503. Forse toename Friese jeugdigen in eenoudergezinnen.

Uit: ‘De Staat van de Friese Jeugd 2010, De Friese jeugd in vergelijking met de Nederlandse jeugd’ (Par. 1.5. Jeugdigen en eenoudergezinnen), Partoer CMO Fryslân en Jeugdmonitor Fryslân, Leeuwarden, mei 2010

  • Het aantal Friese jongeren in een eenoudergezin is tussen 2000 en 2009 met 32% gestegen.
  • In 2009 woonde 11% van de Friese jeugd in een gezin met één ouder. Landelijk was dit 13 %.

Steeds meer jeugdigen groeien op in een eenoudergezin; zowel landelijk als in Fryslân. Een eenoudergezin is een huishouden bestaande uit één ouder met één of meer kinderen. In 2009 woonden er 21.384 Friese jeugdigen t/m 24 jaar in een eenoudergezin, in 2000 waren dit er nog 16.174. Dit is een toename van ruim 32%; dit percentage is groter dan het landelijke (27%).

Het aantal jeugdigen in een eenoudergezin steeg in elke gemeente in Fryslân in de periode van 2000 tot en met 2009, met uitzondering van de eilandgemeenten.

In 2009 woonde 11% van de Friese jeugd in een eenoudergezin. Dit is wel lager dan landelijk waar 13% van de jeugd in een eenoudergezin woonde (figuur 2.6).

Figuur 1.6 – Percentage jeugdigen woonachtig in eenoudergezin, 2000 t/m 2009

Klik op de afbeelding voor een vergrote wqeergave! 
Bron: CBS Landelijke Jeugdmonitor, bewerking Jeugdmonitor Fryslân

Download volledig rapport: http://www.partoer.nl/files/13765/de_staat_van_de_friese_jeugd__partoer.pdf
———————-

Friese jeugd woont vaker bij één ouder – Rapport brengt leven jongeren in beeld

Bron: Friesch Dagblad, Regio, donderdag, 3 juni 2010

Leeuwarden – Steeds meer Friese jongeren groeien op in een eenoudergezin. In 2009 woonden er 21.384 Friezen tot en met 24 jaar in een eenoudergezin. In 2000 waren dat er nog 16.174. Dit betekent een toename van ruim 32 procent. Landelijk nam het percentage in deze periode toe met 27 procent.

Het aantal jeugdigen in een eenoudergezin steeg tussen 2000 en 2009 in elke Friese gemeente, met uitzondering van de eilandgemeenten. In 2009 woonde 11 procent van de Friese jeugd in een gezin met één ouder. Landelijk was dit 13 procent.

Dit blijkt uit het rapport De Staat van de Friese jeugd 2010. Dat rapport is opgesteld door Partoer CMO Fryslân in opdracht van de provincie. In het rapport wordt de Friese jeugd vergeleken met de Nederlandse jeugd. Er is gekeken naar onder meer gezondheid, welzijn, jeugdzorg, onderwijs, criminaliteit, werk en inkomen. Partoer baseert het rapport op de Jeugdmonitor Fryslân, een digitale databank met informatie van Bureau Jeugdzorg Friesland, GGZ, UWV, politie en justitie.

Uit het rapport blijkt verder dat de meeste Friese kinderen voldoende bewegen en dat Friese jongeren iets minder alcohol zijn gaan drinken. Partoer vermoedt dat die daling te danken is aan de media-aandacht voor alcoholgebruik onder jongeren. Volgens Partoer drinken Friese jongeren overigens nog steeds te veel.

In het schooljaar 2008-2009 waren er 3761 achterstandsleerlingen in Fryslân, aldus het rapport. Achterstandsleerlingen zijn leerlingen in het basisonderwijs van wie beide ouders een laag opleidingsniveau hebben. Het percentage achterstandsleerlingen is tussen 2004 en 2008 flink afgenomen. In 2004 was 22 procent van de Friese basisschoolleerlingen een achterstandsleerling, in 2008 was dit 11 procent. Landelijk daalde het percentage in dezelfde periode van 25 procent naar 15 procent.

Fryslân had in 2008 vier gemeenten die boven het landelijke percentage achterstandsleerlingen uitkwamen: Ameland (20 procent), Kollumerland (17 procent), Achtkarspelen en Smallingerland (beide 16 procent). Vooral de positie van Ameland is opvallend, omdat de andere Waddeneilanden aanzienlijk onder het landelijke percentage scoorden.

Jeugdwerkloosheid
De jeugdwerkloosheid is in Fryslân fors gestegen, zo blijkt. Er is wel een groot verschil tussen jonge Friese mannen en jonge Friese vrouwen. Het aantal werkzoekende jonge mannen nam tussen 2008 en 2010 met liefst 134 procent toe. Dit ligt flink boven het landelijke gemiddelde van 97 procent. Het aantal werkzoekende jonge vrouwen steeg in deze periode in Fryslân met 20 procent (landelijk 25 procent). Jonge mannen, zo luidt een mogelijke verklaring, hebben vaker een baan in sectoren die gevoelig zijn voor het economisch tij: ICT, transport en bouw.

