of het redelijk was wat die vrouw mij aandeed zeg maar.. zij was overstuur dat ik een nieuwe vriendin had en mijn dochtertje had haar een keer al in het park gezien (AMK; was bij moeder van de jongste). Bij het AMK vroegen zij weer naar gezag en was het: heeft u gezag? Nee, dan moet je naar moeder. Dan moet je mediation doen of een rechtszaak aanspannen. Dat was eigenlijk het enige wat zij voor mij konden doen. Ze zeiden dat ze eigenlijk pas in opdracht van een rechter een onderzoek konden doen.
• Welke instanties heeft u benaderd met uw hulpvragen?
– AMK (jongste en oudste)
– Rechtsbijstandsverzekeraar
• Hoe bent u terecht gekomen bij de instanties waar u uw hulpvragen met betrekking tot het vaderschap heeft voorgelegd?
Door die hele slechte psychische toestand van de moeder van mijn oudste dochter heeft de school uiteindelijk een melding gedaan bij het AMK. Toen is er dus een heel onderzoekstraject gestart. Op basis van eerdere kennis met het AMK heb ik ook voor de jongste dochter contact opgenomen met het AMK. Door eerdere ervaring wist ik dat zij wel wisten hoe zulke situatie geregeld waren. Ik had zelf geen idee natuurlijk.
• In hoeverre bent u bekend met de hulp- en dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Verder totaal niet. Ik had geen idee dat er instanties waren die ik kon benaderen. Zijn er instanties voor vaders?
• Welke factoren hebben een rol gespeeld bij het inschakelen van hulp/ en dienstverlening?
Machteloosheid.. de politie stuurt me weg en ik krijg mijn zin niet dus ik moet toch wat.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/ dienstverlening en zijn deze uitgekomen?
Ja nou..ik wist dat het AMK het niet zouden gaan doen, maar ik was toch teleurgesteld, dus direct een onderzoek instellen en direct een gesprek aangaan met moeder. Stel dat die kinderbescherming meteen was gaan vragen dat had ex gezegd van: ja hij heeft zijn dochter te snel aan zijn nieuwe vriendin laten zien en af en toe kamt hij haar haren niet en heeft ze vieze onderbroekjes. Dan zou de kinderbescherming ook zeggen dat dit geen redenen zijn om een dochter en een vader omgang te ontkennen. Ik had gehoopt dat het toch had kunnen gebeuren, maar dat gebeurt niet en dan moet je dus mediation doen en een rechtszaak en ben je anderhalf jaar verder. Dan is het eigenlijk al te laat, want die band met mijn dochter is heel wat minder geworden en met de moeder is die alleen maar versterkt. Hierdoor werd ik steeds meer verwijderd van mijn dochters. Ik zie mijn dochter nu drie/ vier dagen om de twee weken en dat is genoeg om elkaar te leren kennen, maar ik weet niet wat er dagelijks speelt.
• Wat had u nodig van de hulp/dienstverlening met betrekking tot de problematiek met betrekking tot het ongehuwd vaderschap?
Adequaat handelen. Ik vind eigenlijk dat er voor zoiets ongelofelijks belangrijks.. het ontkennen van de omgang door een van de ouders met het kind.. dat eigenlijk die beslissing eigenlijk niet zomaar gemaakt kan worden of je nou wel of niet het gezag hebt. Eigenlijk dat hele stukje papier.. ik bedoel ik heb een handtekening niet gezet en daardoor word ik door de politie weggestuurd. Ik heb een keer afgesproken met moeder dat ik mijn dochtertje bij het kinderdagverblijf zou ophalen en mijn ex had dit niet doorgegeven aan het kinderdagverblijf.. dan word je behandeld als een crimineel die zijn kind komt kidnappen. Dan zijn ze dus echt bang.. dat voelt zo vreemd als vader voor je om op die manier behandeld te worden. Ik kan me voorstellen dat het kinderdagverblijf niet tussen de ouders wilt gaan zitten en voor rechter kan spelen, maar het is meer om aan te geven hoe pijnlijk het kan zijn en hoe die macht blijft eigenlijk op het moment dat je toch een omgangsregeling hebt en die moeder vergeet iets dat je dan alsnog als een kidnappende enge vader wordt gezien waar zij dan een beetje bang voor zijn. Toen gingen ze ook echt de deur dichtdoen en mijn ex bellen, daarna werd de deur weer opengedaan. Dan sta je dan.
• Hoe tevreden bent u over de huidige hulp/ dienstverlening die u heeft ontvangen?
Eigenlijk niet. Ik heb een hele leuke mediator gezocht die echt gespecialiseerd was in gemengde huwelijken en dat soort dingen en die gaat ook helemaal uit van het stereotype beeld van dat het kind eigenlijk bij de moeder hoort en die wilt regelmaat en rust. Hierdoor wordt dus eigenlijk met moeder besproken in hoeverre omgang met de vader wordt gegeven. Ik had dus eigenlijk het gevoel dat de mediator meer aan de kant van moeder stond.. ik bedoel ik denk dat wij tien gesprekken hebben gehad en in zeven gesprekken daarvan heeft zij gezegd dat het niet het geval is, maar dat zegt misschien ook al wat. AMK zijn twee telefoongesprekken geweest en that’s it. Ik had aan het AMK niets als gezagloze vader.
• Heeft u er vertrouwen in dat er instanties zijn die aan uw kant staan?
Ik moet zeggen dat die vrouwelijke rechter wel vertrouwen heeft gegeven. Ik heb ook een advocaat via een rechtsbijstand en daar moet ik ook gewoon de stereotype uitvissen in haar pleidooi en aangeven dat het niet zo zit. Er wordt zo stereotype gedacht gewoon.

? Visie hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum
• Wat heeft u gehad aan de hulp/dienstverlening van het Vader Kennis Centrum?
Ik ken het VKC allen via een soort Facebook-pagina voor vaders die problemen hebben met de omgang met hun kinderen zeg maar. Het is meer een soort forum voor lotgenoten, zodat je elkaar een beetje kunt steunen.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?
Het is fijn dat de kennis die er is dat die bij elkaar gebracht zijn en dat je die niet hoeft door te spitten. Dus dat is wel fijn. Volgens mij heb ik via jullie wel allerlei linkjes, artikelen en jurisprudentie gelezen. Ik heb tijdens de mediation en aan de advocaat gezegd die ik wel van jullie heb geleerd en dat voor hun een frisse optiek was zeg maar.

• Hoe tevreden bent u over de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?
Ik heb natuurlijk nooit direct kennis of hulp gevraagd. Ik heb kennis gehaald van de Facebook-pagina en het forum en daar ben ik tevreden over. Het is een hele makkelijke en toegankelijke manier.

 

Bijlage 6: Interview ongehuwde vader, leeftijd 46 jaar oud
? Introductie
• Wat is uw leeftijd?
46 jaar
• Anonimiteit
Anoniem
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Hoeveel kinderen heeft u?
Drie kinderen van dertien, elf en 3,5 jaar.
• Heeft u gezag over uw kind(eren)?
Over twee kinderen heb ik gezag. Dit zijn over mijn twee dochters van dertien en elf. Over de jongste heb ik geen gezag.
• Heeft u uw kind(eren) erkend?
Ik heb ze alle drie erkend.
• Kunt u kort vertellen wat uw persoonlijke verhaal is en hoe deze gekoppeld staat aan uw eigen opvoeding?
Ik kom uit een heel groot gezin van vijftien kinderen. Spartaanse opvoeding, niet lullen, maar poetsen! Ik ben wel altijd opgegroeid met hele duidelijke normen en waarden. Dit was vooral dat je moest doen waar je goed in bent. Ik ben hierdoor heel erg gemotiveerd. Het was natuurlijk een heel groot gezin, dus er was niet veel aandacht voor het individu. Als ik dit vertaal naar mijn huidige situatie is dat ik heel relax in het leven sta en ik kijk altijd vooruit. Ik besteed veel aandacht aan de kinderen. Ik heb ook goed contact met de oudste twee kinderen. De jongste heb ik helaas nog nooit gezien. Ik ga wel voor de warme band en de leuke dingen. Good times and bad times. Toen mijn ex destijds zwanger was van mijn jongste kind zei zij: doei! Ze zei dat ze zwanger was en het zal houden, maar mij niet erbij wilde hebben. Daar kwam het kort gezegd op neer. We hadden toen drie maanden een relatie. Via de rechtelijke weg heb ik het kind toch erkend.

? Relatie met moeder
• Heeft u toestemming gekregen voor het erkennen en de aanvraag van gezag voor uw kind? (indien van toepassing!)
Voor de oudste twee kinderen heb ik toestemming van de moeder gekregen voor het erkennen en het gezag aanvragen. Dit ging eigenlijk vanzelf. Met mijn oudste dochter was ik nog niet getrouwd met moeder, maar met mijn jongste dochter van elf jaar was ik wel getrouwd met moeder. Bij mijn oudste kind heb ik erkenning van het ongeboren vrucht gedaan en toen inschreven bij het gezagsregister. Bij de jongste loopt momenteel een zaak en heb ik dus geen toestemming van moeder gekregen voor erkenning en gezag. Ik heb wel vervangende toestemming gekregen van de rechter om mijn jongste kind te erkennen.
• Wat voor relatie hadden de moeder van uw kind(eren) en u?

Over het algemeen hadden de moeders van mijn kinderen en ik een goede relatie destijds. Op de laatste moeder van mijn jongste kind was ik stapelverliefd. Dat bleek achteraf helaas niet zo te zijn en na twee maanden hadden we eigenlijk al zoiets van dat dit het was en dat we een lot uit de loterij waren. We hadden dus een hele fijne relatie, maar die ging opeens over.
• Hoe is de huidige verstandshouding tussen de moeder van u kind(eren) en u?
Met de eerste moeder heb ik een hele goede verstandshouding. Daar is niets mis mee. We hebben ook gewoon leuk contact. Met de moeder van mijn jongste kind is er geen contact. Bij verbreking van de relatie is al het contact verbroken. Geen e-mails niets! Ze reageert ook op niets.
• Op welke manier laat de moeder u een invulling geven aan het vaderschap in het leven van uw kind?
In het leven van mijn eerste twee kinderen heb ik altijd alle vrijheid gehad om invulling te geven aan het vaderschap. Ik heb nooit moeilijkheden gehad.. alles ging vanzelf. De oudste woont al heel lang bij mij. Eigenlijk sinds zij al vier maanden is ofzo toen vertrok mijn ex naar Wenen. Mijn jongste dochter van elf woont in Wenen. Ongeveer zes keer per jaar is zij ongeveer twee maanden in Nederland. Als ze naar Nederland komt met de vakanties en alles dan gaat alles hartstikke goed. Dat is nooit een issue geweest. De moeder van mijn laatste kind laat mij helemaal geen invulling geven aan het vaderschap, omdat ik het kind nog nooit heb gezien.

? Omgang
• Speelt u op dit moment een rol in het leven van uw kind(eren) en hoe ziet deze eruit?
Ik speel in het leven van mijn oudste kinderen een rol en niet in dat van mijn jongste kind. Mijn oudste woont bij mij en zie ik.
• Hoe vaak ziet u uw kind(eren)?
De oudste woont bij mij en mijn jongste dochter van elf zie ik ongeveer zes keer per jaar en dan twee maanden als ze naar Nederland komt. De jongste zie ik helemaal niet en heb ik nog nooit gezien.
• Hoe verloopt de omgang met uw kind(eren) en de correspondentie met de moeder?
De omgang met mijn twee oudste kinderen verloopt goed en de correspondentie met hun moeder ook. Alleen loopt de omgang met mijn jongste kind niet goed en correspondeer ik helemaal niet met moeder.
• Indien u geen omgang heeft met uw kind(eren) zou u dat graag willen?
Ik zou graag omgang willen hebben met mijn jongste kind. Hiervoor heb ik een rechtszaak ingesteld voor erkenning en omgang. Ik ben al 20000 euro armer al door die procedure. Deze procedure loopt al 3,5 jaar. Het loopt bij de rechtbank en bij het Hof. Dit loopt helemaal door elkaar heen. Ik plan niet eens de zaken in. Als er wat is dan belt mijn advocaat me. Zelfs de rechtbank als het Hof heeft gezegd dat ze het kind onder toezicht gaan stellen als de procedure zo door gaat. Mijn oudste kind woont bij mij en heb ik dus omgang mee. mijn jongste dochter woont in Wenen en zie ik twee maanden per jaar.

? Visie op de rechtspraak
• Heeft u met betrekking tot het erkennen en gezag aan vragen van uw kind(eren) te maken gehad met de rechtspraak?
Met mijn jongste kind heb ik te maken met de rechtspraak. Ik heb een zaak gestart voor erkenning en omgang. Bij mijn oudste kind heb ik een zaak gestart voor de wijziging van de hoofdverblijfplaats. Deze zaak heb ik gewonnen, waardoor mijn dochter nu bij mij

woont. Dit was wel een hele korte procedure. De moeder vond het namelijk niet erg dat dochter bij mij kwam wonen.
• Wat is uw visie over de wet met betrekking tot erkennen en gezag?
Ik vind het uiteindelijk wel goed, maar het is zo makkelijk om te misbruiken. Je kan niet alles vastleggen. De wet vind ik op zich wel goed, want er staat duidelijk in wat de rechten zijn als vader. Als ouder heb je best veel rechten, maar er staan geen sancties op als het niet nageleefd wordt. Het is dus een tandeloze tijger zeg maar. Je hebt eigenlijk nodig dat iedereen bij elkaar gaat zitten en afspraken gaat maken. Verschillende instanties bemoeien zich ermee. In een uitspraak is beslist dat ik naar een Omgangshuis werd doorverwezen, maar als ik niet ga dan staan er ook geen sancties op. Als je het heel slim speelt dan kun je het eindeloos rekken. De wet- en regelgeving staat wel achter mij, maar het is een tandeloze tijger. Alles gaat zo door elkaar heen en mag van mij wel parallel lopen. De omgang kun je niet aanvragen als je geen erkenning hebt en dit duurt wel negen maanden. Ik vind dat je het wel parallel kan opstellen, want anders blijf je ook verstoten van je kind al die tijd. De wetgever is een tandeloze tijger en alles is heel sequentieel er mag wel meer parallel lopen. Misbruik is hierdoor heel simpel. Als je het niet wilt dan hou je het gewoon tegen.
• Wat vindt u van de mogelijkheden die de rechtspraak en de wetgever bieden aan ongehuwde vaders?
In de wet staat alles wel goed, maar er staan geen sancties op. Er is geen geïntegreerde aanpak. Iedereen doet zijn kunstje als het ware en we kijken met heel veel begrip er tegenaan maar we doen niet zo veel. Er kan ook veel worden uitgesteld met betrekking tot zaken en dit is niet adequaat. Als je veel verhinderdata opgeeft, dan kun je eindeloos uitstellen. Het is een gulden die je in de automaat gooit en die een proces ondergaat en waar iets uitkomt. Je kunt het proces heel makkelijk traineren en dat is voor vaders heel lastig.. ik zit nu op 3,5 jaar en als ik doorteken zit ik wel op 5-6 jaar totdat moeder geen kant meer op kan. Dan zijn alle argumenten op.
• Welke overweging heeft u gemaakt om de rechtspraak in te schakelen?
De belangrijkste overweging voor mij is dat ik het goed vond dat mijn kind zijn vader leerde kennen. Ik denk dat het belangrijk is dat je in een vroeg stadium een band opbouwt met je ouder. Dit kun je denk ik niet meer inhalen. Ik heb hier ook advies over ingewonnen.. en het advies was dat ik het moest doen. Het is belangrijk dat een kind kan zeggen dat hij een vader heeft en daar trots op kan zijn. Een belangrijke overweging van mij was ook of het niet beter was dat ik zou wachten met de zaak en mijn zoon later zou leren kennen, want stel dat al er omgang komt dan gaat het in zo een sfeer waarvan ik me afvraag of het wel goed is voor een kind. Ik heb dat veel om mij heen gezien. Als de moeder het kind vergiftigd en niet positief kan brengen, dan is dat niet goed. Als de moeder het niet simuleert. Je wilt je kind namelijk niet in verwarring brengen.

? Visie op de hulp/ dienstverlening
• Heeft u hulp/ dienstverlening ingeschakeld binnen het proces van erkennen en gezag voor uw kind?
Ik heb veel in mijn netwerk en bij een orthopedagoog en kinderpsycholoog advies gevraagd. Voor de rest heb ik niet veel hulp/dienstverlening ingeschakeld. Dit heeft de moeder wel gedaan door veel specialisten aan het woord te laten. Ik heb me altijd heel simpel gehouden en er zijn geen contra-indicaties. Ik heb mijn verweren altijd tot twee alinea’s beperkt. Ik doe alles vanuit het belang van het kind en ik vind het belangrijk dat hij ook een band opbouwt met zijn vader en de familie van zijn vader.

• Met welke hulpvragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap heeft u de hulp/ dienstverlening benaderd?
– Voor wie doe ik het nou eigenlijk voor mezelf of voor mijn zoon?
– Maakt het uit voor een kind dat hij pas op twaalf jaar zijn vader leert kennen?
• Welke instanties heeft u benaderd met uw hulpvragen?
– Orthopedagoog (mevrouw Koppens)
– Kinderpsycholoog, zat in mijn netwerk
• Hoe bent u terecht gekomen bij de instanties waar u uw hulpvragen met betrekking tot het vaderschap heeft voorgelegd?
Via mijn netwerk ben ik bij de orthopedagoog en kinderpsycholoog terechtgekomen.
• In hoeverre bent u bekend met de hulp- en dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Mijn eerste gedachte was dat ik een advocaat nodig had toen moeder moeilijk ging doen. Ik heb nooit behoefte gehad aan vader tot vader contact, dus ik was hier ook niet mee bekend.
• Welke factoren hebben een rol gespeeld bij het inschakelen van hulp/ en dienstverlening?
De opstelling van de moeder en het feit dat het allemaal zo lang duurde. Moeder stond er namelijk heel negatief in. Het leek mij verwarrend voor het kind als moeder op die manier het effectueert op het kind.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/ dienstverlening en zijn deze uitgekomen?
Ik had geen verwachtingen, alleen dat deze verhelderend zou zijn. Gewoon een duidelijke uitspraak en dit is ook uitgekomen.
• Wat had u nodig van de hulp/dienstverlening met betrekking tot de problematiek met betrekking tot het ongehuwd vaderschap?
Wat ik nodig had van de hulp/dienstverlening heb ik gekregen. Alleen vind ik dat de RvdK beter onderzoek mag doen. Ik vond ze namelijk nogal oppervlakkig in het onderzoek. De hulp/dienstverlening is flexibel en is beïnvloedbaar.
• Hoe tevreden bent u over de huidige hulp/ dienstverlening die u heeft ontvangen?
In de brede zin is dat het.. je kan vier mensen spreken en je krijgt vier totaal verschillende antwoorden. Ik vind het eigenlijk geen wetenschap… Ik heb de hulp/dienstverlening wel altijd aan de zijde van mij en mijn kind gehad, omdat ze het altijd erkende dat het goed voor een kind is om een vader in zijn leven te hebben. Het is allemaal heel flexibel allemaal. Iedereen heeft een andere mening als hulp/dienstverlener. Zeker als je betaalt dan schrijven ze wat je wilt.. het is daar ook crisistijd. Ze laten zich snel beïnvloeden. Het is flexibel als gekookte spaghetti en gaat alle kanten op. Binnen een kwartier had de RvdK een onderzoek gedaan en brachten ze positief verslag uit, terwijl ze niet eens wisten of het mijn huis was.
• Heeft u er vertrouwen in dat er instanties zijn die aan uw kant staan?
Mijn ervaring is dat er eerder teveel dan te weinig instanties zijn, maar dat deze slechts advies geven – en in mijn situatie – niet echt iets kunnen toevoegen anders dan een luisterend oor/algemeen advies geven. Mijn ervaring is dat er een grote valkuil zit in de uitvoering. Als instanties advies geven en rechters beslissingen maar de verzorgende ouder laat dat links liggen krijg je te maken met een lang en makkelijk te frustreren traject waar je in feite alleen maar arm van wordt door alle advocaatkosten. 4,5,6 Jaar ben je zo verder zonder enig resultaat, terwijl alle betrokkenen – behalve de verzorgende ouder dan – aangeeft dat er nu snel iets moet gebeuren.

? Visie hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum
• Wat heeft u gehad aan de hulp/dienstverlening van het Vader Kennis Centrum?
Ik heb alleen kort gesproken met VKC en kan niet echt feedback geven van de dienstverlening n.a.v. een kort gesprek.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?
N.v.t.
• Hoe tevreden bent u over de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?
N.v.t.

 

Bijlage 7: Interview ongehuwde vader, leeftijd 53 jaar oud

? Introductie
• Wat is uw leeftijd?
53 jaar
• Anonimiteit
Anoniem
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Hoeveel kinderen heeft u?
Drie kinderen. De jongste is acht jaar en is het kind waarmee ik problemen met moeder heb met betrekking tot gezag en erkenning. De oudsten zijn 27 en 23 jaar oud.
• Heeft u gezag over uw kind(eren)?
Ik heb gezag over alle drie mijn kinderen. Ik ben nooit gehuwd geweest met geen van beide, maar ik heb wel gezag over mijn kinderen. Bij de oudste kinderen was het nooit een probleem. Die kon ik altijd zien en ophalen en het was geen probleem om het gezag aan te vragen. Bij de jongste werd ik gechanteerd dat als ik niet deed wat moeder zei dat ik het kind niet kreeg te zien. Uiteindelijk heb ik het gezag via de rechter gekregen.
• Heeft u uw kind(eren) erkend?
Alle kinderen zijn erkend. Juridisch had ik nog steeds niets over mijn jongste kind te zeggen toen moeder mij chanteerde, omdat ik toen nog geen gezag had en haar slechts had erkend. Hier kwam ik achter toen de chantage van mijn tweede vrouw begon en ik mijn kind niet te zien kreeg.
• Kunt u kort vertellen wat uw persoonlijke verhaal is en hoe deze gekoppeld staat aan uw eigen opvoeding?
Mijn tweede vrouw ging mij chanteren met het kind dat als ik niet deed wat zij zei dat ik mijn jongste niet te zien kreeg. Op een gegeven moment is zij naar de rechtbank gegaan omdat ik niet deed wat zij zei. Dit heeft zij aan de hand van een toevoeging gedaan. Zij heeft toen aan de rechter een omgangsregeling verzocht. Dit was een weekend in de twee weken. Dit betekent je kind op zaterdagochtend ophalen en je kind weer op zondagmiddag terugbrengen, omdat het wel op tijd op bed moet liggen voor school. Dus dan mag het een nacht bij je slapen. Dit betekent dat je niet bekend bent bij school en dat je een weekendvader bent. Je hebt net twee middagen om iets te doen, waardoor je alleen maar leuke dingen doet. Op een gegeven moment ben je alleen een pretvader en ben je niet met de opvoeding bezig. Op school kennen ze je niet eens en je weet dus niets. Zodanig heb je ook geen invloed op de opvoeding van je kind. Je kijkt aan de zijlijn mee als je een minimale omgangsregeling hebt. Ik heb als tegenverzoek op de omgangsregeling van mijn ex de aanvraag tot gezag ingediend als een apart verzoek voor gezamenlijk gezag. Dat heb ik gekregen. Door het gezamenlijk gezag heb ik een uitgebreidere omgangsregeling weten te krijgen. Dat is van donderdagmiddag uit school ophalen en maandagmorgen weer naar school toebrengen. De plek van overdracht is school. Dit is een goede uitkomst van de rechtbank, zodat de kinderen ook geen problemen tussen de ouders zien. Dit werkt redelijk. De ouder waar het kind niet zijn hoofdverblijfplaats heeft staat tien-nul achter, omdat je dan achter veel dingen aan moet. Je moet veel instanties overtuigen van je rechten als ouder, ook al sta je met beschikkingen.
Ik ben zelf opgegroeid met twee ouders die gewoon nog bij elkaar zijn. Het was een traditioneel gezin. Ik heb een broertje. Voor de rest is er niet veel over te vertellen.. een hoeksteen van de samenleving eigenlijk.

? Relatie met moeder
• Heeft u toestemming gekregen voor het erkennen en de aanvraag van gezag voor uw kind? (indien van toepassing!)
Ik heb toestemming gekregen van mijn eerste vrouw om mijn kinderen te erkennen. Dit ging vanzelfsprekend. Bij de jongste heb ik ook toestemming van mijn ex gehad om mijn kind te erkennen anders kun je je kind ook niet erkennen. Dit gebeurde nog in een waas van euforie dat daarna gauw weg was. Bij de jongste is het gezag een probleem geworden en heb ik deze via een juridische procedure verkregen. Hier heb ik dus geen toestemming van de moeder van mijn jongste voor gehad.
• Wat voor relatie hadden de moeder van uw kind(eren) en u?
In de relatie met mijn eerste vrouw kwamen de kinderen gewoon.. het gebeurde gewoon. Het was wel een knipperlicht relatie.. hoewel we wel vier jaar een relatie hadden voordat mijn oudste kind kwam.
• Hoe is de huidige verstandshouding tussen de moeder van u kind(eren) en u?
De eerste moeder zie ik gewoon niet meer, omdat dit niet meer nodig is. De kinderen zijn 23 en 27 jaar en hebben hun eigen leven. Als je kinderen opgroeien, dan moet je overleggen. Dan moet je een lijn vlogen en moet je hiervoor communiceren als ouders. Deze is slecht tussen de moeder van mijn jongste kind en mij, omdat zij vertikt om met mij te communiceren. Wij communiceren alleen nog maar via de advocaat van haar. Zij laat zelfs brieven door de advocaat schrijven als het kind ziek is geweest of als zij een vakantie heeft geboekt voor haar en mijn dochter. Ik heb zelf geen advocaat, omdat ik hier voor moet betalen. Ik probeer zo professioneel mogelijk te reageren op de brieven die zij mij stuurt via de advocaat. In dezelfde termen en in dezelfde taalgebruik. Ik heb ondertussen jarenlange ervaringen achter de rug. Ik schrijf dus zakelijk. Ik krijg geen toevoeging, waardoor ik financieel geen advocaat kan veroorloven. De verstandshouding is dus slecht, omdat we de ene rechtszaak na de andere rechtszaak hebben. In plaats van rechtstreeks te communiceren worden er advocaten en rechtszaken ingeschakeld. Ik heb dus absoluut geen normale verstandshouding met de moeder van mijn jongste kind.
• Op welke manier laat de moeder u een invulling geven aan het vaderschap in het leven van uw kind?
De moeder van mijn twee oudste kinderen liet mij gewoon automatisch invulling geven aan het vaderschap. Wij waren niet meer samen, maar ik kon mijn kinderen altijd ophalen als ik dit wilde. Ik woonde vlakbij hun school, waardoor ze vaak tussen de middag en na school bij mij waren. We hadden een vaste omgangsregeling dat de kinderen bij mij waren en ik kon ze altijd komen ophalen als ik iets met ze wilde doen, zoals naar de bioscoop of de dierentuin. Ik kon zelfs met ze op vakantie dat was nooit een probleem. Het waren net zo goed haar kinderen als mijn kinderen en zo moet het ook zijn. De moeder van mijn laatste kind laat mij helemaal geen invulling geven aan het vaderschap, omdat zij op een gegeven moment aangaf dat ik mijn kind helemaal niet meer mocht zien als ik niet deed wat ze zei. Zij is zelf naar de rechtbank gegaan voor een minimale omgangsregeling. Dit was doelbewust. Voor de rest voert zijn geen overleg met mij, wat wel moet als ouders. Bijvoorbeeld de schoolkeuze is niet overlegd en zonder communicatie is er een school uitgezocht. Ik heb toen mijn dochter drie was haar ingeschreven bij een school bij mij in de buurt en haar moeder hier een brief over geschreven. Ik kreeg hier geen reactie op en kwam er dus achter dat mijn dochter al door haar op een school was ingeschreven. Als mijn dochter ook naar een dokter moet dan wordt er niets overlegd. De moeder van mijn jongste kind frustreert vaak de omgangsregeling met mijn jongste kind, waardoor het moeilijk voor mij wordt om invulling te geven aan het vaderschap in het leven van mijn kind. Zij heeft destijds een zaak aangespannen voor omgang, omdat zij zo slim is dat ze weet dat een rechter wel een minimale omgangsregeling vaststelt. Het was nooit haar bedoeling om de omgangsregeling zo uitgebreid te hebben zoals hij nu is. Ik heb eigenlijk nooit de kans gehad om invulling te geven aan het vaderschap en het kind samen met haar op te voeden.

? Omgang
• Speelt u op dit moment een rol in het leven van uw kind(eren) en hoe ziet deze eruit?
Mijn twee oudste hebben hun eigen leven, maar ik denk toch wel dat ik mag zeggen dat als zij problemen hebben dat zij hierover wel met mij als vader over praten. Ik ben toch wel betrokken in hun leven en ik zie ze onregelmatig. Af en toe moet je ze uitdrukkelijk uitnodigen door de drukte in hun leven. In het leven van mijn jongste kind speel ik absoluut de rol als vader, want kinderen van die leeftijd hebben twee ouders nodig. Een klassieke rolfiguur als een moeder en als een vader is nodig, omdat een vader op een andere manier zijn kinderen stimuleert en anders tegen dingen aankijkt. Als een kind deze twee rolfiguren niet in zijn of haar leven heeft, dan krijg je een eenzijdige opvoeding als kind. Ik doe namelijk hele andere dingen met haar als vader dan haar moeder. Zo ervaart mijn dochter dat ook wel denk ik. De school kent me en daardoor ben ik goed betrokken in het leven van mijn jongste kind.
• Hoe vaak ziet u uw kind(eren)?
Mijn oudste kinderen zie ik onregelmatig, omdat zij hun eigen leven hebben en al meerderjarig zijn. Mijn jongste kind heb ik een keer in de twee weken van donderdagmiddag tot en met maandagochtend.
• Hoe verloopt de omgang met uw kind(eren) en de correspondentie met de moeder?
Moeder heeft vaak de omgangsregeling geschonden. Dit ligt rond de tien tot twaalf keer. Ik heb niet bij elke keer aangifte gedaan, omdat je er dan te lang bezig mee bent. Hierdoor is de correspondentie met moeder moeizaam, maar de omgang met het kind gaat goed.
• Indien u geen omgang heeft met uw kind(eren) zou u dat graag willen?
Ik heb een omgangregeling. Bij de jongste is deze voortgekomen uit een juridische procedure. Dit was een reactie op haar verzoek tot een omgangsregeling. Ik heb toen verzocht om gezamenlijk gezag en hierdoor is de omgangsregeling uitgebreid naar donderdagmiddag tot en met maandagochtend.

? Visie op de rechtspraak
• Heeft u met betrekking tot het erkennen en gezag aan vragen van uw kind(eren) te maken gehad met de rechtspraak?
Ja, uitvoerig. Bij mijn oudste kinderen heb ik te maken gehad met de rechtspraak in die zin dat we in een kantoor op de rechtbank het gezag hebben geregeld. Toen moest je een soort eed afleggen en verklaren dat je bevoegd bent om voor je kinderen te zorgen.

Nu zijn er rechtszaken aan te pas gekomen bij mijn jongste kind. Mijn aanvraag was gezamenlijk gezag en een uitgebreidere omgangsregeling. Die heb ik beiden gekregen.
• Wat is uw visie over de wet met betrekking tot erkennen en gezag?
Het zou anders moeten worden.. je zou automatisch gezag moeten krijgen als beide ouders. Als je het gezag kwijt zou moeten raken, dan zouden hier redenen voor moeten worden aangevoerd. Dus in feite het omgekeerde.. niet van de moeder moet toestemming geven aan vader voor de aanvraag van gezag.. nee waarom moet een ouder toestemming geven aan de ander? Waarom heeft een ouder een betere rechtspositie dan de andere ouder? Geef het gezag gewoon automatisch aan de twee biologische ouders. Als er redenen zijn dat een ouder geen gezag mag hebben, dan moet dit worden aangevoerd bij de rechtbank.
• Wat vindt u van de mogelijkheden die de rechtspraak en de wetgever bieden aan ongehuwde vaders?
De wet biedt alleen mogelijkheden als je ze kent en je financiële middelen hebt om deze in te schakelen. De wet rechtspraak biedt niet zoveel mogelijkheden. Als ongehuwde vader moet je eerst wakker worden moet je je beseffen dat je niets over je kind het hebt te zeggen. Dan moet je de financiële middelen nog een keer hebben om actie te ondernemen middels een advocaat. Doordat er geen voorlichting is aan ongehuwde vaders over dit gebied, biedt de rechtspraak niet voldoende mogelijkheden.
• Welke overweging heeft u gemaakt om de rechtspraak in te schakelen?
Financiële overwegingen hebben een rol gespeeld. Op een gegeven moment kon ik de advocaatkosten niet meer betalen en heb ik de zaak stopgezet. Hierdoor heeft mijn advocaat zich onttrokken en ontvang ik voortaan de stukken rechtstreeks. Ik verschijn nu ook zelf op de rechtszaken zonder advocaat. Maar voor het inschakelen maakte het me niet uit dat het me geld ging kosten, omdat ik zo verontwaardigd was over het feit dat ik mijn kind niet mocht zien.

? Visie op de hulp/ dienstverlening
• Heeft u hulp/ dienstverlening ingeschakeld binnen het proces van erkennen en gezag voor uw kind?
Ja, politie, justitie en een advocaat. Ook heb ik een keer een mediationtraject aangevraagd. Hier is de minimale omgangsregeling in vastgesteld
• Met welke hulpvragen met betrekking tot het ongehuwd vaderschap heeft u de hulp/ dienstverlening benaderd?
– Mijn ex frustreert de omgangsregeling kan ik hier dwangmiddelen tegen indienen?
• Welke instanties heeft u benaderd met uw hulpvragen?
Politie, justitie en mijn advocaat.
• Hoe bent u terecht gekomen bij de instanties waar u uw hulpvragen met betrekking tot het vaderschap heeft voorgelegd?
Met de politie ben ik aanmerking gekomen doordat mijn ex mij onttrok van de ouderlijke macht. Daarnaast zijn wij samen als ouders bij BJZ terechtgekomen door de politie door middel van het pro-kid systeem.
• In hoeverre bent u bekend met de hulp- en dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Zijn die er?
Ik ben me er niet van bewust dat er instanties zijn die hulp geven aan ongehuwde vaders. Ik zou niet weten waar ik moet aankloppen met mijn hulpvragen m.b.t. het vaderschap. Ik zou bijvoorbeeld niet aankloppen bij BJZ als ik zo zie in de media wat zij allemaal fout doen. Voordat je bij een instantie aanklopt moet je wel veel weten over de instantie en hoe hij functioneert anders heb je het risico dat je als ouder wordt achtergesteld. Zeker als het kind niet haar hoofdverblijfplaats bij jou heeft.
• Welke factoren hebben een rol gespeeld bij het inschakelen van hulp/ en dienstverlening?
Het feit dat BJZ een slechte naam heeft in de media maakt ook dat je niet snel contact met hen opneemt. Daarnaast ben ik niet bekend met de instanties die hulp/dienstverlening bieden aan ongehuwde vaders, dus heb ik daar ook niet mijn overwegingen in kunnen maken.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/ dienstverlening en zijn deze uitgekomen?
Ik betaalde voor de mediation dus ik had wel kwaliteit verwacht van dit. Dit was ook het geval, omdat ik de mediator zorgvuldig had uitgezocht. Daarnaast had ik van de politie meer kennis verwacht over de onttrekking van de ouderlijke macht. Dit had de politie echter niet. Zij dachten dat het een civiele zaak was en hebben vrij weinig gedaan aan het feit dat mijn ex mijn jongste kind bij mij weghield tijdens de dagen waar ik recht op had tijdens de omgangsregeling.
• Wat had u nodig van de hulp/dienstverlening met betrekking tot de problematiek met betrekking tot het ongehuwd vaderschap?
Ik had nodig van de dienstverlening van de politie dat zij meer kennis hadden over dergelijke situaties waarin ik mijn bevindt. Ze weten bijvoorbeeld niet dat onttrekking aan de ouderlijke macht een strafbaar feit is en geen civiele zaak. Wellicht preventieve voorlichting over het ongehuwd vaderschap, omdat ik denk dat dit de weg voor deze doelgroep toegankelijker zal maken. Dit kan door middel van reclame bijvoorbeeld. Als je dergelijke voorlichting krijgt, dan weet je hoe het in elkaar zit en dan weet je dat je dat moet regelen. Dit is heel wat anders dan dat je achteraf met je neus op de feiten wordt gedrukt.
• Hoe tevreden bent u over de huidige hulp/ dienstverlening die u heeft ontvangen?
Ik vind dat de politie onkundig is en weinig afweet van het frustreren van een omgangsregeling. Vaak vragen zij mij naar de originele beschikkingen van de rechtbank waarin staat dat ik gezag heb en hoe de omgangsregeling is uitgesproken. Hierdoor sta ik tien- nul achter op moeder. Ik voel me wel serieus genomen door de politie, maar ik heb het idee dat er te weinig kennis is bij de politie over dit soort situaties. Ze weten niet hoe de vork in de steel zit en wat ze ermee aan moeten. In het begin zeiden ze ook dat ik naar mijn advocaat moest gaan, omdat zij dachten dat dit een civiele zaak was. Maar dit is niet het geval, dit is wel degelijk een strafzaak. Het is onttrekking aan de ouderlijke macht strafbaar ex art. 279 Sr. van dit feit kun je op elk politiebureau aangifte doen, maar als zij dit niet weten dan kom je eigenlijk niet lekker binnen. Je moet ze dan overtuigen dat het een strafbaar feit is. Je staat dan met de papieren in je hand, maar je kunt niets. Justitie is ook een heel moeilijk verhaal, want als je niet goed weet hoe het allemaal in elkaar zit en hoe het allemaal moet dan kom je niet heel ver. Als je geen aansluitend bewijs hebt dan heb je kans dat de zaak geseponeerd wordt. Je moet de OvJ dus kunnen overtuigen dat hij er een zaak van moet maken. Mediation is een betaalde dienstverlening en daarvan mag je ook een bepaalde kwaliteit verwachten en daar kun je ook mee stoppen wanneer jij wilt. Als het BJZ is dan is het dwang, omdat ze ook gerechtelijke procedures kunnen opstarten. Dan moet je ontzettend veel geluk hebben om een professioneel iemand aan te treffen. Dit geluk had ik doordat zij in zag dat er veel leugens vanaf moeders kant kwamen. Over de mediator was ik tevreden, omdat ik deze doelbewust heb uitgezocht.
• Heeft u er vertrouwen in dat er instanties zijn die aan uw kant staan?
Denk dat er veel instanties die weten dat de realiteit ( vaders hebben minder rechten dan moeders) voor geen meter klopt maar dat ze politiek correct moeten zijn omdat ze afhankelijk zijn van subsidies. Dus die laten de bestaande situatie voor wat het is.

? Visie hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum
• Wat heeft u gehad aan de hulp/dienstverlening van het Vader Kennis Centrum?
Bijzonder veel. De kennis over identieke gevallen en ervaringen is bijzonder groot. Er is zeer veel te vinden op de website van het VKC en andere websites die Peter Tromp beheert. Ik heb deze kennis zeer goed kunnen gebruiken in mijn verdediging in de gerechtelijke procedures die tegen mij werden aangespannen.
• Welke verwachtingen had u van de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?
Eigenlijk geen verwachting maar toen ik eenmaal contact had gezocht met het VKC kreeg ik een zeer empathisch en meedenkend contact aan Peter Tromp die bereid is om met je te praten c.q. aan te horen en oplossingen te zoeken.
• Hoe tevreden bent u over de hulp/dienstverlening vanuit het Vader Kennis Centrum?
Zeer tevreden.

 

Bijlage 8: Interview teammanager Thuisbegeleiding ActiVite in Leiden

? Introductie
• Anonimiteit
Anoniem
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Waar bent u werkzaam?
ActiVite in Leiden
• Wat is uw beroep?
Ik ben teammanager Thuisbegeleiding.
• Op welke basis voert u dit beroep uit (vrijwillig of betaald)?
Ik voer dit beroep betaald uit. Alleen mensen die voor AWBZ-zorg bij ons komen hebben een indicatie nodig. Dit zijn bijvoorbeeld de mensen met een psychische stoornis. Voor Wmo-zaken en ReSet zaken hoeven mensen geen indicatie te hebben. Vanaf volgend jaar zal alles via de Wmo gaan en zal er geen indicatie meer nodig zijn.
• Welke beroepstaken heeft u?
Ik zorg voor de personele planning en ik zorg voor de in- en uitstroom van nieuwe klanten en bestaande klanten. Ik zorg ervoor dat de budgeten op orde zijn. Ik stuur mijn mensen op de inhoud aan en doe dit aan de hand van mijn eigen kennis en ervaringen die ik heb opgedaan als hulpverlener. Daarnaast probeer ik ze bij te scholen op de meest actuele ontwikkelingen die je hebt in het werkveld. Een team bestaat uit maatschappelijk werkers, orthopedagogen, docenten en heel veel mensen die SPH hebben gestudeerd. Ik heb zelf hiervoor 7,5 jaar als thuisbegeleider gewerkt en ik heb daarvoor gewerkt in een bejaardentehuis en met verstandelijk gehandicapten. Dit heb ik allebei heel kort gedaan, omdat ik het eigenlijk niet zo heel erg leuk vond. Ik kom diverse doelgroepen tegen bij Thuisbegeleiding. Het gaat om mensen tussen de 0-100 jaar. We komen in een derde van ons werk jonge gezinnen tegen waarin problemen zijn met de opvoeding of relatieproblemen. Hierdoor komen de kinderen in gedrang. Een derde heeft een psychische stoornis. Dit heeft ook een overlap, want dit zijn ook vaak de mensen die opvoedproblemen kennen. Een derde zijn mensen die moeite hebben met de financiën en met contacten aangaan. Dat zijn de groepen die er zijn. Wij hebben binnen de Thuisbegeleiding ook de praktische begeleiding. Wij ondersteunen mensen dan op een praktische manier. Bijvoorbeeld iemand die heel erg veel moeite heeft met rondkomen. Wij kijken dan hoe de in- en uitgaven zijn. Dit combineren we wel met coachende gesprekken. Als je het over opvoedsituaties hebt, dan proberen wij mee te kijken in het gezin en dan proberen we het een plek te geven. Dit werkt het beste, omdat mensen in een systeem zitten. Vanuit dit systeem geef je dan feedback. Dit is herkenbaar voor mensen. Het aan huiskomen van de begeleiding werkt zeker bij laagopgeleide mensen beter. Het thuis begeleiden heeft voordelen en nadelen. Het voordeel is dat je kunt integreren in het systeem, maar het nadeel is dat mensen het misschien een drempel vinden dat je in hun systeem komt en bij hun over de vloer.
• Wat is de visie van uw instantie?
ActiVite vervult een spilfunctie in het brede domein van wonen, welzijn en zorg.

ActiVite is excellent in de organisatie van integrale arrangementen, al dan niet in een keten. ActiVite is betrouwbaar, gedegen en werkt met respect voor haar klanten en opdrachtgevers. De organisatie is gezond en stabiel: dit geldt zowel voor de medewerkers en vrijwilligers als voor de financiële positie van ActiVite. De bedrijfsvoering is gericht op het verbeteren van de kwaliteit van de professionals en het vergroten van de tevredenheid van cliënten. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van ‘state of the art’ instrumenten: zorgbeleid, ICT en competentie-ontwikkeling. Je kunt de visie samenvatten als proberen in te zetten op de eigen kracht van mensen waar dat kan en dat wij overschakelen naar professionele hulp als dat moet. We gaan uit van eigen kracht en dan niet alleen van de cliënt, maar van het hele systeem. We proberen in de hulpverlening ook zo veel mogelijk te activeren en te betrekken bij de hulpvragen en de doelen die er zijn. Op het moment dat het netwerk niet sterk genoeg is, dan nemen wij als professional een deel over en stappen wij in het traject. Hierdoor kunnen mensen op adem komen en meer draagkracht creëren, zodat deze weer terug kan worden gegeven aan hen.
• Met welke andere instanties werkt u samen?
Onder meer met Stichting MEE, BJZ, Rivierduinen, Brijder (verslavingszorg), Kwadrant (maatschappelijk werk), de WSG en GGD. Dit zijn de belangrijkste partijen.
• Hoe bent u bekend met de groep ongehuwde vaders?
Vanuit mijn werk.

? Kenmerken hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Hoe vaak krijgt u hulpvragen van ongehuwde vaders?
Regelmatig.. ik denk dat het zo 20-25% procent is van de opvoedzaken. Dit wil niet zeggen dat er altijd problemen zijn met de scheiding, maar dat er wel vragen zijn van vaders die meer willen weten over de opvoeding of vastlopen op de omgang met moeder.
• Welke hulpvragen leggen ongehuwde vaders aan u voor?
Als ze komen dan zijn het bijna altijd dezelfde hulpvragen als waarmee de moeders komen. Dat zijn:
– Hoe kan ik omgaan met de partner?
– Hoe kan ik zorgen dat je weer op een lijn komt als ouders?
– Hoe ga je om met de nieuwe partner van je ex?
– Hoe moet ik alles regelen praktisch gezien?
Met de pure opvoedvragen komen vaders niet. Daar komen meer de moeders mee.
• Naar welke instanties verwijst u ongehuwde vaders door met hun hulpvragen?
Dat is afhankelijk van het probleem. Als mannen last hebben van een psychische stoornis dat alles blokkeert, dan moet je iemand doorverwijzen naar GGZ. Daar moet dan eerst iets mee gedaan worden voordat je hulp kan bieden. We hadden ook een keer een situatie gehad van een vader die alleen aan het werk was en geen tijd had voor zijn kinderen. Dan moet je eerst overleggen met je baas of je kunt ruilen met dagen. We proberen de vaders het wel eerst zelfstandig op te lossen en dat is toen ook wel gelukt. We kijken eerst naar de voorwaarden die de cliënten hebben en daarna verwijzen we pas door. Het voordeel is dat wij heel praktisch te werk kunnen gaan, waardoor we mensen vaak niet hoeven door te verwijzen. We zoeken naar best mogelijke vorm in de mogelijkheden die zij hebben. Dus ook al heeft iemand een psychiatrische stoornis die op de voorgrond treedt, dan nog kunnen wij er iets mee.

• Welke juridische kennis hebben ongehuwde vaders en welke invloed heeft dit kennisniveau op uw hulpverlening / dienstverlening?
Ik denk dat vaders veel te weinig weten. Het valt me wel eens op dat vrouwen het beter weten. Ik weet niet hoe dit komt.. misschien zoeken ze dit uit voordat zij aan kinderen beginnen. Vaders weten het onvoldoende.. over het algemeen genomen, maar als je het uitlegt dan kunnen ze het wel oppikken. Het is niet hele ingewikkelde materie. Wij kunnen als Thuisbegeleiding de basisdingen goed uitleggen, zoals over een rechtsbijstandsverzekering.
• Welke verwachtingen hebben ongehuwde vaders over de hulp/ dienstverlening en hoe beïnvloeden deze verwachtingen hun houding jegens uw hulp/dienstverlening?
Je hebt eigenlijk twee groepen. Je hebt groepen van mensen die heel realistisch zijn en zeggen dat ze verbetering willen en je hebt groepen die zeggen dat wij het moeten oplossen en die willen dat alles goed komt. Die laatste groep moet je bijna altijd teleurstellen, omdat er vaak een voorgeschiedenis is en de reden dat je bent gescheiden is nooit omdat het zo goed ging. De reden dat je moet aankloppen bij de hulpverlening is ook niet omdat het zo goed ging. Er is dan vaak strijd met de moeder en je kunt proberen om dit neutraal te maken en dat lukt dan ook wel, maar het zal nooit helemaal vanzelf gaan. Dit betekent dat een vader moet realiseren dat hij zich wel altijd moet blijven inspannen om het goed te blijven doen. Bij de groep die zelf vooraf een redelijke inschatting kan maken daar gaat het iets makkelijker. Die kun je uitleggen hoe de vork in de steel zit en die snapt dat ze moeten blijven investeren in de relatie met moeder om het voor de kinderen beter te maken. De groep die alles uit handen geeft, leunt op de hulpverlening en gaat achterover zitten.
• Welke vaardigheden/competenties vindt u van belang in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Je moet in staat zijn om feedback te kunnen geven in het hier en nu. Dit betekent dat je een buitengewoon goed oog moet hebben voor emoties. Je moet er rekening mee houden dat feedback ook verkeerd kan vallen. Je moet dit herkennen en erkennen en je weg hierin vinden. Het is heel belangrijk dat je objectief kan blijven en geen partij kiest. Je moet echt vrij van oordelen zijn. Je moet de situatie feitelijk zien en daar moet je geen oordeel aanhangen. Je moet je eigen normen en waarden thuislaten. Dat is vaak een valkuil voor hulpverleners. Dit moet je niet doen, want dit is dodelijk. Iedereens normen en waarden zijn namelijk anders. Ik vind ook dat je respect moet kunnen inbrengen. Je moet als hulpverlener niet alleen kijken wat er fout gaat, maar je moet ook kijken wat er goed gaat en wat de mogelijkheden zijn. Focussen op de goede dingen dus. Hulpverleners moeten ook flexibele werktijden hebben, zodat zij vaders beter kunnen bereiken. Veel vaders werken namelijk van 9-5.
• Welke werkwijze hanteert u als hulp/dienstverlener aan ongehuwde vaders?
Wij hebben niet echt een speciale werkwijze aan ongehuwde vaders, omdat wij bij mensen thuis werken en wij verlenen dan hulp met de dingen die wij aantreffen. Het is niet zo dat we niet methodisch werken, maar het zijn geen vaste methodieken die wij op iedere situatie toepassen. Wij hebben een opvoedmethodiek die reSet heet en die versterkt ouders in hun opvoedrol. Die opvoedmethodiek is vooral een mooie methodiek. We hebben hier namelijk 85 uur voor in een jaar en mogen wij inzetten wanneer wij willen. Als wij inschatten dat een gezin heel veel uren nodig heeft dan kan dat, maar als wij denken dat het minder uren nodig heeft dan kan dat ook. Doordat je het steeds flexibel kan inzetten, kun je ook op maat een pakket samenstellen. Die stem je dan af met beide ouders. Aan reSet zitten natuurlijk wel bepaalde methodische aspecten, maar wij kunnen niet van tevoren voorspellen hoe het zal gaan lopen. In zaken waar het om omgang gaat dan bekijken we eerst hoe de relatie is tussen vader en moeder. We gaan dan kijken in hoeverre het mogelijk is om ouders om de tafel te krijgen en samen overleg te laten plegen. In eerste instantie proberen wij die omgangsregeling niet plaats te laten vinden, voordat we een gesprek hebben gehad met beide ouders aan een tafel. Wij willen dat ouders op een lijn komen en dit zelfstandig kunnen uitvoeren. Dan gaan we praten over de voorwaarde die er zijn en welke verschillen en geschillen er nog zitten. Die proberen we eerst de wereld uit te helpen. Op het moment dat we dat hebben gedaan, dan gaan we kijken naar de vorm en de inhoud van een omgangsregeling. Wij hebben de voorkeur dat ouders dit zelfstandig uitvoeren, maar als dat niet gaat dan kunnen wij ook omgangsregelingen begeleiden. Ik adviseer de ouders wel altijd om de afspraken op papier te zetten in een soort contract, omdat je op zo een manier er voor zorgt dat alle ruis uit de wereld wordt geholpen. Door dit contract is er ook maar een manier om dit te interpreteren en kunnen hier geen misverstanden over komen. Als ouders per se geen contract willen, dan moet je je afvragen in hoeverre het zin heeft en of je de ouders dan niet wegdrijft. Voorop staat dat er een goede omgangsregeling tot stand komt voor de kinderen. Als mensen zich niet aan het contract houden, dan gaan wij opnieuw he gesprek aan om te kijken waar ouders niet tevreden over zijn en proberen dan het contract weer aan te scherpen. Wij kunnen een gezin een jaar lang volgen en blijven begeleiden en coachen na het traject die zij bij ons hebben doorlopen. Vroeger kon je een heel traject van A tot Z uitstippelen, maar door de bezuinigen in de zorg moeten wij nu kijken of iemand misschien al bij M kan uitstappen en moeten wij ons afvragen of wij iemand wel tot en met Z willen begeleiden. Hierdoor is het lastig om te beoordelen wanneer een gezin geen hulpverlening meer nodig heeft. Wij proberen de doelen heel concreet te houden en op het momenten dat wij denken dat het doel behaald is dan zeggen we dat ook tegen de klant en de klant kan hier op reageren. Dit betekent niet dat wij de zorg meteen volledig afsluiten, maar dat de klant het zelf weer moet gaan proberen. De klant komt dan na een tijdje langs voor een evaluatie en dan bekijken we of we de hulpverlening nog meer kunnen afbouwen of dat we het juist weer moeten intensiveren. Vroeger stopten we abrupt bij Z en nu bouwen we het langzaam af.

? Wet- en regelgeving binnen de instantie
• Met welke wet- en regelgeving heeft u te maken binnen de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
De Wet op de Jeugdzorg, het personen- en familierecht, AWBZ, Wmo en ook de Privacywetgeving.
• Bij wat voor zaken heeft u te maken gehad met de ongehuwde vaders? En hoe zag uw hulp/dienstverlening eruit?
Meestal gaat het om de omgang en wat wij dan doen is het beoordelen van de relatie tussen vader en moeder. Deze is helaas vaak slecht als ze bij ons komen. Wij gaan dan kijken hoever het mogelijk is om ouders weer rond de tafel te krijgen, zodat ze weer gaan overleggen en op een lijn komen.
• Wat is het beleid vanuit uw hulp/dienstverlenende instantie voor ongehuwd vaderschap?
We hebben geen speciaal beleid. We gaan gewoon mee met de klanten en kijken naar de mogelijkheden.
• Welke invloed heeft het beleid van uw instantie op uw werkwijze die u hanteert in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Dit heeft eigenlijk wel een hele positieve invloed, omdat wij gepositioneerd zijn in een zorgsector. Dit heeft voor een nadelen. Het nadeel is dat je weinig kaders hebt waarvan uit je werk. Onze visie en missie is voornamelijk gericht op de zorg, maar wij zijn geen zorgverleners maar hulpverleners. Dus wij moeten terug kunnen vallen op een kader. Dit heeft echter ook als voordeel dat je veel vrijheid hebt in deze kaders. Hierdoor kun je in een situatie echt maatwerk leveren. We hebben afspraken met de financiers en daar moeten wij binnen zien te blijven. Dat is een heel duidelijk verhaal. Vanuit de organisatie worden we hierdoor niet belemmerd. Dit heeft een positieve uitwerking op de hulpverlening, omdat ouders met elke hulpvraag bij ons terecht kunnen. Wij kunnen bij elke vraag ondersteuning bieden, omdat we geen kader hebben die voorschrijft welke vragen wij wel en niet in behandeling mogen nemen.
• Hoe ervaart u de kaders van het beleid van uw instantie in de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Dezer ervaar ik positief, omdat er bijna heen kaders zijn en dat vind ik wel prettig. Het zorg er ook wel voor dat wij als team heel flexibel zijn, want wij kunnen onze eigen uitgangspunten en kaders stellen. Op ieder moment kun je deze aanpassen. Wij kunnen alles heel klein en binnen het team houden. Eventuele teamleden bepalen waar wij de grenzen neerleggen.
• Op welke wet- en regelgeving is het beleid van uw instantie gebaseerd?
Het beleid is gebaseerd op de Wet op de Jeugdzorg, het personen- en familierecht, AWBZ, Wmo en ook de Privacywetgeving. Wij proberen ook binnen deze wet te blijven. Wij hebben hier geen eigen vertaalslag aangegeven. Wij proberen de wet zo goed mogelijk in te vullen. Wij pakken hierdoor de volle bandbreedte die de wet mogelijk maakt.

? Visie ongehuwde vaders op de hulp/ dienstverlening
• Uit het onderzoek Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC) is naar voren gekomen dat vaders een ambivalente houding hebben ten opzichte van de huidige hulp/ dienstverlening. Heeft u ervaring met deze ambivalente houding en waar denkt u dat deze vandaan komt?
Dat hebben ze want ik gaf ook aan dat er maar 25% mannen zich aanmelden en de rest vrouw. Dit percentage vind ik echter nog wel vrij hoog. Ik denk dat het met een aantal factoren te maken heeft. Ten eerste heeft het te maken met het feit dat het niet mannelijk is om toe te geven dat je hulp nodig hebt, dus stereotyperend. Het heeft ook te maken met het feit dat onze Nederlandse wet- en regelgeving op de oude waarden is ingericht. De vrouw krijgt automatische erkenning en gezag, terwijl een man hiervoor moet knokken. Ik denk dat het wel hier mee te maken heeft. Vader is nog steeds de kostwinner. Ze werken vijf tot zes dagen in de week. Voor een moeder is het iets meer maatschappelijk geaccepteerd dat de moeder voor de kinderen zorgt. Daarbij denk ik ook echt dat het een belemmering is dat mannen meer werken dan vrouwen. Het aantal vrouwen die deeltijd werken is hoger dan het aantal mannen die deeltijd werken. Hier komt ook bij dat mannen na een scheiding vaak een flinke alimentatie moeten betalen. Er is hier door wel een noodzaak om veel te werken. Mannen hebben letterlijk minder tijd.
• Tevens is uit ditzelfde onderzoek naar voren gekomen dat de vaders zich achtergesteld voelen in de huidige hulp/dienstverlening op moeder, omdat zij van mening zijn dat de hulp/dienstverlening zich voornamelijk richt tot moeder. Welke ervaringen heeft u hiermee binnen uw beroep?
Binnen mijn organisatie gelukkig niet, omdat wij systeemgericht werken door iedereen erin te betrekken, maar we moeten deze discussie met instanties waarmee wij samenwerken voeren. Dan moeten wij aangeven dat er ook een vader in het spel is. Bij heel veel organisaties zie je dat ze niet vanuit een systeem werken en zowel vader als moeder betrekken. Ik snap dat het moeilijk is om afspraken te maken met een vader die niet aanwezig is, maar hij hoort er ook bij. Het is automatisme om op moeder te richten, omdat zij vaak thuis zit met het kind. Het heeft er ook wel mee te maken dat de tijden waarop hulpverleners werken de vaders ook op het werk zitten, waardoor het lastiger is om betrokken te zijn in de hulpverlening. Dit sluit niet goed aan op elkaar want vaders werken van 9-5 en hulpverleners ook, terwijl gezinsproblemen niet alleen van 9-5 zijn. Mijn medewerkers zijn gelukkig flexibel en werken ook in het weekend en ’s avonds.

? Visie beroepskrachten op hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Wat zijn uw ervaringen met ongehuwde vaders in uw hulpverlening / dienstverlening?
Dit zijn voornamelijk de zaken die over omgang gaan. Ik heb een keer een casus gehad die over twee mensen ging waarvan vader werd beschuldigd van seksueel misbruik. Vader ontkende dat. Er vonden toen rechtszaken plaats. In tussentijd dat de rechtszaken plaatsvonden, had vader wel gewoon het recht om zijn kinderen te zien. Het was al snel duidelijk dat deze mensen er niet samen met elkaar zouden uitkomen. We hebben ons toen gericht op de omgangsbegeleiding in samenwerking met een voogd van BJZ. We zijn begonnen met de omgangsregeling in een hele kleine setting en deze hebben we steeds meer uitgebreid toen we zagen dat vader de omgang met kinderen aan kon. We zijn toen zelfs met vader naar een speeltuintje geweest samen met zijn kinderen. We hebben hier hele mooie resultaten gehad, omdat je de kinderen steeds meer zag opbloeien. Je zag dat de kinderen echt klem zaten tussen de ouders en allebei de ouders probeerden de kinderen te gebruiken als middel om hun gelijk te halen bij elkaar en de rechter. Je zag echt dat de kinderen opbloeiden en genoten van de omgang met vader en ook moeder. We hebben in deze zaak niet alleen de omgang begeleid, maar ook de overgangsmomenten van moeder naar vader en andersom. Dit is een mooie, maar intensieve vorm van hulpverlening. Ik hoop dat dit niet onder de bezuinigen verloren gaat.
• De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding heeft als doelstelling dat beide ouders betrokken blijven in de opvoeding na scheiding van ouders. In hoeverre ziet u dit terug in de praktijk binnen uw instantie?
We proberen er vorm aan te geven, maar als het erop aankomt dan hebben moeders nog steeds heel veel macht in handen. Hierdoor vind ik het leuk dat er uitgangspunten zitten in zo een wet maar op het moment dat een vader het idee heeft dat hem onrecht aangedaan wordt, dan moet hij als nog een enorme strijd aan. Hij kan niet terugvallen op deze wet en tegen moeder zeggen dat hij net zo veel recht heeft als haar. Als vaders hun gelijk willen halen dan moeten ze alsnog de juridische strijd aan.
• Wat zijn volgens u de randvoorwaarden voor de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Naast de competenties die hulpverleners moeten hebben, moeten ouders ook een aantal competenties hebben. Het helpt voor ouders als ze zelf reflecterend vermogen hebben. Dat je ze hierdoor kunt aanspreken op bepaald gedrag wat je ziet. Dan kunnen mensen kijken naar zichzelf wat ze hebben gedaan en wat eventueel niet slim was om te doen. Dit komt ook samen met bereidwilligheid. Ouders moeten bereid zijn om aan de slag te gaan met hun problemen.
• Artikel 1:247 gaat uit van gelijkwaardig ouderschap. Hoe ziet u dit terug in uw hulp/dienstverlening?

Ik vind dat gelijkwaardig ouderschap veel steviger zou moeten worden verankerd in de wet. Ik vind het ouderschapsplan wel mooi dat deze er moet komen bij scheiding van ouders. Dit is een uitwerking van het feit dat wij als maatschappij hier wel over nadenken. Het zou nog veel verder moeten gaan, want het is nog lang niet gelijkwaardig. Ik denk dat het voor zowel vaders als moeders het goed is om absoluut de gelijkwaardigheid na te streven. Ik vind dat wij als hulpverlener wel goed op weg zijn, maar dat de wet hier op achterloopt. Als hulpverlener onderschrijven we het belang van een vader en moeder op gelijke manier, maar op het moment dat een van die twee zijn hakken in het zand zet dan hebben we geen enkel pressiemiddel of wet aan onze kant staan die ons goed kan helpen. De wet is ook wel een tandeloze tijger.

? De visie hulp/ dienstverleners op het ongehuwd vaderschap
• Hoe wordt er binnen uw hulp/dienstverlenende instantie aangekeken tegen het ongehuwd vaderschap?
Prima, is gewoon een gegeven. Iedereen is vrij om die keuze te maken in het leven en dat mogen deze mensen ook doen. Daar vinden wij niets van.
• Hoe kijkt u zelf tegen het ongehuwd vaderschap aan?
Eigenlijk hetzelfde. Iedereen mag zelf weten wat hij doet. Ik denk dat het ook wel iets is van de moderne tijd. Je ziet als trend natuurlijk in Nederland dat mensen veel langer single zijn en je ziet steeds vaker gebeuren dat het helemaal oke is dat mensen apart blijven wonen ondanks ze samen zijn (LAT). Mensen kiezen nu steeds vaker om allebei hun eigen leven te houden. Het is iets van deze tijd en het aantal scheidingen neemt ook toe, dus dit is ook iets wat onvermijdelijk is. Dit vind ik ook niet per se een belemmering voor kinderen, want als ouders op een lijn zitten kan het wel een meerwaarde hebben. Ik denk dat als je ouders bij elkaar bent met heel veel strijd, dan kunnen de kinderen er veel last van hebben en dan moet je uit elkaar gaan. Ik denk dat als kinderen wat ouder zijn, dan is het misschien wel lekker om twee huizen te hebben. Als je thuis niet zo lekker bij je moeder zit, dan ga je lekker naar je vader en tot rust komen. Als je getrouwde ouders hebt en je hebt ruzie, dan kun je alleen naar je slaapkamer en als je moet eten dan zou je er toch weer vanaf moeten komen. Dus als je twee adressen hebt dan is het wel lekker om even op adem te komen vooral voor pubers. Ik zie daar niet zo veel belemmering in, maar je moet het goed regelen. In de zorg voor de kinderen moet je je richten tot ouders. het is belangrijk dat zij weer goed met elkaar omgaan. Als de ouders goed met elkaar zijn, dan komt de rest vanzelf mee.

 

Bijlage 9: advocaat, echtscheidingsmediator en bijzonder curator Van der Woude De Graaf Advocaten in Amsterdam

? Introductie
• Anonimiteit
Hoeft niet anoniem voor mij.
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Waar bent u werkzaam?
Van der Woude de Graad Advocaten in Amsterdam
• Wat is uw beroep?
Ik ben advocaat/ scheidingsmediator en ik word regelmatig benoemd als bijzonder curator voor minderjarigen.
• Op welke basis voert u dit beroep uit (vrijwillig of betaald)?
Ik voer dit beroep betaald uit. Soms doe ik ook zaken middels een toevoeging. Dit is voor de mensen die recht hebben op gesubsidieerde rechtsbijstand. De inkomensgrens voor gesubsidieerde rechtsbijstand als alleenstaande is een jaarinkomen tot 25.600 euro en voor gehuwden, samenwoners en eenoudergezinnen met een kind een jaarinkomen tot 36.100 euro.
• Welke beroepstaken heeft u?
Bij beëindiging samenwonen waarbij ouders van minderjarigen kinderen uit elkaar gaan, zal je negen van de tien keer een geschil hebben al dan niet over het te regelen van ouderlijk gezag en als het geregeld is dan over de invulling van gelijkwaardig ouderschap. De zorg moet dan verdeeld worden en de financiële afspraken voor de kinderen moeten dan gemaakt worden. Ook moet er een informatie- en consultatieregeling worden getroffen. Dit zijn echt de drie grote onderwerpen in een ouderschapsplan. Meestal regel ik deze zaken bij ouders met een ouderschapsplan. Dit is bij ouders die geen gezamenlijk gezag hebben. Negen van de tien keer wil het vader toch het ouderlijk gezag. Vaak is het dan niet geregeld en vooral bij buitenlandse mensen hebben ze het zich niet vaak gerealiseerd dat er gezag moet worden aangevraagd. Door de erkenning denken ze dan ook gezag te hebben, want in andere landen is dit vaak wel zo. Je zit dat de buitenlandse vaders niet zo gefocust zijn op co-ouderschap. Dit ligt eraan waar zij vandaan komen, want bijvoorbeeld Amerikanen en Britten willen wel co-ouderschap, maar bijvoorbeeld iemand uit Spanje of meer Zuidelijk vinden het over het algemeen beter als de kinderen de hoofdverblijfplaats bij moeder hebben en regelmatig bij hem verblijven. Daar zie je wel een verschil in de achtergronden van de vaders. Ik denk dat het in de Angelsaksische landen die gelijkwaardigheid die wij ook in de wet hebben staan, is die toch ook meer in de cultuur doorgedrongen. In zijn algemeenheid. Dit is niet op iedereen van toepassing. Om het een beetje zwart/ wit neer te zetten, willen moeders vaak de toestemming hiervoor niet verlenen. Eerder wel, maar nu niet meer omdat de communicatie niet zo lekker loopt en ze geschillen in de relatie hebben. Dan wordt het een moeilijk punt voor vader om het te bereiken, omdat er een aantekening wordt gemaakt in het gezagsregister. Over het gezag probeer je dan als scheidingsmediator te onderhandelen en partijen tot een oplossing te brengen. Als advocaat ga je dan naar de rechter voor vervangende toestemming voor erkenning en als die erkenning er al is dan vraag je belasting met gezamenlijk gezag. Als ongehuwde vader kan hij dit dan eenzijdig doen. Daar heeft hij de toestemming van moeder dan niet meer voor nodig. Vroeger was dit wel zo, maar nu kan een ongehuwde vader dit zelfstandig indienen en het criterium ter beoordeling van de rechter die wordt voorgelegd is nu ook meer in het voordeel van de vader geschreven sinds 2009. Dat is ook wel een verbetering voor de positie van de vader geworden. Het is alleen zo dat het in de praktijk vaak een onderhandelingspunt is. Bij mediation wordt het probleem opgelost en bij de rechter wordt er een knoop doorgehakt en wordt er dus geen probleem opgelost. Als ouders onredelijk zijn dan stop ik de mediation en geef ik aan dat wij er op zo een manier niet uitgaan komen. Als mediation mislukt, dan praat ik erover en dan bespreek ik de vervolgstappen of jij eventueel naar de rechter gaan met het geschil.
• Wat is de visie van uw instantie?
Het motto van het kantoor is sinds de oprichting in 1977 niet veranderd: goede rechtshulp tegen een betaalbare prijs. Daarnaast zijn wij ook een high trust kantoor, waardoor cliënten ook op basis van een toevoeging hun zaak kunnen onderbrengen. High trust staat voor vertrouwen, transparantie en begrip en gaat over de samenwerking tussen de Raad voor de Rechtsbijstand en het kantoor.
• Met welke andere instanties werkt u samen?
Ik verwijs wel regelmatig door naar deskundigen, zoals een kiescoach, hulpverlening voor kinderen zoals een kinderpsycholoog, hulpverlening voor ouder zoals een orthopedagoog. Dit zijn wel vaste doorverwijzingen. Sommige ouders maken hier wel gebruik van. Ik krijg hier via de ouders terugkoppeling van.
• Hoe bent u bekend met de groep ongehuwde vaders?
Ik ben in de zaken met betrekking tot beëindiging samenwonen bekend met de groep ongehuwde vaders. Ook heb ik met ze te maken als moeders met kinderen willen verhuizen. Tijdens dit soort zaken komt dan de zorgregeling vaak onder druk te staan.

? Kenmerken hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Hoe vaak krijgt u hulpvragen van ongehuwde vaders?
Als mediator krijg ik zulke zaken gemiddeld een keer in de maand.
• Welke hulpvragen leggen ongehuwde vaders aan u voor?
– Als mediator om te onderhandelen om er samen uit te komen, dus hoe kan ik samen met mijn partner de taken verdelen omtrent het ouderschap?
– Als advocaat krijg ik dan de vraag om het geschil voor de rechter voor te leggen als een minnelijke regeling niet lukt
• Naar welke instanties verwijst u ongehuwde vaders door met hun hulpvragen?
Ik verwijs wel regelmatig door naar deskundigen, zoals een kiescoach, hulpverlening voor kinderen zoals een kinderpsycholoog, hulpverlening voor ouder zoals een orthopedagoog. Dit zijn wel vaste doorverwijzingen. Sommige ouders maken hier wel gebruik van. Ik krijg hier via de ouders terugkoppeling van.
• Welke juridische kennis hebben ongehuwde vaders en welke invloed heeft dit kennisniveau op uw hulpverlening / dienstverlening?
Ligt eraan uit elke groep ze komen. Als het de groep is die hoogopgeleid is en een goede baan heeft, dan weten ze het meestal wel. Daaronder weet men het vaak niet of men wist het wel, maar realiseerde zich niet wat het dan betekenede. Mensen uit het buitenland weten het vaak niet.

• Welke verwachtingen hebben ongehuwde vaders over de hulp/ dienstverlening en hoe beïnvloeden deze verwachtingen hun houding jegens uw hulp/dienstverlening?
Dat weet ik niet dat is verschillend. De een komt blanco binnen en de ander niet. Ik weet wel dat alle informatie die ik ze geef, geeft hen meer houvast. Ze weten waar ze dan aan toe zijn. Je ziet dan wat ze ermee kunnen doen en soms speel ik daar een rol in en soms niet. Wat ik in ieder geval probeer is dat ze zelf verder kunnen aan de hand van mijn dienstverlening zonder dat zij mij nodig hebben. Dit gebeurt door middel van gezamenlijke communicatie. Ik geef ook altijd als tip dat zij hun best moeten doen dat de communicatie met moeder goed is, want dan is een aantekening in het gezagsregister een automatisme die er achteraan komt. Maar eerst moesten zij focussen op de werkrelatie.
• Welke vaardigheden/competenties vindt u van belang in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
In ieder geval kennis van het recht. Ook mensenkennis en inzicht in menselijke verhoudingen, zeker als het crisis is tussen mensen. De positie van het kind moet je heel duidelijk weten te positioneren. Ik wil daarmee zeggen dat het niet alleen om de ouders gaat, maar dat het om een kind gaat. Deze moet voorop staan. Hulp/dienstverleners moeten ongelofelijk deskundig zijn, omdat zij veel invloed hebben.
• Welke werkwijze hanteert u als hulp/dienstverlener aan ongehuwde vaders?
Ligt er aan als ik er als advocaat of als mediator er in zit, want als ik als mediator erin zit dan gaan we gezamenlijk aan tafel zitten en kan ik alleen informatie geven. Als ik advocaat ben dan kan ik advies geven die de diepte in gaat met ook hele duidelijke coaching. Die coaching hou ik ook bij mediation, maar is dan meer gericht op hoe je het voorterrein houdt. Bij zaken waarin ik als advocaat optreedt dan coach ik en geef ik strategisch advies. Als mediator ben ik een neutrale en onafhankelijke partij en als advocaat ben ik dit absoluut niet.

? Wet- en regelgeving binnen de instantie
• Met welke wet- en regelgeving heeft u te maken binnen de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Burgerlijk Wetboek 1 en 10 en de verdragen, zoals IVRK en bij kinderontvoeringen heb je dan te maken met het HKOV of het HKBV. Dan hebben we het over internationale geschillen.
• Bij wat voor zaken heeft u te maken gehad met de ongehuwde vaders? En hoe zag uw hulp/dienstverlening eruit?
Bij zaken omtrent beëindiging samenwonen, verhuizen van het kind en vervangende toestemming aanvragen voor gezag en erkenning. De laatste doe ik dan als advocaat. Als mediator ben ik neutraal en onafhankelijk en als advocaat coach ik en geef ik ook advies die toegespitst is op de cliënt. Deze gaat dieper.
• Wat is het beleid vanuit uw hulp/dienstverlenende instantie voor ongehuwd vaderschap?
N.v.t.
• Welke invloed heeft het beleid van uw instantie op uw werkwijze die u hanteert in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
N.v.t.
• Hoe ervaart u de kaders van het beleid van uw instantie in de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Omdat het beleid van mijn kantoor gebaseerd is op de wet- en regelgeving gaat het hier om de kaders van de wet. Ik ervaar de kaders die de wet schets als ruim, maar sommige ouders vinden dat niet en is het juist een extra reden voor een geschil.

• Op welke wet- en regelgeving is het beleid van uw instantie gebaseerd?
N.v.t.

? Visie ongehuwde vaders op de hulp/ dienstverlening
• Uit het onderzoek Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC) is naar voren gekomen dat vaders een ambivalente houding hebben ten opzichte van de huidige hulp/ dienstverlening. Heeft u ervaring met deze ambivalente houding en waar denkt u dat deze vandaan komt?
Ik begrijp dat ze een ambivalente houding hebben tegen de hulp/dienstverlening, maar ze moeten net zo worden benaderd als moeder. Dit moet gelijk zijn. Je moet er als hulp/dienstverlener voor zorgen dat het kind zich geborgen voelt bij beide ouders. Hierdoor moet je dus de onrust voorkomen door zoveel mogelijk de geborgenheid van het kind te behouden.
• Tevens is uit ditzelfde onderzoek naar voren gekomen dat de vaders zich achtergesteld voelen in de huidige hulp/dienstverlening op moeder, omdat zij van mening zijn dat de hulp/dienstverlening zich voornamelijk richt tot moeder. Welke ervaringen heeft u hiermee binnen uw beroep?
Ben ik mee oneens. De rechtspositie van ongehuwde vaders is juist verbeterd sinds 2009. Dit is een verouderd beeld. Het kan wel zo zijn dat vaders hier last van hebben binnen problematische gezinnen waarin het kind de hoofdverblijfplaats bij moeder heeft en hij dan achter komt achter te staan op moeder. Dit heeft echter niet te maken met de wet en dienstverlening, maar heeft te maken met de situatie in dat gezin.

? Visie beroepskrachten op hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Wat zijn uw ervaringen met ongehuwde vaders in uw hulpverlening / dienstverlening?
Ik heb de ongehuwde vaders vaak in zaken met betrekking tot beëindiging samenwonen of verhuizing van het kind. Een zaak ik mij wel bijgebleven over een man die uit Iran kwam en vrouw ook. Ze hadden allebei de Iraanse nationaliteit en hadden hier een kind en waren uit elkaar. Door de rechtbank zijn zij door mij doorverwezen als mediator. We waren best een end op weg om afspraken te maken, zodat de omgang weer tot stand kwam tussen vader en kind, maar vader kreeg toen het advies van de advocaat dat hij bepaalde dingen niet moest accepteren en hij kwam hiermee terug in het gesprek. Terwijl dit een goede basis was om verder op door te bouwen. Vader heeft toen niet meer het kind teruggebracht. Uiteindelijk is de mediation dan ten einde omdat er geen vertrouwen meer was. In deze zaak kun je zien hoeveel invloed hulpverleners en adviseurs kunnen hebben op cliënten en wat de gevolgen kunnen zijn. Hierdoor vind ik dat de hulp/dienstverleners ongelofelijk deskundig moeten zijn.
• De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding heeft als doelstelling dat beide ouders betrokken blijven in de opvoeding na scheiding van ouders. In hoeverre ziet u dit terug in de praktijk binnen uw instantie?
Toen de wet werd ingevoerd in 2009 vond ik de wet nogal betuttelend en zorgde er voor dat er in bepaalde groepen in de maatschappij verschillen kwamen. Dan heb ik het over de hoogopgeleide mensen, want als zij een geschil hebben dan gaat het erom wie de diepste zakken heeft qua financiën om de zaak uit te procederen. Over het algemeen raakt deze wet de hoogopgeleide autochtone gezinnen en niet de traditioneel ingestelde mensen die uit het buitenland komen en de laagopgeleide mensen. Op zich ben ik van mijn mening teruggekomen en vind ik het ouderschapsplan een goede stap en moet je in het begin al met elkaar praten, maar de term gelijkwaardig ouderschap

vind ik belangrijk zodat kinderen weten dat ze van beide ouders mogen houden en bij ze mogen zijn. Het kan echter ook geschillen opwekken, want hoe leg je gelijkwaardig ouderschap uit? Dit is per zaak verschillend. Na invoering van de wet wordt er meer dan voorheen en uitvoeriger dan voorheen regelingen getroffen. Er wordt ook meer gedaan aan onderlinge communicatie om op een constructieve manier vorm te geven. Er wordt meer samengewerkt, dan gevochten.
• Wat zijn volgens u de randvoorwaarden voor de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders?
De hulp/dienstverleners moeten heel deskundig zijn en een gevoel voor verhoudingen hebben.
• Artikel 1:247 gaat uit van gelijkwaardig ouderschap. Hoe ziet u dit terug in uw hulp/dienstverlening?
Dit zie ik terug in mijn praktijk als mediator en wijs ik ouders op dat kinderen recht hebben op gelijkwaardig ouderschap. Er zijn ouders die gelijkwaardig ouderschap zien als 50/50, maar daar ben ik het niet mee eens. Dit is ook nooit de bedoeling van de wetgever geweest en dat zal ik ook als mediator heel duidelijk kenbaar maken aan de ouders. Gelijkwaardig ouderschap bestaat uit meer aspecten dan alleen het aspect tijd. Het is ook belangrijk dat je je kinderen op tijd naar school brengt, nieuwe kleren kunt kopen of nieuwe schoenen kan geven. Dat is ook invulling van je ouderschap.

? De visie hulp/ dienstverleners op het ongehuwd vaderschap
• Hoe wordt er binnen uw hulp/dienstverlenende instantie aangekeken tegen het ongehuwd vaderschap?
Niet anders dan tegen het gehuwd vaderschap. Natuurlijk zijn er wel andere wetsartikelen van toepassing op ongehuwde vaders met betrekking tot erkennen en gezag dan bij gehuwde vaders.
• Hoe kijkt u zelf tegen het ongehuwd vaderschap aan?
Het komt steeds vaker voor en ik vind het gewoon normaal.

 

Bijlage 10: Interview mediator, gezinscoach en systeemtherapeut Opvoedpoli in Amsterdam Zuid-West

? Introductie
• Anonimiteit
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Waar bent u werkzaam?
Ik ben werkzaam bij de Opvoedpoli Zuid-West aan het Surinameplein in Amsterdam.
• Wat is uw beroep?
Mijn beroep is gezinscoach en mediator. Daarnaast ben ik in opleiding voor systeemtherapeut.
• Op welke basis voert u dit beroep uit (vrijwillig of betaald)?
Ik doe het werk op betaalde basis. De mensen hoeven geen indicatie te hebben en kunnen zich melden, omdat er een probleem is. Vervolgens kunnen zij hulp krijgen en die hulp kunnen zij particulier betalen tegen een uurtarief of deze kunnen ze vergoedt krijgen op basis van een doorverwijzing van de huisarts. Soms komen mensen wel op basis van een indicatie van Jeugdzorg bij ons terecht, omdat Jeugdzorg vindt dat het nodig is. In zulke situaties gaan we dan eerst in gesprek met het gezin om te kijken wat ze willen. Als een gezin het niet wilt, dan verlenen wij geen hulp en dan gaan we het niet doen.
• Welke beroepstaken heeft u?
Als gezinstherapeut geef ik therapie aan gezinnen. Dit betreft gesprekken met gezinnen. Dit zijn gesprekken op basis van de problematiek van het kind en dat er ook een diagnose bij het kind is gesteld. Op basis daarvan kan ik een behandeling openen en kan ik ouders en het kind behandelen. Dit kan apart van elkaar of samen. Als gezinstherapeut ben je echt therapie aan het geven, waardoor dit een stukje dieper gaat dan in mijn rol als mediator en gezinscoach. Dit is meestal ook een langdurig traject. Er wordt tijdens therapie gekeken wat er in het verleden is gebeurd en waar iemand in het heden last van heeft. Een systeemtherapeut gaat met het gezin kijken wat de problemen zijn en maakt hier hypothesen van. Die hypothesen deel ik vervolgens met het gezin en dan ga ik een plan maken waarin ik doelen stel. Deze werk je vervolgens uit.
Als mediator kan ik bemiddelen tussen ouders, maar het therapeut zijn is anders. Mediation is in het hier en nu en is toekomstgericht. Als mediator bemiddel ik en dat doe ik aan de hand van gesprekken. Dit doe ik volgens de Harvard-methode meestal. Een mediator bemiddeld slechts en draagt een oplossingen aan en moet onpartijdig en neutraal zijn.
Als gezinscoach begeleid ik meer de gezinnen. Ik reik hier de tools aan en dan ga je met een gezin praten over wat er aan de hand is. Hier maak je een plan bij. Als gezinscoach ben je veel meer bezig om met het gezin samen tot een plan te komen en duik je meer in het gezin. Je gaat dan meer doelen stellen en praktische ondersteuning bieden. Deze voer je dan ook uit.
• Wat is de visie van uw instantie?
Wij werken met Wrap Around Care. Dat betekent dat er verschillende leefgebieden zijn die allemaal met elkaar verbonden zijn en dat we proberen om op die leefgebieden in te zetten. Wij werken tevens systeemgericht. Dit betekent dat we ervan uitgaan dat iemand die zich hier aanmeldt altijd onderdeel uitmaakt van een groter geheel, bijvoorbeeld een gezin. Dit gezin moet je in de hulpverlening betrekken. Verder werken we ook via de methode van CODA- E. Dit betekent dat je met ieder gezin contact probeert te maken en probeert aan te sluiten, zodat er een samenwerkingsverband kan ontstaat. Je moet dan ook je ideeën over het gezin delen met het gezin, zodat je samen aan een plan kan werken. Ik ga niet als een soort alwetende hulpverlener mijn ideeën opleggen aan het gezin.
Wij doen er alles aan om kinderen en ouders optimale kansen te bieden. Hiermee leveren wij onze bijdrage aan een prettige en veilige samenleving.
Visie
• Ouders zijn verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op de optimale ontwikkeling van hun kind. Zij hebben recht op goede ondersteuning bij vragen of problemen.
• Kinderen en jongeren hebben recht op een veilige, stimulerende en prettige omgeving om in op te groeien. Als de rechten van het kind in het geding zijn stopt de vrijblijvendheid.
• ‘Wrap around care’: onze zorg sluit aan op / vindt plaats in de gewone leefomgeving van kinderen en gezinnen: thuis, in de kinderopvang, op school, in de buurt en op internet. Wij werken samen met collega’s binnen en buiten onze organisatie aan praktische oplossingen op alle leefgebieden.
• Diversiteit in (culturele) achtergrond, leeftijd, ervaring, en opleiding is voor de professionals van de Opvoedpoli een belangrijke bindende factor. ‘Elk mens is uniek, elke oplossing dus ook’.
• Organiseren is deel van de inhoud. De organisatie van de Opvoedpoli is clie?ntgericht, waardegestuurd en overzichtelijk.
• Met welke andere instanties werkt u samen?
Raad voor de Kinderbescherming, BJZ, Omgangshuis, scholen, politie, het Juridisch Loket, Cordaan, Gemeenten, rechtbanken, OKC en huisartsen. Eigenlijk werken wij met iedereen samen die in het netwerk van het gezin zit. Dit kan heel breed zijn.
• Hoe bent u bekend met de groep ongehuwde vaders?
Die kom je hier regelmatig individueel tegen.

? Kenmerken hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Hoe vaak krijgt u hulpvragen van ongehuwde vaders?
Wekelijks. Mijn caseload is opgebouwd uit 20-25 gezinnen. Ik denk dat minimaal 15 gezinnen gaan over ongehuwd vaderschap.
• Welke hulpvragen leggen ongehuwde vaders aan u voor?
Eigenlijk allerlei vragen.. toevallig heb ik vanochtend een intake gedaan voor een mediation waarbij vader aangaf dat hij en zijn partner al een aantal jaren uit elkaar zijn, maar dat het tussen de moeder van zijn kinderen en hem het nog steeds niet goed ging. Deze vaders zijn vaak niet gehuwd of hebben geen geregistreerd partnerschap. Ik krijg dus veel hulpvragen van ongehuwde vaders over de communicatie met hun ex of hun huidige partner. Ik krijg ook vragen over het verbreken van de relatie op een goede manier en vragen over de twijfel om de relatie voort te zetten. Daarnaast krijg ik allerlei opvoedvragen met betrekking tot de kinderen en vragen met betrekking tot conflicten met moeder.
• Naar welke instanties verwijst u ongehuwde vaders door met hun hulpvragen?
Het Omgangshuis als ik vind dat wij niet de begeleiding kunnen doen, omdat er bijvoorbeeld moeilijkheden zijn met het waarborgen van de veiligheid. BJZ als wij geen dwang- en drangkader hebben en ik denk dat dit wel nodig is. Politie als het gaat om mishandelingen en geweld. Daarnaast werk ik ook nog heel veel samen met een advocaat/ scheidingsmediator. Deze is gespecialiseerd in het personen- en familierecht.
• Welke juridische kennis hebben ongehuwde vaders en welke invloed heeft dit kennisniveau op uw hulpverlening / dienstverlening?
Weinig. Op mijn heeft dit niet zo veel invloed. Het is meer het besef dat zij geen juridische kennis hebben en dat je daar een stukje kennisoverdracht moet doen. Ze weten het vaak echt niet, vooral het stuk van erkennen en gezag. Daar moet ik vaak uitleg over geven.
• Welke verwachtingen hebben ongehuwde vaders over de hulp/ dienstverlening en hoe beïnvloeden deze verwachtingen hun houding jegens uw hulp/dienstverlening?
Dat ligt eraan met wat voor vraag ze binnenkomen. Als het vragen zijn over het feit dat zij hun kind niet zien en of ik ze kan helpen, dan verwachten ze dat ik dit voor hen organiseer en dat ik aan hun kant sta. Als het vragen zijn met betrekking tot problemen met het contact met de ex, dan verwachten ze ook dat ik aan hun kant sta en dat ik het voor hen opneem. Eigenlijk willen deze mannen altijd graag gehoord worden en hun verhaal kunnen doen. Daarnaast willen ze graag dat ik de kolen voor hun uit het vuur haal. Je moet je zelf hierdoor goed positioneren over wat je wel en niet doet. Goed grenzen afbakenen dus.
• Welke vaardigheden/competenties vindt u van belang in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Meerzijdige partijdigheid vind ik echt wel belangrijk. Luisteren, samenvatten, helpen om te ordenen. Hiermee bedoel ik dat het vaak een chaos is in het hoofd van de vaders en dat je vaak in de dingen in een chronologische volgorde moet plaatsen van de dingen die gebeurd zijn. Daarnaast is een competentie informatieoverdracht over hun rechtspositie en over waar zij terecht kunnen met hun vragen. Je moet ook goed kunnen uitleggen als hulpverlener wat de verschillende instanties doen. Daarnaast moet je je goed kunnen positioneren en je grenzen aan kunnen geven en aansluiten. Je moet goed contact kunnen maken. Je moet niet boven iemand gaan staan, maar naast iemand gaan staan en iemand zijn verhaal kunnen aanhoren zonder dat je daar vooroordelen over hebt. Aan de andere kant moet je zo een vader wel kunnen wijzen op zijn rechten, plichten en verantwoordelijkheden. Je moet als hulpverlener veerkrachtig zijn en judoën. Soms ga je mee met de cliënt en dan weer niet. Je moet als hulpverlener ook heel duidelijk zijn over wat je wel kunt doen vanuit jouw rol als hulpverlener en over wat je niet kunt doen. Je moet hier duidelijk het gesprek over aangaan, zodat de verwachtingen overeen komen en teleurstellingen eventueel kunnen worden voorkomen op zo een manier.
• Welke werkwijze hanteert u als hulp/dienstverlener aan ongehuwde vaders?

Ik heb geen speciale werkwijze dit is afhankelijk van wat de vraag is. Ik gebruik wel altijd de Wrap around care methode. Deze sluit aan bij de leefsystemen van het kind en het hele gezin wordt betrokken in de hulpverlening.

? Wet- en regelgeving binnen de instantie
• Met welke wet- en regelgeving heeft u te maken binnen de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Privacywetgeving, Jeugdrecht, personen- en familierecht, vermogensrecht, Wet op de Jeugdzorg en strafrecht.
• Bij wat voor zaken heeft u te maken gehad met de ongehuwde vaders? En hoe zag uw hulp/dienstverlening eruit?
Ik heb vanochtend een casus gehad van ouders die uit elkaar zijn sinds 2010 en hebben twee kinderen. Vader gaf aan dat hij zich heel rot voelde behandeld door de moeder van zijn twee kinderen. Hier wilt hij het over hebben, want hij heeft hier last van en wilt die oplossen. Ik heb ook een keer een kindje van zes gehad die nog in haar broek poepte en waarvan de ouders wel een relatie hadden, maar niet met elkaar gehuwd waren. Vader kwam dagelijks bij moeder op bezoek en hij vertelde mijn zijn hypothesen over waarom het kind nog in haar broek poepte. Hij kwam hierna vervolgens niet meer in contact met mij. Ik vond dit heel bijzonder, omdat hij geen contact meer wilde en het mij ook niet meer is gelukt om met hem in contact te komen. Ik krijg ook heel veel met ongehuwde vaders te maken in zaken waarin zij relatieproblemen met moeder hebben. Ook krijg ik veel vaders die vragen hebben over de opvoeding, de verbroken relatie met moeder en vragen over het contact met het kind. Ik zie ook vaak in de Surinaamse cultuur dat moeder alleenstaand is en dat de vader af en toe over de vloer komt en zie ik ook dat het daar ook veel meer geaccepteerd is.
• Wat is het beleid vanuit uw hulp/dienstverlenende instantie voor ongehuwd vaderschap?
Wij hebben überhaupt het beleid dat als het om een kind gaat dat er zowel een vader als een moeder is en dat die beiden in de hulpverlening moeten worden betrokken. Een kind heeft recht op beide ouders, zoals staat in het IVRK. Dat is ons uitgangspunt. Dit wil niet zeggen dat het altijd lukt.
• Welke invloed heeft het beleid van uw instantie op uw werkwijze die u hanteert in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Het heeft als invloed dat je probeert om beide ouders te betrekken, maar dit lukt niet altijd en dat is lastig.
• Hoe ervaart u de kaders van het beleid van uw instantie in de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Ik vind het uitganspunt van het beleid heel goed en kan me daarin vinden.
• Op welke wet- en regelgeving is het beleid van uw instantie gebaseerd?
Ons beleid is gebaseerd op het IVRK.

? Visie ongehuwde vaders op de hulp/ dienstverlening
• Uit het onderzoek Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC) is naar voren gekomen dat vaders een ambivalente houding hebben ten opzichte van de huidige hulp/ dienstverlening. Heeft u ervaring met deze ambivalente houding en waar denkt u dat deze vandaan komt?
Ik herken überhaupt ambivalentie tegen hulpverlening, omdat mensen vaak al op allerlei plekken zijn geweest en voor hun gevoel niet goed genoeg zijn geholpen. Mensen nemen soms ook geen verantwoordelijkheid voor hun eigen gedrag en er zijn veel misverstanden over wat een hulpverlener of een instelling wel of niet kan doen. Er is veel onduidelijkheid over rollen en posities. Ik herken de ambivalente houding in het algemeen en niet specifiek bij ongehuwde vaders. Bij ongehuwde vaders die boos zijn, speelt een rol dat zij zeggen dat in Nederland het recht van een vrouw sterker is en dat zij het onderspit delven.
• Tevens is uit ditzelfde onderzoek naar voren gekomen dat de vaders zich achtergesteld voelen in de huidige hulp/dienstverlening op moeder, omdat zij van mening zijn dat de hulp/dienstverlening zich voornamelijk richt tot moeder. Welke ervaringen heeft u hiermee binnen uw beroep?
Ik probeer heel erg te kijken naar het kind en als je naar het kind kijkt dan zie je een vader en een moeder en richt je je dus op beiden. Ik probeer die achtergestelde positie van vaders weg te nemen door die vaders te benaderen en serieus te nemen.

? Visie beroepskrachten op hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Wat zijn uw ervaringen met ongehuwde vaders in uw hulpverlening / dienstverlening?
Ik heb vanochtend een casus gehad van ouders die uit elkaar zijn sinds 2010 en hebben twee kinderen. Vader gaf aan dat hij zich heel rot voelde behandeld door de moeder van zijn twee kinderen. Hier wilt hij het over hebben, want hij heeft hier last van en wilt die oplossen. Ik heb ook een keer een kindje van zes gehad die nog in haar broek poepte en waarvan de ouders wel een relatie hadden, maar niet met elkaar gehuwd waren. Vader kwam dagelijks bij moeder op bezoek en hij vertelde mijn zijn hypothesen over waarom het kind nog in haar broek poepte. Hij kwam hierna vervolgens niet meer in contact met mij. Ik vond dit heel bijzonder, omdat hij geen contact meer wilde en het mij ook niet meer is gelukt om met hem in contact te komen. Ik krijg ook heel veel met ongehuwde vaders te maken in zaken waarin zij relatieproblemen met moeder hebben. Ook krijg ik veel vaders die vragen hebben over de opvoeding, de verbroken relatie met moeder en vragen over het contact met het kind. Ik krijg vaak te maken met ongehuwde vaders aan de hand van vragen met betrekking tot de relatie en communicatie tot moeder en over opvoeding.
• De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding heeft als doelstelling dat beide ouders betrokken blijven in de opvoeding na scheiding van ouders. In hoeverre ziet u dit terug in de praktijk binnen uw instantie?
Ik kan niet specifiek aangegeven hoeveel zaken ik heb met ongehuwde vaders heb gehad waarvan ik terugzie dat er sprake is van betrokkenheid bij ouders na scheiding. Dus dat weet ik niet, maar wat wij proberen is om aan te geven aan ouders dat het kind contact wil met allebei zijn ouders. Over het algemeen willen vaders (gehuwd of niet gehuwd) willen gewoon contact met hun kind. Ik ken geen vader die zegt dat zijn kind hem niet interesseert. Ik ken wel vaders die het moeilijk vinden om het contact met hun kind te herstellen. Deze zijn zo verdrietig en gefrustreerd over het contact dat zij hebben met moeder. Per zaak is het verschillend of de ouders werken aan betrokken ouderschap na scheiding. In sommige zaken wil moeder dat vader een zo klein mogelijke rol speelt in het leven van zijn kind. Ik ken ook vaders die zeggen dat moeder weer een zo klein mogelijke rol in de opvoeding heeft. Dus daar is geen standaard uitspraak over. Een van de taken van mij is juist om dat weer te verbinden.
• Wat zijn volgens u de randvoorwaarden voor de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Meerzijdige partijdigheid vind ik echt wel belangrijk. Luisteren, samenvatten, helpen om te ordenen. Hiermee bedoel ik dat het vaak een chaos is in het hoofd van de vaders en dat je vaak in de dingen in een chronologische volgorde moet plaatsen van de dingen die gebeurd zijn. Daarnaast is een competentie informatieoverdracht over hun rechtspositie en over waar zij terecht kunnen met hun vragen. Je moet ook goed kunnen uitleggen als hulpverlener wat de verschillende instanties doen. Daarnaast moet je je goed kunnen positioneren en je grenzen aan kunnen geven en aansluiten. Je moet goed contact kunnen maken. Je moet niet boven iemand gaan staan, maar naast iemand gaan staan en iemand zijn verhaal kunnen aanhoren zonder dat je daar vooroordelen over hebt. Aan de andere kant moet je zo een vader wel kunnen wijzen op zijn rechten, plichten en verantwoordelijkheden. Je moet als hulpverlener veerkrachtig zijn en judoën. Soms ga je mee met de cliënt en dan weer niet. Je moet als hulpverlener ook heel duidelijk zijn over wat je wel kunt doen vanuit jouw rol als hulpverlener en over wat je niet kunt doen. Je moet hier duidelijk het gesprek over aangaan, zodat de verwachtingen overeen komen en teleurstellingen eventueel kunnen worden voorkomen op zo een manier.
• Artikel 1:247 gaat uit van gelijkwaardig ouderschap. Hoe ziet u dit terug in uw hulp/dienstverlening
Voor mij is gelijkwaardig ouderschap dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt en niet 50% van de taken en opvoeding. Op basis hiervan moeten betrouwbare afspraken worden gemaakt.

? De visie hulp/ dienstverleners op het ongehuwd vaderschap
• Hoe wordt er binnen uw hulp/dienstverlenende instantie aangekeken tegen het ongehuwd vaderschap?
De benadering is hetzelfde voor zowel vader als moeder, omdat een kind twee ouders heeft. Het is niet zo dat wij anders kijken tegen ongehuwde of gehuwde vaders. Juridische gezien heeft het wel een status en daar moet je wel rekening mee houden in het contact met de ouders. Want als de ouders wel getrouwd zijn dan hebben vaders meer recht op informatie bijvoorbeeld en je moet ook toestemming hebben van beide ouders voor een behandeling van het kind.
• Hoe kijkt u zelf tegen het ongehuwd vaderschap aan?
Voor mij maakt het geen verschil of mensen gehuwd of ongehuwd zijn. Ik denk dat het ook wel iets van de moderne tijd is, want in de jaren 50 was dit wel anders. Toen waren mensen gewoon getrouwd met elkaar en lag het echtscheidingspercentage lager. Tegenwoordig zijn de mogelijkheden om te scheiden makkelijker en is de positie van de vrouw ook sterker geworden. De vrouw is financieel afhankelijk en kunnen ook voor zichzelf zorgen.

 

Bijlage 11: Interview advocaat SmeetsGijbels Advocaten in Rotterdam

? Introductie
• Anonimiteit
Hoeft niet anoniem
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Waar bent u werkzaam?
SmeetsGijbels Advocaten in Rotterdam
• Wat is uw beroep?
Ik ben advocaat en mediator in opleiding
• Op welke basis voert u dit beroep uit (vrijwillig of betaald)?
Betaald. Wij doen geen toevoegingszaken, omdat wij niet geregistreerd staan bij de RvR.
• Welke beroepstaken heeft u?
Adviseren, procederen en mediateen
• Wat is de visie van uw instantie?
Wij proberen altijd in onderling overleg met de wederpartij tot een oplossing te komen. Werken naar praktische oplossingen en op zo een manier escalatie te voorkomen.
SmeetsGijbels biedt gespecialiseerde juridische bijstand aan particulieren op alle deelgebieden van het personen-en familierecht. Het kantoor richt zich op vermogende particulieren in het midden- en topsegment. Daarnaast doet SmeetsGijbels zaken van bijzondere juridische aard met een hoge mate van complexiteit of zaken die de kans bieden om nieuwe juridische wegen in te slaan.
• Met welke andere instanties werkt u samen?
Rechtbank, Raad voor de Kinderbescherming, BJZ, AMK, Juridisch Loket, de huisarts, kinderpsycholoog, orthopedagoog, consultatiebureau, school en andere advocaten kantoren.
• Hoe bent u bekend met de groep ongehuwde vaders?
Over het algemeen hebben de ongehuwde vaders wel al hun kind erkend als ze bij ons aankomen. Het komt ook wel eens voor dat ze het kind nog niet hebben erkend, maar negen van de tien keer heeft er wel erkenning plaatsgevonden. Ongehuwde vaders zijn zich vaak niet bewust van het feit dat erkenning niet automatisch gezag oplevert.

? Kenmerken hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Hoe vaak krijgt u hulpvragen van ongehuwde vaders?
20-30% van de zaken uit onze praktijk ziet toe op ongehuwden, waardoor ik twee keer per maand vragen krijg van ongehuwde vaders.
• Welke hulpvragen leggen ongehuwde vaders aan u voor?
Vaak willen ze omgang met het kind en wat hun rechten en plichten zijn op dat punt. Ik krijg ook wel veel vragen over ouderlijke verantwoordelijkheid en wat daarmee samenhangt, zoals het gezag. Ik krijg daarnaast ook vragen over de informatieplicht.

• Naar welke instanties verwijst u ongehuwde vaders door met hun hulpvragen?
In eerste instantie verwijs is altijd eerst naar de ex, zodat vader kan proberen om onderling tot een regeling te komen. Wij zijn zelf degene die deze mensen de informatie geven en wijzen op hun rechten en plichten. Daar zou dus niet zo zeer van een doorverwijzing sprake zijn, tenzij het is naar de gesubsidieerde rechtshulp. In dit soort gevallen verwijzen wij dan door naar het Juridisch Loket of een advocaat die wel gesubsidieerde rechtsbijstand verleend. Als er zorgen zijn om de welzijn van het kind of sprake is van misbruik, dan verwijzen wij door naar het AMK of BJZ. Dit is wel een ultimum remedium. Ook verwijzen wij ongehuwde vaders vaak door naar school om daar in gesprek te gaan en na te vragen of zij ook signalen doorkrijgen. Daarnaast verwijzen wij ook door naar mensen in de directe omgeving, zoals het consultatiebureau, de huisarts, kennissen, familie en vrienden. Maar ook naar een kinderpsycholoog, orthopedagoog en mediators die meer gespecialiseerd zijn op het psychologische vlak.
• Welke juridische kennis hebben ongehuwde vaders en welke invloed heeft dit kennisniveau op uw hulpverlening / dienstverlening?
Over het algemeen moet ik ze heel veel vertellen, waardoor hun kennis beperkt is. Dit is echter ook weer afhankelijk van het opleidingsniveau van de ongehuwde vader. Ik heb de ervaring bij de rechtbanken en daarmee zijn de meeste mensen niet bekend. Ik kan ze aangeven wat haalbaar is. Rechtbanken zijn verschillend in hun uitspraken en op basis van deze ervaringen kan ik ze advies geven over hun juridische positie en mogelijkheden.
• Welke verwachtingen hebben ongehuwde vaders over de hulp/ dienstverlening en hoe beïnvloeden deze verwachtingen hun houding jegens uw hulp/dienstverlening?
Ik vind het moeilijk om onderscheid tussen verwachtingen van cliënten en hun wensen, want ik hoor heel vaak van vaders dat ze co-ouderschap willen. Dit weten ze heel goed na te vertellen, want de wet gaat uit van gelijkwaardig ouderschap. Dit is zo afhankelijk van de omstandigheden en de feiten die aan de orde zijn of dat haalbaar is. Het is dus meer een wensenlijstje dat ze je voorhouden dan dat ze concrete verwachtingen hebben. Over het algemeen moet ik de verwachtingen van ongehuwde vaders wel bijstellen, want deze zijn over het algemeen toch wat hoog.
• Welke vaardigheden/competenties vindt u van belang in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
De juridische kennis, stand van zaken goed in het oog kunnen houden, je moet weten welke instanties je kunt benaderen. Je moet goed kunnen coachen en weten welke mogelijkheden er zijn binnen het minnelijke traject. Je moet je cliënt af en toe kunnen sturen, zodat de emoties worden gereguleerd. Niet meehuilen met je cliënt. Je moet de stabiele factor zijn in het geheel en je moet ook wel psychologisch onderlegt zijn over hoe relaties in elkaar zitten en wat er fout kan gaan. Hierbij is inlevingsvermogen heel belangrijk.
• Welke werkwijze hanteert u als hulp/dienstverlener aan ongehuwde vaders?
Eerst een analyse maken van de zaak. Dit houdt in dat je gaat kijken wat er speelt en wat in het belang van de zaak is. Daarnaast vertaal ik de wens van de cliënt en zal ik de wederpartij benaderen om de zaken die geregeld moeten worden in onderling overleg te regelen. Dit doe ik desnoods met de hulp van derden door middel van bijvoorbeeld een viergesprek of een doorverwijzing naar een mediator. Als dit niet tot een resultaat leidt, dan zal ik een procedure bij de rechtbank opstarten. Soms start ik wel gelijktijdig een procedure bij de rechtbank om het traject te bewaken. Als het gaat om gezag kwesties of omgang dan moet de rechter binnen zes weken een zaak op zitting brengen,

maar rechtbanken hebben het soms zo druk dat dit niet gebeurt. Het gaat hier wel om jonge kinderen die geen omgang hebben, dus dat is menselijk dat het wel snel gebeurd. Hiernaast heb je ook kort geding om een zaak snel op zitting te krijgen, maar dan worden en twee procedures naast elkaar of na elkaar behandeld. Dit kost ook meer geld en ik in het kort geding kunnen geen goede beslissingen worden genomen in de korte tijd die er voor is. Meestal is mijn voorkeur dat ik alleen een bodemprocedure start waarbij in een keer een goed onderzoek kan worden gedaan.

? Wet- en regelgeving binnen de instantie
• Met welke wet- en regelgeving heeft u te maken binnen de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Burgerlijk Wetboek 1, Wet op de Jeugdzorg, IVRK, EVRM en wet op de vaststellingsovereenkomst (Burgerlijk Wetboek 7) bij mediation.
• Bij wat voor zaken heeft u te maken gehad met de ongehuwde vaders? En hoe zag uw hulp/dienstverlening eruit?
Over het algemeen zijn het zaken waarin vaders omgang willen, erkenning en gezag wordt over het algemeen wel toegekend. Omgang is soms wel een probleem om te krijgen. Dit heeft ook in een van mijn zaken er toe geleid dat de omgang in mijn ogen tot een zeer minimum is beperkt, terwijl we daar wel alles uit de kast hebben gehaald om de rechter te overtuigen van de geschiktheid van mijn cliënt om op een normale manier omgang te hebben met zijn kind. In mijn ogen is daar toch te voorzichtig opgetreden door de rechter, omdat moeder bepaalde signalen gaf en feiten presenteerde die in mijn beleving niet helemaal juist waren. Ze heeft toen veel onrust gezaaid, zodat de rechter een beslissing neemt in haar voordeel.
• Wat is het beleid vanuit uw hulp/dienstverlenende instantie voor ongehuwd vaderschap?
We hebben niet zo specifiek voor ongehuwd vaderschap een beleid, maar wel voor het treffen van een minnelijke regeling. We hebben procederen als ultimum remedium en proberen dus eerst altijd via een minnelijk traject eruit te komen.
• Welke invloed heeft het beleid van uw instantie op uw werkwijze die u hanteert in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
In voor wat betreft ongehuwde vaders moet je daar heel erg voor op je hoede zijn voor onnodige vertraging in een zaak. Als mediation niet goed uitpakt dan kan het zo zijn dat de zaak dan wordt vertraagd als je daarnaast dan nog geen proces hebt opgestart. Dus aan de ene kant is procederen het ultimum remedium, maar aan de andere kant wil je je de tegenpartij ook een stap voor zijn om alvast een procedure op te starten in het geval de mediation niet slaagt.
• Hoe ervaart u de kaders van het beleid van uw instantie in de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Prima.
• Op welke wet- en regelgeving is het beleid van uw instantie gebaseerd?
De gedragsregels zijn misschien nog van toepassing, dus de Advocatenwet.

? Visie ongehuwde vaders op de hulp/ dienstverlening
• Uit het onderzoek Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC) is naar voren gekomen dat vaders een ambivalente houding hebben ten opzichte van de huidige hulp/ dienstverlening. Heeft u ervaring met deze ambivalente houding en waar denkt u dat deze vandaan komt?

Meestal ontstaat die ambivalente houding gedurende het proces, omdat ze het idee hebben dat ze een achtergestelde positie hebben. Meestal voorafgaand niet, tenzij een cliënt al een heel traject van tevoren heeft gehad voordat hij bij ons terecht komt. Over het algemeen zijn ze teleurgesteld in de rechtspraak of een bepaalde instantie die onderzoek heeft gedaan en die tot conclusies komt, zoals de Raad voor de Kinderbescherming. Ze hebben dus niet zo zeer een ambivalente houding ten opzichte van mij maar meer ten opzichte van de rechtspraak en externe instanties die betrokken zijn in de zaak, zoals de Rvdk en BJZ.
• Tevens is uit ditzelfde onderzoek naar voren gekomen dat de vaders zich achtergesteld voelen in de huidige hulp/dienstverlening op moeder, omdat zij van mening zijn dat de hulp/dienstverlening zich voornamelijk richt tot moeder. Welke ervaringen heeft u hiermee binnen uw beroep?
Ik kan dit helemaal beamen want over het algemeen zijn het de vaders die het onderspit delven. Ik zie soms ook moeders die vinden dat de omgangsregeling te ruim is opgesteld, maar dan nog staat dit nog niet in verhouding van wat de vader uiteindelijk krijgt. Dit zijn vaak zaken waarin ook seksueel misbruik een rol spelen en dan wordt vader in een kwaad daglicht gesteld, terecht of niet. Als er dan niet kan worden vastgesteld dat er sprake is van seksueel misbruik en toch omgang wordt vastgesteld, dan heeft vader geen achtergestelde positie omdat hij dan toch omgang krijgt. Dit is weer de andere kant van de situatie. Over het algemeen vaders die omgang willen en de omstandigheden zijn er niet naar dan krijgen ze deze vaak niet. Zonder erkenning en gezag is een rechter nog terughoudender om een omgangsregeling vast te stellen. Dan moet er eerst family life worden aangetoond. Dit wordt overigens wel snel aangenomen.

? Visie beroepskrachten op hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Wat zijn uw ervaringen met ongehuwde vaders in uw hulpverlening / dienstverlening?
Met name in een zaak heeft een cliënt van mij begeleide omgang gekregen, terwijl daar geen enkele noodzaak toe was. Dat vind ik wel echt een zorgelijke situatie. Over het algemeen krijgen vaders vaak minder dan wat ze hebben verzocht.
• De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding heeft als doelstelling dat beide ouders betrokken blijven in de opvoeding na scheiding van ouders. In hoeverre ziet u dit terug in de praktijk binnen uw instantie?
Als mensen dus in een mediation zitten dan komen ze daar wel uit en komen ze dus uit op gelijkwaardig ouderschap, maar in de rechtspraktijk wordt dat niet vertaald naar een gelijke verdeling van zorg. Voor de verdeling van de zorgtaken wordt toch wel veel vastgehouden aan de bestaande situatie en dat er vaak sprake is van een traditionele rolverdeling.
• Wat zijn volgens u de randvoorwaarden voor de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Juridische kennis voor de hulp/dienstverleners. Cliënten moeten ook meer gecoacht worden om als ouder samen verder te gaan. Als partner gaan ze natuurlijk uit elkaar en roept dat veel emoties op waardoor ze elkaar niets gunnen, maar als ouder moeten ze leren respecteren. Hier moet begeleiding voor komen. Dit kan zijn door mensen uit de omgeving, zoals een consultatiebureau.
• Artikel 1:247 gaat uit van gelijkwaardig ouderschap. Hoe ziet u dit terug in uw hulp/dienstverlening?
Ik vind het op zich wel een hele mooie regeling in de wet, maar uiteindelijk moet ook boven water staan dat ze beide verantwoordelijk zijn. Ik probeer dat ook altijd voor ze te regelen, maar ze moeten met name ook tot een praktische regeling komen. Sommige vaders willen co-ouderschap, terwijl ze niet goed realiseren wat dit inhoudt. Als ze een ruime regeling hebben die goed te regelen is met hun werk, zodat ze er voor de kinderen kunnen zijn. Dat is ook wel iets waar vaders in gecoacht moeten worden. Ouders moeten elkaar over en weer elkaar wat meer gunnen en de gunfactor zou meer bij moeder aanwezig moeten zijn.

? De visie hulp/ dienstverleners op het ongehuwd vaderschap
• Hoe wordt er binnen uw hulp/dienstverlenende instantie aangekeken tegen het ongehuwd vaderschap?
In principe zou het dus niet moeten uitmaken of je gehuwd bent of niet, maar mensen moeten wel goed worden voorgelicht over de erkenning en gezag. Ik blijf het heel raar vinden dat erkenning niet automatisch gezag met zich meebrengt. Daar is Nederland toch wel uniek in. Hier moet betere voorlichting in komen voor ongehuwde vaders. Als een vader ook juridisch ouder is dan is er niet heel veel verschil volgens mij. Het enige verschil is als mensen een niet-bestendige relatie hebben gehad of als mensen tien jaar met elkaar getrouwd zijn geweest. Maar als mensen tien jaar met elkaar ongehuwd hebben samengewoond of getrouwd zijn geweest, dan maakt het voor de rechtspraktijk niets uit. Maar een stoplichtrelatie of je hebt als vader een vrouw zwanger gemaakt, dan krijg je een hele andere situatie. Ik denk dat die vaders het in rechte ook veel moeilijker hebben dan de vaders die in een huwelijk een kind hebben gekregen. Een huwelijk verondersteld namelijk dat mensen samenwonen en samen voor de kinderen zorgen.
• Hoe kijkt u zelf tegen het ongehuwd vaderschap aan?
Ik vind het zelf dat het niet zo veel moet uitmaken. Ik vind dat iedereen er over na moet denken voordat hij of zij een kind krijgt, getrouwd of niet. Dat er mensen zijn die zonder dat ze het weten kinderen hebben rondlopen, daar ben ik geen voorstander van. Verder vind ik het geen probleem dat ze ongehuwd kinderen krijgen. Ik zou ze wel willen adviseren om over de erkenning en het gezag na te denken. Ik denk ook wel dat het iets is van de moderne tijd het ongehuwd vaderschap, want je ziet ook vaak mensen kinderen krijgen en daarna pas trouwen.

 

Bijlage 12: Interview teamleider Omgang en Gezag Raad voor de Kinderbescherming in Amsterdam

? Introductie
• Waar bent u werkzaam?
De Raad voor de Kinderbescherming, Regio Amstedam en de Zuidelijke randgemeentes (Amsterdam)
• Wat is uw beroep?
Teamleider waarvan een van de portefeuilles Gezag en Omgang is en daar valt erkenning ook onder.
• Op welke basis voert u dit beroep uit (vrijwillig of betaald)?
Betaald
• Welke beroepstaken heeft u?
Ik heb een aantal portefeuilles dat zijn onderwerpen waar je verantwoordelijk voor bent. Hierin ben ik ook verantwoordelijk voor alle nieuwe ontwikkelingen. Dit is in mijn geval onder andere gezag en omgang en daarnaast heb ik een onderzoeksteam waarin een aantal raadsonderzoekers zitten die het uitvoerende werk doen. Naar de raadsonderzoekers heb ik meer een coachende rol en naar de directie en ketenpartners heb ik een meer adviserende rol.
• Wat is de visie van uw instantie?
Missie:
De Raad voor de Kinderbescherming komt op voor de rechten van het kind, van wie de ontwikkeling en opvoeding worden bedreigd. De Raad schept voorwaarden om die bedreiging op te heffen of te voorkomen. De Raad doet onafhankelijk onderzoek, adviseert in juridische procedures en kan maatregelen of sancties voorstellen. De Raad werkt nauw samen met andere instanties. Kinderen beschermen, dat doen we samen.
Visie:
In de visie van een organisatie staat omschreven wat zij op middellange termijn wil bereiken. Deze visie kan verder worden uitgewerkt in de manier waarop deze visie wordt bereikt (strategie) en de concrete doelen die hiervoor worden gesteld.
De Raad voor de Kinderbescherming is een uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid. Daarom willen wij bijdragen aan het realiseren van (nieuw) overheidsbeleid:
? zorgen voor effectievere jeugdbescherming en kortere doorlooptijden;
? terugbrengen van recidive onder jongeren;
? efficiënter werken;
? het primair proces centraal stellen;
? medewerkers direct betrekken bij veranderingsprocessen;
? sturen op maatschappelijke resultaten;
? werken aan de professionaliteit van medewerkers;
? werken aan een open en transparante vorm van leidinggeven.
• Met welke andere instanties werkt u samen?

Ketenpartners zoals: politie, Bureau Jeugdzorg, de rechtbank, het Gerechtshof, ziekenhuizen, scholen. Dit is eigenlijk heel breed. Onze directe ketenpartners zijn: Bureau Jeugdzorg, de William Schrikker Groep, Leger des Heils en de rechtbank
• Hoe bent u bekend met de groep ongehuwde vaders?
Ongehuwde vaders die komen wij vooral tegen in onze gezag- en omgangszaken waarbij wij via de rechtbank het verzoek krijgen om onderzoek te doen naar erkenning, gezag, omgang en/of hoofdverblijfplaats Bij al deze vraagstukken staat het belang van het kind centraal.

? Kenmerken hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Hoe vaak krijgt u zaken van ongehuwde vaders?
Dat kan ik je niet precies zeggen, omdat ze vallen onder de categorie gezag en omgang en daar valt alles onder, maar kan wel kijken hoeveel G&O zaken wij per maand ongeveer krijgen. G&O is gezag en omgang en zijn alle zaken die wij via de rechtbank binnenkrijgen, waar sprake is van erkenning waar ouders niet uitkomen of het niet overeenkomen van afspraken omtrent gezag omgangsregelingen, hoofdverblijfplaats of een combinatie van alle vier We kunnen hierdoor mensen best lang terug zien, bijvoorbeeld eerst voor de erkenning en dan omgang en dan ook nog eens een keer voor gezag. Soms doen ze dat gecombineerd, eerst de erkenning en dan omgang en gezag. In 2014 zijn wij net begonnen om de erkenningszaken apart te registreren. Dit doen wij omdat het toch wat anders is dan een omgangsregeling. Er zijn op dit moment 39 zaken in de instroom, waarvan ik denk dat ongeveer 5% van de zaken erkenningsvraagstukken zijn. Dus ongeveer tussen de 5-10% van de instroom bestaat wel uit erkenningsvraagstukken. Dat is dus niet heel veel, maar zeker ook niet weinig. De rest zijn omgangszaken, omdat daar geen onderscheid in zit tussen gehuwde of ongehuwde ouders. Al heet het bij gehuwde ouders een zorgregeling en bij ongehuwde ouders een omgangsregeling. De verwachte instroom van zaken over 2014 zijn ongeveer 250 zaken. Over 2013 waren dit 257 zaken en over 2012 waren dit 278 zaken. Dat het aantal in 2013 is afgenomen, is toeval want we schatten het wel steeds hoger in. Als laatst waren het 243 zaken over 2011 en 244 zaken over 2010.
• In welke zaken spelen ongehuwde vaders een rol?
Dit kan voorkomen in alle eerder genoemde zaken. Dit omdat er geen onderscheid wordt gemaakt.
• Naar welke instanties verwijst u ongehuwde vaders door met hun hulpvragen?
Wij wijzen eigenlijk niet veel door. Dit zouden wij eigenlijk meer willen doen, maar er is een te kort aan ( betaalbare) doorverwijsmogelijkheden binnen Amsterdam. Maar als wij doorverwijzen, dan verwijzen wij naar het Omgangshuis, Triple P, BJAA en de Opvoedpoli.
• Welke juridische kennis hebben ongehuwde vaders en welke invloed heeft dit kennisniveau op het onderzoek die de RvdK uitvoert?
Er zit hier geen verschil tussen ongehuwde of gehuwde vaders qua hun kennisniveau. Veel is afhankelijk van welke advocaat zij in de hand nemen. Vaders ( maar ook moeders) hebben over het algemeen een gebrek aan kennis over de gevolgen die een scheiding met zich meebrengt , het overkomt ze. Het heeft voor de rest geen invloed op het onderzoek.
• Welke verwachtingen hebben ongehuwde vaders over de RvdK en hoe beïnvloeden deze verwachtingen hun houding jegens de RvdK?
Ik zou niet weten wat de verwachtingen van de ongehuwde vaders zijn. Ik denk dat men het spannend vindt om bij de Raad te komen, maar ook dat iedere ouder de verwachting heeft dat zijn beeld van de toekomst voor het kind het meest in het belang is van het kind. Het is nooit leuk als de RvdK in de picture komt. Ouders komen er dan echt niet gezamenlijk uit of hebben het dan te bond gemaakt, waardoor de Raad een advies moet uitbrengen. Het liefst nemen ouders zelf de beslissingen over hun kind, maar dit gaat niet meer als de Raad zich er mee gaat bemoeien. Het is altijd zorgelijk als de Raad erbij betrokken raakt.
• Welke vaardigheden/competenties vindt u van belang in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Er moet tijd zijn voor rouwverwerking ten aanzien van hoe dingen kunnen verlopen, omdat het een stukje rouwen is als je je kind een tijd niet kan zien. Daarnaast moeten hulp/dienstverleners en de ouders bezitten over goede communicatievaardigheden. Dit is belangrijk zodat het kind niet klem komt te zitten tussen de ouders. Men moet een neutraal standpunt innemen.
• Welke werkwijze hanteert de RvdK met betrekking tot ongehuwde vaders?
Er is een onderzoeksmethode G&O . Deze methode wordt gehanteerd binnen alle G&O-zaken. Daarbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen gehuwde/ongehuwde ouders. De methode gaat uit van multidisciplinair overleg tussen een raadsonderzoeker, een gedragsdeskundige en een jurist. In dit overleg wordt een onderzoeksplan opgesteld. In het onderzoeksplan staat hoe ouders gesproken gaan worden en welke neutrale derden als informanten benaderd zullen worden uit het netwerk van het kind, zoals bijvoorbeeld de school, de hulpverlening of de huisarts. Daarnaast wordt er altijd met het kind en de ouders zelf gesproken om een beeld te krijgen wie het kind is en hoe zijn/haar draagkracht/last is. Naar aanleiding van de verkregen informatie wordt er wederom een multidisciplinair overleg gepleegd en komt de Raad tot een advies aan de rechter.

? Wet- en regelgeving binnen de instantie
• Met welke wet- en regelgeving heeft u te maken binnen de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Personen- en familierecht en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK).
• Bij wat voor zaken heeft u te maken gehad met de ongehuwde vaders? En hoe zag uw werkwijze er toen uit?
Als teamleider voer ik zelf geen onderzoeken uit. Binnen de Raad zijn het de raadsonderzoekers die een onderzoek verrichten. Dit gaat in samenwerking met een gedragsdeskundige en een jurist. Er wordt net als in andere Gezag en Omgangszaken met bijvoorbeeld gehuwde ouders, gebruik gemaakt van de daarbij behorende onderzoeksmethode G&O.
• Wat is het beleid vanuit de RvdK voor ongehuwd vaderschap?
Er is niet een specifiek beleid, maar wel een werkwijze. Dit is de manier waarop wij de raadsonderzoeken uitvoeren. Dit gebeurt via een vaste methode.
• Welke invloed heeft het beleid van de RvdK op uw werkwijze die u hanteert in de werkwijze bij ongehuwde vaders?
Binnen de Raad is het beleid om volgens de juiste daarvoor ontwikkelde methodiek te werk te gaan. Dat geldt voor iedere zaak die bij de Raad binnenkomt.
• Hoe ervaart u de kaders van het beleid van de RvdK in uw werkwijze in zaken met ongehuwde vaders?

Heel helder en duidelijk, omdat wij werken volgens de wet. Ik merk wel dat de maatschappelijke ontwikkeling soms sneller gaat dan de wet, waardoor de wet niet altijd goed aansluit op de praktijk.
• Op welke wet- en regelgeving is het beleid van de RvdK gebaseerd?
Het beleid is gebaseerd op de Nederlandse wetgeving, vervolgens is op basis hiervan een specifieke werkwijze ontwikkeld voor de verschillende soorten zaken die bij de Raad terechtkomen. Deze is gebaseerd op het personen- en familierecht/Jeugdstrafrecht en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK).

? Visie ongehuwde vaders op de hulp/ dienstverlening
• Uit het onderzoek Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC) is naar voren gekomen dat vaders een ambivalente houding hebben ten opzichte van de huidige hulp/ dienstverlening. Heeft u ervaring met deze ambivalente houding en waar denkt u dat deze vandaan komt?
Ik heb zelf geen ervaring met de ambivalente houding van vaders ten opzichte van de hulpverlening. Wij zijn ook geen hulpverlenende instantie. Ik kan mij voorstellen dat zij een ambivalente houding hebben tegen de hulp/dienstverlening. Ik zie deze echter niet terug jegens de Raad.

• Tevens is uit ditzelfde onderzoek naar voren gekomen dat de vaders zich achtergesteld voelen in de huidige hulp/dienstverlening op moeder, omdat zij van mening zijn dat de hulp/dienstverlening zich voornamelijk richt tot moeder. Welke ervaringen heeft u hiermee binnen uw beroep?
Ik wil niet zeggen dat vaders per se achtergesteld worden op moeder. De hulpverlening richt zich vaak op de ouder waar het kind zijn hoofdverblijfplaats heeft, waardoor het door de ene ouder kan worden ervaren als achterstellen.

? Visie beroepskrachten op hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Wat zijn uw ervaringen met ongehuwde vaders in uw hulpverlening / dienstverlening?
Allereerst zijn wij geen hulpverlenend of dienstverlenende instantie als het gaat om ongehuwde ouders. Wij worden door de rechter gevraag om advies te geven in zaken waarbij ouders uit elkaar zijn/gaan waarbij een kind betrokken is waarover ouders geen afspraken kunnen maken. We hebben dus een onderzoeksrol. Als het gaat om erkenning dan zal de raad onderzoeken of het in het belang van het kind is dat deze vader dit kind erkent. Daarvoor zal er contact zijn met de beide ouders, kind, en met neutrale derden om hierover vervolgens een advies uit te brengen aan de rechter. De rechter zal vervolgens beslissen of de erkenning wordt toegekend.

Een voorbeeld hieromtrent is bijvoorbeeld een zaak waarbij ouders een affectieve relatie hebben gehad, moeder raakt zwanger, en de relatie wordt verbroken tijdens de zwangerschap. Moeder ontkent vervolgens dat deze vader de vader is van haar kind. Vader geeft aan dat hij zeker weet dat hij de vader is. Een DNA-test heeft dit ook uitgewezen. Vervolgens krijgt de Raad de vraag om te adviseren of (grote) bezwaren zijn waarom deze vader zijn kind niet zou mogen erkennen.
• De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding heeft als doelstelling dat beide ouders betrokken blijven in de opvoeding na scheiding van ouders. In hoeverre ziet u dit terug in de praktijk binnen uw instantie?

De zaken waarbij het ouders lukt om hieraan invulling te geven, komen niet bij de Raad terecht. De RvdK komt in beeld als het ouders niet lukt om hieraan invulling te geven. Zodra het kind onderdeel is van de strijd tussen ouders en er een juridische procedure loopt bij de rechtbank is de kans zeer groot dat de rechter de Raad, bij beschikking vraagt om een onderzoek te verrichten. In dit onderzoek staat het kind centraal.
• Wat zijn volgens u de randvoorwaarden voor de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Ik denk dat veel hulp/dienstverlening nog uitgaan van oude denkbeelden op basis van de klassieke rolverdeling tussen man en vrouw. Hierin wordt geen rekening gehouden met moderne gezinnen, waaronder homostellen, lesbische stellen en ongehuwde ouders. Als het misgaat dan grijpen ze vaak terug op de klassieke rolverdeling dat vader vaak hoofdkostwinner is en dat het kind bij moeder thuis hoort te wonen. Een randvoorwaarde is dus dat deze denkbeelden achterwege worden gelaten.
• Artikel 1:247 gaat uit van gelijkwaardig ouderschap. Hoe ziet u dit terug in uw hulp/dienstverlening?
Dit is in de praktijk van de Raad vaak lastig te realiseren en vaak is er geen sprake van gelijkwaardig ouderschap. Hierdoor komen zij ook vaak terecht bij de Raad, omdat er van alles mis is gegaan binnen het gezin. De Raad gaat uit van het belang van het kind en stelt deze voorop. Op basis van dit uitgangspunt vormen wij een advies aan de rechter.

? De visie hulp/ dienstverleners op het ongehuwd vaderschap
• Hoe wordt er binnen uw hulp/dienstverlenende instantie aangekeken tegen het ongehuwd vaderschap?
Er wordt binnen de Raad niet anders naar ongehuwde vaders als gehuwde of geregistreerde vaders aangekeken. Wij hanteren dezelfde werkwijze voor elke zaak die bij ons binnenkomt via de rechtbank.
• Hoe kijkt u zelf tegen het ongehuwd vaderschap aan?
Ik vind het ongehuwd vaderschap prima, alleen moet je zorgen dat je alles goed geregeld hebt. Ik zie wel eens om me heen dat stellen de erkenning niet regelen en er vanuit gaan dat alles goed blijft in de relatie. Op het moment dat het dan fout gaat, dan is het al eigenlijk te laat.

 

Bijlage 13: Interview gezinsvoogd William Schrikker Groep in Amsterdam

? Introductie
• Anonimiteit
Hoeft niet anoniem.
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Waar bent u werkzaam?
Jeugdbescherming als gezinsvoogd bij de William Schrikker Groep
• Wat is uw beroep?
Gezinsvoogd
• Op welke basis voert u dit beroep uit (vrijwillig of betaald)?
Betaald. Mensen komen via de rechter bij ons binnen. Die stelt een OTS vast of een voogdijmaatregel. Op die manier raken wij betrokken.
• Welke beroepstaken heeft u?
Ik leg huisbezoeken af, begeleid bezoekregelingen, rapporteren, dossieropbouw, indicaties aanvragen om hulp binnen te halen binnen gezinnen, ik ga naar zittingen van de rechtbank met betrekking tot verleningen OTS en ik heb veel planbesprekingen met andere organisaties. Dit zijn besprekingen met vaak ambulante instanties.
• Wat is de visie van uw instantie?
De visie is dat het belang van het kind voorop staat en van daaruit werk je zo goed mogelijk samen. Het kind is het middelpunt. Wij werken echt vanuit de kinderen. Als wij zien dat kinderen zich niet meer kunnen ontwikkelen en dat het onveilig is voor ze dan vragen wij een OTS aan. Dit doen wij op basis van signalen.

Opdracht en aanpak:
De William Schrikker Groep wordt ingeschakeld als de kinderrechter een beschermende maatregel uitspreekt over een kind met een beperking (of een kind van ouders met een beperking). In die situaties bieden onze professionals specifieke kennis en ervaring om hulp te verlenen. Daarbij stellen we de kinderen en hun omgeving altijd centraal. Verder proberen we ze zo mogelijk in gezinsverband te laten opvoeden, bij voorkeur in het gezin van herkomst. Kan een kind echt niet thuiswonen? Dan kijken we allereerst of een pleeggezin tot de mogelijkheden behoort. Zo niet, dan zoeken we naar passende opvang in een gespecialiseerde voorziening.

Missie:
De William Schrikker Groep bevordert vanuit expertise en betrokkenheid de kwaliteit van het bestaan van jeugdigen met een beperking of jeugdigen van ouders met een beperking die aangewezen zijn op hulp in het drang en dwang kader.

Visie:
Wij bieden hulp aan een kwetsbare groep in de samenleving: jeugdigen van 0 – 23 jaar die leven met een beperking – bij henzelf of bij (één van) hun ouders – en waarbij opvoed- en opgroeiproblemen zijn ontstaan.
• Met welke andere instanties werkt u samen?
Dit is heel verschillend. Bijvoorbeeld jeugdhulpverleningsinstellingen. Deze zijn voor normaal begaafde kinderen dan hebben ze soms ouders met een verstandelijke beperking waarom ze bij de WSG zitten. Ook werken wij veel samen met de AWBZ-instellingen waar wij kinderen plaatsen, maar ook ambulante hulpverleners van Spirit, Pleegzorg, Amsta, Stud en Steun, schuldhulpverlening en Cordaan. We zitten in een heel breed netwerk. Daarnaast maken wij ook deel uit van de ketenpartners. De samenwerking is op basis van feiten en indicatie. Dit is wel eens dubieus, omdat wij in een gedwongen kader werken.
• Hoe bent u bekend met de groep ongehuwde vaders?
Ik heb heel veel kinderen in mijn caseload waarin moeder het gezag heeft en vader niet. Hier hebben vaders hun kinderen vaak wel erkend, maar hebben geen gezag.

? Kenmerken hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Hoe vaak krijgt u hulpvragen van ongehuwde vaders?
Ik heb ongeveer vijf ongehuwde vaders in mijn caseload zitten. Dit is bijna de helft van mijn caseload. Ik denk dat twee per twaalf vaders uit mijn jaarlijkse caseload ongehuwd zijn. Die komen dan bij mij binnen als ongehuwde vader. Ik heb op dit moment meer in mijn caseload zitten, omdat ik voor langere tijd met cliënten werk, dus langer dan een jaar. OTS is altijd voor een jaar en als de problemen dan nog niet zijn opgelost, dan kan ik weer verlenging voor een jaar aanvragen. Dit is vaak het geval want mensen met een verstandelijke beperking leren heel langzaam, waardoor je sowieso twee jaar met een zaak bezig bent.
• Welke hulpvragen leggen ongehuwde vaders aan u voor?
– Hoe moet ik het doen met erkenning?
– Kan ik mijn kind zien en waar?
• Naar welke instanties verwijst u ongehuwde vaders door met hun hulpvragen?
Naar een advocaat.
• Welke juridische kennis hebben ongehuwde vaders en welke invloed heeft dit kennisniveau op uw hulpverlening / dienstverlening?
De meeste vaders hebben weinig kennis. Ik wil nog wel eens voorwerk voor ze doen waar ze zich moeten vervoegen en wat een goede advocaat voor ze zou kunnen zijn. Hier houdt wel mee op. ik zit namelijk voor het belang van het kind en niet voor vader.
• Welke verwachtingen hebben ongehuwde vaders over de hulp/ dienstverlening en hoe beïnvloeden deze verwachtingen hun houding jegens uw hulp/dienstverlening?
Het is verschillend welke vaders je treft, want ik heb twee kinderen bij hun biologisch vader geplaatst. Die vaders wilde heel erg met mij samenwerken en zagen ook in hoe belangrijk het voor het kind was. De verwachtingen zijn dat ze meer een vaderrol kunnen gaan betekenen. Veel vaders hebben echter ook veel weerstand tegen de jeugdzorg en willen hier eigenlijk niets mee te maken hebben, dus dan werken ze niet meer. Hiermee maken ze het voor zichzelf alleen maar lastiger, want ik moet wel weten of het kind bij die vader veilig is. De verwachtingen van vaders worden ook gevoed door

eigen ervaringen met de hulpverlening. Een vader heeft zelf onder toezicht gestaan en heeft nare ervaringen met de reclassering. Hierdoor verwachten vaders dat de hulpverlening vanuit de WSG ook slecht is en dat hij nare ervaringen zal krijgen.
• Welke vaardigheden/competenties vindt u van belang in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Ze moeten weten hoe het zit in het personen- en familierecht en jeugdrecht. De hulpverlening moet ook samenwerken met mij als ze iets voor deze vaders willen betekenen. Ik verwacht ook wel dat ze goed kunnen observeren tijdens een begeleide omgang. Een advocaat moet de beoordeling van het belang van het kind aan andere hulpverleners overlaten en slechts de ouders verdedigen.
• Welke werkwijze hanteert u als hulp/dienstverlener aan ongehuwde vaders?
Ik heb niet een specifieke werkwijze, want ik kijk altijd wel wie er om het kind heen zijn en met wie ik dingen kan afspreken in het belang van het kind. Hierdoor betrek ik de vader die geen gezag heeft ook in de hulpverlening. Ik heb eenzelfde werkwijze voor vader en moeder. Dit is gelijk.

? Wet- en regelgeving binnen de instantie
• Met welke wet- en regelgeving heeft u te maken binnen de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Wet op de Jeugdzorg, personen- en familierecht en strafrecht.
• Bij wat voor zaken heeft u te maken gehad met de ongehuwde vaders? En hoe zag uw hulp/dienstverlening eruit?
In zaken met beperkte moeders die wisselende partners hebben, dus die ook kinderen van verschillende partners hebben. Ook heb ik te maken met ongehuwde vaders als de kinderen al eerder uithuisgeplaatst zijn geweest. Hier zie ik vaak dat bijna alle kinderen uit een gezin uit huis geplaatst worden. Het rammelt dan meestal overal wel binnen het gezin.
• Wat is het beleid vanuit uw hulp/dienstverlenende instantie voor ongehuwd vaderschap?
We hebben geen specifiek beleid voor ongehuwde vaders, maar we hebben wel een algemeen beleid dat er vanuit gaat dat wij iedereen binnen het gezin betrekken bij de hulpverlening. Je bent altijd op zoek naar de persoon die een goede rol kan spelen in het leven van een kind.
• Welke invloed heeft het beleid van uw instantie op uw werkwijze die u hanteert in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Het is meer dat het beleid na de transitie van de jeugdzorg meer werk oplevert en druk geeft. Voor mijn gevoel hou je minder tijd over om te besteden aan die mensen die het juist zo hard nodig hebben. Je moet steeds meer administratieve dingen doen. Ik heb hierdoor minder tijd om met de mensen in gesprek te gaan en te kijken wat er in het netwerk van het kind zit.
• Hoe ervaart u de kaders van het beleid van uw instantie in de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Beperkend eigenlijk. We kunnen te weinig een beroep doen op onze eigen juridische hulpverlening. Vroeger konden we onze juristen zelfstandig benaderen. Nu kan dit alleen via de inhoudelijk manager. Deze gaat dan beoordelen of de vraag kan worden voorgelegd aan de juristen. Hierdoor duurt het langer dat ik een antwoord heb en werkt dit weer door in mijn praktijk als voogd. Ik kan hierdoor niet snel reageren. De kaders zijn erg vernauwd door de transitie en dit kan volgens mij nooit de bedoeling zijn. Het wordt hierdoor ook heel bureaucratisch.
• Op welke wet- en regelgeving is het beleid van uw instantie gebaseerd?

Op de Wet op de Jeugdzorg.

? Visie ongehuwde vaders op de hulp/ dienstverlening
• Uit het onderzoek Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC) is naar voren gekomen dat vaders een ambivalente houding hebben ten opzichte van de huidige hulp/ dienstverlening. Heeft u ervaring met deze ambivalente houding en waar denkt u dat deze vandaan komt?
Soms zit het gewoon in de karakter van de persoon en heeft het te maken met hun eigen ontwikkeling. Soms heeft het te maken met hun achtergrond ten opzichte van de jeugdzorg, dat ze hier nare ervaringen mee hebben. Ook wel culturele verschillen spelen hier een rol. Ze hebben allemaal een eigen kader waaruit ze denken. Ze weten vaak de wetgeving niet helemaal precies en hebben zich niet goed aangepast aan de Nederlandse samenleving. Zelf heb ik ongehuwde vaders uit Marokko, Suriname en de Dominicaanse Republiek. Dit vind ik eigenlijk wel altijd heel erg leuk om uit te zoeken wat er voor hun geldt en wat er voor hun kan worden geregeld.
• Tevens is uit ditzelfde onderzoek naar voren gekomen dat de vaders zich achtergesteld voelen in de huidige hulp/dienstverlening op moeder, omdat zij van mening zijn dat de hulp/dienstverlening zich voornamelijk richt tot moeder. Welke ervaringen heeft u hiermee binnen uw beroep?
Daar ben ik het mee oneens, want ik mijn oogpunt worden ze helemaal niet achtergesteld. Ik heb in mijn hulpverlening niet het idee dat vaders zich achtergesteld door mij voelen. Ik behandel vader en moeder gelijkwaardig. Als ze echt extra dingen willen dan verwacht ik ook extra dingen van hen. Dan adviseer ik dat zij het kind erkennen en gezag gaan aanvragen. Als een vader wilt dat het kind bij hem wordt geplaatst, dan moet hij er ook echt iets voor doen. Het moet niet zo zijn dat alles van mijn kant moet komen. Mijn manier van werken is er niet zo opgericht dat vader achtergesteld wordt op moeder.

? Visie beroepskrachten op hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Wat zijn uw ervaringen met ongehuwde vaders in uw hulpverlening / dienstverlening?
Ik heb uiteindelijk een meisje bij haar biologische vader geplaatst. Hij zit zelf in een heel ingewikkelde juridische procedure, omdat dit meisje was erkend door een andere vader. Via een DNA-test is toen aangetoond dat hij de biologische vader is. Nu moet hij drie jaar voor zijn dochter zorgen om het gezag te kunnen wijzigen. Dit vind ik een maatregel uit de wet die heel nadelig voor hem is, want het kind is nu met een machtiging UHP bij de biologische vader geplaatst en pas na drie jaar kan hij naar de rechter om dat gezag te wijzigen. Dit is ook om family life aan te tonen. Het meisje woont er nu twee jaar en zij gaan nu het derde jaar in en dan gaan we afronden. Op dat moment gaat de OTS er dan af, omdat het nu prima gaat met dit meisje bij hem. De OTS was er omdat het niet goed ging bij moeder.
• De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding heeft als doelstelling dat beide ouders betrokken blijven in de opvoeding na scheiding van ouders. In hoeverre ziet u dit terug in de praktijk binnen uw instantie?
Weinig, omdat de ouders sowieso niet gehuwd zijn maar wel uit elkaar zijn. Sommigen zijn betrokken en anderen verdwijnen uit beeld, omdat ze vaak dan een andere relatie hebben en het kind uit de vorige relatie niet past in de nieuwe relatie. In mijn caseload heb ik wel mensen die een andere relatie aangaan en geen bal meer aantrekken van de kinderen die er al waren uit vorige relaties. Hierdoor zijn ze allebei als ouders niet meer

betrokken en staan ze er alleen voor. Op dit soort moment wordt het dan gauw dat wij de voogdij aanvragen en wij het gezag krijgen.
• Wat zijn volgens u de randvoorwaarden voor de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Ongehuwde vaders moeten worden betrokken in de hulp/dienstverlening en dat ze juridische handvatten geeft als zij verdere stappen willen zetten.
• Artikel 1:247 gaat uit van gelijkwaardig ouderschap. Hoe ziet u dit terug in uw hulp/dienstverlening?
Als dat juridisch niet geregeld is dan kan het niet. Zo zit de wetgeving in elkaar. Ik had dit wel anders willen zien, maar het is gewoon zo.

? De visie hulp/ dienstverleners op het ongehuwd vaderschap
• Hoe wordt er binnen uw hulp/dienstverlenende instantie aangekeken tegen het ongehuwd vaderschap?
We komen het heel veel tegen waardoor we het als iets gewoons zien.
• Hoe kijkt u zelf tegen het ongehuwd vaderschap aan?
Ook gewoon. Binnen de doelgroep van de WSG is er vaak ook geen geld voor een bruiloft. Dat zijn ze gewoon nooit aangegaan en hebben er ook geen knowhow van. Het ouderschap overkomt ze en dan moeten ze er voor zorgen. Als ik kijk in mijn caseload dan is het echt nihil de mensen die getrouwd zijn. Binnen onze doelgroep zijn het vaak multiprobleemgezinnen en spelen er ook vaak financiële dingen.

 

Bijlage 14: Interview gezinsvoogd William Schrikker Groep in Amsterdam

? Introductie
• Anonimiteit
Anoniem
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Waar bent u werkzaam?
William Schrikker Groep Amsterdam
• Wat is uw beroep?
Gezinsvoogd jeugdbescherming
• Op welke basis voert u dit beroep uit (vrijwillig of betaald)?
Betaald en het is een gedwongen kader, want ze komen binnen via de rechtbank. Als de vrijwillige hulpverlening niet meer werkt, dan komt het voor de rechter en wordt er een OTS uitgesproken. Op dit moment moeten ouders dan ook verplicht meewerken.
• Welke beroepstaken heeft u?
We krijgen een opdracht van de rechtbank om een OTS op te heffen. Deze wordt uitgesproken als er sprake is van ernstige kindermishandeling en verwaarlozing. Wij houden dan toezicht om verbetering te brengen. In sommige gevallen lukt dit niet en dan moet je tot UHP overgaan.
• Wat is de visie van uw instantie?
Ook mensen met een verstandelijke beperking krijgen kinderen en dat je daar als maatschappij wat mee moet doen. Je moet proberen om zo goed en zo lang mogelijk het kind bij de ouders te houden. In gevallen dat de veiligheid van het kind in gevaar komt, dan komen wij in beeld. Wij werken echt vanuit het kind.

Opdracht en aanpak:
De William Schrikker Groep wordt ingeschakeld als de kinderrechter een beschermende maatregel uitspreekt over een kind met een beperking (of een kind van ouders met een beperking). In die situaties bieden onze professionals specifieke kennis en ervaring om hulp te verlenen. Daarbij stellen we de kinderen en hun omgeving altijd centraal. Verder proberen we ze zo mogelijk in gezinsverband te laten opvoeden, bij voorkeur in het gezin van herkomst. Kan een kind echt niet thuiswonen? Dan kijken we allereerst of een pleeggezin tot de mogelijkheden behoort. Zo niet, dan zoeken we naar passende opvang in een gespecialiseerde voorziening.

Missie:
De William Schrikker Groep bevordert vanuit expertise en betrokkenheid de kwaliteit van het bestaan van jeugdigen met een beperking of jeugdigen van ouders met een beperking die aangewezen zijn op hulp in het drang en dwang kader.

Visie:
Wij bieden hulp aan een kwetsbare groep in de samenleving: jeugdigen van 0 – 23 jaar die leven met een beperking – bij henzelf of bij (één van) hun ouders – en waarbij opvoed- en opgroeiproblemen zijn ontstaan.
• Met welke andere instanties werkt u samen?
Raad voor de Kinderbescherming, zij doen het eerste onderzoek. Vervolgens ga je dan hulpverlening inzetten en dat is dan Cordaan, Philadelphia (zorg organisatie voor mensen met een geestelijke en lichamelijke beperking), Prinsenstichting, Spirit, Altra, Amsta en de AWBZ-instellingen. Het netwerk is dus heel breed.
• Hoe bent u bekend met de groep ongehuwde vaders?
Ik heb heel veel vaders in mijn caseload die wel nog bij de moeder zijn, maar die niet gehuwd zijn. Op die manier kom ik ze tegen. In de doelgroep van de WSG wordt namelijk niet zo snel getrouwd.

? Kenmerken hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Hoe vaak krijgt u hulpvragen van ongehuwde vaders?
Van de zeventien kinderen uit mijn caseload heb ik merendeels ongehuwde vaders en sommige zijn ook echt uit elkaar. Een stuk of zes ongehuwde vaders heb ik op het moment in mijn caseload zitten.
• Welke hulpvragen leggen ongehuwde vaders aan u voor?
Eigenlijk niet zo veel, omdat ze het eigenlijk al vervelend vinden dat ik er ben en je hebt natuurlijk ook verschillende vaders. De ouders uit mijn caseload zijn niet zo erg bezig met hun juridische positie.
• Naar welke instanties verwijst u ongehuwde vaders door met hun hulpvragen?
Stichting MEE, Cordaan, Philadelphia (zorg organisatie voor mensen met een geestelijke en lichamelijke beperking), Prinsenstichting, Spirit, Altra, Amsta en de AWBZ-instellingen.
• Welke juridische kennis hebben ongehuwde vaders en welke invloed heeft dit kennisniveau op uw hulpverlening / dienstverlening?
Die van mij hebben heel weinig juridische kennis. Die weten niet hoe het allemaal precies zit met gezag en erkenning. Ik werk eigenlijk heel erg met degene die gezag heeft. Ik probeer wel met beide ouders te werken, maar omdat ik in de dwangpositie zit ben je bezig met de juridische ouder en dat is degene die het gezag heeft. Eigenlijk ben je dan heel veel bezig met moeder. Ik heb een keer een zaak gehad waarin moeder uit het gezag werd ontheven en vader zat er wel bij en mocht zeggen wat hij ervan vond, maar hij was uiteindelijk niet de juridische ouder die uit het gezag werd ontheven. Vaders begrijpen dit dan niet en dan willen ze alsnog het gezag aanvragen. Dit zetten ze dan achter mijn rug om in werking met een advocaat. Dit heeft eigenlijk heel weinig invloed op mijn hulpverlening, omdat ik het ze maar een keer hoef uit te leggen en dan komen ze er ook niet zo snel meer op terug. Het lijkt helemaal niet echt bij ze te spelen. Behalve als de juridische ouder uit het gezag wordt ontheven of als zij uit elkaar gaan. Als de ongehuwde vader wel opeens het gezag heeft aangevraagd en heeft gekregen, dan kan het voor mij zo zijn dat ik opeens met twee juridische ouders te maken heb. Ik betrek allebei de ouders in de hulpverlening, maar niet in het juridische aspect.
• Welke verwachtingen hebben ongehuwde vaders over de hulp/ dienstverlening en hoe beïnvloeden deze verwachtingen hun houding jegens uw hulp/dienstverlening?
Ik denk dat heel veel vaders bang zijn dat ik hun kind van ze afneem. Dit beïnvloedt hun houding doordat ze veel wantrouwen hebben en ingehouden woede. Ik moet dan me

best doen om vertrouwen bij ze te winnen om met ze te kunnen werken. Als ze mij hebben leren kennen en zien dat ze wat met mij kunnen dan hebben ze meer vertrouwen om hun hulpvragen te stellen. Aan he begin van het traject zijn ze niet zo blij met mijn hulpverlening en hebben ze vooral angst. Ze verwachten dus het ergste.
• Welke vaardigheden/competenties vindt u van belang in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Geduld, dingen kunnen herhalen, duidelijke communicatie op een makkelijk niveau, humor, respect en open houding. Als onze cliënten in normale hulpverlening terecht komen dan gaan ze zich vaak irriteren. Ze zien er natuurlijk heel gewoon uit, maar ze kunnen hele rare dingen zeggen in een gesprek.
• Welke werkwijze hanteert u als hulp/dienstverlener aan ongehuwde vaders?
Ik werk met de Delta-methode. Dit is een gefuseerd stappenplan dat begint met kennismaking, waarna je overgaat op een analyse. Aan de hand van de analyse ga je kijken wat er allemaal aan de hand is en van dingen die spelen ga je dan bekijken welke de ergste zijn voor het kind. Dit bespreek je vervolgens met ouders en daar pik je een aantal dingen uit waarmee je aan het werk gaat. Dit worden dan je doelen voor de komende periode. Ik stel het plan en doelen samen met de ouders op. Bij alle nieuwe zaken moeten wij een netwerkconferentie houden. Bij een EKC zitten er mensen uit het netwerk van het kind, bijvoorbeeld heel veel familie. Ik zit daar om de kaders aan te geven waardoor zij een plan kunnen maken voor het kind. Daarna wordt het plan besproken om te kijken waar veranderpunten liggen. Met het plan van de familie ga je dan aan de slag en fungeert het plan als vangnet.

? Wet- en regelgeving binnen de instantie
• Met welke wet- en regelgeving heeft u te maken binnen de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Wet op de Jeugdzorg, IVRK, personen- en familierecht (burgerlijk wetboek 1) en privacywetgeving.
• Bij wat voor zaken heeft u te maken gehad met de ongehuwde vaders? En hoe zag uw hulp/dienstverlening eruit?
Hele verschillende zaken. Bijvoorbeeld in een doof gezin waarin de kinderen wel erkend waren, maar waar vader geen gezag had. Uiteindelijk is moeder ontzet uit het gezag en zijn de ouders ook gescheiden. Ik heb twee gezinnen bij Cordaan die uit elkaar zijn. In een ander gezin die in een aanleunwoning woont en die begeleid wordt door Cordaan is wel de vraag vanuit vader gekomen voor gezag, omdat moeder nu uit het gezag is gezet.
• Wat is het beleid vanuit uw hulp/dienstverlenende instantie voor ongehuwd vaderschap?
We hebben niet een specifiek beleid voor ongehuwde vaders. Ik werk volgens de Delta-methode en dat houdt in dat ik respectvol moet zijn naar ouders.
• Welke invloed heeft het beleid van uw instantie op uw werkwijze die u hanteert in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Ik maak beslissingen niet zelf en in een casustiekbeslissing kijken we wat we met het kind moeten doen. Het kan wel eens zijn dat jij vindt dat een kind weer naar huis kan, terwijl vanuit het team besproken is dat het kind daar toch niet veilig is en dan moet je een kind uit huis plaatsen. Dit is dan tegen mijn normen en waarden in.
• Hoe ervaart u de kaders van het beleid van uw instantie in de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Ik vind het op zich goed, want het moet niet je eigen beslissing worden. Het moet een beslissing van het team worden. Het kan voorkomen dat je het er niet mee eens bent, maar dat een merendeel van het team heeft gezegd dat het anders moet. Je moet het natuurlijk ook altijd toetsen bij een kinderrechter en dan weet je of je het goed hebt afgestemd. Het blijft echter lastig om dingen te doen waar je eigenlijk niet echt achter staat. Uiteindelijk gaat het om de veiligheid van het kind.
• Op welke wet- en regelgeving is het beleid van uw instantie gebaseerd?
De Wet op de Jeugdzorg.

? Visie ongehuwde vaders op de hulp/ dienstverlening
• Uit het onderzoek Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC) is naar voren gekomen dat vaders een ambivalente houding hebben ten opzichte van de huidige hulp/ dienstverlening. Heeft u ervaring met deze ambivalente houding en waar denkt u dat deze vandaan komt?
Ik denk dat ongehuwde vaders meestal geen zin hebben in de hulpverlening en zich ook vaak terugtrekken, maar in mijn geval hebben ze die hulp ook eigenlijk nodig en kunnen ze ook niet zonder. Ik heb wel het idee dat ze zich ook wat achtergesteld voelen op de moeders.
• Tevens is uit ditzelfde onderzoek naar voren gekomen dat de vaders zich achtergesteld voelen in de huidige hulp/dienstverlening op moeder, omdat zij van mening zijn dat de hulp/dienstverlening zich voornamelijk richt tot moeder. Welke ervaringen heeft u hiermee binnen uw beroep?
Best wel veel omdat de moeders vaak alleen gezag hebben binnen mijn werk. Hier moet ik juridisch wat mee. Hierdoor merk je dat je veel meer gericht bent op de moeder, omdat zij het gezag heeft. Ik doe het zelf en ik merk het ook in de hulpverlening.

? Visie beroepskrachten op hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Wat zijn uw ervaringen met ongehuwde vaders in uw hulpverlening / dienstverlening?
Ik had een vechtscheiding die ik heftig vond. Deze ouders waren al dertien jaar uit elkaar. De ouders zijn niet gehuwd geweest. Hun zoontje had zware autisme en die mensen bleven maar met elkaar vechten en tegen zitten. Na twaalf jaar had vader het gezag aangevraagd, waardoor de ouders opeens gezamenlijk beslissingen moesten nemen. Hierdoor zaten ze elkaar nog meer dwars. Dit vond ik heel moeilijk omdat ze veel met elkaar bezig waren en ik wist niet goed wie gelijk had. Ik wist niet goed wat ik moest doen en ze lieten het heel hoog oplopen. Ik vroeg mij af of het wel goed voor het kind was dat vader na twaalf jaar gezag had gekregen. Uiteindelijk is de hoofverblijfplaats bij vader en is het kind daar gaan wonen. Vader heeft zijn zoon toen uit een vrijwillige instelling opgehaald en bij hem thuis laten wonen. De OTS is net begonnen en ik heb toen gevraagd voor een UHP terug naar de instelling. Deze hebben wij helaas niet gekregen en op zich snapte ik dat wel. Dit vond ik een hele heftige zaak als beide ouders gezag hebben en elkaar zo tegen zitten. Soms denk dat het beter is dat een ouder het gezag heeft. De vader voelde zich heel erg gediscrimineerd door de hulpverlening, waardoor hij het gezag heft aangevraagd.
• De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding heeft als doelstelling dat beide ouders betrokken blijven in de opvoeding na scheiding van ouders. In hoeverre ziet u dit terug in de praktijk binnen uw instantie?
Ik heb natuurlijk niet zo veel scheidingen. In een zaak waar het om scheiding gaat, dan merk ik dat ik heel erg met moeder werk en vader heel erg er buiten hou. De moeder heeft gezag en daar moet ik meewerken. Deze laat het echter ook heel erg afweten, want de kinderen zijn uit huis geplaatst. Daarvan merk ik dat vader heel erg op de achtergrond is. Die vader moet ik dan echt betrekken door hem te bellen en bij hem op de koffie te gaan. Ik stimuleer hem tot betrokken vaderschap.
• Wat zijn volgens u de randvoorwaarden voor de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Het is belangrijk dat ongehuwde vaders een hulpvraag hebben en dat ze dus ook wel echt geholpen willen worden. Vaders moeten zelf meer het initiatief nemen. Het is belangrijk dat het belang van het kind voorop wordt gesteld.
• Artikel 1:247 gaat uit van gelijkwaardig ouderschap. Hoe ziet u dit terug in uw hulp/dienstverlening?
Ik zie het helemaal niet. De ouders uit mijn caseload zijn bij elkaar en de ouders die niet bij elkaar zijn laten hun gezicht een keer in de maand zien. Je hebt ook vaders die zich niet betrokken voelen na scheiding omdat hij geen gezag heeft en juridisch niets hoeft. Ik zie het helemaal niet 50/50 en zie dat de zorg toch voornamelijk bij moeder ligt.

? De visie hulp/ dienstverleners op het ongehuwd vaderschap
• Hoe wordt er binnen uw hulp/dienstverlenende instantie aangekeken tegen het ongehuwd vaderschap?
Dat is voor ons zo normaal, omdat het bijna in alle gevallen zo is. Wij vinden dit normaal en accepteren dat en we proberen wel de vaders te betrekken, maar omdat zij niet onder het gedwongen kader vallen is dit soms lastig. Er zijn ook vaders die op zo een manier zich onttrekken aan de hulp, maar wij proberen vaders wel zo veel mogelijk te betrekken.
• Hoe kijkt u zelf tegen het ongehuwd vaderschap aan?
Ik heb zelf ook een ongehuwde vader. Dit is voor mij dus helemaal geïntegreerd en ik kijk niet raar op als je niet getrouwd bent. Het is ook iets van de moderne tijd. Mensen wonen meer samen en kiezen niet meer zo snel voor een bruiloft. Je hebt daarnaast ook samenlevingscontracten. Deze heb ik ook nog niet eens.

 

Bijlage 15: Interview gezinsvoogd Jeugdbescherming Zuid-Holland Midden

? Introductie
• Anonimiteit
Anoniem
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Waar bent u werkzaam?
Bureau Jeugdzorg Zuid-Holland Midden
• Wat is uw beroep?
Gezinsvoogd en jeugdbeschermer in voornamelijk de regio Rotterdam en Gouda
• Op welke basis voert u dit beroep uit (vrijwillig of betaald)?
Betaald. De OTS wordt uitgesproken door de kinderrechter en soms komt er een melding bij het AMK en de Raad voor de Kinderbescherming. Het is dus verschillend hoe kinderen bij ons binnen komen.
• Welke beroepstaken heeft u?
Ik maak eerst een plan met het gezin en breng de ontwikkelingsbedreigingen in kaart. Dit is meervoudige problematiek, zowel op het niveau van de ouders als de kinderen. Ik zet hulpverlening in zodat ik zicht krijg op de situatie. Ik zelf verleen geen hulp, omdat het een gedwongen kader is. Indien nodig dan vraag ik een verlening aan van de OTS. Ook kan ik een machtiging gesloten jeugdzorg laten verlengen en uithuisplaatsingen aanvragen. Ik werk samen, onderhoud contacten, leg huisbezoeken af en bemiddel tussen ouders. Ook vraag ik na welke feiten er al bekend zijn bij de buurtrechercheur voordat ik een gezin begeleid. Alles ten aanzien van de veiligheid.
• Wat is de visie van uw instantie?
Wij zijn er voor ouders en kinderen die hulp nodig hebben bij het oplossen van ernstige opvoed- en opgroeiproblemen. We zijn er ook voor het beschermen van kinderen die in hun ontwikkeling worden bedreigd. Verder helpen we veroordeelde jongeren de draad van hun leven weer op te pakken.
Ouders en opvoeders met wettelijk gezag blijven altijd verantwoordelijk voor een gezonde ontwikkeling van hun kind. Dat is ons uitgangspunt. Wij nemen die verantwoordelijkheid niet over, maar kunnen gezinnen met problemen wel helpen om oplossingen te vinden.
Het is belangrijkste is het belang van het kind voorop te stellen aan de hand van de DELTA-methodiek. Deze methode gaat uit van zowel ouders als kinderen betrekken bij de hulpverlening.
• Met welke andere instanties werkt u samen?

In Gouda werken wij samen met Kwadraat, maatschappelijk werk, Raad voor de Kinderbescherming, Curium, Siriz, Horizon (besloten als gesloten groepen; crisishulp), Flexusjeugdplein (mediation), Ipse de Bruggen (gehandicaptenzorg), de Banjaard (GGZ-instelling), Stek (plusscholen, ambivalente hulp etc.), basisscholen, Cardea (zorginstelling) en de rechtbank.
• Hoe bent u bekend met de groep ongehuwde vaders?
Door middel van mijn caseload ben ik bekend met ongehuwde vaders.

? Kenmerken hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Hoe vaak krijgt u hulpvragen van ongehuwde vaders?
Tien van de vijftien gezinnen uit mijn caseload zijn van ongehuwde vaders. Dit is het overgrote deel van mijn caseload.
• Welke hulpvragen leggen ongehuwde vaders aan u voor?
Ze leggen vragen voor om meer contact te krijgen met hun kind, omdat ze meestal niet goed uit elkaar zijn gegaan. Dit vergt soms wel veel energie, omdat ouders er lang in blijven hangen. Daarnaast willen ze ook frequenter contact met de kinderen. Ik krijg ook vaak financiële vragen van ongehuwde vaders over hoe zij het rond kunnen krijgen om aanwezig te zijn bij de begeleide bezoeken. Sommigen vragen ook of het mogelijk is om urgentie te krijgen voor een woning, zodat de kinderen sneller bij de vader kunnen komen. Ik krijg ook vragen van ongehuwde vaders wat zij moeten doen om het gezag aan te vragen en wat zij kunnen doen om het kind te erkennen als moeder geen toestemming geeft. Ik krijg ook vragen over hoe zij het gezag weer terug kunnen krijgen als zij uit het gezag zijn ontzet.
• Naar welke instanties verwijst u ongehuwde vaders door met hun hulpvragen?
Ik verwijs door naar maatschappelijk werk als ik merk dat er iets op psychiatrisch vlak niet goed is met ouders en kinderen. Ik verwijs ongehuwde vaders door met hun juridische hulpvragen naar het juridisch loket. Voor de rest verwijs is eigenlijk niet veel door naar instellingen. Ik werk wel veel samen met de eerdergenoemde instellingen.
• Welke juridische kennis hebben ongehuwde vaders en welke invloed heeft dit kennisniveau op uw hulpverlening / dienstverlening?
Ik denk dat de meeste ongehuwde vaders weinig juridische kennis hebben. Dit is zoals ik het terugzie in mijn caseload. Ik merk aan de vragen die zij hebben dat zij heel weinig juridische kennis hebben.
• Welke verwachtingen hebben ongehuwde vaders over de hulp/ dienstverlening en hoe beïnvloeden deze verwachtingen hun houding jegens uw hulp/dienstverlening?
Ik merk dat ongehuwde vaders hele hoge verwachtingen hebben en dat wij wel voor alles zorgen binnen BJZ. Als het allemaal niet snel genoeg gebeurd dan klagen ze en tonen ze weerstand. Ik ga dan met ze in gesprek. Ze hebben voornamelijk hoge verwachtingen over de frequentie hoe vaak zijn hun kind mogen zien. Ze hebben ook hoge verwachtingen dat zij hun kind kunnen zien terwijl zij nooit in het leven van het kind zijn geweest. Ik ben dan heel duidelijk een geef hier mijn grenzen in aan dat dit niet gaat gebeuren van de een op andere dag. Zoiets moet worden opgebouwd. Door de verwachtingen zijn sommige ongehuwde vaders dominant in hun houding jegens mij.
• Welke vaardigheden/competenties vindt u van belang in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Je moet erkenning geven aan ongehuwde vaders hoe moeilijk zij het hebben, omdat binnen de hulpverlening hier niet veel aandacht aan wordt geschonken. Je moet erkenning hebben voor de moeilijke situatie waar zij in zitten, want als je gezag hebt is alles veel makkelijker en word je ook betrokken als vader in de hulpverlening. Als de vader geen gezag heeft, dan kan de moeder die wel gezag heeft het de vader heel moeilijk maken. Je moet empathie hebben en je moet kennis hebben. Daarnaast moet je deskundig zijn om een plan te kunnen maken met de ongehuwde vaders. Je moet open kunnen communiceren, zodat er transparantie is over de instantie en wat deze kan betekenen voor hen. Je moet geen dingen zeggen die je niet waar kunt maken. Je moet duidelijk zijn. Het is ook handig om de informatie die je tijdens een gesprek geeft nog in een brief te bevestigen aan de cliënt, zodat daar geen onduidelijkheden over kunnen zijn. Daarnaast moet je heel sterk kunnen positioneren als hulpverlener.
• Welke werkwijze hanteert u als hulp/dienstverlener aan ongehuwde vaders?
Ik hanteer de DELTA-methode in mijn hulpverlening aan ongehuwde vaders. In de eerste zes weken dat de rechtbank een uitspraak heeft gedaan maak ik middels de DELTA-methode een plan waar de verbeteringspunten liggen, zorgpunten, de ontwikkelingsproblemen en ontwikkelingsuitgangspunten. Ook staan hier de wensen van het kind zelf in en die van het gezinssysteem. Ik ga altijd met het kind in gesprek en dan geef ik ook aan of een kind wel of niet in staat is om de problemen te verwoorden. Daarnaast komt de hulpverleningsgeschiedenis naar voren in dit plan. Dit plan rond je binnen zes weken af en binnen zes tot acht weken rond je ook een veiligheidslijst af met het aantal leefgebieden dat je in kaart wil brengen. Dit is nodig om een indicatie te krijgen hoe veilig de situatie voor een kind is. Als de veiligheid niet voldoende is dan wordt er gekeken naar een eventuele UHP. De DELTA-methode gaat er ook vanuit dat je de ouders betrekt. In de OTS en UHP verricht in hulpverlening aan de hand van een gedwongen kader. Daarnaast is de werkwijze ook gebaseerd op verschillende protocollen.

? Wet- en regelgeving binnen de instantie
• Met welke wet- en regelgeving heeft u te maken binnen de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Wet op de Jeugdzorg, IVRK, gedragscodes waar wij ons moeten houden als voogd, personen- en familierecht en strafrecht in de vorm van leerplicht of de reclassering.
• Bij wat voor zaken heeft u te maken gehad met de ongehuwde vaders? En hoe zag uw hulp/dienstverlening eruit?
OTS, voogdijzaken en jeugdreclassering
• Wat is het beleid vanuit uw hulp/dienstverlenende instantie voor ongehuwd vaderschap?
We hebben niet zozeer een specifiek beleid voor ongehuwde vaders. Wel hebben we beleid voor ouders met en zonder gezag. Bij de ouder met gezag kun je namelijk een schriftelijke aanwijzing geven en met de ouder zonder gezag kan dit niet. Bij de ouders zonder gezag stuur ik een strakke brief. Ik doe dan wel mijn best, maar je kunt niet veel doen om de ouders te dwingen om mee te doen aan de hulpverlening.
• Welke invloed heeft het beleid van uw instantie op uw werkwijze die u hanteert in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Ik kan niet om het beleid heen. Ik moet me eraan houden, waardoor het veel invloed heeft. Als we afwijken van het protocol, dan bespreek ik dat met mijn teamleider en gedragswetenschapper. Dan heb ik een soort intervisie.
• Hoe ervaart u de kaders van het beleid van uw instantie in de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Het is wel helder. Het is wel fijn om vanuit een kader te werken naar een richting toe. Soms zou ik ongehuwde vaders wel gericht willen doorverwijzen of hulp aanbieden, maar het is niet echt specifiek beleid voor ongehuwde vaders. Dit is wel jammer dat het

er niet is. Ik denk dat dit wel verschil zal maken, omdat je dan beter kan aanpassen met je hulpverlening aan ongehuwde vaders.
• Op welke wet- en regelgeving is het beleid van uw instantie gebaseerd?
Voornamelijk op de Wet op de Jeugdzorg.

? Visie ongehuwde vaders op de hulp/ dienstverlening
• Uit het onderzoek Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC) is naar voren gekomen dat vaders een ambivalente houding hebben ten opzichte van de huidige hulp/ dienstverlening. Heeft u ervaring met deze ambivalente houding en waar denkt u dat deze vandaan komt?
Dat kom ik heel vaak tegen, want ongehuwde vaders hebben hoge verwachtingen en als je daar niet aan voldoet dan hebben ze weerstand. Ik vraag hierdoor bij het eerste gesprek meteen welke verwachtingen zij hebben. Dit blijf ik wel checken, omdat dit na verloop van tijd kan veranderen. Als ze hoge verwachtingen hebben of het de ouders het niet met elkaar eens zijn dan merk je dat de ongehuwde vaders een ambivalente houding hebben. Bij sommigen merk je dat het weerstand is en bij anderen zit die houding er gewoon in en blijft hij het maar alleen vanuit zijn kant bekijken. Sommige vaders blijven hangen in de ambivalente houding en de ander gaat met je in gesprek. Ik doe erg mijn best om hun vertrouwen te winnen, maar bij sommige vaders is dit niet haalbaar. Ze hebben al weerstand tegen de hulpverlening en als ze hulpverlening dan ook nog over hun kind gaat beslissen is dat te veel.
• Tevens is uit ditzelfde onderzoek naar voren gekomen dat de vaders zich achtergesteld voelen in de huidige hulp/dienstverlening op moeder, omdat zij van mening zijn dat de hulp/dienstverlening zich voornamelijk richt tot moeder. Welke ervaringen heeft u hiermee binnen uw beroep?
Dat heb ik vaak. Moeders hebben in die zin een ‘luxe positie’ toegewezen gekregen in de wet. De moeder met gezag is namelijk toch wel bepalend. Als een moeder met gezag geen goedkeuring geeft om de kinderen te erkennen, heb ik nog niet in mijn caseload gezien dat het gelukt is. Als het kind bij de moeder woont en er al geruime tijd geen contact is met vader, dan geef ik hem wel een kans om op gesprek te komen maar mijn doel is toch het kind. Natuurlijk wil ik dat het kind en vader naar elkaar toegroeien, maar hij zal dit eerst moeten bewijzen. In zaken waar een vader nooit naar zijn kind heeft omgekeken sta ik er anders in heb ik automatische meer contact met moeder. Hierdoor kunnen zij zich achtergesteld voelen op moeder. ik ben hier wel altijd eerlijk in tegen de ongehuwde vaders.

? Visie beroepskrachten op hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Wat zijn uw ervaringen met ongehuwde vaders in uw hulpverlening / dienstverlening?
Ik heb een keer een gezin begeleid waarde vader lange tijd geen contact had met zijn kinderen, maar toen de begeleidende bezoeken er waren ging het gewoon goed. Je zag dat de kinderen genoten van de bezoeken, maar moeder nam hier geen neutrale positie in. Op een gegeven moment heeft moeder de kinderen zo erg vervreemd van vader dat wij een schriftelijke aantekening moesten geven aan moeder. De kinderen waren inmiddels zo vervreemd dat de kinderen niet meer wilden. De kinderen kun je natuurlijk niet dwingen om de bezoeken met vader te ondergaan. Vader deed echt zijn best en

• De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding heeft als doelstelling dat beide ouders betrokken blijven in de opvoeding na scheiding van ouders. In hoeverre ziet u dit terug in de praktijk binnen uw instantie?
Dit blijft me niet zo bij. We hebben hier wel een protocol over ook naar aanleiding van de vechtscheidingen. Er zijn helaas niet vaak ouders die allebei betrokken blijven in de opvoeding na scheiding, maar ze zijn er wel. Soms hebben deze ouders wel wat sturing nodig, maar ze zijn er wel. In mijn caseload zijn er niet veel ouders die beide betrokken blijven na scheiding. In een zaak is dit wel het geval en deze ouders doen het heel goed.
• Wat zijn volgens u de randvoorwaarden voor de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Vanuit de vader moet hij zich bewust zijn van de juridische kaders als jij deze hebt uitgelegd. Naar mate ze zijn geïnformeerd, moeten ze wel de juridische kennis hebben en deze ook oppikken. Voor de hulp/dienstverlening moet je heel deskundig zijn als hulpverlener, want je moet echt weten waar je het over hebt. Je kan een ouder anders verkeerd informeren. Er speelt natuurlijk veel op juridisch vlak dit moet je dus bijblijven. Je moet dus goede informatie kunnen geven. Daarnaast moet je goed kunnen communiceren als hulpverlener.
• Artikel 1:247 gaat uit van gelijkwaardig ouderschap. Hoe ziet u dit terug in uw hulp/dienstverlening?
Ik streef hier naar, maar in de praktijk is het helaas vaak niet zo. Moeder zit dan vaak dwars en ouders plaatsen het belang van de kinderen niet voorop. Soms komt een ongehuwde vader niet opdagen nadat er afspraken zijn gemaakt en daaraan zie je dan dat beide ouders niet betrokken blijven in de opvoeding na scheiding. Op dat moment wordt er niet gestreefd naar gelijkwaardig ouderschap en de kinderen worden teleurgesteld. Ik zie het helaas niet altijd terug. Er zullen wel voorbeelden zijn, maar ik denk dat deze gevallen niet vaak terugkomen in het gedwongen kader.

? De visie hulp/ dienstverleners op het ongehuwd vaderschap
• Hoe wordt er binnen uw hulp/dienstverlenende instantie aangekeken tegen het ongehuwd vaderschap?
We brengen het ongehuwd vaderschap wel in binnen de casuïstiek en we ondersteunen hun wel in hun juridische positie. Wij hebben er eigenlijk wel veel aandacht voor binnen onze afdeling. Als ik kijk naar andere plekken is het niet altijd even voldoende geweest, maar bij ons hebben wij er wel veel aandacht voor. We hebben nog geen protocol voor ongehuwde vaders, maar wij besteden er wel veel aandacht aan. In de praktijk bestaat deze aandacht uit naar het kijken waar er verbeterpunten liggen en waar je deze vaders naar door kunt verwijzen. Door het te bespreken binnen de casuïstiekbesprekingen blijf je scherp.
• Hoe kijkt u zelf tegen het ongehuwd vaderschap aan?
In sommige gevallen waarvan ik zie dat ongehuwde vaders echt hun best doen, vind ik het wel eens sneu als ik zie dat zij worden tegengewerkt door de moeder. Je wenst ze meer, maar je houdt de afstand. Ik vind ongehuwd vaderschap niet oké, want je wenst een kind beide ouders toe en als ze dan niet bij elkaar zijn moeten ze wel goed met elkaar overweg kunnen en goede afspraken kunnen maken. Het liefst wil je beide ouders bij elkaar, omdat in de praktijk naar voren komt dat het heel veel energie kost om ouders weer goed met elkaar te laten communiceren. Ik denk dat ongehuwd vaderschap niet goed kan werken, omdat allebei de ouders volledige rechten moeten hebben.

 

Bijlage 16: Interview voorzitter Stichting Vitamine V in Amsterdam

? Introductie
• Anonimiteit
Anoniem
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Waar bent u werkzaam?
Ik werk als vrijwilliger bij Vitamine V. Dit is een vaderinitiatief die ik als missie doe met een aantal mensen die ook ervaringsdeskundigen zijn op het gebied van vaderschap. Deze mensen hebben veel gevoel met de thematiek waarmee wij werken. Dit zijn we in 2009 gestart door middel van de taboe te breken rondom ongehuwde vaders binnen verschillende culturen, zoals de Surinaamse, Ghanese, Antilliaanse en Marokkaanse cultuur. Ons doel was om vaders onderling te laten communiceren en iets aan te zwengelen wat in het alledaagse leven wordt opgepakt. Daarom doen we nu ook het project vaders op school bijvoorbeeld.
• Wat is uw beroep?
Ik ben officieel de voorzitter van Vitamine V. Ik ben een van de trekkers en de stichters van Vitamine V.
• Op welke basis voert u dit beroep uit (vrijwillig of betaald)?
Vrijwillig
• Welke beroepstaken heeft u?
Technische produceren dat is alle activiteiten produceren en het is budgetteren. Daarnaast zetten wij ook vaak freelance mensen in op projecten dit is op basis van externe begunstigers of gemeenten. Omdat we vaak met weinig tot geen budget werken, organiseren wij ook vaak favours. Dit doen wij aan de hand van netwerken. Ook lichten wij voor en houden wij round the table gesprekken met vaders en jongeren. Dit doen wij op scholen. Ik doe ook heel veel voorwerk voor projecten. Dit houdt in dat je in gesprek gaat met bijvoorbeeld het onderwijs om projecten mogelijk te maken. We hebben twee lagen dat zijn uitvoering en verdieping. Dit is verdieping zoals gesprekken op school en coaching aan vaders. De uitvoering is dat wij de vaders proberen te bereiken door middel van de website en promotie, want er is ook een grote groep vaders die niet naar onze evenementen wilt komen. Dit vinden zij te hoogdrempelig, maar deze kunnen wij wel door middel van campagnes op de hoogte stellen. Dit doen wij bijvoorbeeld door middel van evenementen bij te wonen zoals Kwaku.
• Wat is de visie van uw instantie?
Vader zijn is een voorrecht. Dit betekent dat wij veel positieve voorbeelden willen laten zien en dit willen delen met anderen. Voorbeeld doet namelijk volgen. Vaders moeten binnen hun cultuur het voorrecht kunnen vinden om vader te zijn. Hierbij staat communicatie voorop. Vitamine V is geen boze vader organisatie, maar een organisatie die vooral de harmonie tussen vader en moeder bevordert als er geen relatie of huwelijk meer is. Het kind is er en dat is belangrijk. Hierdoor investeer je in de harmonie en is dit een voorrecht. Alles draait uiteindelijk over de happiness of life.
• Met welke andere instanties werkt u samen?

Basisscholen, Rutgers WPF, middelbare scholen, rechtswinkel Bijlmermeer, de Opvoedpoli (die zetten we in op projectbasis) en Telecuraçao. In het verleden hadden wij een jurist die wij inzette op specifieke vragen van vaders. Deze verblijft momenteel in Suriname, maar komt wel terug.
• Hoe bent u bekend met de groep ongehuwde vaders?
Dat is groots. Wij hebben namelijk een hoop vaders geïnterviewd in die communities. Surinaamse, Antilliaanse, Marokkaanse en Turkse vaders zijn helemaal niet bezig met gezag en erkenning en hebben 0,0% kennis, behalve als het zo ver komt. Er zijn bijvoorbeeld heel veel Marokkaanse vaders die niet voorgelicht zijn of die een informeel huwelijk hebben. Wij hebben hier dagelijks mee te maken. Een voorbeeld was twee jaar geleden binnen een project in moskeeën dat vaders van 30-40 jaar vaak gescheiden waren. Dit komt ook vaak doordat de Marokkaanse vrouwen vaker hoger opgeleid zijn dan de mannen. Die hebben ook sterke ambities los van alleen moeder zijn. De laagopgeleide mannen moeten meer uren draaien om tot hetzelfde niveau te komen als wat de vrouw verdient. De mannen zijn hier trots in, omdat zij ook hun steentje willen bijdragen en zij het zo hebben geleerd. Een wrijving is dat ze wel mogen werken, maar dat er tegelijkertijd ook van ze wordt verwacht dat zij voor de kinderen zorgen. Deze vrouwen zijn hier opgegroeid en die zijn als jonge vrouwen naar het hoger onderwijs gegaan en hebben diploma’s gehaald. Deze stellen zijn meestal alleen in de moskee getrouwd en hebben dus een informeel huwelijk. Voor de staat trouwen gebeurt ook wel, maar dat acht men niet nodig. Voorlichting is hier voor nodig.

? Kenmerken hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Hoe vaak krijgt u hulpvragen van ongehuwde vaders?
Deze krijg ik heel veel. Wij hebben hier dagelijks mee te maken Op basis van de round the table gesprekken ontstaan er reactie van ongehuwde vaders en krijgen wij hulpvragen binnen. Vaak zijn de Surinaamse en Antilliaanse vaders ongehuwd en hebben Turkse en Marokkaanse vaders een informeel huwelijk waardoor zij ook geen gezag en erkenning hebben over hun kind. Ghanese mannen zijn wel vaker getrouwd, omdat dit ook met kosten te maken heeft.
• Welke hulpvragen leggen ongehuwde vaders aan u voor?
– Ze hebben vaak vragen over de advocaat en de kosten hiervoor. Dit vinden ze vaak duur en daardoor laten ze het vaak zitten
– Wat is mijn juridische positie als ongehuwde vader?
– Hoe kom ik uit het conflict met mijn ex?
– Kan iemand mij vertegenwoordigen in de problemen die ik heb omtrent het ouderschap met mijn ex zonder dat dit geld kost?
– Hoe kan ik met mijn werkgever in gesprek gaan over de omgangsregeling van mijn kind?
• Naar welke instanties verwijst u ongehuwde vaders door met hun hulpvragen?
Naar juristen, rechtswinkels, BJZ, Juridisch Loket, Opvoedpoli en ook naar andere vaders die hetzelfde hebben meegemaakt. Dit contact arrangeren wij door middel van e-mailadressen en telefoonnummers uit te wisselen.
• Welke juridische kennis hebben ongehuwde vaders en welke invloed heeft dit kennisniveau op uw hulpverlening / dienstverlening?
Dat heeft zeker invloed en is heel verschillend. We willen vooral veel preventief gaan doen aan de hand van voorlichtingen, wanneer de relatie koek en ei is. Op dat moment moet je als vader moeten worden voorgelicht. Het kennisniveau onder de doelgroep van ons is echt summier. Ik zie dat de hoogopgeleide autochtone ongehuwde vaders anderen problemen hebben, omdat de vrouwen waarmee zij gaan goed voorbereid zijn. Deze mannen komen dan later in de problemen, omdat ze het tijdens de relatie niet belangrijk vonden om over gezag en erkenning na te denken. Dit is in tegenstelling met de allochtone ongehuwde mannen over het algemeen. Het kennisniveau heeft ook te maken met het sociale netwerk van vaders waar zij in zitten, want als er binnen jouw netwerk nooit over gezag en erkenning wordt gesproken dan weet je dat ook niet. Er zou hier meer voorlichting moeten worden gegeven, dingen worden gepubliceerd worden en tips worden gegeven.
• Welke verwachtingen hebben ongehuwde vaders over de hulp/ dienstverlening en hoe beïnvloeden deze verwachtingen hun houding jegens uw hulp/dienstverlening?
Dit is afhankelijk van de sociale laag en de mate waarin zij de informatie binnenkrijgen als zij naar zo een instantie gaan. Dat ze dit kunnen vertalen en dat het dus begrijpelijk is. De verwachting is meestal dat ze geholpen worden, maar als ze dan horen van andere vaders dat het heel moeilijk is dan is de verwachting weer negatief. De verwachtingen hangen ook af van de netwerk, want als zij vaders in hun netwerk hebben die nare ervaringen hebben dan hebben zij dat ook meteen. Daarnaast zijn het stoere vaders en stappen ze niet zo snel naar de hulp/dienstverlening toe en geven ze niet snel aan als ze iets niet weten.
• Welke vaardigheden/competenties vindt u van belang in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Preventieve voorlichting is belangrijk en hulp/dienstverleners moeten ook talen beheersen zodat ze goed kunnen communiceren met de ongehuwde vaders. Veel instanties zijn bureaucratisch en moeten begrijpelijk worden gemaakt voor ongehuwde vaders. Vaders moeten de taal van de hulp/dienstverleners begrijpen n de instanties moeten laagdrempeliger worden.
• Welke werkwijze hanteert u als hulp/dienstverlener aan ongehuwde vaders?
Wij zorgen er voor dat ongehuwde vaders hun expertise inzetten en de andere ongehuwde vaders helpen met hun hulpvragen. Dit doen wij door middel van telefoonnummers en e-mailadressen uit te wisselen onderling. Wij hanteren de werkwijze als doorgeefluik en proberen op basis hiervan door te verwijzen naar andere vaders of wellicht een jurist.

? Wet- en regelgeving binnen de instantie
• Met welke wet- en regelgeving heeft u te maken binnen de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Personen- en familierecht, huurrecht, vreemdelingenrecht, sociaal zekerheidsrecht, jeugdrecht en arbeidsrecht.
• Bij wat voor zaken heeft u te maken gehad met de ongehuwde vaders? En hoe zag uw hulp/dienstverlening eruit?
Wij hebben tot nu toe doorverwezen naar allerlei partijen die in ons netwerk zitten. We hebben heel veel zaken met betrekking tot ongehuwde vaders, maar recentelijk hebben wij een zaak gehad waarin een vader Kaapverdiaan is en die geen juridische kennis had over zijn positie als vader. Deze was niet machtig. We hebben hem toen naar het Juridisch Loket gestuurd, omdat hij het vaderschap en zijn verblijf moest regelen. Hij had geen baan niks. Hij viel in het nul. Deze vader hebben wij aan een andere vader gekoppeld en deze heeft hem de wegwijs gemaakt. Een voorwaarde was dat hij een huisadres had om zijn kinderen te kunnen ontvangen. Hij had voor de rest geen familie, waardoor dit lastig was. Nog een voorbeeld is van een jonge vader die in de bak heeft gezeten en waarvan zijn moeder hem niet meer in huis wilde hebben. Deze jongen hebben wij toen doorverwezen naar een advocaat met zijn hulpvraag met betrekking tot het contact met zijn kind. Hij wilde deze graag zien namelijk.
• Wat is het beleid vanuit uw hulp/dienstverlenende instantie voor ongehuwd vaderschap?
Het beleid is heel breed omdat er zo veel verschillende situaties zijn. in sommige situaties kan het snel opgelost worden, maar in heel veel gevallen niet en dan moet je echt een nieuwe situatie gaan uitstippelen. Het beleid is dat wij praten met de persoon naar wie wij de ongehuwde vader doorverwijzen en deze persoon informeren over de situatie waarin hij zit. Op zo een manier kunnen wij dan ook bemiddelen tussen instanties en ongehuwde vaders. Wij maken eerst een overzicht op papier en gaan dan kijken waar wij naar toe kunnen doorverwijzen. Dit is een warme overdracht. Het beleid is communicatie en doorsturen naar de juiste partij.
• Welke invloed heeft het beleid van uw instantie op uw werkwijze die u hanteert in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Het heef als invloed dat het wat web waarin wij zitten lastiger is te bereiken. Wij moeten dit web eigenlijk ergens centraal kunnen neerzetten, zodat het voor de doelgroep gemakkelijker wordt. Dit heeft invloed op mijn werkwijze, omdat je met tijd te maken hebt als vrijwilligersorganisatie. De werkwijze moet laagdrempeliger en sneller zijn.
• Hoe ervaart u de kaders van het beleid van uw instantie in de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Het blijft een ideaalbeeld, maar hoe het praktisch uitpakt dat is altijd achteraf pas meten. De kaders van het beleid kunnen soms nauw zijn, maar wij moeten zorgen dat wij op streetlevel blijven. Hierdoor kunnen wij op een goed niveau blijven communiceren met de vaders.
• Op welke wet- en regelgeving is het beleid van uw instantie gebaseerd?
N.v.t.

? Visie ongehuwde vaders op de hulp/ dienstverlening
• Uit het onderzoek Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC) is naar voren gekomen dat vaders een ambivalente houding hebben ten opzichte van de huidige hulp/ dienstverlening. Heeft u ervaring met deze ambivalente houding en waar denkt u dat deze vandaan komt?
Ongehuwde vaders hebben wel een ambivalente houding, omdat hetgeen dat wordt aangeboden is vaak onduidelijk binnen de hulp/dienstverlening. De ambivalente houding heeft ook te maken met de bureaucratie en de problemen van ongehuwde vaders zijn niet eenduidig. Deze hebben met meerde factoren te maken. Mannen communiceren veel met elkaar en je moet dan als man maar net het geluk hebben dat jij een paar ongehuwde vaders in je netwerk hebt die hetzelfde hebben meegemaakt. Heel veel mannen vinden het niet fijn om hun problemen zo openhartig op tafel te leggen. De ambivalente houding komt ook omdat het zwaartepunt bij de vaak problematische relatie met moeder ligt en niet op de relatie tussen vader en kind. Vaders hebben ook vaak te hoge verwachtingen.
• Tevens is uit ditzelfde onderzoek naar voren gekomen dat de vaders zich achtergesteld voelen in de huidige hulp/dienstverlening op moeder, omdat zij van mening zijn dat de hulp/dienstverlening zich voornamelijk richt tot moeder. Welke ervaringen heeft u hiermee binnen uw beroep?
Genoeg. Bij het consultatiebureau begint het namelijk al. Bij de meeste instellingen wordt er vaak naar moeder gekeken. Dit is niet zo gek, omdat moeder meer op de

voorgrond treedt. Vaders zouden hierin ook pro-actiever moeten zijn. Ik denk dat vanuit de hulp/dienstverlening ook rekening moet worden gehouden dat vaders veel werken. Moeder heeft heel veel macht als zij alleen het gezag heeft en de man heeft niets te zeggen zonder gezag. Tegenwoordig zie ik steeds vaker dat jonge meiden zwanger raken van de jongen of vrouwen ervoor kiezen om een kind te nemen zonder overleg met de vader. Vader wordt op zo een manier dan bij voorbaat uitgesloten.

? Visie beroepskrachten op hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Wat zijn uw ervaringen met ongehuwde vaders in uw hulpverlening / dienstverlening?
Ik heb best wel wat ervaringen met ongehuwde vaders. Ik heb vaak te maken met ongehuwde vaders in round the table gesprekken en vaak komen vaders ook bij ons terecht met hun vragen met betrekking tot instanties waar zij mee te maken hebben met betrekking tot het vaderschap. Vaak hebben ongehuwde vaders veel woede naar hun ex toe en raken zij gedemotiveerd. Hierdoor blokkeren ze en komen ze niet meer vooruit.
• De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding heeft als doelstelling dat beide ouders betrokken blijven in de opvoeding na scheiding van ouders. In hoeverre ziet u dit terug in de praktijk binnen uw instantie?
Ik zie dit weinig terug, omdat ouders eigenlijk in een eerder stadium moeten praten over de kinderen. Hiermee bedoel ik het gezag, erkenning en de omgang. De wet is heel mooi, maar de wet is niet bekend onder de doelgroep. Er zou meer over deze wet moeten worden gecommuniceerd. Op papier is het goed en hebben wij er weet van, maar in de praktijk wordt het niet ten uitvoer gelegd. Het vastleggen van taken en verantwoordelijkheden moeten inzichtelijk worden gemaakt en ik zie dit niet terug in de praktijk van Vitamine V.
• Wat zijn volgens u de randvoorwaarden voor de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Voorlichting is heel belangrijk, de werkwijze moet niet te ingewikkeld zijn en vaders moeten worden begeleid in de hulp/dienstverleners als zij het niet begrijpen.
• Artikel 1:247 gaat uit van gelijkwaardig ouderschap. Hoe ziet u dit terug in uw hulp/dienstverlening?
De visie van Vitamine V gaat uit van gelijkwaardig ouderschap. Dit is het vetrekpunt. Voorheen was de moeder belangrijker in de opvoeding, maar opvoeden doe je samen. Ook de inbreng in de opvoeding moet gelijkwaardig worden gezien. Ik zie in de gevallen die wij bij Vitamine V binnenkrijgen dat er nog veel ongelijkheid hierin zit. De wetten zijn mooi en ik snap ze. Het is iets nastrevenswaardig waarvan wij hopen in de praktijk dit terug te kunnen zien. Het gelijkheidsbeginsel is van belang omdat wij vooral met verschillende culturen te maken hebben. In sommige culturen moet je je best doen om uit te leggen dat gelijkwaardig ouderschap belangrijk is. Dit zijn ze namelijk niet gewend.

? De visie hulp/ dienstverleners op het ongehuwd vaderschap
• Hoe wordt er binnen uw hulp/dienstverlenende instantie aangekeken tegen het ongehuwd vaderschap?
Wij zien het vaderschap als een en het maakt niet uit of je gehuwd of ongehuwd bent. Natuurlijk zijn er wel dingen anders als je gehuwd bent met betrekking tot gezag. Wij willen in beginsel alle vaders aanspreken en ook alle mannen die nog vader moeten worden. Wat hun keuze of situatie is, maakt voor ons niet uit. wij vinden het een niet beter dan het ander. Het gaat er om dat je als vader een goede afweging kan maken in

de keuze die je maakt met betrekking tot je kinderen. Dit is ongehuwd en gehuwd. Investeren in een relatie kan veel voordelen hebben voor de kinderen. Trouwen is er een model van, maar het hoeft niet om een goede thuisbasis te kunnen bieden aan een kind. Het belangrijkste is het vinden van rust en harmonie voor een kind.
• Hoe kijkt u zelf tegen het ongehuwd vaderschap aan?
Ik ben zelf ongehuwd vader en ik zeg niet dat het beter is. Het gaat erom dat je gelukkig bent in jouw situatie en dat het rust schept. Het huwelijk schept rust en bescherming op papier, waardoor het gehuwd vaderschap positief kan zijn. Situaties zijn zo verschillend dat je bijna niet kan zeggen dat gehuwde vaders gelukkiger zijn dan ongehuwde vaders. Een stabiele relatie heeft in beginsel wel een grotere kans voor een goede opvoeding van de kinderen. Deze relatie kan samen of los van elkaar zijn. De moeders van mijn kinderen vormen een team met mij en wij zetten het geluk en de gezondheid van de kinderen voorop. Wanneer het misgaat moet je blijven communiceren.

