Zweedse vaders en Nederlandse vaders : gelijkheidsideaal versus huiselijkheidsideaal

Het kan ook anders!

Zweedse vaders en Nederlandse vaders : gelijkheidsideaal versus huiselijkheidsideaal

Column voor Vader Kennis Centrum – geschreven door Loura Penning MSc, 12 januari 2015

Loura Penning en Froukje van der Woude deden voor hun masterthesis sociologie aan de Universiteit van Amsterdam (1) samen interview-onderzoek onder Zweedse en Nederlandse vaders. Hieronder een samenvatting van hun bevindingen geschreven door Loura Penning.

Gezinsbeleid in Zweden en Nederland

In Zweden speelt de overheid een actieve rol in het vergroten van de rol van vaders binnen het gezin. Ook geeft zij veel financiële prikkels om ervoor te zorgen dat vaders meer zorg op zich nemen. In Nederland is er daarentegen geen afzonderlijk gezinsbeleid en zijn er nauwelijks maatregelen die op vaders of een gelijkwaardige taakverdeling tussen de ouders gericht zijn. In vergelijking met Zweden zijn de rechten die Nederlandse vaders hebben met betrekking tot het geven van zorg aan hun kinderen dan ook minimaal.

Nieuwsgierig geworden naar deze verschillen in gezinsbeleid hebben we als studenten sociologie voor onze masterthesis middels interviews met vaders uit beide landen onderzoek gedaan naar de effecten ervan en zijn we op zoek gegaan naar de achtergronden van deze verschillen.

Geboorteverlof

Blikken vol ongeloof van een Zweedse vader uit Stockholm vielen ons ten deel toen we hem vertelden dat vaders en partners in Nederland maar twee dagen betaald geboorteverlof krijgen bij de geboorte van hun kind, inmiddels sinds 1 januari 2015 aangevuld met drie dagen onbetaald verlof (2). Want in Zweden krijgen vaders tien dagen geboorteverlof en al die tien dagen worden ze 100% doorbetaald.

Ouderschapsverlof

En naast het geboorteverlof krijgen de ouders in Zweden samen ook 480 dagen (16 maanden) betaald ouderschapsverlof. Van deze periode zijn er 60 dagen (twee maanden) niet onderling uitwisselbaar, maar de rest van de dagen wel. Twee maanden zijn gereserveerd voor de vader en twee maanden voor de moeder. Er blijft dus meer dan één jaar over waarover de ouders zelf mogen bepalen hoe ze het verlof tussen hen beiden verdelen. Tegelijk verlof opnemen mag ook, maximaal 30 dagen. Alleenstaande ouders hebben in hun eentje recht op de volle 480 dagen. Ook kunnen ouders die niet samenleven gebruik maken van deze regeling. Dus ook alleenstaande, gescheiden vaders die het niet zo breed hebben, worden op deze manier gestimuleerd verlof op te nemen. De manier waarop het verlof kan worden opgenomen is heel flexibel. Het hoeft niet te gaan om een aaneensluitende periode. Tot het kind 8 jaar is blijft het recht op deze periode verlof geldig.

Ouders die met verlof zijn krijgen daarbij in Zweden tachtig procent van hun loon uitbetaald. Wanneer iemand werkzaam is in de publieke sector (bijvoorbeeld de overheid) wordt dit verhoogd tot negentig procent. Steeds vaker wordt dit ook toegepast in de private sector. Werkloze ouders krijgen ook een vergoeding en die bedraagt SEK 225, ongeveer €23,50 per dag. Daarnaast heeft de Zweedse overheid in 2008 hierbij ook een regeling met een gender equality bonus ingevoerd om te stimuleren dat ouderschapsverlof eerlijker verdeeld wordt tussen beide ouders. Hoe eerlijker verdeeld, hoe hoger de bonus. Ouders ontvangen elk SEK 50 (€5,60) per dag extra per gelijk opgenomen aantal dagen. De bonus kan oplopen tot ongeveer €1500 dus is daadwerkelijk het nastreven waard.

In Nederland bestaat voor kinderen tot 8 jaar daarentegen alleen een inflexibel recht op onbetaald ouderschapsverlof van max. 26 weken (6 maanden) voor elke ouder, mits dit 2 maanden van tevoren schriftelijk bij de werkgever is aangevraagd.