In Fryslân is het percentage jongeren dat voor de rechter moest verschijnen voor het eerst sinds 2004 gedaald. Van alle twaalf- tot en met 21-jarigen moest 3,16 procent zich in 2008 bij de rechter melden. Landelijk was dit 3,27 procent.
———————-

Jeugd heeft toekomst, maar heeft toekomst ook jeugd?

Bron: Leeuwarder Courant, pag. 1, Van onze verslaggevers MINSKE & MEAR, 22 mei 2010

LEEUWARDEN – Vergrijzing, krimp, leegstand. Als het over bevolkingsprognoses gaat, trekt de volwassen bevolking meestal de aandacht. Maar aan de onderkant van de piramide voltrekt zich in stilte een snelle ‘ontgroening’ in Friesland. Het Centraal bureau voor de Statistiek (CBS) voorspelt dat het aantal nul- tot twintigjarigen tot 2040 in deze provincie vermindert met 6,6 procent. Daarmee gaat de daling hier twee keer zo snel als in heel Nederland.

Vooral in plattelandsgemeenten blijft het aantal geboorten sterk achter en trekken meer jongeren na de middelbare school weg. Vergeleken met vijf jaar geleden zijn er zesduizend minder jeugdigen (0 tot 24) in Friesland (van 201.356 naar 195.349), maar de dorpen worden veel harder getroffen dan de steden. Als het CBS gelijk krijgt, daalt het aandeel jeugd de komende jaren nog verder, met 2030 als dieptepunt (180.000). Daarna komt er pas weer een lichte stijging.

Hoe de Friese jeugd er wat gezondheid, opleiding en arbeidsmarkt betreft voorstaat, is op te maken uit het rapport ‘De staat van de Friese jeugd 2010’, geschreven door Partoer, het centrum voor maatschappelijke ontwikkeling dat provincie, gemeenten en particuliere organisaties adviseert. De conclusie is dat de jongeren het in deze provincie niet slecht doen. Zo zijn er minder voortijdige schoolverlaters dan elders in Nederland, is het alcoholgebruik lager en doen minder jongeren een beroep op de WW. Daar staat tegenover dat de gemiddelde opleidingsgraad van de Friese jeugd lager is dan elders.
———————-

Friese jeugd in de plus

Bron: Leeuwarder Courant, pag. 15, Hans Willems en Pauline van Kempen, 22 mei 2010

Het opleidingsniveau is wat lager en de werkloosheid wat groter. Maar voor de rest doet de Friese jeugd het eigenlijk heel goed. Tenminste de jongeren die in Friesland blijven, want de cijfers die Partoer CMO Fryslân bijeenbrengt in de Jeugdmonitor Fryslân wijzen uit dat nog altijd een flink deel van de oudere jeugd haar heil zoekt buiten de provincie.

Meten is weten. Onder dat motto verzamelt Partoer CMO Fryslân sinds jaar en dag uit allerlei bronnen gegevens over Friesland en zijn bevolking. Met die kennis ondersteunt het centrum provincie, gemeenten en maatschappelijke organisaties, vooral op het terrein van welzijn en zorg. Omdat cijfers pas echt gaan leven als ze reliëf krijgen, heeft Partoer nu een reeks kerngegevens over de Friese jeugd afgezet tegen landelijke gemiddelden en gebundeld in ‘De staat van de Friese jeugd 2010’.

Wat meteen al opvalt, is dat de plussen groter in aantal zijn dan de minnen. Zo ligt de kindersterfte in Friesland beneden het landelijke gemiddelde, treft minder jongeren het lot om op te groeien in een eenoudergezin of een gezin dat leeft van een uitkering, en ligt zowel het alcoholgebruik als de criminaliteit op een lager niveau dan landelijk.

Daar staat tegenover dat Friese jongeren gemiddeld genomen lager geschoold zijn en een iets grotere kans lopen om werkloos te raken. En de hoeveelheid meldingen van kindermishandeling is in Friesland hoger dan in de rest van Nederland. Het meest verontrustende: het aantal jongeren loopt hier veel sneller terug dan landelijk. Friesland vergrijst.

(…………….)

Gezinnen

Hoewel het tal kinderen dat in een eenoudergezin woont in Friesland lager ligt dan het landelijk gemiddelde, is er wel sprake van een opvallende toename. Sinds 2000 bedraagt die toename maar liefst 32 procent, terwijl de landelijke groei 27 procent bedroeg. Dat resulteert erin dat nu 11 procent van de 0- tot 24-jarigen in een eenoudergezin woont (landelijk 13 procent).

