Media

Jandino Asporaat – Papa (Uit zijn theatershow ‘Laat ze maar komen’, 2011)

Dino vraagt zich af hoe hij als papa een band krijgt met zijn zoontje Elijah, waar hij deze zelf met zijn eigen vader niet had.

Tekst:

Papa, ik heb je een brief geschreven
Misschien heb jij hem al gelezen
En papa, ik wou je laten weten dat ik
al die woorden niet zo meende.
En papa, ik word nu zelf ouder en zie
dat niets is wat het lijkt
Soms pak ik je foto en kijk naar je ogen
alsof ik mijzelf zie
Of pak ik je hoed en dan zet ik hem op
en doe ik alsof ik jou ben.

Soms vraag ik me af
als jij hier nou was bij mij
was alles dan beter?
En ik maakte dan grappen
en jij zou dan lachen om mij
was alles dan beter misschien?
was alles dan beter misschien?

Papa, ik heb je een brief geschreven
misschien heb jij hem al gelezen
En papa, ik word nu zelf ouder en zie
dat niets is wat het lijkt.
Soms pak ik je foto en kijk naar je ogen
alsof ik mezelf zie
Of pak ik je hoed en dan zet ik hem op
en dan doe ik alsof ik jou ben.

Soms vraag ik me af
als jij nou hier was bij mij
was alles dan beter?
En ik maakte dan grappen
en jij zou dan lachen om mij
was alles dan beter misschien? (3X)

———–
Dino vervolgd na het liedje met volgende conference:

Weet je ik heb een wens. En dat is een wens waarvan ik nooit gedacht heb dat ik die zou hebben. Ik wenste opeens dat ik dacht hoe mooi zou het zijn als mijn vader een keer echt trots op mij zou kunnen zijn. En net zo trots als ik op mijn zoontje (Elijah) ben. Dat ie een keer achterin deze zaal zou zitten en zou zien van jeetje Dino is van Curacao, hij is naar Nederland gegaan en hij speelt nu allemaal in grote uitverkochte zalen en mensen houden van hem en mensen staan allemaal op na de show, massaal – uit het niets natuurlijk – en die klappen en die gillen. En d’r zijn allemaal vrouwen in de zaal en die gooien allemaal onderbroeken naar voren. Nee het liefst gewassen. Ik ben een keer misselijk geworden.

Ik heb nog een ding dames en heren wat ik wil vertellen. Het begon als een vraag. Het begon als een vraag. En het werd tijdens het maken van mijn voorstelling werd het een angst. Dit was de vraag wat ik aan mezelf stelde een paar maanden, een jaar of twee geleden. Ik vroeg mezelf af “Hoe kan het zijn dat een man opeens op een dag opstaat, besluit om weg te gaan en z’n kinderen achterlaat en niet meer achterom kijkt?” Niet meer praten, niet meer bellen, helemaal niks. En ik heb het niet over zwarte mannen, ik heb het niet over witte mannen, ik heb het over mannen die dit doen.

Toen dacht ik “Is het misschien omdat wij mannen nog geen band hebben met onze kinderen?” Jullie vrouwen wel, ze zitten bij jullie in de buik, jullie voelen hem meteen. Bij ons moet het nog groeien. Toen dacht ik, wacht even mijn vader had geen band met mij en die is weggelopen. Wat nou als ik geen band heb met mijn zoontje, met Elijah, loop ik zelf dan ook weg? En dat werd echt een angst voor mij.

En toen sprak ik met Stanley, want hij heeft twee kinderen, en zeg ‘Hoe doe jij dat?”. En hij zei “Je moet praten, praten met je kinderen”. Dat doe je de rest van hun leven, maar je kan beginnen, omdat ze zo klein zijn, in de buik van hun moeder. Nou dat heb ik gedaan. Ik heb een kleine dagboek bijgehouden. Die wil ik even heel snel voor jullie even voorlezen …. en dan gaan we lekker naar huis of lekker dronken worden, casuanda maken in de gang.

Lieve dagboek, hé mannetje …. ik ben trouwens gelijk begonnen in het begin met mannetje zeggen: Mannetje, mannetje, mannetje, mannetje, mannetje. Je moet echt mannetje zeggen, want dan komt het gewoon uit. Of je plakt een piemel tegenaan, kijken wat voor jou werkt, okay?

Hé mannetje het is 7 juli, 7 minuten over acht. Papa zit aan het schrijven voor Comedy at Work, want papa heeft deze zomer papa’s eigen TV-show. En mama is net naar binnen gestormd. Comotie alom, iedereen huilen, lachen, schreeuwen, iedereen is blij omdat jij er aan komt. Maar papa moet nu even door met grappen schrijven. Papa moet morgen grappig zijn op TV. Als Papa morgen niet grappig is op TV kwam er geen TV show, kwam er geen TV-show kwam er geen geld, kwam er geen geld dan kwam er geen huur, kwam er geen huur papa moet buiten slapen en jij dus ook, dus ik spreek je straks.

10 dagen later, 17 juli. Hé mannetje, we hebben net je eerste echo gehad, je hart gaat tekeer. Je hebt zoveel energie, je lijkt op een stuiterbal. Ik zie nu echt dat jij mijn zoontje bent, maar, maar die pindahoofd heb je echt van je moeder.

Augustus. Hé mannetje, je bent nu voor het eerst op vakantie, in Malaga, Spanje. Die schommeling wat je net voelde was mama. Want ze is alsnog de achtbaan ingegaan, ze is helemaal misselijk geworden en ze heeft helemaal over zichzelf heengekotst. Lekker voor d’r, had ze maar moeten luisteren.

Hé mannetje, je vraagt je nu waarschijnlijk af wie is eigenlijk mijn papa, wie is mijn mama. Nou papa heet Jandino, mama heet Shirley. Papa is een caberetier, en mama (grinnikend) …. mama heeft geen werk jongen. Tsja, zo gaan die dingen.

Oh hier was ik een beetje boos. Sorry alvast. Ik was hier een beetje boos. Hé mannetje, papa is een beetje boos, want papa moet nu naar boven, papa moet nu jouw kamer af gaan maken, want volgens mama kan je ook met vier maanden geboren worden. Nee, maar dat kan niet, niemand nee niemand kan met vier maanden geboren worden, nou ja, alleen van Velzen, maar niemand anders.

Dit heb ik geschreven vijf dagen nadat Elijah Valentino Asporaat op de wereld was gekomen. Hé mannetje, papa heeft vandaag alarm geplaatst. Nou ja papa heeft dat niet zelf gedaan, oom Haider heeft gedaan en papa heeft het betaald. Dus je moet je er niet mee bemoeien, moet je luisteren. Kijk, je bent nu op de wereld en het is best een grote wereld en het is soms ook een beetje een gemene wereld. Maar ga maar achter papa staan, ga maar achter mama staan. Wij zullen jou beschermen. En we zijn met zijn drietjes. Dus het maakt niet uit hoe hard de wereld roept, wij roepen keihard terug: “Laat ze maar komen”

Jandino Asporaat, a dutch comedian, sings this song for his father and his own son Elijah
Uit zijn derde theater programma “Laat ze maar komen” (2011)