Toen we dan ook aan een Nederlandse vader vertelden dat er in Zweden bij het al betaalde ouderschapsverlof ook nog zoiets bestaat als een uitgekeerde gender equality bonus waren gefronste wenkbrauwen het gevolg en kregen we als wedervraag of we dat nu wel echt zeker wisten en niet nog een keer moesten checken.

Kinderopvang versus deeltijd werken

Een derde groot verschil tussen Nederland en Zweden is de manier waarop de kinderopvang is geregeld. De Zweedse oplossing voor het hebben van een gezin en het hebben van een baan is kinderopvang. Maar… ouders in Nederland werken ook en de Nederlandse oplossing voor het combineren van zorgen en een baan hebben is ‘deeltijd werken’. Daarnaast spelen grootouders en andere naasten een grote rol in de zorg voor kinderen als ouders andere verplichtingen hebben.

De Zweedse overheid ziet kinderopvang als een zeer belangrijk middel om het voor iedereen mogelijk te maken te kunnen werken wanneer er kinderen in het spel zijn. Er is daarom gezorgd dat de toegankelijkheid heel groot is en de drempel om gebruik te maken van de kinderopvang zo laag mogelijk. Over de kosten van de kinderopvang hoeven Zweedse ouders zich daarbij niet heel erg druk te maken. Afhankelijk van het inkomen en het aantal kinderen wordt de prijs bepaald. De overheid heeft besloten dat er één tot drie procent van het gezinsinkomen besteed mag worden aan kinderopvang. Maximaal betalen ouders SEK 1260, omgerekend is dat ongeveer €140,- per maand en de armste ouders betalen helemaal niks. Lange wachttijden voor een plaats op de kinderopvang bestaan ook niet in Zweden; de gemeente moet garanderen dat ieder kind vanaf de leeftijd van 1,5 een plek heeft. Iedereen die werkt in de kinderopvang is hoog opgeleid en er wordt veel aandacht geschonken aan de emotionele, cognitieve en sociale ontwikkeling van de kinderen. Ook zijn de groepen klein, per groepsleid(st)er zijn er (maximaal) vier kinderen. In Zweden gaan dan ook bijna alle kinderen vanaf 1,5 jaar oud naar förskola, de kinderopvang. En ook bijna altijd gaan de kinderen vijf dagen in de week.

In Nederland is dit ongehoord. We hebben het er met veel mensen over gehad in Nederland en het heersende idee is dat het zielig en niet goed is voor je kind om zo vaak van huis te zijn. Een andere opmerking die standaard volgt op deze Zweedse gang van zaken is dat je als ouder kiest voor kinderen en dus ook tijd moet maken om te zorgen voor je kinderen! Daarnaast is het in Nederland voor veel ouders veel te duur om kinderen vijf dagen in de week naar de kinderopvang te brengen.

Nederlands huiselijkheidsideaal vs. Zweeds gelijkheidsideaal

Deze verschillen komen niet zomaar uit de lucht vallen. We hebben een grondige studie gedaan naar de ontwikkeling van het huidige gezinsbeleid in beide landen en zagen grote paralellen tussen de denkwijze van de vaders en het heersende gezinsbeleid in het betreffende land. Deze sluiten vaak naadloos op elkaar aan. Ook door de geschiedenis heen is te zien dat veranderingen in het beleid gepaard gaan met veranderingen in de cultuur.

Tussen Nederland en Zweden bestaat daardoor een groot cultureel verschil als het gaat om idealen rondom het gezin. In Nederland streven de meeste mensen ernaar om hun kinderen in een zo veilig mogelijke omgeving op te laten groeien en dat is in hun opzicht thuis, bij de ouders. In Nederland is het ideale plaatje dat een kind zoveel mogelijk binnen de familiekring, in en rondom het ouderlijk huis wordt opgevoed. Kinderopvang kan, maar niet te veel en ouders willen onderling vrije keuzes kunnen maken over het verdelen van zorgtaken. De vraag is daarbij echter wel hoe vrij de keuze is binnen een vigerend gezinsbeleid met zijn (financiële) overheidsprikkels dat het kader vormt. Dit zorgt er namelijk toch voor dat juist een traditionele of juist een meer gelijke rolverdeling als financieel meest aantrekkelijke oplossing naar voren komt.

Daar waar Nederlands beleid het huiselijkheidsideaal ondersteunt en mogelijk maakt, ligt in Zweden het zwaartepunt bij de wens naar gelijkheid. Al tientallen jaren wordt er beleid gevoerd dat er naar streeft om zowel vaders als moeders gelijke kansen te geven op de arbeidsmarkt, maar zeker ook in de zorgtaken voor kinderen en in het huishouden. Gezinsbeleid en alle regels hieromtrent zijn universeel en dus toepasbaar op iedereen die ermee te maken krijgt. Uitzondering is zwangerschapsverlof dat toch echt alleen aan vrouwen is voorbehouden. Ook het Zweedse gezinsbeleid vormt een kader waarbinnen ouders keuzes maken. Alhoewel de Zweedse vaders net zo goed hun kinderen in een zo veilig mogelijke omgeving op willen laten groeien maken ze toch andere keuzes dan Nederlandse vaders. Te zien is dat kinderen vaker en meer naar de kinderopvang gaan en dat ouders meer werken dan in Nederland nadat ze ouderschapsverlof hebben opgenomen.

Wat is beter?

Welk model is dan beter: het Zweedse of het Nederlandse? Dat is niet eenvoudig te zeggen. Vaders in beide landen zeggen vooralsnog niets te voelen voor het beleid van het andere land. Opvallend omdat de basiswaarden zoals welzijn van het kind, het hebben van een carrière en vrijheid in het maken van keuzes met betrekking tot de balans tussen werk en gezin in beide landen veel op elkaar lijken. De manier waarop invulling wordt gegeven aan het vervullen van deze waarden is echter verschillend.

We hopen dat door meer kennis over het onderwerp, met name door vergelijkingen te maken tussen landen, meer inzicht kan worden verkregen in (onbedoelde) neveneffecten van beleid. Het kan een verfrissend inzicht geven in de manier waarop gezinsbeleid stimulerend of juist belemmerend kan werken op microniveau, zoals in het verdelen van huishoudelijke en zorgtaken, maar ook op macroniveau in processen van ongelijkheid in de samenleving. Wij denken dat hier in Nederland te vaak vergeten wordt te kijken naar welke invloed gezinsbeleid daarin heeft. Dat verdient meer aandacht.

Door op deze manier kritisch te kijken naar wat wij in Nederland heel vanzelfsprekend vinden, zou wel een antwoord gegeven kunnen worden op de vraag of het huidige gezinsbeleid wenselijke effecten heeft of dat er wellicht een progressieve wind zou mogen opsteken die wat financiële prikkels met zich meedraagt, waardoor vaders daadwerkelijk gestimuleerd worden meer te gaan zorgen.

Voetnoten

(1) Loura Penning en Froukje van der Woude, Zorgende vaders in twee verzorgingsstaten; Een vergelijking tussen Nederlandse en Zweedse vaders en de invloed van beleid en cultuur op hun zorggedrag; Universiteit van Amsterdam, Masterscriptie Sociologie, November 2012; op 12 januari 2015 verkregen op http://dare.uva.nl/cgi/arno/show.cgi?fid=459757

Als sociologiestudenten aan de Universiteit van Amterdam viel het Loura Penning en Froukje van der Woude op dat, hoewel Nederland en Zweden als moderne welvaarts- en verzorgingsstaten op het eerste gezicht erg op elkaar leken, ze toch grote verschillen toonden op het gebied van gezinsbeleid en vooral de rol die vaders daarin krijgen toebedeeld. Wanneer het gaat om de emancipatie van vaders en hun zorgrol in het gezin bleken Nederlandse vaders veel minder rechten te hebben op het geven van zorg dan Zweedse vaders. Nieuwsgierig geworden besloten ze daarom om voor hun masterthesis (zorgende) vaders uit beide landen te interviewen en onderzoek te doen naar de achtergronden van deze verschillen. Wat hen in deze gesprekken met Nederlandse en Zweedse vaders allereerst opviel, was dat vaders uit beide landen bijna van hun stoel vielen van ongeloof wanneer ze op de hoogte gebracht werden van de verschillen in de situatie van vaders in beide landen.

(2) Op voordracht van minister Lodewijk Asscher (PvdA) hebben vaders en partners sinds 1 januari 2015 bij de geboorte van hun kind naast de wettelijke twee dagen betaald vaderschapsverlof aanvullend nu weliswaar ook recht op drie dagen onbetaald ouderschapsverlof. (Zie Kraamverlof | Verlof en vakantie | Rijksoverheid.nl; http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/verlof-en-vakantie/kraamverlof) Maar onbetaald ouderschapsverlof is nou juist een probleem voor vaders die in Nederland nog steeds in belangrijke mate verantwoordelijk zijn en gehouden worden voor het gezinsinkomen van jonge gezinnen.