 

Bijlage 17: Interview voorzitter Vader Kennis Centrum in Utrecht

? Introductie
• Anonimiteit
Anoniem
• Verantwoording van het materiaal (waar ga ik de antwoorden voor gebruiken)
Als mijn scriptie met een acht of hoger wordt beoordeeld, dan zal deze worden opgenomen in een databank die beschikbaar is voor HVA en UvA-studenten. Als dit niet het geval is dan is het materiaal beschikbaar voor mijn docentbegeleider, M.F. Kessler, mijn praktijkbegeleider P.A.N. Tromp en de overige personen die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Zodra het onderzoeksrapport afgerond is, dan krijgt u het toegezonden.
• Waar bent u werkzaam?
Vader Kennis Centrum Utrecht
• Wat is uw beroep?
Voorzitter van het Vader Kennis Centrum Utrecht
• Op welke basis voert u dit beroep uit (vrijwillig of betaald)?
Vrijwillig
• Welke beroepstaken heeft u?
– Lobbyen voor de positie van scheidingskinderen en scheidingsouders
– Beantwoorden van telefoontjes (VKC-hulplijn) en e-mails van vaders met vragen over hun vaderschap. Ik bied hierin een luisterend oor anders kunnen zij helemaal nergens terecht. Hier heb ik ook een vangnetfunctie voor, want wij hebben een groep waar vaders per e-mail dingen kunnen uitwisselen met elkaar. Daarnaast hebben wij ook een groep waarin professionals op het gebied van scheiding met scheidingsvaders in gesprek gaan en hun individuele hulpvraag proberen te beantwoorden. Dit is wel op een algemeen niveau, zodat vaders handvatten aangereikt krijgen hoe zij bepaalde problemen met betrekking tot het vaderschap in de algemeenheid kunnen oplossen.
– Adviseren van vaders met betrekking tot hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap
– Onderlinge deskundigheidsbevordering stimuleren
– Voorlichting geven
– Campagnes houden
– Interviews houden
– Proberen om de politieke agenda te beïnvloeden voor verbetering van vaderinclusief beleid. Hier schrijf ik stukken voor en probeer ik aan bewustwording te doen
– Stimuleren van een hoogleraarsstoel aan de UvA voor vaderschap
– Betrokken zijn bij het vadersymposium
Het VKC zoekt onafhankelijk wat de beste hulp/dienstverlening is die het beste past bij de situatie die de vader op dat moment voorlegt.
• Wat is de visie van uw instantie?
Onze visie is ontsluiting van informatie en kennis die eraan bijdraagt om de rol van beide ouders en genders bij de opvoeding van, de zorg voor en het onderwijs aan kinderen op waarde te schatten en met overheidsbeleid te ondersteunen op een wijze die aan inzet en betrokkenheid van beide ouders/genders voor kinderen recht doet.
• Met welke andere instanties werkt u samen?

Het is niet geformaliseerd. Dit is alleen op basis van de hulpvragen die ik binnen krijg. Er zijn wel een aantal advocaten en psychologen waar ik naartoe doorverwijs. Er is geen onderlinge samenwerkingsrelatie, omdat het VKC onafhankelijk is.
• Hoe bent u bekend met de groep ongehuwde vaders?
Hoe langer hoe meer loop ik er tegenaan binnen het VKC. Er zijn steeds meer vaders die bellen met problemen. Die soms ontstaan wanneer er een kind wordt geboren uit een relatie waar ouders niet samenwonen, maar die ook ontstaan als een samenwoonrelatie uit elkaar valt. Dit is in toenemende mate het geval. In het verleden kwamen er meer vragen over ouders die formeel moesten scheiden. Waar je steeds meer tegenaan loopt is de problematiek van vaders over hoe zij hun kinderen moeten erkennen en gezag moeten aanvragen. Hiermee willen zij graag een juridische positie hebben in het leven van het kind. Voor deze problemen omtrent het ongehuwd vaderschap waren er veel vaders die problemen hadden na de scheiding dat moeder het kind weghield. Dit waren problemen om tot een omgangsregeling te komen of de verdeling van opvoed- en zorgtaken. Er is een verschuiving. Die ongehuwde vaders raken steeds vaker in de problemen en nemen dan contact op met het VKC. Dit is per e-mail en per telefoon. Er is een verschil tussen hoogopgeleide en laagopgeleide ongehuwde vaders en ook autochtone en allochtone ouders. Ik voer een heel ander adviesgesprek met een buschauffeur dan een jurist. In principe krijg je wel dezelfde adviezen, maar ik leg meer uit bij iemand die hoger opgeleid is door middel van meer wetsartikelen te noemen. Het klemcriterium is waar de rechter vanuit gaat om te beoordelen of het kind bij beide ouders terecht kan. Dit houdt in dat het kind dreigt klem te raken tussen de twee ouders. Bij een hogeropgeleide vader noem ik het wetsartikel en de tekst erbij en bij een laagopgeleide zeg ik dat de vader meer nadruk moet leggen op de relatie met de moeder. Ik benadruk dan dat ze moeten aangeven dat zij het belangrijk vinden om in het leven van hun kind te zijn en dat ze zo min mogelijk over de moeder moeten zeggen. Dit is ook wel de kern van het advies die ik hogeropgeleide geef, maar bij hen kleed ik het meer aan met wetsartikelen en wetsteksten. Ik heb ook met ongehuwde vaders te maken door middel van internationale kinderontvoeringen. Dit zijn vaak buitenlandse vaders die een kind hebben met een Nederlandse moeder en die meegenomen is naar Nederland door moeder.

? Kenmerken hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Hoe vaak krijgt u hulpvragen van ongehuwde vaders?
Ongeveer 12 ongehuwde vaders per maand.
• Welke hulpvragen leggen ongehuwde vaders aan u voor?
Dat zijn aan de ene kant vragen naar hoe ze het via het gerecht moeten aanpakken en hoe ze dus een omgangsregeling en erkenning tot stand kunnen brengen. Ik krijg ook vaak de vraag als het juridisch gevecht niets heeft opgeleverd wat zij dan nog kunnen doen om hun kind te kunnen zien. Dit zijn meestal vragen naar bemiddeling tussen moeder en vader. Ik krijg ook vaak hulpvragen met betrekking tot het falen van instanties waarmee de ongehuwde vaders in aanraking zijn gekomen, zoals het Omgangshuis en Humanitas. Ook stellen ongehuwde vaders mij vragen over het ouderschapsplan en hoe zij kunnen voorkomen dat de RvdK het klemcriterium toepast in hun zaak.
• Naar welke instanties verwijst u ongehuwde vaders door met hun hulpvragen?
Met betrekking tot juridische vragen verwijzen wij door naar een advocaat. Wij doen dan navraag of de advocaat goed is. Dit is wel moeilijk om te doen. Ik heb een soort

vragenlijst voor vaders ontwikkeld waarvan de uitkomst ervan bepaald of hij te maken heeft met een goede advocaat. Dit is een soort togagesprek dat zij aankunnen gaan met een paar advocaten om op basis hiervan hun beslissing te maken. Als er een verkeerd beeld is geschetst door de RvdK en vaders hiermee worstelen, dan verwijs is door naar psychologen die deskundig zijn op het gebeid van ouderverstoting.
• Welke juridische kennis hebben ongehuwde vaders en welke invloed heeft dit kennisniveau op uw hulpverlening / dienstverlening?
De kennis is vaak heel beperkt. Vaders hebben gauw de indruk dat als zij hun kind bij de geboorte hebben erkend dat ze dan ook gezag hebben en hiermee een juridische relatie hebben met hun kind. Gezamenlijk gezag is niet iets wat bij vaders op de radars staat. Op dit punt licht ik ze voor dat het wel belangrijk is en dat ze het gezag moeten aanvragen. Als iemand wat intellectuelere is dan weet hij wat meer en als hij wat meer basaal is dan weet hij wat minder. Buitenlanders begrijpen vaak weinig van de situatie in Nederland en de dingen die belangrijk zijn voor erkenning en gezag. Buitenlanders komen vaak uit een land met een heel ander rechtsstelsel waarbij de moederdominantie niet zo gerealiseerd is als in dit rechtsstelsel. Die rechtenloosheid is voor die vaders tamelijk onvoorstelbaar. Hierdoor opereren ze vaak in een enorme achterstandspositie.
• Welke verwachtingen hebben ongehuwde vaders over de hulp/ dienstverlening en hoe beïnvloeden deze verwachtingen hun houding jegens uw hulp/dienstverlening?
In het verleden ben ik wel eens meegaan met vaders naar klachtenprocedures bijvoorbeeld of wanneer vader geen informatie kreeg van de school. Ik ging hiermee naar toe om de zaak voor zo een vader te bepleiten en ik zat zelf ook in provinciale klachtencommissies. Dit doe ik de laatste tijd niet meer. Het werk wat we nu doen is aan de ene kant informatie geven over het feit hoe belangrijk gezamenlijk ouderschap en betrokken vaderschap is. Dit noemen wij de wetenschappelijke informatie en we proberen projecten op dit gebied te stimuleren. Aan de andere kant verlenen wij parate hulpverlening, dus meteen inspelen op de hulpvraag die wij krijgen voorgelegd. De ongehuwde vaders vragen advies en dat krijgen ze ook van het VKC. Als het advies uiteindelijk niets uithaalt dan ga ik kijken wat ze dan nog meer kunnen doen. Soms verwachten ze dus dat je meegaat naar een klachtenprocedure, maar dat doe ik niet meer. Dit is te bewerkelijk.
• Welke vaardigheden/competenties vindt u van belang in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Juridische kennis wat betreft het personen- en familierecht maar ook het strafrecht met betrekking tot onttrekking van het ouderlijk gezag. Het is ook heel belangrijk dat je als hulp/dienstverlenende instantie aan ongehuwde vaders een soort sociale kaart hebt om vaders adequaat hulp/dienstverlening te kunnen bieden. Daarnaast moet de hulp/dienstverlening om kunnen gaan met de feedback die vaders geven. Vaders moeten ook weten wat zij hebben aan de instantie en wat deze kan betekenen voor ze. De hulp/ dienstverlening moet meer met de klachten doen, zodat deze tot verbetering kunnen leiden. Er zal een signaalfunctie moeten zijn.
• Welke werkwijze hanteert u als hulp/dienstverlener aan ongehuwde vaders?
Ik hanteer de meer socratische manier. Dit betekent dat ik vaders eerst laat vertellen wat hun verhaal is en waar ze tegen aangelopen zijn. Hieruit probeer ik een aantal punten en hulpvragen te destilleren. Daar geef ik dan een advies bij en verwijs ik door. De Socratische manier staat voor het VKC dat vaders zelf regisseur blijven in hun situatie. Dit nemen wij niet over en dit geef ik ook telkens aan ze aan.

? Wet- en regelgeving binnen de instantie
• Met welke wet- en regelgeving heeft u te maken binnen de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Personen- en familierecht, strafrecht, Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, bestuursrecht (aanpakken en beoordelen van de werkwijze van instellingen), EVRM, IVRK, HKV en HKBV.
• Bij wat voor zaken heeft u te maken gehad met de ongehuwde vaders? En hoe zag uw hulp/dienstverlening eruit?
Bij ontvoeringszaken en dan kun je alleen een beroep doen op een omgangsregeling. Het speelt ook als je als vader geen juridische relatie tot je kind hebt, dus geen erkenning en gezag. Ik heb ook met ongehuwde vaders te maken gehad bij zaken waar zij plaatsvervangende toestemming moeten aanvragen voor erkenning en gezag. Ook heb ik ongehuwde vaders gehad in zaken met betrekking tot de omgang en de verdeling van zorg- en opvoedtaken. Vaders leggen dan hun vragen aan mij voor met betrekking tot het ouderschapsplan. Ik probeer bij deze zaken binnen mijn hulpverlening te verbinden. In het begin heb ik vooral doorverwezen naar de Centrale Autoriteit van het Ministerie van Justitie. Dit is nu uitbesteedt aan het IKO. Wij horen echter niet in hun kenniskring, omdat zij er alleen voor advocaten zijn. op basis van het contact met de IKO verwees ik vaders dan door naar een advocaat met betrekking tot ontvoeringszaken. In zaken waar vaders geen erkenning en gezag hebben, verwijs ik ze door naar advocaten. Binnen zaken waar het gaat om de verdeling van omgang en zorg- en opvoedtaken proberen we in eerste instantie vaders naar bemiddelaars te sturen. Wij proberen dan wegen te zoeken voor betaalbare bemiddelaars, want mediators zijn duur. Maatschappelijk werkers en Humanitas bieden ook bemiddeling aan die gratis zijn.
• Wat is het beleid vanuit uw hulp/dienstverlenende instantie voor ongehuwd vaderschap?
Het beleid is gelijkwaardig ouderschap en betrokken vaderschap bevorderen. Dit is meer een moreel beleid en vindt zijn oorsprong in de problemen die vaders hebben. De doelstelling van het VKC heeft zicht echter verbreed. Dat wil zeggen dat wij nu ook vader inclusief beleid stimuleren binnen instanties waarmee kinderen en ouders te maken hebben. Daarnaast is het ook belangrijk dat wij initiatieven met betrekking tot vaders ondersteunen. Het is allang niet meer beperkt tot de problemen van vaders. Het VKC heeft een soort groei meegemaakt van het strijden tegen onrecht en voor een gelijkwaardige positie van vader naar het bevorderen en stimuleren van de publieke opinie op het gebied van betrokken vaderschap en gedeeld ouderschap.
• Welke invloed heeft het beleid van uw instantie op uw werkwijze die u hanteert in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Ik leef zelf gelijkwaardig ouderschap en betrokken vaderschap en mijn collega’s zien dit ook zo en handelen erna. Vanuit dit perspectief verzamelen wij artikelen en plaatsen deze op de website en ook vanuit dat perspectief organiseren wij het Vadersymposium.
• Hoe ervaart u de kaders van het beleid van uw instantie in de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Het morele beleid is het compas zonder dat je de regie van ouders uit het oog verliest. Je probeert wel vraaggericht bezig te zijn, maar vanuit een bepaald ideaal.
• Op welke wet- en regelgeving is het beleid van uw instantie gebaseerd?
Wet op de privacy en de wet op openbaarheid en bestuur.

? Visie ongehuwde vaders op de hulp/ dienstverlening
• Uit het onderzoek Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met

• betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC) is naar voren gekomen dat vaders een ambivalente houding hebben ten opzichte van de huidige hulp/ dienstverlening. Heeft u ervaring met deze ambivalente houding en waar denkt u dat deze vandaan komt?
Vaders hebben een ambivalente houding tegen de hulp/dienstverlening omdat zij zich vaak achtergesteld voelen op moeder. Vaders moeten hierdoor op een andere manier worden benaderd dan moeders. Allereerst moet in de communicatie van hulp/dienstverleners vaders worden betrokken. Dus ook de informatie vanuit de school en het consultatiebureau moeten meer worden gericht tot vader. Als vader geconfronteerd worden in de hulp/dienstverlening door alleen maar vrouwen, dan is het logisch dat ze zich niet aangesproken voelen en een ambivalente houding hebben. Er moeten dus ook rolmodellen komen in de hulp/dienstverlening. De cultuur en de taal moeten ook meer worden afgestemd op mannen. Daarnaast werken mannen veel, waardoor de hulp/dienstverlening flexibel moet zijn. daarnaast moet je je als hulp/dienstverlener kunnen inleven in de belevingswereld van vaders. Zij staan bijvoorbeeld minder open voor groepsgesprekken en voorlichtingen. Mannen willen meer doen en op een actieve manier worden betrokken.
• Tevens is uit ditzelfde onderzoek naar voren gekomen dat de vaders zich achtergesteld voelen in de huidige hulp/dienstverlening op moeder, omdat zij van mening zijn dat de hulp/dienstverlening zich voornamelijk richt tot moeder. Welke ervaringen heeft u hiermee binnen uw beroep?
Doordat de hulpverlening toch voornamelijk wordt bevolkt door vrouwen, kunnen ze heel slecht omgaan met de hulpvragen van vaders en mannen. Hierdoor voelen ongehuwde vaders zich achtergesteld op moeder. Er is eigenlijk geen goed aanbod aan hulp/dienstverlening voor ongehuwde vaders. Er is sprake van moederdominantie bij de zorg voor kinderen. Dit is ook in het onderwijs en het personen- en familierecht. Kinderen zijn hier de dupe van omdat ze het contact met beide ouders verliezen en dan met name met de uitwonende ouder. Het is ook zo dat het moederbelang wordt geïdentificeerd wordt met het kinderbelang.

? Visie beroepskrachten op hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Wat zijn uw ervaringen met ongehuwde vaders in uw hulpverlening / dienstverlening?
Er zijn steeds meer vaders die bellen met problemen. Die soms ontstaan wanneer er een kind wordt geboren uit een relatie waar ouders niet samenwonen, maar die ook ontstaan als een samenwoonrelatie uit elkaar valt. Dit is in toenemende mate het geval.
• De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding heeft als doelstelling dat beide ouders betrokken blijven in de opvoeding na scheiding van ouders. In hoeverre ziet u dit terug in de praktijk binnen uw instantie?
Te weinig. Ik zie het niet terug in de ouderschapsplannen. Het zijn meer standaardmodellen van een weekendregeling. Ik zie het ook nauwelijks terug in de jurisprudentie. Ik merk dat er een verouderd beeld leeft onder de rechtspraak over betrokken ouderschap. De moeder wordt gezien als de primaire verzorger waaraan het kind hecht en vaders worden gezien als secundaire hechtingsfiguren. Rechters kiezen vaak voor een omgangsregeling waarin vaders gemarginaliseerd worden, omdat moeder gezien wordt als primaire verzorger. Dit is gebaseerd op achterhaalde informatie. Men is niet op de hoogte van het feit dat vaders steeds meer betrokken zijn in de relatie met hun kind en dat er dus iets is veranderd in de samenleving. Het is niet meer zo dat vaders alleen de broodwinner zijn.
• Wat zijn volgens u de randvoorwaarden voor de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders?

Juridische kennis wat betreft het personen- en familierecht maar ook het strafrecht met betrekking tot onttrekking van het ouderlijk gezag. Het is ook heel belangrijk dat je als hulp/dienstverlenende instantie aan ongehuwde vaders een soort sociale kaart hebt om vaders adequaat hulp/dienstverlening te kunnen bieden. Daarnaast moet de hulp/dienstverlening om kunnen gaan met de feedback die vaders geven. Vaders moeten ook weten wat zij hebben aan de instantie en wat deze kan betekenen voor ze. De hulp/ dienstverlening moet meer met de klachten doen, zodat deze tot verbetering kunnen leiden. Er zal een signaalfunctie moeten zijn.
• Artikel 1:247 gaat uit van gelijkwaardig ouderschap. Hoe ziet u dit terug in uw hulp/dienstverlening?
Het uitgangspunt van het VKC is betrokken vaderschap en gedeeld ouderschap. Dit is belangrijk voor kinderen en moet worden nagestreefd.

? De visie hulp/ dienstverleners op het ongehuwd vaderschap
• Hoe wordt er binnen uw hulp/dienstverlenende instantie aangekeken tegen het ongehuwd vaderschap?
Als normaal. Wij helpen allerlei soorten vaders. Dit betekent dat wij zowel ongehuwde als gehuwde vaders advies geven met betrekking tot hun hulpvragen op het gebied van het vaderschap. Wel is het zo dat ongehuwde vaders nog meer achtergesteld zijn in hun juridische positie dan gehuwde vaders, omdat zij met toestemming van moeder gezag en erkenning kunnen aanvragen over hun kind.
• Hoe kijkt u zelf tegen het ongehuwd vaderschap aan?
Ik heb zelf geen contact meer met mijn kinderen en ben verstoten door de moeder. Dit is heel wrang. Voor mij is ongehuwd vaderschap iets normaal en komt steeds meer voor in de samenleving.

 

Bijlage 18: Ingevulde vragenlijst door juridisch medewerkster Juridisch Loket in Amsterdam-Centrum

Deze vragenlijst maakt deel uit van het onderzoek naar de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders in opdracht van het Vader Kennis Centrum in Utrecht. Met ongehuwde vaders worden de vaders bedoeld die uit affectieve relatie met de moeder een kind hebben en hun kind eerst moeten erkennen voordat zij gezamenlijk gezag samen met de moeder kunnen aanvragen bij de griffie van de rechtbank. Zij hebben geen huwelijk of geregistreerd partnerschap gehad met moeder.

Het invullen van de vragenlijst zal ongeveer 30 minuten van uw tijd innemen.

Alvast bedankt voor uw medewerking!

? Introductie
• Anonimiteit
Anoniem
• Waar bent u werkzaam?
Het Juridisch Loket
• Wat is uw beroep?
Juridisch medewerker
• Op welke basis voert u dit beroep uit (vrijwillig of betaald)?
Betaald
• Welke beroepstaken heeft u?
Verschaffen van informatie en advies op verschillende soorten rechtsgebieden. (huurrecht, arbeidsrecht, personen- en familierecht etc.) Indien noodzakelijk verwijs ik klanten naar een organisatie/advocaat die hun belangen kunnen behartigen.
• Met welke andere instanties werkt u samen?
Het Juridisch Loket heeft afspraken met meerdere organisaties over de dienstverlening aan klanten. Het betreft niet zozeer een samenwerkingsverband, maar meer afspraken over eventuele verwijzingen en signaleringen. Het Juridisch loket in onafhankelijk en onpartijdig.
• Hoe bent u bekend met de groep ongehuwde vaders?
Het komt regelmatig voor dat ongehuwde vaders informatie/advies wensen over hun rechtspositie. Indien noodzakelijk verwijzen wij naar een advocaat/mediator. Tevens doen wij het voortraject van mediation. Dit betekend dat wij de ex-partner van de klant benaderen, om de mogelijkheden van mediation te bespreken.

? Kenmerken hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Hoe vaak krijgt u hulpvragen van ongehuwde vaders?
Dit verschilt behoorlijk, echter wel regelmatig.
• Welke hulpvragen leggen ongehuwde vaders aan u voor?
Variërend van vragen over het aanvragen van gezag, kinderalimentatie, omgang etc.
• Naar welke instanties verwijst u ongehuwde vaders door met hun hulpvragen?
Ik verwijs klanten naar een advocaat/mediator.
• Welke juridische kennis hebben ongehuwde vaders en welke invloed heeft dit kennisniveau op uw hulpverlening / dienstverlening?
Dit verschilt per klant. De juridische kennis is echter vaak niet aanwezig. Klanten nemen dan juist contact op om na te gaan wat hun rechten en plichten zijn. Hiervoor is onze dienstverlening uiteraard ook bedoeld.
• Welke verwachtingen hebben ongehuwde vaders over de hulp/ dienstverlening en hoe beïnvloeden deze verwachtingen hun houding jegens uw hulp/dienstverlening?
De verwachting is vaak dat klanten voorzien van informatie/advies mbt de mogelijkheden. Dit kunnen wij klanten ook bieden.
• Welke vaardigheden/competenties vindt u van belang in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Ook deze vaardigheden/competenties zijn afhankelijk van het niveau van de klant. Het JL krijgt vaak diverse klanten en elke klant dient op een andere niveau benaderd te worden.
• Welke werkwijze hanteert u als hulp/dienstverlener aan ongehuwde vaders?
Niet zozeer een specifieke werkwijze. Ik analyseer het probleem en verwijs indien nodig door. Tevens doen wij het voortraject van mediation. Dit betekend dat wij de ex-partner van de klant benaderen, om de mogelijkheden van mediation te bespreken.

? Wet- en regelgeving binnen de instantie
• Met welke wet- en regelgeving heeft u te maken binnen de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Voornamelijk het Burgerlijk Wetboek.

• Bij wat voor zaken heeft u te maken gehad met de ongehuwde vaders? En hoe zag uw hulp/dienstverlening eruit?
Zaken als kinderalimentatie, vervangende toestemming erkenning, vervangende toestemming gezag etc. Voornamelijk het bespreken van klant zijn rechtspositie. Ex-partner benaderen voor een mediationtraject of verwijzen naar een advocaat, LBIO.
• Wat is het beleid vanuit uw hulp/dienstverlenende instantie voor ongehuwd vaderschap?
Geen specifiek beleid.
• Welke invloed heeft het beleid van uw instantie op uw werkwijze die u hanteert in de hulp/dienstverlening aan ongehuwde vaders?
n.v.t.
• Hoe ervaart u de kaders van het beleid van uw instantie in de hulpverlening / dienstverlening aan ongehuwde vaders?
n.v.t.
• Op welke wet- en regelgeving is het beleid van uw instantie gebaseerd?
n.v.t.

? Visie ongehuwde vaders op de hulp/ dienstverlening
• Uit het onderzoek Padberg, D., Van der Heijden, M., Barendse, M. en Reijnhout, P (2012). Vaders In Perspectief. Onderzoek naar vaders en hun problematiek met betrekking tot hun rol als ouder c.q. opvoeder en de problemen waar zij tegenaan lopen: Vader Kennis Centrum (VKC) is naar voren gekomen dat vaders een ambivalente houding hebben ten opzichte van de huidige hulp/ dienstverlening. Heeft u ervaring met deze ambivalente houding en waar denkt u dat deze vandaan komt?
Nee, heb geen ervaring met ambivalente houding, omdat wij dienstverlening bieden. Klanten komen naar ons toe met hun rechtsvraag.
• Tevens is uit ditzelfde onderzoek naar voren gekomen dat de vaders zich achtergesteld voelen in de huidige hulp/dienstverlening op moeder, omdat zij van mening zijn dat de hulp/dienstverlening zich voornamelijk richt tot moeder. Welke ervaringen heeft u hiermee binnen uw beroep?
Lastig om concreet aan te geven hoe de mening verdeeld zijn mbt hulp/dienstverlening. Ik merk wel, dat klanten vaak de conclusie trekken, dat de rechtspositie van de moeder voor hun gevoel sterker is dan die van henzelf.

? Visie beroepskrachten op hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders
• Wat zijn uw ervaringen met ongehuwde vaders in uw hulpverlening / dienstverlening?
Meneer kwam bij mij aan de balie met vragen over omgang. Meneer had samen met ex-partner een affectieve relatie en uit deze relatie is een kindje geboren. Meneer heeft het kindje erkend. De relatie is beëindigd en ex-partner weigert omgang. Wat ik vaak merk in zulk soort zaken, is dat er onwetendheid heerst onder ongehuwde vaders over hun rechten en plichten, met name hun rechten. Ongehuwde vaders denken vaak (onterecht uiteraard) dat zij geen recht hebben op omgang. Tevens zijn zij vaak niet op de hoogte van het feit dat er de mogelijkheid bestaat om vervangende toestemming aan de rechter te vragen indien moeder geen toestemming geeft voor de erkenning/gezamenlijk gezag. In bovenstaande casus heb ik mediation met meneer besproken en ex-partner per brief benaderd om de mogelijkheden mbt mediation te bespreken. Zoals reeds aangegeven is het JL hierin onpartijdig.
• De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding heeft als doelstelling dat beide ouders betrokken blijven in de opvoeding na scheiding van ouders. In hoeverre ziet u dit terug in de praktijk binnen uw instantie?
Het is verplicht om een ouderschapsplan op te stellen. Dit houdt concreet in, dat er na de scheiding schriftelijke afspraken gemaakt worden over de verzorging en opvoeding van de kinderen. Dit hoort er in de praktijk voor te zorgen, dat beide partijen betrokken blijven. Ik kan echter niet concreet aangeven in hoeverre we dit terug zien komen, dit verschilt uiteraard per casus. Het JL heeft geen zicht op de eventuele nakoming van de afspraken. Enkel indien een van de partijen om informatie/advies verzoekt, indien de afspraken niet nagekomen worden of het e.e.a. gewijzigd dient te worden.
• Wat zijn volgens u de randvoorwaarden voor de hulp/ dienstverlening aan ongehuwde vaders?
Ook deze vaardigheden/competenties zijn afhankelijk van het niveau van de klant. Het JL krijgt vaak diverse klanten en elke klant dient op een andere niveau benaderd te worden
• Artikel 1:247 gaat uit van gelijkwaardig ouderschap. Hoe ziet u dit terug in uw hulp/dienstverlening?
Juridisch gezien heeft een vader vaak meer mogelijkheden dan in eerste instantie blijkt.

? De visie hulp/ dienstverleners op het ongehuwd vaderschap
• Hoe wordt er binnen uw hulp/dienstverlenende instantie aangekeken tegen het ongehuwd vaderschap?
Ik denk dat dit per collega verschilt. Over het algemeen gesteld, denk ik dat het ongehuwd vaderschap als ‘normaal’ gezien wordt.
• Hoe kijkt u zelf tegen het ongehuwd vaderschap aan?
Ik vind ongehuwd vaderschap, gezien de samenleving waar wij in wonen, een vrije keuze.