Flessenpost

Door Rianne Reffeltrath

Ik vraag me af waar ik aan begonnen ben, staar naar het ongeopende bericht in mijn mailbox.

Twee dagen geleden liep ik nog met vaste tred door de kantoorboekhandel in het dorp, recht op mijn doel af; een kaartenmolen. Al draaiend komen de kaarten aan me voorbij. Gefeliciteerd, Beterschap, met Oprechte Deelneming, Verhuisd, Hoera een meisje! Nee, ik ben geen meisje meer, ik zoek gewoon een kaart die past bij de gelegenheid, denk ik hardop. Dan valt mijn oog op een zomers tafereel… een tropisch wit strand met op de voorgrond een tafeltje waar een glazen fles op staat, met daarin een briefje. Flessenpost die er waarschijnlijk lang over gedaan heeft om van zender bij ontvanger te komen.

In mijn mailbox zie ik nu het resultaat van de fles die ik in zee heb gegooid. Mijn boodschap was simpel; ‘Ik vind het na 18 jaar tijd geworden voor een goed gesprek.’ Geen aanhef, geen groet. Enkel mijn mailadres.

Lichtelijke paniek, ik moet die mail openen om te zien wat mijn vader mij na zoveel jaar te zeggen heeft. Wat kan het mij ook schelen als hij schrijft dat hij niet zit te wachten op een gesprek met mij, zijn dochter. Ik heb het de laatste 18 jaar prima zonder hem gered. Paniek gaat over in boosheid; hoe kun je als vader afstand doen van je kinderen, hoe haal je het in je hoofd om zonder fatsoenlijke uitleg aan mijn broertje en mij de omgangsregeling te stoppen? Want een 10-jarig kind snapt niet dat haar vader haar ineens niet meer wil zien, het te druk heeft met werk en zijn nieuwe vriendin… Natuurlijk heb ik de ruzies aan de voordeur over de weekendtassen allemaal meegekregen; mijn ouders spraken elkaar al lang niet meer, ieder contact ging via mij. ‘Zeg maar tegen je moeder dat zij niet bepaalt waar ik jullie mee naar toe neem in MIJN weekend’- ‘wat zei je vader over de alimentatie, hoezo te hoog?’

Maar dan nog snap ik niet waarom mijn vader –op die bewuste vrijdagmiddag- aan de voordeur tegen mijn moeder zei dat ze ons maar weer mee moest nemen. Daar stond ik zelf bij en ik heb het hem toch echt horen zeggen.

Nu is het 18 jaar later en wil ik antwoord op de vraag WAAROM. Omdat ik vind dat ik daar recht op heb. Omdat ik toe moet geven dat ik vastloop in mijn leven zonder dat antwoord. Ongeacht of het een bevredigend antwoord is, wil ik het horen. Alleen dan kan ik er vrede mee hebben en kan ik misschien verder. Alles beter dan onwetendheid, raden en invullen.

Ik recht mijn rug, haal diep adem en met een ferme muisklik open ik het bericht. Daar gaat ie, ik trek de kurk van de fles en de geest ontsnapt.

Hallo Rianne…en verder kom ik niet. Ik lees de woorden maar ik zie niet wat er staat. De ruimte om me heen maakt me bewust van waar ik ben, in de keuken van het huis van mijn stiefvader. Het is ook zijn laptop waar ik achter zit. Hij weet niet dat ik nu een mail van mijn vader geopend heb, heeft er geen idee van dat ik het plan had om hem op te zoeken. Mama is ruim een jaar geleden overleden en het voelt alsof ik haar postuum verraad; zij zou het vreselijk vinden dat ik contact zoek met mijn vader. Ik hoor haar vragen; ‘waarom zou je, hij heeft jullie laten zitten en zo toon je alleen maar je zwakheid. Je mist niks aan die man, je hebt het toch goed nu?’

Ik kijk weer naar het beeldscherm. Het staat er toch echt. Mijn vader wil me zien en liefst zo snel mogelijk, een korte boodschap. Aanstaande zaterdag zou hem wel goed uitkomen.

Helaas…dan heb ik familieweekend. Hoe ironisch.

Dit verhaal heeft een vervolg. Lees binnenkort meer …