Een op de twintig jongeren tot en met zeventien jaar groeit op in een gezin dat leeft van een uitkering, blijkt uit de cijfers. Leeuwarden torent boven de andere gemeenten uit met 9,8 procent, een percentage waarmee de stad zelfs in de top tien van Nederland belandde. Ter vergelijking: in Gaasterlân-Sleat treft dit lot slechts 1,3 procent van de jongeren.

(…………….)
———————-

Ontgroening als sluipend gif

Bron: Leeuwarder Courant, pag. 1, willems@lc.nl, 25 mei 2010

Kunnen er aan vergrijzing van de samenleving nog positieve kanten zitten, de ontgroening die Friesland treft, is alleen maar negatief. Het rapport ‘De staat van de Friese jeugd 2010’, waarin Partoer, centrum voor maatschappelijke ontwikkeling, een beeld schetst van jong Friesland, heeft een optimistische toon over hoe de jongeren het doen. Maar het is ronduit zorgelijk als het gaat over het aantal jeugdigen dat deze provincie telt.

De komende twintig jaar loopt het aandeel van de 0- tot 24-jarigen in deze provincie twee keer zo hard terug als in heel Nederland. En het proces is al een jaar of vijf aan de gang.

Minder geboorten en vroeg wegtrekkende jongeren maken dat de bevolkingskolom in Friesland aan de onderkant akelig dun begint te worden.

Op veel terreinen zal dit steeds diepere sporen trekken. Het wordt (nog) stiller en saaier in Friesland, lijkt het wel. Nog meer scholen vallen om. Verenigingen, maatschappelijke organisaties en bedrijven moeten het doen met minder nieuw bloed. De dynamiek die jongeren altijd met zich meebrengen, vermindert navenant.

Daar komt nog bij dat het platteland veel harder wordt getroffen dan de stedelijke samenleving. In de dorpen zal de afwezigheid van jong bloed nog sterker gevoeld worden de komende decennia en verspreid over Friesland zijn er regio’s die extra inboeten aan leefbaarheid.

We zijn geneigd de vergrijzing van de samenleving alleen uit te leggen als een financieel-economisch probleem (terugloop beroepsbevolking, betaalbaarheid sociaal stelsel, etc.). Zo’n macro-blik maakt het probleem tot iets abstracts waar te veel mensen schouderophalend aan voorbijgaan. Friesland zal moeten inzien dat van de ontgroening een veel groter effect uitgaat. Het raak ons allemaal. Het heeft iets sluipends en iets giftigs.

Het verschijnsel zelf is niet te verhelpen. Het aantal geboorten is in het eerste decennium van deze eeuw gedaald. Jongeren beginnen later aan gezinsvorming en het aantal alleenstaanden neemt toe. Een campagne om het geboortecijfer op te krikken is niet meer van deze tijd, en zou ook niets uitrichten.

Wat deskundigen en bestuurders wel kunnen doen is de cijfers uiterst serieus nemen en ze tot uitgangspunt maken van beleid. Er zal veel meer gedaan moeten worden om jongeren voor deze provincie te behouden of terug te halen na hun studietijd. Bundel de krachten, scherp de urgentie van het probleem aan en betrek vooral ook de kleiner wordende groep jongeren zelf bij het zoeken naar een goed en effectief antwoord.
———————-

Staat van de Friese jeugd gepubliceerd

Bron: Partoer CMO Fryslân, 26 mei 2010

Partoer CMO Fryslân publiceerde onlangs het rapport ‘De staat van de Friese jeugd’. Hoe is het met de Friese jeugd? Dit is een belangrijke vraag voor beleidsmakers in Fryslân. De jeugd van vandaag de dag vormt immers de toekomst van de Friese samenleving. De staat van de Friese jeugd zoomt in op de Friese jeugd. Het rapport geeft inzicht in de overeenkomsten en verschillen tussen de Friese en de Nederlandse jeugd. De informatie is toegespitst op de thema’s: bevolking, gezondheid, welzijn en jeugdzorg, onderwijs, werk en inkomen, veiligheid en criminaliteit.

De gegevens in dit rapport zijn een selectie van de gegevens uit de Jeugdmonitor Fryslân: een digitale databank met informatie over de Friese jeugd van 0 t/m 24 jaar. De Jeugdmonitor Fryslân verzamelt, ordent en publiceert actuele en betrouwbare gegevens op de website www.jeugdmonitorfryslan.nl. Partoer CMO Fryslân ontwikkelde deze monitor – in nauwe samenwerking met andere Friese organisaties – in opdracht van de provincie Fryslân.

In tegenstelling tot de website gaat De staat van de Friese Jeugd soms nader in op bepaalde gegevens. Bijvoorbeeld op verschillen tussen jongens en meisjes. Ook wordt, waar mogelijk, een verklaring gegeven voor de uitkomsten. De nadruk ligt echter op het signaleren van ontwikkelingen ten aanzien van de Friese jeugd. De resultaten kunnen dienen als basis voor het ontwikkelen van regionaal en lokaal jeugdbeleid.

De staat van de Friese Jeugd in andere media: