14 EU-ministers van Justitie hebben op 3 december 2010 nieuwe regels bij grensoverschrijdende echtscheidingen onderschreven. Nederland is daarbij echter nog niet toegetreden.
Het voorstel is er op gericht internationale echtparen meer zeggenschap over hun scheiding te geven en zwakkere echtgenoten te beschermen (Opmerking: Dit is het gebruikelijke misleidende EU-eufemisme om de toch al dominante positie en absolute macht van vrouwen in het familierecht nog verder te versterken.) tegen oneerlijke benadeling in de echtscheidingsprocedure. Rechters zullen een gemeenschappelijke formule hanteren om te bepalen van welk land het recht wordt toegepast wanneer de echtgenoten het niet eens kunnen worden. Het voorstel laat het recht van de lidstaten om te bepalen wat onder het huwelijk wordt verstaan onverlet.
Op grond van het voorstel van de Commissie zullen echtparen tijdens het huwelijk kunnen overeenkomen welk recht op hun echtscheiding van toepassing dient te zijn. Dit zou hen meer rechtszekerheid, voorspelbaarheid en flexibiliteit bieden en bijdragen tot een betere bescherming van echtgenoten en kinderen tegen gecompliceerde, langdurige en pijnlijke procedures (zie MEMO/10/100).
Nu een politiek akkoord is bereikt onder de EU-ministers van Justitie, bijeen in de Raad, is het de beurt aan het Europees Parlement om zijn advies over deze wettelijke regeling uit te brengen. Pas daarna kan de regeling van kracht worden.
Verwacht wordt dat de Raad de nieuwe wetgeving vóór het einde van het jaar formeel kan vaststellen. De nieuwe regeling zal 18 maanden na de vaststelling in werking treden en dan gelden in 14 lidstaten (België, Bulgarije, Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië, Letland, Luxemburg, Hongarije, Malta, Oostenrijk, Portugal, Roemenië en Slovenië). De nieuwe regels zijn daarmee dan weliswaar nog niet geldig voor Nederland, dat (nog) niet is toegetreden tot deze regeling, maar andere landen kunnen later wel heel eenvoudig en makkelijk toetreden.